tag:blogger.com,1999:blog-18007130774693413542024-02-08T17:29:38.417+01:00Verslaafd aan de horizoneBoek over mijn expedities naar Clipperton, Howland en Peter I eiland.Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.comBlogger26125tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-18077832644601085042010-01-01T23:30:00.000+01:002013-03-24T18:54:37.499+01:00Woord vooraf - Introduction<div align="center">
<a href="http://farm1.static.flickr.com/132/380369283_ed96bc8514.jpg"><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/132/380369283_ed96bc8514.jpg" style="display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /></a> </div>
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;"></span></div>
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;"></span></div>
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;">WELCOME! </span></div>
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;"></span></div>
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;"></span></div>
<div align="center">
</div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
This site contains my eBook "Addicted to the Horizon" - "Verslaafd aan de horizon". It is a factual log of my expeditions to the islands of Clipperton, Howland and Peter I in the Pacific and Antarctica.</div>
<div align="left">
<br />
Even though it is written in Dutch, you can scroll through them to look at the pictures or the reference material. Start reading <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/1-een-beginneling-wil-op-expeditie.html">here</a> and make your way through the different chapters using the index on the side bar as you go along.</div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
<br />
For the <span style="color: red;">English travel short stories</span> of my life as an aid worker, the rumblings, news updates go to: <a href="http://www.theroadtothehorizon.org/" target="_blank">The Road to the Horizon</a><br />
<br />
Enjoy!</div>
<div align="center">
<br />
<span style="font-size: 180%;">WELKOM!</span> </div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
Deze blog bevat mijn eBoek "Verslaafd aan de horizon" </div>
<div align="left">
<br /></div>
<div align="left">
Begin vanaf <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/1-een-beginneling-wil-op-expeditie.html">Hoofdstuk 1</a> . De verschillende hoofdstukken kun je daarna aanklikken via de index in de rechter kolom. </div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
<br /></div>
<div align="left">
</div>
<div align="left">
Voor mijn engelstalige reisverhalen als ontwikkelingshelper, commentaar op de actualiteit en allerlei bedenkingen, ga naar: <a href="http://www.theroadtothehorizon.org/" target="_blank">The Road to the Horizon</a> .</div>
<div align="left">
<br />
Veel leesplezier! </div>
<div align="left">
<br /></div>
<div align="left">
Peter Casier</div>
<div align="left">
ON6TT</div>
<div align="left">
</div>
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/143/389458555_43697744e3_o.jpg"><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/143/389458555_43697744e3_o.jpg" style="display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /></a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com4tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-42330442337399495002007-09-11T19:26:00.001+01:002013-03-24T18:55:39.026+01:001. Een beginneling wil op expeditie<b></b><br />
<div align="justify">
<br />
<b>16 Januari 1992. 06h30 in de morgen.</b><br />
De telefoon rinkelt ergens in de verte. Het antwoordapparaat neemt op. Half slapend hoor ik een aarzelende stem in het engels een boodschap inspreken. In het donker tast ik naar de telefoon naast het bed en prevel:<br />
"Hello, Peter..."<br />
De engelse stem aarzelt en is duidelijk verward.<br />
"Peter, eeeuh, dit is Jay Kobelin van de Clipperton expeditie".<br />
Ik ben geen ochtendmens en heb wat tijd nodig om wakker te komen. Jay ratelt maar door en het duurt eventjes voor ik door heb waar het allemaal om gaat.<br />
"Een momentje, Jay, laat me eventjes wakker worden".<br />
Terwijl ik met de telefoon in de hand naar mijn werkkamer strompel begint mijn brein te werken. Een goeie maand geleden las ik dat de radioamateur-expeditie naar Clipperton, een godverlaten eiland in de Stille Zuidzee, nog expeditieleden zocht. Ik zond een briefje met mijn referenties en wat persoonlijke gegevens naar Jay Kobelin, de expeditieleider. Diezelfde Jay had ik nu aan de telefoon, en met een flits word ik klaar wakker.<br />
"Ja Jay. Clipperton, juist?", zeg ik en zet me schrap<br />
"Inderdaad. Je had dus geschreven om je kandidatuur te stellen, en dat komt goed uit. We zoeken nog een drietal expeditieleden. Een aantal mensen hebben afgezegd. Luister, dit is het plan: we vertrekken op 28 februari vanuit Cabo San Luca in Mexico, met een gecharterde Amerikaanse sportvissersboot, de Cheerokee Gheisa. De tocht naar Clipperton zal een viertal dagen duren. Er is een achtkoppige bemanning aan boord, en die is ook verantwoordelijk voor de landing op het eiland, en het vertrek vanop het eiland", legt Jay uit.<br />
"Een sportvissersboot?!?! ", vraag ik - ik zie mezelf al dobberen op de wijde oceaan, op een minuscuul bootje, tussen de pletsende vis.<br />
"Ja, maar ééntje van 30 meter en 1000 pk", grinnikt Jay, "moet groot zijn; we nemen vier complete radiostations mee en gaan een tiental antennes opzetten.", vervolgt Jay, "Anyhow, ons grootste probleem is dat het charteren van de boot een goeie 65.000 dollar kost. Elke deelnemer betaalt 5000 dollar. Ga je mee?", ratelt hij in een zucht.<br />
"Ja", antwoord ik.<br />
<br />
Na het telefoontje zit ik nog wat na te soezen, en kijk naar mijn notities die ik op allerhande stukjes papier bijeengekrabbeld heb. Clipperton... Clipperton heeft me altijd iets gezegd. Het is alsof ik altijd wist dat ik ooit naar die verlaten stip in de Stille Zuidzee zou trekken. Alsof er een stukje van mijn bestemming lag.<br />
Volgens mijn hanepoten op de papiertjes, is het vertrek op 28 Februari, binnen een goeie maand dus, vanuit Cabo San Luca in Mexico, voor een boottocht van drie tot vier dagen, anderhalve week op het eiland en dan terug naar Cabo. "Deelname in de kosten", zoals ze dat zo mooi kunnen zeggen, te betalen in twee schijven van 2500 dollar elk. Niet niks, maar ik ben mij altijd blijven herinneren wat een ouwe man mij ooit vertelde (ik was in Spanje zuidwaarts aan het liften, en hij gaf me een lange rit): "Peter, toen ik jong was, had ik de fysische konditie en ambitie om van het leven te profiteren, maar ik had het geld niet. Mijn ganse leven heb ik gewroet om het geld bij mekaar te krijgen. Nu ben ik oud, heb het geld, een villa in Duitsland en een villa in Majorca, maar mijn lichaam wil niet meer mee en ik kan niet meer van dat geld genieten. Profiteer van het leven terwijl je jong bent. Werk niet in functie van de dag van morgen, maar leef vandaag."<br />
Dat is een beetje mijn levensfilosofie geworden. Met die ingesteldheid had ik ook aan de telefoon onmiddellijk 'Ja' gezegd toen Jay me voorstelde mee te gaan.<br />
<br />
's Avonds vertel ik mijn vriendin: "Lieveke, je weet wel dat ik altijd wel eens met een grote expeditie mee wou gaan?, Ewel, ik heb nu de kans..." Enzovoorts...<br />
Praktisch als Tine is, begint ze me allerlei vragen over het eiland te stellen. Vragen waarop ik geen antwoord weet. Tja wat weet ik dan wel? Clipperton ligt een vijftienhonderd kilometer uit de kust van Mexico, behoort tot Frans Polynesie, het is verlaten, en er staan palmbomen op. En daar stopt mijn kennis... Ghis, een vriend radioamateur die veel mensen uit het radiowereldje kent, geeft me het telefoonnummer van Alain Duchauchoy door. Alain was de organisator van de eerste grote Clipperton expeditie in 1978.<br />
Ghis heeft nog wat foto's van die expeditie liggen, en ik kan de drang niet weerstaan om in de wagen te springen en die op te halen: een kaal atol, met hier en daar een bosje palmbomen, een verwoeste nederzetting, grote vogelkolonies en massa's landkrabben. Ik geraak niet uitgekeken op dat boekje met foto's . Het lijkt op een droom, een filmpje op de televisie. Zou het voor mij mogelijk zijn, om zo iets speciaals mee te maken? Al was het maar één keer, één keer in mijn leven uit de sleur stappen? Eén keer iets echt krankzinnigs te doen, een enkele keer aan de andere kant van een documentaire op de televisie staan?<br />
<br /></div>
<div align="justify">
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/133/380419972_5994f0b124_o.jpg" style="display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /><br />
<br />
<span style="font-size: 78%;">Bron: </span></div>
<div align="justify">
<span style="font-size: 78%;">Expedition Clipperton, Special du Bulletin Radio-Club Normandie, Clipperton DX Club, March 1978 (met dank aan Ghis Penny-ON5NT en Alain Duchauchoy-F6BFH)</span></div>
<br />
Ga door naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/2-clipperton-het-vergeten-eiland.html">Hoofdstuk 2: Clipperton, het vergeten eiland</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-11003704861775231192007-02-03T20:02:00.002+01:002013-03-24T18:57:44.397+01:0023. Van Peter I naar België in 9 dagen<div align="justify">
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/187/391005115_95c4ec6a67_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" />Vanaf nu hebben we maar één doel voor ogen: zo vlug mogelijk naar huis. Er zijn twee opties: ofwel blijven we op de Fedorov tot in Zuid-Afrika, een rit van drie weken. Ofwel stappen we af in King George, in de South Shetlands, de noordtip van Antarctica. Via een radioamateur (natuurlijk!) in Punta Arenas, in het zuiden van Chili, kunnen we een Hercules vrachtvliegtuig van het Uruguayaans leger charteren. Onze cargo moet dan op de Fedorov blijven, tot die in mei in Europa aankomt. Alhoewel we niet genoeg geld in kas hebben om de Hercules te betalen, en we onze tickets van Chili naar huis zelf moeten financieren, nemen we deze oplossing. Iedereen ziet er tegen op om nog een tweetal weken doelloos op de Fedorov te blijven rondhangen.<br />
De rit naar King George duurt drie dagen. Het geeft ons de kans om wat op krachten te komen. Ik doe niks anders als eten, slapen en op het schip rondslenteren.<br />
De R/V Akademik Fedorov, zoals zijn officiële naam luidt, is met zijn 141 bij 24 meter het grootste Antarctisch onderzoeksschip. Het is geen echte ijsbreker, zoals de Khlebnikov, maar kan met zijn 13.000 ton, 19.000 pk en verstevigde boeg toch door ijs met een dikte van een anderhalve meter breken. De Fedorov is heel stabiel, we voelen de grond nauwelijks bewegen. De accommodatie is sober, maar netjes. We zitten per twee in een kajuit, bestaande uit twee stapelbedden, een paar kasten, een sofa en een klein badkamertje met lavabo, douche en toilet. <a href="http://farm1.static.flickr.com/163/391005355_3a9e52a395_o.jpg"><img alt="" border="0" height="131" src="http://farm1.static.flickr.com/163/391005355_3a9e52a395_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; height: 131px; margin: 10px 0px 5px 10px; width: 196px;" /></a><br />
We zijn de enige buitenlanders aan boord. De rest van de kajuiten wordt ‘bewoond’ door de bemanning en wetenschappelijk personeel die van of naar één of andere Russische Zuidpoolbasis vaart. De Russen hebben niet genoeg geld om hun personeel naar huis te laten vliegen, dus blijven alle wetenschappers maanden aan boord, tot het schip eind mei in Sint Petersburg aanlegt. Intussen werken ze als bemanningslid. We trekken dan ook grote ogen als Anatol, de man die in de grote refter onze tafel afruimt, een astrofysicus blijkt te zijn. Yuri, die in de keuken helpt, is een microbioloog en Wasili die de gang kuist is een biochemicus... Ze vinden het niet erg om als bemanningslid te werken. Ze worden er extra voor betaald: één dollar per dag, vijfendertig frank. Een gans kapitaal voor hen, want hun normale jaarwedde bedraagt ongeveer US$240 (8400 frank). Sommige wetenschappers zijn in oktober al van hun basis gehaald, en blijven op de boot tot eind mei, en halen zo een 200 dollar extra binnen. Die gebruiken ze om in de Westerse havens die ze aandoen, wat 'luxegoederen' aan te kopen. Wat zij dan ook 'luxegoederen' noemen: exotische fruitsappen, batterijen, videocassettes, films, sigaretten, drank. We voelen mee met die mensen, die tenslotte wetenschappers zijn: hun onderzoek moeten ze meer als een half jaar stoppen, om als meid voor alle werk gebruikt te worden. Geen wonder dat zoveel Russische wetenschappers emigreren...<br />
Maar ze zijn allemaal even vriendelijk. Alhoewel de meesten slechts gebroken Engels spreken, vinden we ons telkens weer in conversatie met de één of de ander, die trots zijn foto's van het thuisfront, en van hun basis toont.<br />
<br />
Tot onze verbazing blijkt de brug van de Fedorov nog groter te zijn als die op de Khlebnikov. Er <a href="http://farm1.static.flickr.com/138/391005298_36ac8b9a1f_o.jpg"><img alt="" border="0" height="124" src="http://farm1.static.flickr.com/138/391005298_36ac8b9a1f_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 124px; margin: 12px 10px 5px 0px; width: 208px;" /></a>staat nog meer geavanceerde apparatuur: verschillende satellietnavigatietoestellen, zware radars, gecomputeriseerde landkaarten... Het verbaast ons. Enkel de radiokamer doet wat verouderd aan. Een Inmarsat satelliettelefoon is zowat het enige wat jonger is als vijftien jaar, volgens onze normen althans. Die telefoon wordt door ons volop gebruikt. Iedereen belt zijn familie op, vliegtuigticketten worden gereserveerd, en de faxen vliegen de deur uit. Allemaal aan 700 fr. per minuut. Communicatie is duur. Tenminste voor niet-radioamateurs... Toch stelt niemand voor om één van onze zenders op te stellen. De moed ontbreekt ons.<br />
We eten vier maal per dag en tussendoor liggen we ofwel te slapen of slenteren wat rond. Veel valt er niet te beleven op het schip. Een bar is er niet. Het enige verzet is wat tafeltennissen of tweemaal per dag naar de video kijken. 'Pretty Woman' met Russische overspraak. Er is één vlakke stem die zowel de stem van de mannen als die van de vrouwen dubt. Het is bijna komisch om dit aan te horen, toch bij een romantische film als 'Pretty Woman'. De stem leest zelfs de begin- en eindgenerieken voor...<br />
<br />
<strong>Woensdag 23 februari<br />
</strong>Vroeg in de morgen geef ik het laatste interview voor 'Reporter zonder Grenzen'. Wilfried, de reporter, geeft het weerbericht van België door: -7°C, de ring rond Brussel zit vast. Bij ons is het -5°C, de zee is kalm en de sneeuw valt uit de grauwe lucht. De reporter vraagt wat hij me nu het meeste plezier van de wereld mee zou kunnen doen, als hij me binnen een paar dagen op Zaventem komt opwachten. Zonder nadenken, zeg ik: "Een colaatje".<br />
Een paar uur later komen we aan bij King George. Dit eiland bevat de grootste concentratie Zuidpoolbasissen. Vanop het schip zien we de felbeschilderde gebouwtjes van de basissen van Uruguay, Chili en China, en de vaal groene barakken van de Russen. Aan de andere kant liggen de basissen van Polen, Zuid-Korea, Argentinië en Brazilië. King George ziet er wat troosteloos uit. De heuvels zijn donkerbruin, hier en daar ligt een plakje vuile sneeuw. De oevers liggen bezaait met oude roestende 'dingen', wrakken van schepen, of containers. De lucht is grijs en natte sneeuw valt naar beneden.<br />
De Fedorov laat het anker zakken, en wij kruipen de cargoruimte in. Daar ligt ons expeditiemateriaal netjes gestapeld. We halen er ons persoonlijk materiaal, en de tenten van tussen. De tenten moeten we verkopen aan de man die onze Hercules chartert. Voor de helft van de prijs, toch nog een respectabele bedrag van 315.000 Bef... De rest van de cargo blijft aan boord tot in Europa.<br />
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/153/391005404_a8dca1173b_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" />De helikopter vliegt heen en weer tussen de Russische 'Von Bellingshausen' basis en de Fedorov. Ze brengt nieuw proviand aan land. Ganse ladingen ingevroren kippen, zakken bloem, tonnen met boter, kisten met drank en sigaretten, en, tot ons groot jolijt, ook in het midden gezaagde, ingevroren koeien. De nieuwe mop doet de ronde:<br />
"Hoe breng je een kudde koeien aan land op Antarctica?"<br />
"In een cargo-net."<br />
<br />
In de late namiddag neemt de helikopter de eerste lading expeditieleden naar de basis. Ralph, Wilber en Willy blijven achter, ze komen met de volgende lading. De helikopter landt zachtjes voor de Russische barakken. Als we door de deur springen, zakken we tot over onze enkels in het slijk. Er is niks romantisch aan 'een zomer op King George'. Zeker niet de mensen... Stuurse mannen in oude vuile kleren baggeren door het slijk naar ons toe. Ze kijken ons wat verbaasd aan. Maar zeker niet zo verbaasd als wij naar hen. Ze snauwen elkaar wat toe, en halen hun schouders op. "Geen eten op deze lading."<br />
<br />
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/169/391004992_2a76053eed_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" />Vladimir, de commandant van de basis komt ons welkom heten. Hij meldt dat de Hercules, ons vliegtuig naar Chili, vandaag niet meer af komt. Het weer is te slecht. Zucht. Ook de helikopterpiloot denkt er zo over. De schroeven worden aan de grond vast gemaakt, en de wielen geblokkeerd. Willy, Ralph en Wilber zullen het op de Fedorov een nachtje zonder bagage moeten stellen. Morgen misschien meer geluk.<br />
Een jongeman in een lange groene jas, hij gelijkt wel op een veedrijver uit een cowboyfilm, komt met uitgestoken handen naar ons toe.<br />
"Peter I?", vraagt hij ons<br />
We knikken in koor.<br />
"Four Kilowatt One Foxtrot, 4K1F", stelt hij zich voor.<br />
Martin slaat zich voor het hoofd: "'t Is niet mogelijk, weer een radioamateur!"<br />
Yuri is inderdaad een gekende radioamateur die hier als wetenschapper werkt. Yuri spreekt vlot Engels en wordt meteen onze beste vriend.<br />
<br />
Vladimir wijst ons onze 'kamers'. Martin krijgt een soort voorhistorisch hemelbed naast de keuken, Luis zal op de sofa in de bibliotheek slapen. Tony krijgt een kamer in de radio-barak, en Terry, Bob en ik mogen in het hospitaal slapen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/144/391005536_ee81553a82_o.jpg"><img alt="" border="0" height="135" src="http://farm1.static.flickr.com/144/391005536_ee81553a82_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 213px;" /></a>"Hopelijk liggen er geen lijken", grapt Bob.<br />
Humor en geduld blijken twee kwaliteiten te zijn, die we op onze trip blijkbaar vaak hebben kunnen gebruiken. Eens het eerste ijs wat is gedooid, valt de bemanning van de basis best mee, alhoewel de taal wel een handicap is. Toch spreken de meeste een mondjevol Spaans - de Chileense basis ligt een paar honderd meter verder -. En na een uitvoerig avondmaal, blijkt onze aanwezigheid aanleiding tot een party. Russische wodka, Zuid-Afrikaans en Chileens bier, en pakjes Amerikaanse sigaretten gaan van hand tot hand. Plotseling hebben we blijkbaar weinig moeite om met de Russen te communiceren.<br />
De volgende dag is het weer net goed genoeg om een paar helikoptervluchten te maken. Ik sla bijna door mijn benen van het lachen als ik Ralphs gezicht zie, terwijl hij uit de helikopter stapt. Zo'n gezicht moet ik gisteren waarschijnlijk ook getrokken hebben, het heeft iets van 'Oei, waar ben ik nu weer beland'. Wilber heeft zijn witte sportschoentjes aangedaan. We gieren van het lachen terwijl hij met een vies gezicht en modder tot aan de enkels zich een weg baant naar de b<a href="http://farm1.static.flickr.com/130/391005650_22e0b9f046_o.jpg"><img alt="" border="0" height="97" src="http://farm1.static.flickr.com/130/391005650_22e0b9f046_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 97px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 163px;" /></a>arakken. Wilber heeft nog weinig gevoel voor humor, hij wil gewoon naar huis, zo vlug mogelijk. En dat doet ons nog meer lachen: "Geen Hercules vandaag" heeft commandant Vladimir gezegd. "Schliechte ziegtbaarhojt", slechte zichtbaarheid. Was dat ook niet het dooddoenertje dat Sergej, de radio-officier van de Fedorov altijd maar herhaalde, toen we op Peter I geblokkeerd zaten? "Schliechte ziegtbaarhojt"...<br />
We installeren ons allemaal zo goed en zo kwaad het kan, in het kamp. Het kan blijkbaar nog een paar dagen duren vooraleer de Hercules 'langs komt'.<br />
Gelukkig zijn de barakken goed geïsoleerd, en comfortabel verwarmd. De bedden zijn netjes en ruiken fris. Het toilet, een toiletpot, met een gat in de grond ruikt kwaadaardig.<br />
<br />
Victor, de kampdokter/postbode/tandarts/shopkeeper, wordt onze vriend, en hij troont ons<a href="http://farm1.static.flickr.com/158/391005587_52e4eb9495_o.jpg"><img alt="" border="0" height="171" src="http://farm1.static.flickr.com/158/391005587_52e4eb9495_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 249px;" /></a> mee naar zijn souvenirwinkeltje. Hij verkoopt er allerlei spulletjes aan de toeristen die soms met cruiseschepen komen aanleggen. Maar de prijzen zijn te hoog. Een Baboesjka, geschilderde poppetjes die netjes in mekaar passen, kost minstens twintig keer zo veel als in Rusland, en daarbij waren de Baboesjka’s die ik in Sint Petersburg heb gekocht, veel mooier beschilderd...<br />
<br />
's Avonds is er een party bovenop de heuvel, in de barak van Yuri, onze radioamateurvriend. Hij toont ons trots zijn amateurzender: een oude Oost-Duitse zender uit de Tweede Wereldoorlog, een Russische ontvanger uit de jaren stilletjes en een zelfgemaakte versterker. Zijn antennes zijn allemaal zelfgemaakt. Gesterkt door de wodka en het bier, dat rijkelijk vloeit, wagen we ons aan de zender. We slagen er zelfs in om een aantal contacten te maken met de Verenigde Staten, en laten onze contactmensen weten, dat we nog voor onbepaalde tijd op King George geblokkeerd zitten. - hik -.<br />
Het is vroeg in de morgen als we ons zingend in de sneeuw de heuvel laten afglijden, naar onze slaapkwartieren.<br />
<br />
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/148/391005031_9f16b159f3_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" />De volgende morgen, onze derde dag op King George. Het weer ziet er nog altijd miezerig uit. 's Voormiddags trekken we naar de Chileense basis. De netjes oranje en wit geschilderde barakken contrasteren fel met de vaal bruin en bleekgroene 'dingen' van de Russen. De Chilenen hebben zelfs een bank, een souvenirwinkel, een sportcentrum, een schooltje voor de kinderen van de bemanning, en een postkantoor in hun basis. Trots vertellen ze dat de luchthaven, met bijhorend hotel - 14.000 fr. per nacht, amaai - ook tot hun basis behoren.<br />
<br />
's Namiddags vervoeren we onze tenten naar de luchthaven, bovenop een heuvel. De Russen rijden een luidbrullende en ratelende oude sneeuwkat voor. Het gelijkt op een tank. We laden <a href="http://farm1.static.flickr.com/127/391004911_cc647ab906_o.jpg"><img alt="" border="0" height="153" src="http://farm1.static.flickr.com/127/391004911_cc647ab906_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 245px;" /></a>het 'ding' vol en hotsebotsen de heuvel op. De chauffeur hangt uit het venster terwijl hij het beest schokkend stuurt. De voorruiten zijn zo vuil dat er geen kuisen meer aan is. In de luchthaven, een verwarmde hangar naast het hotel en een moderne verkeerstoren, laden we de tenten uit. We stapelen ons materiaal in de loods, naast een blinkende Twinhopper, een tweemotorig vliegtuig en een moderne Messerschmidt helikopter. Beide toestellen zien er prima onderhouden uit. Wij rijden terug naar onze basis. Luis en Terry zetten een paar antennes op, en, met toestemming van de commandant, en het hoofdschudden van Martin, beginnen we aan een lange nacht op de radio. Tegen het ochtendgloren hebben we er nog eens duizend radiocontacten opzitten...<br />
<br />
<strong>Zaterdag 26 februari 1994, 10 u in de morgen</strong><br />
"Peter, wakker worden, de Hercules komt er aan", fluistert Terry in mijn oor. Ik heb er nog maar een paar uur slaap opzitten, en geraak moeilijk uit bed. Enfin, bed, zeg maar operatietafel met een matras erop. Ontbijt heb ik blijkbaar ook al gemist. Binnen een half uur staan we met pak en zak voor de hoofdingang. De 'tank' en een 4x4 vrachtwagen met een open laadbak komen voorgereden.<br />
"Taxi!", grapt Willy.<br />
We laden onze bagage in, en gaan er bovenop zitten. We zetten ons schrap terwijl het ding zich in beweging zet. Hoeveel soorten voertuigen gebruikten we nu al? Personenwagens, taxi’s, 4x4 jeeps, pilootboot, burgervliegtuig, Engels militair vliegtuig, ijsbreker, zodiac, twee types helikopters, tank, vrachtwagen.<br />
"Wie weet wat er ons nu nog te wachten staat..", schreeuwt Wilber boven het motorlawaai uit.<br />
Rond elf uur komen we bij de luchthaven aan. Wel, luchthaven. Niks meer als een barak en een landingsstrip van gehard donkerbruin grind. Er is meer activiteit als gisteren. Het goeie nieuws is dat de Hercules al onderweg is, het slechte nieuws is dat het vertrek een paar uur wordt vertraagd. Er zijn een paar VIPs aan boord, die de basis van Uruguay gaan bezoeken, en die VIPs moeten met hetzelfde vliegtuig terug naar Punta Arenas. Jeeps en vrachtwagens komen en gaan, helikopters komen cargo afzetten en de helft van de Russische basis komt ons vaarwel zeggen. Onze bagage wordt netjes gewogen en met een net vastgesjord. Het is koud, de wind waait venijnig en we krijgen honger. Gisteravond waren het 'aardappelen' bij de Russen. Aardappelen met twee stukjes ingelegde haring en wat gezuurde kool. En vanmorgen heb ik het ontbijt gemist...<br />
<br />
Eindelijk komt de Hercules laag overgevlogen. Ik kan het bijna niet geloven. Dit is ons eigen vliegtuig. Alle andere mensen die mee zullen vliegen, betalen eigenlijk indirect mee voor onze vlucht. Ons eigen militair vliegtuig dat uit Montevideo, Uruguay, speciaal voor ons naar King George, Antarctica vliegt... Het lijkt eindeloos te duren voor we de Hercules opnieuw zien. Ze komt laag over de zee aangevlogen, met de landingslichten aan. De buffeljacht-muziek van 'Dances with Wolves' klinkt in mijn hoofd. Het is een glorieus gezicht om het vrachttoestel sierlijk te zien naderen, en zachtjes op de landingsbaan uit te zien rollen. Met luid zoem-ronkende motoren draait ze vlak voor onze neus.<br />
<br />
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/169/391005223_5805f3a074_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" />Allerlei mannen en vrouwen stappen uit. Militairen, VIPs, wetenschappers en meisjes die lijken op ééndagjestoeristen. In een mum van tijd, zijn ze allemaal verdwenen, de ene in vrachtwagens, de andere in jeeps, en nog andere zijn in helikopters weggevlogen...<br />
<br />
En wij, wij staan daar nog, rillend van de kou - ik heb intussen mijn poolvest bovenop mijn ski-anorak getrokken -, en rammelend van de honger. Het zal nog minstens vier uur duren vooraleer het vliegtuig vertrekt, en we nemen het aanbod van de Russen aan, om met de vrachtwagen tot aan de Uruguayaanse basis te rijden. Nou ja, rijden, hotsebotsen... Onze magen <a href="http://farm1.static.flickr.com/127/391005173_e96bbc9d0a_o.jpg"><img alt="" border="0" height="136" src="http://farm1.static.flickr.com/127/391005173_e96bbc9d0a_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 163px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 231px;" /></a>schokken tot in onze keel, maar we lachen ons een kriek.<br />
Op de basis valt niet veel te beleven, er is een party aan de gang voor het VIP-bezoek, de Amerikaanse ambassadeur, naar het blijkt. Maar er is wel eten. We schrokken het binnen. Na een korte rondleiding, hotsebotsen we terug naar de luchthaven.<br />
De commandant van de Chileense basis krijgt medelijden en biedt ons koffie en sandwichen aan, die we ook gretig verslinden.<br />
"Het vliegtuig vertrekt binnen vijf minuten", wordt er geroepen. Met de laatste boterham nog in onze mond, lopen we naar de Hercules en springen aan boord. De zitplaatsen zijn nylon netten vooraan in de laadruimte. Onze bagage is achterin gestouwd, meters hoog.<br />
Voor we het weten, zitten we al in de lucht, en krijgen nauwelijks een kans om de laatste glimp van King George, de laatste glimp van Antarctica te zien.<br />
<br />
We nestelen ons in de netten en iedereen dommelt in een ondiepe slaap, telkens weer gestoord <a href="http://farm1.static.flickr.com/136/391005485_b13bcc74ba_o.jpg"><img alt="" border="0" height="140" src="http://farm1.static.flickr.com/136/391005485_b13bcc74ba_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; height: 140px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 216px;" /></a>door iemand die zo nodig naar achteren of naar voren klautert. De cargobemanning van het vliegtuig zit ontspannen een sigaretje te roken, bovenop de cargo. Het toilet is een emmer in een hoekje, afgesloten met een gordijn. De stewardessen zijn twee blonde meisjes in een militaire overall.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/124/391004752_8a964a2eb8_o.jpg"><img alt="" border="0" height="255" src="http://farm1.static.flickr.com/124/391004752_8a964a2eb8_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 210px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 159px;" /></a>In de cockpit, waar je zo maar binnen kunt wandelen - klimmen eigenlijk-, voert Wilber een levendig gesprek met de commandant. Wilber is een piloot die regelmatig met dit type vliegtuigen, een C130, vliegt. Zonder veel commentaar krijgt hij een plaats achter het stuur, en hij neemt de controle over.<br />
<br />
De zon gaat langzaam onder, en werpt zijn laatste goudgelen stralen tussen de wolken door. Beneden zien we Tierra del Fuego, Vuurland, onder ons voorbij glijden. Het zuidelijke punt van Zuid-Amerika, het begin - of is het einde - van de bewoonde wereld. Een half uurtje later zien we de lichtjes van Punta Arenas al. Iedereen gaat zitten en Wilber zet het vliegtuig heel zachtjes aan de grond. Dit is zonder twijfel de zachtste landing die ik ook meegemaakt heb, en alle passagiers gaan spontaan applaudisseren.<br />
<br />
Het is middernacht in Punta Arenas. De motoren brullen nog na, terwijl de passagier uitstappen. Onze groep moet wachten en een paar vrachtwagens komen aangereden. Een jongeman stapt naar ons toe:<br />
"Peter I team?"<br />
Martin slaakt een kreet:"Nee, niet opnieuw, alsjeblieft"<br />
"Charly Echo Eight Charly Mike India, CE8CMI, Moncho", stelt hij zich voor met zijn radioamateur-roepnaam. Hij is onze contactman in Punta, die de Hercules voor ons regelde. We laden de tenten in de ene vrachtwagen, en al onze persoonlijke bagage in de andere. Alles wordt in een loods gestouwd, en een paar taxi's vervoeren ons naar het centrum van Punta Arenas.<br />
De honger knort in onze magen, terwijl we onze paspoorten laten afstempelen bij de vreemdelingenpolitie. Daarna trekt de groep naar een hotel, en rijden we naar het dichtsbijzijnde restaurant.<br />
<br />
Terwijl we ons te goed doen aan een overvloedige maaltijd, rijkelijk overgoten met Chileense wijn, denk ik aan het 'laatste avondmaal' van de Howland-groep, in Hawaï. Ook dit wordt ons laatste avondmaal, met gemengde gevoelens. We hebben een onvoorstelbaar avontuur achter de rug, een avontuur van twee maanden. Tegen de tijd dat we in België zullen aankomen, zullen we bijna vijftigduizend kilometer afgelegd hebben, over vijf continenten, en hebben met negen mensen 70.000 radiocontacten gelegd, in twee maanden tijd...<br />
<br />
Pas acht uur later, als we in Santiago, de hoofdstad van Chili, uit het vliegtuig stappen, beseffen we dat we terug in de bewoonde wereld zijn. Achttien uur geleden stonden we nog op Antarctica, te wachten op ons vliegtuig, en nu wachten we hier bij de lopende band op onze bagage. Met onze poolschoenen en dikke truien, bij een temperatuur van 30°. Dit is de bewoonde wereld. Maar is dit nog onze wereld?<br />
Terwijl we elkaar ten afscheid omhelzen, weten we diep in onze harten, dit is onze wereld niet. Wij zijn gedoemd om naar die verre onbereikbare eilanden te trekken, wij zijn verslaafd aan de horizon, aan het onbekende, aan koraalriffen en gletsjers, aan boobies en pinguïns. In de Stille Zuidzee of op Antarctica, om het even, als het maar ver weg is. Alleen, op ons eiland. Alleen, met onze radio's. Daar voelen we ons thuis. Dicht bij de horizon. <br />
<br />
<br />
<br />
<div align="center">
<span style="font-size: 180%;">-EINDE -</span></div>
<div align="center">
</div>
<div align="center">
</div>
<br />
<div align="center">
Enkele krantenartikels verschenen na mijn terugkomst:</div>
<div align="center">
</div>
<div align="center">
</div>
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/135/387041774_c1f214ea9a_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /> <img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/176/387039346_bc7d5632d6_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/186/387040029_8836a0f5a1_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/128/387039017_eadf8eb693_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/127/387040483_2db95fc0c5_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/162/387039779_841e8dd184_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/154/387041166_0a18a7c59e_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 320px;" /> </div>
Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-45895397492103448622007-02-03T19:57:00.005+01:002010-04-26T00:09:34.927+01:0022. En hoe geraken we er nu af ?<div align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/167/390987301_63dfa81e6e_o.jpg" border="0" /><br />
<div align="justify"><strong>Maandag, 14 februari 1994</strong><br />
In de namiddag heb ik via de zender een interview met 'Reporter zonder Grenzen', een programma van de BRTN radio. Die mensen hebben ons al elke week gevolgd, via interviews op de Falklands, op de Khlebnikov en op het eiland. Tijdens het interview vraagt de reporter of ik, ter ere van Valentijnsdag, een stukje wil meezingen.<br />
"L'important, c'est la rose", klinkt het in mijn koptelefoon.<br />
"L'important, c'est la rose, crois-moi", vervolg ik.<br />
Ik vraag John om een boeketje bloemen aan Tine te bezorgen. "With love from Antarctica" zal hij op het kaartje schrijven...<br />
Op Valentijnsdag, twee jaar geleden was ik mij aan het voorbereiden om naar Clipperton te trekken. Vorig jaar zaten we op Tarawa, en nu.. op Peter I. Allemaal verlaten stukjes van de wereld, duizenden kilometers van elkaar verwijderd.<br />
"L'important, c'est la rose, l'important...", zing ik terwijl ik naar de keukentent stap. Ralph kijkt me verward aan.<br />
"De Russen hebben John gefaxt. Ze komen overmorgen bij het eiland aan", zeg ik.<br />
"Dat betekent dat we mogen beginnen afbreken?", mompelt Ralph.<br />
"Ja, ze willen dat we klaar staan om te vertrekken, eens ze bij het eiland toekomen", antwoord ik.<br />
"OK, roep de anderen bij mekaar, we moeten dit een beetje plannen."<br />
<br />
Een uurtje later zijn we al druk in de weer. Alle kratten worden weer eens sneeuwvrij gemaakt, <a href="http://farm1.static.flickr.com/127/390392351_a408057c9c_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 234px; CURSOR: hand" height="148" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/127/390392351_a408057c9c_o.jpg" border="0" /></a>we graven de coaxleidingen van onder de opgehoopte sneeuw. We zijn net bezig de kippendraad, die we onder de verticale antennes hebben gelegd, uit te graven, als ik motorgeluid hoor.<br />
"Ralph?"<br />
"Ja", kreunt Ralph, terwijl hij aan de draad rukt, "dit verrekte ding zit een meter diep onder de sneeuw, en is nog vastgevroren ook."<br />
"Ralph?!"<br />
"Jaaa?", zegt hij terwijl hij opkijkt.<br />
Ik wijs vertwijfeld naar de gletsjerrand. Ik geloof mijn eigen oren niet. Er komt een motorgeluid boven het geraas van onze generatoren uit. Het komt uit de richting van de zee. Plots komt een helikopter boven de gletsjerrand uit, vliegt over ons kamp en verdwijnt achter de berg.<br />
"Hé, wat hebben we nu? Waar komt die vandaan?", roepen we door mekaar.<br />
"Heeft er iemand zijn kentekens gezien? Van welke nationaliteit zou die zijn?"<br />
"Waarschijnlijk de helikopter van de Fedorov"<br />
"Neen, die zitten nog op twee dagen varen van ons, en die helikopters zijn veel groter, nee, het was er zeker niet één van de Fedorov..."<br />
"Maar er is geen enkel schip die ook maar in de verste nabijheid van Peter I komt", herinner ik mij. De urenlange telefoontjes om een vervanging voor de Fedorov te vinden, een paar maanden geleden, zitten nog vers in mijn geheugen.<br />
"Daar komt hij terug", roept Wilber, en hij schiet ter begroeting een vuurpijl af.<br />
De helikopter landt op een paar honderd meter van het kamp, en een paar mannen stappen uit.<br />
"Welkom op Peter I, waar komen jullie vandaan", begroeten we hen in het Engels.<br />
"Van de Polarstern", lacht een grijzende man ons toe, "Dit hier is de kapitein, en hier is onze<a href="http://farm1.static.flickr.com/56/390393170_8833a9a9bc_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 219px; CURSOR: hand" height="173" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/56/390393170_8833a9a9bc_o.jpg" border="0" /></a> expeditieleider."De Polarstern is het vlaggenschip van het Duitse Alfred Wegnerinstituut. Het is net als de Fedorov een polair onderzoeksschip.<br />
"De Polarstern lag naast de Khlebnikov toen we die laadden in Bremerhaven", vertel ik de anderen.<br />
"Maar jullie zouden toch niet in de buurt van Peter I komen?"<br />
"Nee, inderdaad, maar we wisten dat jullie op het eiland zaten, en dat je in December problemen had om vervoer te vinden, dus dachten we, 'we brengen jullie een bezoekje om zeker te zijn dat alles in orde is..' ", antwoordt de kapitein.<br />
Wilber komt met een paar blikjes Cola aangedraven. God weet waar hij die nog vandaan heeft weten halen, onze normale voorraad frisdrank is al meer dan een week uitgeput. Terwijl hij die trots aan de Duitsers overhandigt, doet dit beeld me denken aan inboorlingen die op een verlaten eiland na jaren voor het eerst weer Westerlingen zien, en met bloemenkransen en kokosnoten komen aandraven.<br />
De Duitsers krijgen 'een geleid bezoek' aan ons kamp en klimmen dan weer in hun helikopter. De Polarstern blijft morgen nog bij het eiland, en ze beloven ons een ritje in de helikopter, zodat we uit de lucht wat foto's kunnen nemen van ons kamp.<br />
De sfeer zit erin, en in plaats van het kamp verder af te breken, maken we een fles whiskey soldaat in de keukentent.<br />
<br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/156/390987137_47103abdfc_o.jpg" border="0" /> <div align="justify">De volgende dag is het weer omgeslagen. Het is mistig en een storm komt opsteken.<br />
"Geen helikoptervluchten vandaag", mompelen we teleurgesteld.<br />
"Jammer, de kapitein vertelde me dat er twee wetenschappers van de Gentse Universiteit aan boord waren", zucht ik...<br />
Vandaag worden de meeste antennes en masten afgebroken. We spitten, hakken, wroeten, sleuren en trekken. Het wordt een race tegen de tijd om alles bijtijds klaar te hebben.<br />
Verschillende keren laten we ons uitgeput in de sneeuw vallen. Er komt gewoon geen einde aan. Nu pas beseffen we welke hoeveelheid sneeuw er bovenop de kratten ligt. Tonnen sneeuw verplaatsen we. De berg rond de keukentent torent al hoger als het dak...<br />
's Avonds houden we nog een sprint om de laatste contacten te maken. We schatten zo'n 62.000 radioverbindingen gemaakt te hebben. Dat is 10.000 meer als het vorige wereldrecord.<br />
"Ware het niet van het weer...", begin ik.<br />
"En de barslechte radiocondities..", vervolgt Ralph.<br />
"Dan had de vooropgezette 80.000 contacten er zeker ingezeten...", vervolledigt Tony.<br />
De storm giert weer op volle sterkte en de lucht wordt donker. Voor het eerst valt het ons op dat we al een paar uur duisternis per nacht hebben. Een hele verandering vergeleken met de eerste nachten op het eiland. Met de zaklampen in de hand breken we de eerste radiotent af. De lichtbundels schijnen als kegels in de lucht, en springen heen en weer. De sneeuw vliegt door de stralen.<br />
Het is duidelijk geen makkie, en op het moment dat het tentzeil wordt gelost, moeten we er met zijn allen op springen, om te verhinderen dat wind het zeil meesleurt.<br />
We installeren een radiostation in de keukentent en proberen contact te leggen met de Fedorov. Geen antwoord. Op een afgesproken tijdstip maken we onze laatste radioamateurverbinding vanop Peter I, met onze contactmensen in de Verenigde Staten en België. John heeft net de Fedorov gebeld, en hen gevraagd ons morgen op een andere frequentie op te roepen.<br />
"Dit was onze laatste amateurverbinding vanop Peter I, jongens", zegt Ralph in de microfoon, "Morgen breken we de slaaptent af en wachten we op de helikopters. Wens ons veel geluk! Dit was Three Yankee Zero Papa India, 3Y0PI uit en sluiten...". En met een theatraal gebaar draait hij de volumeknop dicht...<br />
<br />
Het is al twee uur in de morgen, en we gaan slapen. Ik kruip diep in mijn slaapzak en luister naar de muziek van mijn walkman. Enya zingt in mijn oren. "Dit wordt onze laatste nacht op Peter I", denk ik nog. Maar de goden zullen er anders over oordelen.<br />
</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><strong>Woensdag 16 februari</strong><br />
</div><div align="justify">Vanaf zes uur in de morgen is iedereen al druk in de weer. Met piketten maken we een geïmproviseerde landingsplaats voor de helikopter en stapelen er alle kratten naast. Al onze persoonlijk bagage wordt in één van de kleine radiotenten gelegd. Het toilet wordt gesloopt, en <a href="http://farm1.static.flickr.com/135/390986872_a63fb987dc_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 219px; CURSOR: hand; HEIGHT: 139px" height="139" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/390986872_a63fb987dc_o.jpg" border="0" /></a>de slaaptent wordt afgebroken. Alle afval uit de tenten wordt gewetensvol verzameld en in zakken gestopt. Tegen de avond is ons kamp tot het minimum gestript: één enkele generator draait nog, alle voedselkratten en kookmateriaal staan in de keukentent gestapeld, een enorme hoop kratten torent naast de landingsplaats en in de tweede tent ligt een grote berg met onze persoonlijke bagage. Vanaf nu zijn we in 'overlevingsmode', wachtend op de Fedorov.<br />
In de avond krijgen we radiocontact met Sergej, de radio-officier van de Fedorov. Hij meldt ons dat ze tot op twee uur varen van het eiland zijn genaderd. Vannacht zullen geen helikopters meer vliegen.<br />
"Morgen komen we jullie halen", belooft hij.<br />
We installeren ons zo goed en zo kwaad het kan in de keukentent. Het zal een lange nacht worden, zonder slaapzakken, met zijn allen in een kleine tent. Tony en Wilber gaan in de radiotent bovenop de valiezen slapen, en met de zeven anderen zoeken we een plaatsje in de keukentent. Het valt niet mee, met zeven mensen in een tent van vier meter bij vier meter, gevuld met twee kookfornuizen, tientallen voedselkratten, tafels en stoelen. Willy en ik gaan op de grond liggen, en houden beurtelings de wacht. Om het uur hebben we via de radio een afspraak met de Fedorov, en elke twee uur moet de generator bijgevuld worden.<br />
<br />
<strong>Donderdag 17 februari</strong><br />
Het is mistig, en de wind is gaan liggen. We hebben permanent radiocontact met de Fedorov.<br />
"We bevinden ons nu aan het oosten van het eiland, kun je een paar vuurpijlen afschieten, zodat we je kamp kunnen situeren?", vraagt Sergej.<br />
"Ja, ik zie ze", klinkt de stem van Wilber uit de verte.<br />
De wazige contouren van het schip tekenen zich aan de horizon af. Wilber schiet enkele vuurpijlen af, en Sergej bevestigt dat ze ze gezien hebben.<br />
De mist komt in banken over het eiland zweven. We twijfelen of de piloten bij dit weer zullen vliegen.<br />
In de namiddag klaart het westen op, en we vragen de Fedorov naar die kant van het eiland te varen.<br />
"Wot ies de ziechtpaarheid nor het westen", vraagt Sergej met zijn zwaar Russisch accent.<br />
"Ongeveer vijf kilometer", antwoorden we.<br />
"OK, binnen vijf minuten stijgt de helikopter op", antwoordt de Fedorov.<br />
De mist sluit ons weer in, en we horen de helikopter in de verte voor het eiland cirkelen. Na een halfuur, openen de wolken zich, en we zien de Fedorov in de verte liggen. Wilber schiet nog een paar vuurpijlen af, en we horen de helikopter dichterbij komen.<br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/132/390986788_2fc74ba3cc_o.jpg" border="0" />Langzaam, als in een droom nadert ze. We leggen een paar rookbommen naast de landingsplaats, als indicatie waar ze mag landen. De helikopter nadert het eiland, en vliegt laag over de gletsjer. Als een groot insect blijft ze een paar meter boven de landingsstrip zweven. Van tussen de kratten kijken we gespannen toe. Heel langzaam landt het gele gevaarte, en wringt zijn landingsstel in de sneeuw. De Fedorov's helikopter is van het type 'Mil-8' en is veel groter als die van de Khlebnikov. Ze kan tot 3 ton materiaal en een tiental mensen vervoeren. De piloot legt de motor stil en de bemanning stapt uit. Mikael Mikaelov, de kapitein van de Fedorov komt naar ons toe en begroet ons. Hij komt het kamp inspecteren, zegt hij. Ralph leidt hem rond, terwijl de anderen de helikopter helpen laden. De achterkant van de helikopter klapt open, en maakt het laden een makkie. Toch schatten we dat we zo'n achttal vluchten zullen nodig hebben eer al ons materiaal is vervoerd.<br />
De bemanning klimt aan boord van de helikopter. Martin en Willy gaan mee. Als Europeanen spreken ze verschillende talen, en kunnen vanop de Fedorov de evacuatie helpen coördineren.<br />
De piloot start de motoren en wacht tot de mist optrekt. Maar de mist trekt niet op. Na een kwartier stijgt het gevaarte toch op. Op een hoogte van een tiental meter verdwijnt ze met een razend geluid in de mist.<br />
<br />
Een uur later klinkt de stem van Willy in de luidspreker van onze zender.<br />
"Dit was een moeilijke vlucht", zegt hij bedaard, "de mist was zo dicht dat we op de radar moesten vliegen. De zichtbaarheid was bijna nihil. We konden het schip pas zien als we tot op tien meter genaderd waren. De piloten willen geen risico's nemen, en zullen de evacuatie morgen pas verder zetten."<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/151/390986607_58d94b00e8_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 240px; CURSOR: hand; HEIGHT: 149px" height="149" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/151/390986607_58d94b00e8_o.jpg" border="0" /></a>We kunnen ze geen ongelijk geven, en maken ons klaar voor een lange nacht.<br />
Gelukkig hebben we, met twee mensen op de Fedorov, al een beetje meer plaats in de keukentent. Ralph gaat bovenop de tafel slapen. Luis, Terry en Bob liggen bovenop de voedselkratten, en ik lig op twee stoelen, met het hoofd op de zender. Ik zal elk uur radiocontact met de Fedorov houden.<br />
<br />
<strong>Vrijdag 18 februari</strong><br />
De mist wil maar niet optrekken, integendeel. Het wolkendek lijkt dikker dan ooit, en het sneeuwt nog ook. We doden de tijd met het uitdelven van alle kratten, met de regelmatige radiocontacten met de Fedorov, en praten honderduit over de dingen die we in de laatste weken op de radio hebben meegemaakt. De sfeer is ontspannen en gelaten.<br />
Tegen de avond meldt Sergej ons dat er vandaag geen vluchten meer komen. Deze keer halen we onze slaapzakken boven en installeren ons ietsje beter als tijdens de vorige nachten.<br />
Midden in de nacht kom ik wakker. Ik lig in de hoek van de tent op een stapel voedselkratten. Het stormt en de wind blaast de sneeuw in de tent. Ik voel dat mijn slaapzak weer eens onder een laag sneeuw is bedolven.<br />
<br />
<strong>Zaterdag 19 februari</strong><br />
Mist en sneeuw, mist en sneeuw. Waar is de zon gebleven? We maken ons zorgen. Niet in de zin van 'wanneer geraken we nu van het eiland' - voor mij kan het niet lang genoeg duren -, maar we maken ons zorgen over de boot. De Fedorov kost $20.000 (Bef 700.000) per DAG. En we hebben een vaste prijs van $30.000 betaald. De Fedorov ligt nu al bijna drie dagen nietsdoend voor de kust. Ik stel me voor dat de Russen beginnen zenuwachtig te worden. En elke dag vertraging schuift al hun volgend projecten nog maar eens met een dag op...<br />
Willy roept ons op vanop de Fedorov<br />
"De kapitein heeft met de piloten vergaderd. Hij stelt voor om, als de mist vandaag wat optrekt, één vlucht te doen, en alle mensen te evacueren. Het materiaal kunnen we één van de volgende dagen ophalen."<br />
Ralph en ik kijken mekaar veelbetekend aan...<br />
"Willy, is de kapitein daar?" "Ja hij staat naast me."<br />
"Oké, we gaan hier eens overleggen. Laat intussen maar een helikopter komen, vanaf het moment dat je een klein gaatje in de mist ziet!"<br />
"Verdacht", zegt Ralph terwijl hij de koptelefoon afneemt.<br />
"Ja, de Russen zullen zeker niet wegvaren terwijl er nog mensen op het eiland zitten. Maar eens we allemaal op de boot zijn, kunnen we hen niet stoppen als ze besluiten weg te varen, zelfs niet als er nog materiaal op het eiland staat.", antwoord ik.<br />
"En dat materiaal hebben we nog nodig", jammert Tony, "we hebben er een flink kapitaaltje in zitten, en een gedeelte van de uitrusting is geleend!".<br />
"Daarenboven hebben we de Noorse overheid beloofd niks achter te laten. Doen we dit toch, zal dat misschien de laatste expeditie op Peter I worden...", mompel ik.<br />
"Of dan organiseren ze een speciale 'opkuis-expeditie', om het materiaal op te halen, en moeten wij dat financieren", antwoordt Ralph, met dollartekens in zijn ogen.<br />
"Plus nog een fikse boete erbovenop..", vul ik aan.<br />
"Laten we maar een paar mensen op het eiland houden, als gijzelaars", stel ik voor, "ik ben kandidaat."<br />
"Ik ook, ik ook", klinkt het.<br />
"Luis, jij zou beter mee gaan met de volgende vlucht, je been wordt er niet beter op", zegt Ralph. Luis wrijft verveeld over zijn dij.<br />
<br />
In de namiddag klaart het weer wat op.<br />
"Peter eiland, dit is Fedorov", klinkt het in de radio.<br />
"Ja Sergej, dit is Peter eiland".<br />
"De helikopter is onderweg, maak jullie klaar voor de evacuatie. Alle mensen moeten aan boord.", klinkt het.<br />
"Zonder verwittiging, dit is verdacht", zegt Bob die in de opening van de tent staat.<br />
Ik loop naar de radiotent, waar Tony en Wilber nog liggen te slapen.<br />
"Jongens, de helikopter komt eraan!" <a href="http://farm1.static.flickr.com/163/390987218_a2995c37ab_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 222px; CURSOR: hand; HEIGHT: 136px" height="136" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/163/390987218_a2995c37ab_o.jpg" border="0" /></a><br />
Als razenden beginnen we de sneeuw van de afgelopen nacht van de kratten te scheppen. Een paar minuten later is de helikopter geland. We laden de cargoruimte vol. De piloot laat de motor draaien. De bemanning maakt tekens dat we aan boord moeten. We doen alsof we niks zien en gaan terug naar de keukentent, een honderd meter verder. "Ralph, wat doen we", vraagt Bob.<br />
Ralph haalt de schouders op.<br />
"Ik blijf hier, kost wat kost, ik laat het materiaal niet achter", zegt ik.<br />
"Kijk, als je mee wilt, OK, als je wilt blijven, is dat ook goed, maar het moet uit vrije wil zijn.", antwoordt Ralph stilletjes.<br />
Tony, Bob, Wilber en ik besluiten te blijven. Luis, Ralph en Terry stappen in de helikopter.<br />
"Doe een goed woordje voor ons bij de kapitein, good luck!", roepen we hen na.<br />
De helikopter stijgt op en verdwijnt weer in de mist.<br />
"Dit zal weer de laatste vlucht zijn, voor vandaag", zeg ik tegen Bob.<br />
"We hebben tijd", repliceert die.<br />
<br />
<strong>Zondag 20 februari</strong><br />
Dit is de vierde dag dat we in overlevingsmode leven, klaar om op elk moment geëvacueerd te worden. Tony houdt zich koest, maar Wilber krijgt het op zijn heupen.<br />
"Haal me van dit vervloekte eiland", sist hij.<br />
"Nou, tot nu toe hebben we hier een comfortabel leventje gehad. En nu dat het een beetje ruwer wordt...", plaag ik hem. Maar ik meen het. Ik heb nog op geen enkel moment gevoeld alsof mijn leven in gevaar was.<br />
Rond de middag komt de helikopter er aan. De mist is wat opgetrokken en zweeft in grote slierten over de gletsjer. Ralph en Terry komen ons, tezamen met een paar Russen, meehelpen. Ik ben blij Ralph terug te zien.<br />
De piloot laat de motor draaien, hij wil zo vlug mogelijk weer weg. We sleuren kratten, zakken, pakken, valiezen, alles wat we onder handen kunnen krijgen, naar de helikopter. Binnen het kwartier is hij volgeladen en vliegt hij weg. We legen de kleine radiotent, en beginnen die af te breken. Het weer is kalm, en de mist verdwijnt, het is nu of nooit.<br />
De helikopter landt voor de tweede maal. We stouwen de kleine tent en al ons persoonlijk materiaal in de cargoruimte. We werken als slaven, duwen de kratten op de sleetjes vooruit. Op handen en voeten trekken, duwen en spitten we. De luchtdruk van de draaiende schroeven smijten ons herhaaldelijk tegen de grond. De motoren huilen. Weer vliegt hij weg.<br />
<br />
We voelen dat dit het moment is: nu of nooit, het kamp moet vandaag volledig geëvacueerd worden. We spitten de vaten met reserve benzine uit. Elk vat weegt 200 kg, en we moeten die tweehonderd meter verder, naar de landingsbaan schuiven. De wind komt weer opzetten. We zweten ons rot. Dit is slavenwerk, maar we bijten door.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/173/390987051_55bacdbaac_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 255px; CURSOR: hand; HEIGHT: 154px" height="154" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/173/390987051_55bacdbaac_o.jpg" border="0" /></a>"We moeten doorgaan", roepen we elkaar toe.<br />
Ik spring op een krat en zing uit volle borst: "L'important, c'est la rose, l'important...!". De anderen verklaren me zot.<br />
Als de helikopter voor de zesde keer landt, is bijna alle materiaal van het eiland.<br />
"Ralph, dit moet de laatste lading zijn, wat denk je, breken we onze laatste tent af?".<br />
"Als we die tent afbreken, hebben we geen schuilplaats meer". Ralph krabt in zijn haar. Hij ziet er verwilderd uit. "Als de helikopter wegvliegt en mensen achterlaat, is dat onze dood.", mompelen we.<br />
De piloot heeft onze aarzeling gezien, en legt de motoren af.<br />
"30 minuten", zegt hij ons in gebroken Engels.<br />
Met man en macht legen we de keukentent. Onze laatste generator, de laatste propaanfles, de laatste jerrycan met benzine, de laatste... Alles gaat in de helikopter. Met ijshouwelen en schoppen hakken we het ijs van rond de keukentent en in een kwartier zit het tentzeil en het aluminium frame in de grote zakken. Terwijl we aan het werken zijn, heeft de wind de houten bodem van de tent al volledig met sneeuw bedekt. We slaan de bodemplaten van het frame, rollen het isolatiemateriaal op en sleuren alles naar de helikopter.<br />
"Hoeveel keer hebben we die weg nu al afgelopen vandaag?", denk ik bij mezelf, terwijl ik in de put val, waar kort tevoren nog de benzinevaten stonden.<br />
<br />
En plots, ... plots, is er geen materiaal meer over. Vertwijfeld wandelen we door de bergen sneeuw die we hebben gedolven. Niks ligt er nog.<br />
"Ralph, we zijn klaar", roept Bob, terwijl de piloot de motoren start.<br />
Ik tik de man die achter de helikopter staat, en blijkbaar de cargomeester is, op de schouder, en wijs naar de hoop plastieken zakken, die ons 'menselijk afval' bevatten. Ze zijn hier en daar gescheurd, en een vaalbruin vochtje loopt eruit. De man schudt zijn hoofd. Hij wil de zakken niet. Hij neemt een schop uit de laadruimte, en doet teken dat we het moeten indelven. Wilber neemt de schop aan, en begint als een bezetene te graven.<br />
"Nee, Wilber, we nemen alles mee!"<br />
"Als ze zeggen dat ze het niet mee willen, wie zijn wij dan om daar tegen te protesteren?", bijt hij me toe.<br />
"No way, we laten dit niet achter, alles moet mee."<br />
Bob en ik nemen een paar grote zakken uit de laadruimte, en steken er de vuilniszakken in. Stront en urine lopen langs onze kleren. Ik neem de zakken en zwier die in de helikopter. De cargomeester kijkt mij onthutst aan.<br />
"Shit no go, we no go", snauw ik hem toe. Die zin zal nog levenslang meegaan als de slogan van onze expeditie: “Shit no go, we no go..!”<br />
<br />
We zijn klaar. Ik steek een laatste sigaret op en wrijf het excrement van mijn kleren. Gelukkig stinkt het niet te erg... We kijken naar mekaar.<br />
"Dat is dat, mannen, het uur van gaan is gekomen."<br />
De piloot doet ons teken dat we moeten instappen. Ik neem wat sneeuw in mijn handen. "Bedankt, Peter I, voor wat je ons gegeven hebt. We zullen dit nooit vergeten", mompel ik als in een gebed, "Bedankt voor alles, misschien zullen we nooit meer deze sneeuw aanraken, misschien zien we mekaar nooit meer terug.."<br />
We stappen in, de deur wordt gesloten en de helikopter vertrekt.<br />
<br />
Met een krop in de keel kijken we door de vensters. Beneden ons zien we de afdrukken van onze laatste tent, de putten van de benzinevaten, een harrewar van voetafdrukken, .. De wind heeft de meeste sporen al gewist. De natuur verliest geen tijd om het eiland weer voor zich op te eisen. Morgenochtend zul je al niet meer zien dat er ooit mensen op het eiland zijn geweest. En toch was dit stukje Antarctica onze thuis voor drie weken. Drie weken hebben we op 's werelds meest afgelegen plaats doorgebracht. Langer dan om het even welke vorige expeditie. En zonder schip dat voor de kust lag. Achttien ton materiaal hebben we opgesteld, tientallen keren uitgegraven en versleurd, opnieuw ingekrat en naar de Fedorov gevlogen. Niks is achter gebleven, niks. Herinneringen is het enige wat ons rest. En misschien een paar vergeten radiogolven die nu door de ruimte vliegen, en, wie weet, duizenden lichtjaren verder, door een andere beschaving zullen opgevangen worden. 'Three Yankee Zero Papa India, QRZ, five up". Ze zullen het niet verstaan. Ze zullen niet weten dat dit één van de radio-uitzendingen was van een expeditie op Antarctica, die een nieuw wereldrecord vestigde. 62.000 verbindingen... Wie had dit durven hopen...<br />
<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/125/390986654_870a16e955_o.jpg" border="0" />Langzaam daalt de helikopter. We zien de Fedorov naderbij komen, en heel voorzichtjes zet de piloot de machine op het helidek. De deur gaat open, en daar is de beschaving... Willy, Martin en<a href="http://farm1.static.flickr.com/179/390986962_60310211fa_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 219px; CURSOR: hand; HEIGHT: 150px" height="113" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/390986962_60310211fa_o.jpg" border="0" /></a><a href="http://farm1.static.flickr.com/125/390986654_870a16e955_o.jpg"></a> Luis komen ons begroeten. We omhelzen mekaar.<br />
"We hebben het gedaan! We hebben het voor mekaar!", juichen we, de handen hoog in de lucht.<br />
Willy troont ons mee naar de kajuiten. Ik laat mijn cameratas op de grond zakken, en trek met een zucht mijn mutsen en skibril van mijn hoofd. Pas nu voel ik hoe uitgeput ik ben. Ik kan niet meer. Bob komt de kajuit binnen en zet zich puffend naast mij.<br />
"Dat was het dan", fluistert hij met een trillende stem.<br />
Aarzelend trek ik mijn poolkledij uit. Het is net een afscheidsceremonie. Deze kleren droeg ik drie weken lang op Peter I... Gewapend met shampoo stap ik in de douche. Eindelijk... Alle geurtjes, alle vermoeidheid, alle miserie, alles spoelt van me weg. Het licht schommelen van de boot verraadt dat we aan het varen zijn.<br />
<br />
Op de brug vind ik mijn kameraden. Ze kijken weemoedig naar ons eiland aan de horizon.<br />
"Dit eiland zien we nooit meer terug, jongens", mijmert Luis."Je weet nooit, je weet nooit", zeg ik met een hese stem.<br />
<div><br />
<span style="font-size:78%;">Bron: Foto (man bij krat met spade): Willy Ruesch (HB9AHL)</span></div></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/23-van-peter-i-naar-belgi-in-9-dagen.html">Hoofdstuk 23: Van Peter I naar Belgie in 9 dagen</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-71834026313206986802007-02-03T19:55:00.002+01:002010-04-26T00:06:47.222+01:0021. Three Yankee Zero Papa India, QRZ?<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/186/390317732_7c3f75a0e2_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/186/390317732_7c3f75a0e2_o.jpg" border="0" /></a><br />
<div align="justify"><strong>2 februari 1994</strong><br />
Het weer is rustig, de radiopropagatie is uitstekend. We 'draaien' radiocontacten aan t<a href="http://farm1.static.flickr.com/149/390393966_3313a07aeb_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 133px; CURSOR: hand; HEIGHT: 172px" height="172" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/149/390393966_3313a07aeb_o.jpg" border="0" /></a>opsnelheid. Tegen het einde van de dag hebben we bijna 12.000 verbindingen gemaakt. Uit een snelle berekening, 14 dagen op het eiland, maal 9000 verbindingen per dag, dat is 126.000 contacten. Het lijkt onwaarschijnlijk.<br />
Iedereen leeft op het werkschema dat Ralph en ik elke avond in de keukentent uithangen. We maken dat iedereen genoeg slaap heeft, en toch genoeg aan bod komt aan de radio, want daarvoor zijn we toch naar hier gekomen... Martin draait goed mee in de routine. Zijn enige probleem is dat de mensen niet meer in één groep komen eten. Na hun shift, komen ze de tent binnengestapt, met allerlei verhalen wat ze nu weer beleefd hebben op de radio. Er wordt gelachen en geplaagd, de ploeggeest en het enthousiasme is besmettelijk. En terwijl we honderduit praten, tovert Martin allerlei lekkers uit de pakjes en zakjes van de voedselvoorraad.<br />
<br />
Toch erger ik me aan sommigen die weinig respect voor de anderen tonen. Zo kan ik mij ergeren hoe Tony of Wilber na hun shift in de slaaptent komen binnen stappen. Het is alsof iedereen moet horen dat ze er zijn. Misschien heb ik er meer last van als de anderen: mijn veldbed staat vlak voor de ingang van de tent. Als ik tijdens de dag wat rust, doen velen zelfs niet eens de moeite de tentflappen dicht te ritsen. De wind en sneeuw waait zo naar<a href="http://farm1.static.flickr.com/35/390392480_8e078c4841_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/35/390392480_8e078c4841_o.jpg" border="0" /></a> binnen en binnen een paar minuten begin ik te rillen van de koude. Of ze doen maar één van de twee ritssluitingen dicht. Of ze schoppen tegen mijn veldbed als ze langs passeren.<br />
En dan is er nog die ene illustere onbekende die er altijd in slaagt op de rand van de 'toiletbril' te poepen... Misschien heb ik wat slaap te kort, en word ik kregelig van die kleine details, ik weet het niet.<br />
<br />
Elke avond heb ik een afspraak op de radio met John, één van de vrienden uit België. Ik weet dat Tine dan meeluistert. Telkens geef ik John een kort relaas van wat er in het kamp gebeurt, en hij voedt ons met feedback hoe de radioamateurs in Europa onze expeditie ervaren.<br />
Het weer blijft kalm, dagelijks klimt de temperatuur eventjes boven het vriespunt, maar zakt dan weer af tot -10°C. De wind houdt zich koest en de sneeuw valt maar af en toe uit de dichte bewolking. De radiopropagatie valt goed mee, en tegen de vierde dag van de expeditie hebben we ruim 25.000 radiocontacten in onze log staan. "Dit wordt een makkie", denken we allemaal.<br />
<br />
<strong>Vrijdag 4 februari, 18 u</strong><br />
Ik ben in één van de radiotenten aan het werken. De ritssluitingen van de tent worden opengezipt, en de wind rukt verwoed aan de tentflappen en blaast de sneeuw in de tent. Blijkbaar is er buiten een storm opgezet. Ik merk nu pas op hoe de tentzeilen heen en weer bewegen in korte vinnige rukken. Ralph steekt zijn hoofd in de tent. Hij zit onder de sneeuw.<br />
"Peter, kom eventjes mee, we hebben problemen", roept hij. </div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/390392095_3ced5275b2_o.jpg" border="0" /> Ik trek mijn vest, muts en handschoenen aan, en zet mijn skibril op. Ik rits de tentflappen open en stap naar buiten. Oeps, dat is een verandering, zeg. De wind snijdt in mijn gezicht en de sneeuw komt met pakken uit de lucht. Ik zie Ralph bij de generators staan.<br />
"Twee uur geleden is de storm opgekomen, en we proberen nu al de ganse tijd de generatoren sneeuwvrij te houden. Maar het lukt ons niet", roept hij boven het gehuil van de wind uit.<br />
"We hebben één van de antennes al verloren", en hij wijst naar het oosten, waar onze hoogste antenne staat. Of beter gezegd: 'stond'. De antenne is middendoor gekraakt, het onderste gedeelte staat nog min of meer verticaal, gevangen in een wirwar van spankabels. Het bovenste deel ligt levenloos op de sneeuw.<br />
"Als het weer opklaart kunnen we de antenne repareren, maar de generatoren..., ik weet het niet", roept Ralph.<br />
De kratten die rond de machines zijn gestapeld houden de sneeuw niet goed tegen. De wind jaagt de stuifsneeuw over de randen en bedekt de generatoren. We trekken één van de kratten opzij en beginnen de generatoren uit te delven. Tony en Bob komen ons helpen. We sleuren een paar extra kratten dichterbij en proberen zo een systeem te vinden waardoor de sneeuw minder vlug in onze 'generator-put' terecht komt. Tevergeefs echter. We strompelen naar de generatoren van de tweede radiotent. Daar zien we de motoren zelfs niet meer: de dekzeilen die we opgespannen hebben, zijn stuk getrokken en klappen met agressieve rukken in het rond. Een grote hoop sneeuw ligt op de generatoren. We delven ze nog eens uit, en proberen zo goed mogelijk een nieuwe muur van kratten op te bouwen.<br />
"We zullen continu de generatoren moeten uitdelven", roep ik tegen de anderen. Tony steekt zijn handen in de lucht en laat ze fatalistisch naar beneden zakken. Hij ziet het niet zitten, maar loopt toch mee met ons naar de andere generatorset. Daar zit alles weer onder sneeuw. Uitdelven dus... Maar hoe vlugger we delven, hoe rapper de sneeuw weer in het schuilhok komt binnengewaaid.<br />
"Heeft geen zin", roept Ralph, "straks gaan de generatoren overhitten. Ze hebben geen luchtafvoer meer. Laten we ze stilleggen."<br />
Deze strijd heeft inderdaad geen zin meer, moet ik toegeven. De wind waait alsmaar sterker. We stoppen de generatoren en pakken ze in met onze dekzeilen. Verbaasd komen onze confraters die nog in de tenten aan de radio's zaten, naar buiten. Plotseling hadden ze geen stroom meer.<br />
<br />
We strompelen met zijn allen naar de keukentent en kloppen de sneeuw van onze kleren.<br />
"Jullie lijken allemaal wel sneeuwmannetjes", lacht Martin... Maar we hebben nog weinig gevoel voor humor. We weten dat we deze strijd verloren hebben, en het was onze eigen fout: hadden we maar betere schuilplaatsen voor de generatoren gebouwd, voor we door de eerste storm verrast werden. De uitbundigheid van de laatste dagen maakt plaats voor een depressieve gelatenheid.<br />
<br />
Iedereen kruipt in zijn slaapzak. Dat is het enige plaatsje waar we nog een beetje privacy hebben: ons veldbed van twee meter bij 70 cm, en een smalle ruimte tussen de bedden, waar we wat persoonlijk materiaal kunnen opstapelen. Ik heb er mijn cameratassen, een zakje met mijn walkman en cd’s, een beetje snoep, een fles whiskey, een zakje medicijnen en een zaklamp uitgespreid. Mijn kleren hangen boven mijn veldbed, tussen het tentzeil en het aluminium geraamte geduwd. Handschoenen, muts en alle ander klein materiaal slingert in een klein netje boven mijn hoofd. Veel is het niet, maar zo heeft elkeen zijn eigen kleine koninkrijkje, die ieder op zijn manier probeert in te richten.<br />
Ik zet mijn koptelefoon op, en lig op mijn zij wat te lezen, bij het licht van een zaklamp: "Paul Theroux. China, per trein". Luis ligt naast me al te snurken van je welste Martin ligt te lezen. Wilber en Bob luisteren naar muziek. Willy probeert de BBC Worldservice op zijn radio te pakken te krijgen. Enkel het telescopisch antennetje steekt boven zijn slaapzak uit. Af en toe verschijnt er een hand die de antenne in een andere richting draait. Tony en Terry liggen wat met mekaar te babbelen. Ralph kijkt, met een bezorgde rimpel op het voorhoofd, naar het dak van de tent. De tent schudt heen en weer. Onze kleren die, als in een snelreinigingszaak, allemaal op een rijtje aan het metalen geraamte van de tent hangen, schudden in hetzelfde ritme heen en weer. Eén van de veiligheidsbanden die we over de tent hebben gespannen is aan het vibreren en maakt een snorrend geluid. De stuifsneeuw wordt tegen de tentzeilen gejaagd. Het klinkt alsof het zand tegen een strandzeil ritselt. Ik maak me geen zorgen over de tenten. Die houden het wel uit. De generatoren is een andere zaak. Hopelijk kunnen we die morgen weer starten. God weet welke schade de koude kan aanrichten...<br />
"Maar er is nu toch niks aan te doen. Afwachten maar", denk ik gelaten en val in slaap, met mijn hoofd op mijn boek, terwijl de Peer Gynt suite in mijn oren speelt.<br />
<br />
<strong>Zaterdag 5 februari 07 u in de morgen</strong><br />
Ik wordt wakker en voel nattigheid. Letterlijk dan. De fijne sneeuw is door de hoek van de tent naar binnen gejaagd. Het valt in kleine pakjes naar beneden, en bedekt mijn slaapzak en al mijn<a href="http://farm1.static.flickr.com/138/390392200_f0b1630701_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 196px; CURSOR: hand; HEIGHT: 256px" height="317" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/138/390392200_f0b1630701_o.jpg" border="0" /></a> materiaal dat naast mijn bed staat. Mijn kussen is nat. Ik trek wat handdoeken uit mijn zak en, balancerend op mijn bed, probeer ik die in de hoeken van de tent te wringen. De laag sneeuw trap ik zo goed en zo kwaad als het gaat, van mijn bed, en leg een deken over mijn materiaal. "Een natte slaapzak, ik haat het." Mopperend sta ik op. De anderen slapen nog. Enkel Luis opent zijn ogen.<br />
"Slaap nog wat, Luis, ik ga eens buiten kijken"<br />
"Roep me als je me nodig hebt, OK?"<br />
De sneeuw is zelfs tot in mijn schoenen gekropen. Ik steek er een paar voetenwarmers in. "Hopelijk verbrand ik nu mijn voeten niet", denk ik, terwijl ik bezorgd naar mijn grote brandblaren op mijn schenen kijk. Ralph heeft me op het hart gedrukt de blaren niet open te prikken.<br />
Een fijn laagje ijs staat op de ritssluiting van de tentflap. Ik krijg de rits niet open. Wat nu? Met een aansteker zal ik het plastiek van de rits beschadigen... Voetenwarmers dan maar. Het duurt een uur voor ik de rits een halve meter los heb gekregen. Dat is goed genoeg om me helemaal in een slechte bui te krijgen. Ralph staat glimlachend naast me.<br />
"Kom, laat ons eens naar de generatoren kijken", fluistert hij.<br />
De rits van de buitenste flap gaat gemakkelijker open, maar de sneeuw heeft zich voor de ingang van de tent opgestapeld en valt in de tent. Ik wring mijn bovenlichaam door het klein stukje van de flap dat ik kon openritsen en duw de sneeuw weg. Ik zie niks, alles is sneeuw. Ik worstel naar buiten. <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/147/390392600_e4b789a223_o.jpg" border="0" /><a href="http://farm1.static.flickr.com/147/390392600_e4b789a223_o.jpg"></a> De wind staat nog sterk, het is bewolkt, maar het sneeuwt niet meer. We stappen, terwijl we tot aan onze knieën in de sneeuw schieten, vertwijfeld door het kamp. Aan de oostkant van de tenten reikt de sneeuw tot aan het dak, meer als drie meter hoog. Onze kratten zijn helemaal bedolven. Alle antennes staan nog recht, met uitzondering van die grote verticale antenne die gisterenavond naar beneden kwam. We spitten de ingang van de tenten vrij. In geen enkele andere tent is de sneeuw binnengeslopen. Terwijl we wat sneeuw opwarmen, om water te maken, strompelen we naar de generatoren. Dat wil zeggen: naar de hoop sneeuw waar gisteren nog de generatoren stonden. Gelukkig steken de houten palen die we rond de machines hadden <a href="http://farm1.static.flickr.com/146/390392943_256ab7ec12_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 274px; CURSOR: hand" height="168" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/146/390392943_256ab7ec12_o.jpg" border="0" /></a>geheid, nog boven de sneeuw uit. We gooien ons op de sneeuw en graven met onze handen de generatoren uit. Ze zijn tot één blok ijs bevroren. Met hamers en beitels kloppen we de stukken los, en met schroevendraaiers peuteren we de stukjes ijs van rond het startmechanisme van de eerste generator. Gelukkig start hij van bij de eerste ruk. We juichen. Dit gaat beter als verwacht. Met twee haardrogers smelten we het ijs van rond de andere generatoren. Eén ervan spuwt zwarte rook en ruikt verbrand. Ze levert geen stroom meer. De alternator is om zeep. Einde van die generator.<br />
Intussen zijn ook de anderen uit de slaaptent gekropen en stappen vertwijfeld rond.<br />
"Spitten maar", roept Ralph. Met schoppen, pikhouwelen, handen en voeten, ruimen we de sneeuw van rond de tenten en kratten. Terry en Willy inspecteren de piketten van de tenten en masten.<br />
Rond de middag zijn we klaar en kunnen we weer aan de radio zitten. De propagatie is slecht, en de verbindingen gaan heel moeizaam. Blijkbaar is er een 'zonnestorm' geweest, die de meeste radiofrequenties zwaar verstoord. Na een sneeuwstorm, een zonnestorm, dat ontbrak er nog aan.<br />
<br />
Het wordt langzaam duidelijk dat de eerste dagen op het eiland, 'makkies' waren. De slechte radiopropagatie houdt aan. Het is een ware strijd om tussen de atmosferische storingen door, verbindingen te maken. Alle radiosignalen zijn zwak. Maar het werkt niet op ons humeur. Integendeel, we zijn dankbaar voor het goeie weer tijdens de landing en gedurende de eerste dagen. Stel je voor om bij zo'n storm het kamp op te zetten... Het zou minstens een week geduurd hebben, voor alles recht stond...<br />
<br />
Om de twee dagen krijgen we een zware storm. De ene al feller als de andere, maar bijna altijd uit een andere richting. En telkens weer moet alle materiaal uitgedolven worden, en de<a href="http://farm1.static.flickr.com/172/390393083_c431fc27ca_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 285px; CURSOR: hand" height="186" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/390393083_c431fc27ca_o.jpg" border="0" /></a> generatoren opnieuw beschermd worden. De toren van kratten en dekzeilen rond de generatoren groeit hoger en hoger. En door de warmte van de uitlaat, graven de machines zich dieper en dieper in. Het is telkens een gans maneuver om met een paar volle jerrycans over de berg kratten te klauteren en in 'de generatorput' af te dalen. Veel plaats is er niet in de put, en terwijl we de benzine in de tank gieten, blaast de wind de brandstof over onze kleren. Ik steek een uitgeduwde sigarettenpeuk in de hoek van mijn mond en bezorg Ralph een hartinfarct. Die denkt dat ik in ‘de generatorput’ aan het roken was..<br />
"Ik moet mijn peukjes toch bij houden, en in de vuilniszak werpen, niet", lach ik.<br />
<br />
Als enige roker probeer ik de anderen zo weinig mogelijk te storen door enkel buiten te roken. Dat vergt soms wel enige inspanning. Als we weer eens een storm 'op ons dak' krijgen, zit er niks anders op als mijn hoofd door een kleine opening van de tentflappen te steken, en zo te roken. Gehurkt op de tentvloer, met enkel mijn hoofd buiten. Na een sigaret zit de sneeuw tot in mijn kraag. Maar we geven niet op... En dat kan jammer genoeg niet van iedereen gezegd worden.<br />
<br />
Op een nacht wordt ik wakker en mis iets... Het geluid van de generatoren tussen het geraas van de wind door. Het is vier uur in de morgen. Het stormt weer eens. Bezorgd trek ik mijn kleren aan en stap naar de keukentent. De generatoren liggen inderdaad stil. Bob, Willy, Luis en Wilber zitten tezamen aan de keukentafel.<br />
"Ewel, wat is er aan de hand?", vraag ik.<br />
"Het stormt, we hebben de generatoren stilgelegd", zegt Bob.<br />
"Zo, we hebben al erger meegemaakt, waarom dan stilleggen?"<br />
"Ah, we hebben nog minstens twee weken op het eiland, het zal niet op een paar uurtjes aankomen?"<br />
"Toch wel, elk uur dat we geen verbindingen maken, is een verloren uur. We hebben de plicht om de radio's in de lucht te houden, kost wat kost.", bijt ik terug.<br />
"Ik zit hier op een godvergeten eiland, werk mijn benen van onder mijn lijf, heb zwaar geld betaald voor deze trip, en geef er twee maanden vakantie voor op. Als er ook maar iemand durft om commentaar te geven als we een paar uurtjes stoppen....", roept Wilber.<br />
"Oude wijven zijn jullie. Als je niet tegen een beetje storm kunt, had je beter thuis gebleven", zeg ik teleurgesteld. "Wie helpt me mee om de generatoren weer op te starten?"<br />
"Als jij zo nodig de motoren weer moet starten, dan doe je maar wat je niet laten kunt, op ons hoef je niet te rekenen", mengt Willy zich in het gesprek, "Jij bent veel te ambitieus, Peter."<br />
"Ambitie is wat ons draaiende moet houden, als jullie als een stelletje bange honden in een hoekje willen zitten zeuren, dan doe ik het alleen", antwoord ik en trek woedend de ritssluitingen van de keukentent open. De wind snijdt me in het gezicht.<br />
Bij de generatoren blijf ik verstijfd staan.<br />
"Dat stelletje mislukkelingen heeft zelfs de moeite niet gedaan om de motoren af te dekken. Ze hebben ze zo maar laten staan."<br />
Gelukkig zijn ze nog niet bevroren, en na een beetje graafwerk krijg ik de drie overgebleven generatoren aan de klap. Ik vul de benzinetanks bij en stap woedend weer naar de keukentent.<br />
"Jullie hebben zelfs niet de moeite gedaan om ze af te dekken. Weet je dan niet dat deze generatoren levensbelangrijk zijn voor ons? Als ze stukvriezen kunnen we niet alleen geen radioverbindingen meer maken met de andere radioamateurs, maar hoe houden we dan nog contact met de buitenwereld? He, vertel me dat eens?". Ik ben ziedend.<br />
"Wij gaan slapen, je ziet maar", zeggen de anderen. Martin is intussen in de tent gekomen en volgt de discussie vertwijfeld, maar mengt er zich wijselijk niet in.<br />
Gelukkig komt Ralph net uit de slaaptent, en helpt me verder de generatoren draaiende te houden. Ook hij verstaat de houding van de anderen niet.<br />
<br />
<strong>Donderdag 10 Februari</strong><br />
De zoveelste storm. Dit moet de hevigste zijn die we ooit gehad hebben. De wind fluit in de slaaptent en rukt verwoed aan de zeilen. We hebben een klein propaanvuurtje aan één van de <a href="http://farm1.static.flickr.com/157/390393827_52ad164035_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 252px; CURSOR: hand; HEIGHT: 159px" height="159" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/390393827_52ad164035_o.jpg" border="0" /></a>aluminium buizen van de slaaptent vastgemaakt. Het schudt verwoed heen en weer, maar veel verwarmen doet het niet. Ik kleed me aan en stap uit de slaaptent. Je kunt geen hand voor je ogen zien. Het sneeuwt en de vlokken worden meters hoog opgezwiept. Lage donkere wolken vliegen over de gletsjer en houden het kamp gevangen. De wind snijdt in mijn gelaat en blaast me omver. De sneeuw ligt opgehoopt in de 'windschaduw', plaatsen in de schaduw van tenten, kratten of vaten waar de wind over heen blaast. Zelfs een benzinevat dat amper nog twintig centimeter boven de sneeuw uitsteekt, heeft een windschaduw van vijf meter lang. De wind dropt de sneeuw op die plaatsen, en zo krijg je langgerekte heuvels. In de schaduw van de tenten zijn de heuvels wel dertig meter lang en bijna vier meter hoog.<br />
Ik kan me moeilijk oriënteren, en zie geen onderscheid tussen hemel en aarde. Alles heeft eenzelfde witgrijze kleur. Tot gisteren kende ik het kamp op mijn duimpje: waar elke mast, elke krat of elke kabel lag. Nu, met die sneeuwhopen weet je gewoon niet meer waar je zit. Ons toilet is weer eens voor de zoveelste keer ondergesneeuwd, en ik moet zo nodig. Spitten dus. Gelukkig heb ik een speciale bovenbroek met een rits die langs achteren open gaat. Zo moet ik niet alles 'bloot leggen'. Terwijl ik een beetje uit de wind zit, steek ik een sigaret aan en stap van tussen de dekzeilen die onze luxe latrine maken. Ik strompel terug naar de keukentent en merk dat mijn rits langs achteren nog altijd wijd open staat. De sneeuw vliegt langs mijn billen. Gierend van het lachen stap ik de keukentent binnen. Willy zit net te ontbijten en kijkt me verbaasd aan.<br />
"We zouden straks de tenten en masten eens moeten checken", stel ik voor, terwijl ik aan mijn ochtendkoffie uitschenk.<br />
"Mmm, zeker, en ook de morse-radiotent. Daar is vannacht niemand geweest, ik heb van in de andere tent geopereerd.", stelt Willy voor.<br />
Luis stapt de keuken binnen. Hij zit onder de sneeuw en ruikt naar benzine.<br />
"Jezus, zo'n wind, dit moet zeker 120 km/u zijn. Het sloeg me daarnet gewoon de benen van onder het lijf...".<br />
Terwijl we praten, smelt de sneeuw op mijn kleren. Die Goretex bovenkleding is werkelijk een wonder. Van buiten druipt het water er van af, alsof ik net uit de douche kom, en langsbinnen is het poederdroog. Bob heeft minder geluk met zijn kleren. Zijn katoenen ondergoed en wollen truien zijn voortdurend vochtig waardoor Bob constant koude lijdt. Ook wij lijden onder zijn gebrekkige kledij: het stinkt van je welste Als hij zich uitkleedt, vluchten de mensen soms de tent uit. En zijn sokken dan...<br />
"De eerstvolgende dag dat het mooi weer is, zullen we eens een grote schoonmaakparty houden!", beloven we ons. Enkel Wilber staat erop om zich dagelijks uitgebreid te wassen en te scheren. Al de anderen lopen er als vagebonden bij...<br />
"OK, laten we onze inspectietournee beginnen", zeg ik.<br />
"Ik kom eraan", antwoordt Willy terwijl ik de tent uitstap.<br />
Ik zie geen steek, mijn skibril is bedampt en alles is wit-grijs. Ik zak tot mijn midden in de zachte stuifsneeuw. De wind blaast me om de twee stappen in de sneeuw. Wanneer ik in de sneeuw val, voelt het zo zacht aan dat het net is alsof ik aan het zweven ben in een ruimte van wit-grijs. Ik strompel en kruip naar de eerste groep generatoren. Plots grijpt Willy me van achteren vast.<br />
"Je gaat de verkeerde kant op, jongen, je bent uit het kamp aan het gaan, naar de berg toe, je moet naar rechts, kom!".<br />
"Een enkel onoplettend moment", mompel ik hoofdschuddend, "en enkel onoplettend moment is al wat er nodig is...."<br />
<br />
In de morse-tent is het een ravage van je welste De sneeu<a href="http://farm1.static.flickr.com/183/390392756_70fb0ab4ee_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 0px 0px 10px 10px; WIDTH: 263px; CURSOR: hand" height="154" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/183/390392756_70fb0ab4ee_o.jpg" border="0" /></a>w is door allerlei kiertjes naar binnen gekropen en ligt in dikke lagen over alle radioapparatuur, koptelefoons, logboeken, reservemateriaal,... Aan de ene kant van de tent ligt de sneeuw ruim een meter hoog. Geduldig ruimen we de tent en steken de gloeilamp aan om alles wat te drogen. In de andere radiotent ziet alles er goed uit. Terry en Tony zitten er te opereren. We vullen alle generatoren nog eens bij, en verstevigen de bescherming rond de motoren.<br />
<br />
Terwijl we de kratten voor de zoveelste keer van onder de sneeuw delven, klaart de hemel langzaam op en gaat het ietsje zachter waaien. In een uurtje tijd staan we in de stralende zon.<br />
"Ideaal skiweertje", lachen we, "Verse sneeuw en een klare blauwe hemel, niet te warm, niet te koud..."<br />
Voor de eerste keer sinds we op het eiland zijn, trekken alle wolken rond de Christenssen top, het hoogste punt van het eiland, weg. De hemel is nu strak diep, diep blauw. De ochtendzon valt <a href="http://farm1.static.flickr.com/53/390394097_d8ec7a7c88_o.jpg"></a>schuin op de licht opstuivende korrelsneeuw en kleurt het goud-geel. Het glinstert en schittert en speelt in een warrelwind rond de tenten. De antennes blinken trots: "wij staan er nog, storm of geen storm." Vóór ons hebben we een panorama van honderden ijsschotsen die zich fel wit aftekenen tegen de diepblauwe kleur van de zee. Kilometers en kilometers ver kunnen we kijken. We voelen ons nietig bij al dat mooie, het oneindige, en trots dat we hier getuige van mogen zijn.<br />
<br />
"Ga je mee tot aan de rots, Peter, dit is de ideale dag om wat stalen te verzamelen, vindt je niet", vraagt Bob.<br />
"Mmm, laat me mijn camera nemen, en we gaan."<br />
Een paar kale rotsen tekenen zich af tegen de steile bergwand, bij het begin van de gletsjer. Het lijkt alsof ze slechts een paar honderd meter van ons verwijderd zijn. Maar terwijl we stappen, langzaam de gletsjer op, beseffen we hoe we, zonder enige referentiepunten, elk besef van afstand of grootte verliezen. Terwijl we voorzichtig naar boven klimmen, uitkijkend naar verradelijke gletsjerspleten die zich onder een fijne ijslaag zouden kunnen verbergen, wordt ons kamp kleiner en kleiner. De masten, de tenten, de mensen in ons kamp, ze lijken als mieren vergeleken met de ijsberg die vlak voor het eiland gestrand ligt. De ijsberg lijkt tientallen keren groter. Het zonlicht glinstert in het water errond. Het panorama is adembenemend.<br />
Drie uur moeten we stappen voor we aan de rots komen. Enkele poolsternen, grote witte vogels zweven hoog boven onze hoofden. Dit zijn de enige tekenen van wildleven dat we tot nu toe op het eiland hebben gezien. We beseffen dat we waarschijnlijk de eerste mensen zijn die op deze plaats bij de rotsen komen. Het lijkt alsof we in een heiligdom wandelen.<br />
De rotsen hebben verschillende verticale structuren. Op sommige plaatsen lijkt het op poreuze lavasteen, soms heeft de rots het uitzicht van een hoop cement, en op andere plaatsen liggen kleine gelijkmatige rotsblokken op mekaar gestapeld, honderden meters hoog. De rotsblokken liggen los. We klimmen een eindje naar boven.<br />
"Aaah, mossen", roept Bob naast me, terwijl hij me trots een rotsblok toont, "Mossen, de enige vorm van plantaardig leven op dit eiland!". Ik kan moeilijk geloven dat de kleine gele stipjes op de donkerbruine steen hem zo kunnen opwinden, maar ja, hij is dan ook een natuurkundige.<br />
"Weet je, deze mossen groeien maar een tiende van een millimeter per jaar. Kijk hier heb je een grote kolonie, die moet duizenden jaren oud zijn."<br />
Het voelt raar, met een veeg van mijn hand zou ik iets kunnen vernietigen waar de natuur duizenden jaren aan heeft gewerkt. Eerbiedig nemen we een aantal stalen van stenen en mossen, en klimmen weer naar beneden. Graag hadden we langs de bergwand tot bij de zee afgedaald, maar brede gletsjerspleten maken het te gevaarlijk.<br />
"Geen risico's", hadden we op de Falklands afgesproken.<br />
We stappen terug naar het kamp. De wind is gaan liggen en de temperatuur stijgt. Wilber komt ons tegemoet.<br />
"Ga terug, ga terug, er is een besmettelijke ziekte uitgebroken in dit kamp, ga terug naar je eigen dorp", grapt hij.<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/53/390394097_d8ec7a7c88_o.jpg" border="0" />Ik kan me niet inbeelden dat er iemand in onze groep is die er nu al aan denkt om dit eiland, met al zijn glorie te verlaten, maar ik heb het mis. 's Avonds heb ik een radioverbinding met John en Mark, onze twee Belgische contactpersonen, en die vertellen me dat ze net met de Fedorov hebben gebeld. De Fedorov meldt ons dat ze achter op schema lopen, en nu pas in Mc Murdo, de Amerikaanse basis, zijn aangekomen. Ons vertrek van Peter I wordt met een week uitgesteld. Juichend kom ik de keukentent binnen, en vertel de anderen het goeie nieuws.<br />
"Een week langer, meer radiocontacten, meer natuur, meer leven", roep ik als een predikant, en schrik van een paar gezichten die niet erg vrolijk staan.<br />
"Ik heb genoeg van dit schijteiland, ik wil weer naar huis. Help, nog een week extra...", mompelt Wilber.<br />
"Hé, wat scheelt er, heb je niet genoeg kleren mee om elke dag een vers pak aan te trekken?", plaag ik hem. Wilber heeft blijkbaar een eindeloze voorraad jassen, broeken en truien mee. Bijna elke dag heeft hij iets anders aan. En dat terwijl de meesten zich al meer dan een week niet gewassen hebben.<br />
"Tussen haakjes, het is mooi weer, jongens, zouden we ons niet eens...."<br />
"Jaaaa, een bad", roepen we in koor. In een mum van tijd wordt de keuken omgetoverd in een sauna - douche - badkamer... Terwijl Martin de grote pot met sneeuw smelt, warmen we water en verdelen het in plastiek bakken. We moeten de flappen van de keukentent openlaten, zo warm wordt het. De stoom trekt naar buiten.<br />
"Hela, wat is dat hier, een Turks stoombad?", lacht Tony, die zijn hoofd binnensteekt.<br />
"Ja, kom je niet mee met mij in bad?", roep ik, proestend omdat mijn shampoo in de mond loopt.<br />
Een goeie wasbeurt voelt zalig. De eerste dagen zonder je te wassen, voelen wat raar aan, maar nadien ga je eraan wennen. Er zijn geen bacteriën op de Zuidpool, daarvoor is het te koud. Zo ga je ook niet rap kwalijk gaan rieken. Daarenboven is ons ondergoed speciaal gemaakt om geuren af te stoten. Toch verbaasd het ons dat we onze onderlijfjes bijna van ons vel moeten pelen.<br />
<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/187/390393489_c49648ecc8_o.jpg" border="0" />Het weer blijft kalm en de volgende dag stijgt het kwik van Bobs geïmproviseerd weerstation tot +11°C, de hoogste temperatuur die we tot nu toe op het eiland hebben gemeten. De slechte radiopropagatie legt 's morgens de meeste radiofrequenties plat, en we maken van de gelegenheid gebruik om een aantal foto's te maken van de groep en plaatjes voor onze sponsors te schieten. 's Namiddags verbeteren de condities op de radio en concentreren we ons weer op de radioverbindingen.<br />
De routine heeft zich in de groep genesteld. Iedereen heeft zo zijn favoriete uren om aan de radio te zitten, om te eten en om te slapen. Storm of geen storm, sneeuw of geen sneeuw, dit is ons leven op Peter I geworden. <p></p><br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 238px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" height="369" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/176/390393337_4035b41d34_o.jpg" border="0" /> <p></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/23-en-hoe-geraken-we-er-nu-af.html">Hoofdstuk 23: En hoe geraken we er nu van af?</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-87506806119470158932007-02-03T19:45:00.002+01:002010-04-26T00:04:22.324+01:0020. Kamperen op de zuidpool<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/184/390318305_6f45131bee_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/184/390318305_6f45131bee_o.jpg" border="0" /></a><strong>Zondag, 30 januari 1994<br />
</strong>Ik kan niet lang slapen, de adrenaline pompt door mijn aderen. Ik hoor dat het buiten lichtjes waait, en besluit rond acht uur op te staan. De anderen liggen nog gezapig te snurken. En snurken kunnen ze!<br />
Ik trek mijn kleren aan, rits de zijflappen van de tent open en stap naar buiten. Het sneeuwt lichtjes, de lucht is bewolkt en een zachte koude wind blaast in mijn gezicht. De temperatuur moet ongeveer -10°C zijn. Het voelt niet echt koud aan.<br />
Ik open een blikje Cola, de inhoud blijkt half bevroren, en ga op een krat in de sneeuw een sigaretje roken. Wat een panorama toch. De wind heeft de ijszee in grote brokken naar het noorden van het eiland gedreven. Voor ons ligt een gigantische ijsberg die blijkbaar aan de grond is vastgelopen. Alle andere ijsbergen drijven langzaam verder.<br />
"Iiiiit, Iiiiit", Luis trekt de ritssluitingen van de tent open en strompelt naar buiten.<br />
"Goeiemorgen, Peter"<br />
"Dag Luis, goed geslapen?"<br />
"Mmmm, maar veel te lang, we moeten weer aan het werk!"<br />
"Inderdaad, vandaag wordt het 'tenten'-dag. Tegen vanavond moeten alle tenten opstaan, en de generatoren draaien."<br />
"Oei, kijk eens, al onze bagage is ondergesneeuwd"<br />
De wind heeft al onze zakken en valiezen onder een dikke laag sneeuw bedolven. Met onze h<a href="http://farm1.static.flickr.com/172/390318841_903102d5a9_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 239px; CURSOR: hand" height="150" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/390318841_903102d5a9_o.jpg" border="0" /></a>anden graven we alles weer boven en bedekken de berg bagage met grote dekzeilen.<br />
<br />
<br />
<br />
Een half uur later is iedereen op en we gaan aan het werk. Tony en ik openen onze kratten terwijl de anderen de keukentent in mekaar timmeren. Die tent is ietsje kleiner als onze slaaptent, een vier bij vier meter. Ik haal de tafels en stoelen uit de kratten, en Ralph tovert de kookfornuizen tevoorschijn. Martin begint de keuken te installeren. Vanaf nu zal hij zijn rol als kok gewetensvol op zich nemen.<br />
<br />
Tony heeft slecht nieuws. Zijn generatoren starten niet. Er zat blijkbaar nog olie in de motoren, en op de Khlebnikov zijn ze duidelijk ondersteboven gestouwd. De generatoren zitten onder de olie-smurrie. Tezamen met Willy spreidt hij een paar dekzeilen uit en neemt de machines uit elkaar. De generatoren die ik in België kocht, starten met de eerste ruk.<br />
Met zijn allen stellen we de <a href="http://farm1.static.flickr.com/128/390318760_3511a4d5f9_o.jpg"></a>twee radio-tenten op. Die meten 2,5 op 2,5 meter, ruim genoeg voor twee radiostations per tent. Luis heeft sinds de landing problemen met zijn rechterbeen. Het voelt stijf aan, en doet pijn bij elke stap. Toch klaagt hij niet. Zoals de anderen helpt hij mee bij het versleuren van de apparatuur. Gelukkig hebben we een aantal sleetjes meegenomen, om de zwaarste stukken te vervoeren. Bij elke stap schieten we zo'n twintig centimeter in de sneeuw, en regelmatig struikelen we en duiken onder luid gelach van de anderen halsoverkop in de sneeuw.<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/390318133_654f3e77c3_o.jpg" border="0" /> De zon priemt door de wolken heen, en het wordt warm. De thermometer geeft een goeie +15°C aan. Iedereen begint te zweten, en we trekken onze bovenkleding uit. In de vroege namiddag is de keukentent klaar en Martin smelt een grote pot sneeuw om drinkwater te maken. Het duurt een uur om een goeie vijf liter water te maken.<br />
<br />
<div align="justify">Een half uurtje later zitten we met zijn allen in de keukentent en slurpen met veel genoegen van de soep. De kratten met onze voedselrantsoenen staan op een rijtje langs de zijkant in de tent. Aan de andere kant staat een tafel met de vier kookfornuizen en <a href="http://farm1.static.flickr.com/151/390318618_a9ff8c66d9_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 206px; CURSOR: hand; HEIGHT: 140px" height="140" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/151/390318618_a9ff8c66d9_o.jpg" border="0" /></a>in het midden staat de keukentafel met zes stoelen errond. We hebben niet veel ruimte, maar toch vinden we allemaal een plaatsje om te zitten. Martin heeft een aantal rantsoenen op de voedselkratten uitgespreid. Ons voedsel bestaat uit twee delen: zakken gevriesdroogd vlees, groenten, aardappelpuree, spaghetti of rijst. Die moeten met warm water aangelengd worden. Dat zal onze dagelijkse hoofdmaaltijd worden. De tussendoortjes bestaan uit licht-zoete koekjes, met jam of choco uit kleine emmertjes, hopen chocolade, paté uit tubes en kaas uit blik. Per krat zit er ook een doosje met kruiden, mayonaise, ketchup, mosterd en kruiden bij. Afgezien van de paar blikjes Cola en ijsthee, en dozen fruitsap en melk, zullen we vooral koffie, chocomelk of thee drinken.<br />
"Tiens, Martin, ik zie hier maar één thermosfles staan, waar zijn de andere twee?"<br />
"Ik weet niet wat er gebeurd is, maar ik mis meer als de helft van het keukenmateriaal."<br />
Iedereen kijkt mij aan. Ik heb het keukenmateriaal in België gekocht en ingepakt.<br />
"Maar dat kan toch niet, we hebben met drie mensen de lijst overgelopen, toen we alles in de kratten hebben gestopt. Bob, geef me eens de lijst", vraag ik zenuwachtig, "Ziehier, krat TT-5<a href="http://farm1.static.flickr.com/128/390318760_3511a4d5f9_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 232px; CURSOR: hand; HEIGHT: 160px" height="161" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/128/390318760_3511a4d5f9_o.jpg" border="0" /></a>, daar zat alles in, kijk eens wat je allemaal mis, Martin".<br />
"Oei, ik mis bijna alles. De twee pannen, drie potten, twee thermosflessen, alle vorken, messen, lepels, vodden, handdoeken, roerlepels, pollepels, afwasmiddel, sponsen, zeep, bekers, borden.."<br />
"En wat heb je dan nog over?"<br />
"Wel een pot om sneeuw te smelten, een ketel, vijf plastiek waterzakken, en een thermosfles."<br />
"Wacht eens", zegt Ralph, "Krat TT-5, zeg je?"<br />
"Mmmm"<br />
"Was dat niet de enige krat die op de Khlebnikov niet achter slot en grendel stond."<br />
"Jaaaaa", er gaat mij een lichtje op, "inderdaad, die was te groot."<br />
"Nou, dan is er iemand op de Khlebnikov nu heel gelukkig met nieuw keukenmateriaal."<br />
"Maar hoe moet ik nu koken?", jammert Martin grappend.<br />
"Ik heb nog een pan mee", zegt Wilber, "en een set eetgerei"<br />
"Ik heb nog een paar kopjes"<br />
"En iedereen heeft wel een mes of zo..."<br />
"We mogen nog van geluk spreken", zucht Ralph, "ze konden even goed onze grote pot om sneeuw te smelten gepikt hebben."<br />
"Of ons propaangas"<br />
"Of onze tenten.."<br />
Ik ben kwaad. Dagen hebben we in België rondgereden om het goedkoopste en toch het meest duurzame materiaal in te kopen. Ik herinner me dat we specifiek voor die keukenkrat uren bezig waren om er alles netjes in te proppen. En nu blijkt dat het meeste gejat is...<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/131/390318280_989c579c7f_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 252px; CURSOR: hand; HEIGHT: 171px" height="171" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/131/390318280_989c579c7f_o.jpg" border="0" /></a>Bob besteedt veel aandacht aan het optrekken van een latrine. We slaan lange houten palen in de grond en maken er dekzeilen aan vast. Dat houdt de wind wat tegen. In het geïmproviseerd hok zetten we een groot krat op zijn kant en Bob plaatst er triomfantelijk de zelfgemaakte toiletpot in: een ronde buis met een houten frame waarin een plastiek zak wordt gehangen. Het toiletpapier slingert aan een koordje, vastgenageld aan de binnenkant van de krat. Erg comfortabel is het niet, maar we zitten toch wat beschut van de wind en de sneeuw.<br />
<br />
Rond tien uur 's avonds maakt iedereen zich klaar om te gaan slapen. Ik frons de wenkbrauwen. Slapen? En er is nog zo veel te doen, we hebben de radiostations nog niet opgesteld, nog geen enkele antenne is in mekaar gestoken, we hebben nog honderden meters kabels uit te rollen, de masten op te zetten...<br />
Bob raadt mijn gedachten.<br />
"Iedereen blijkt uitgeput te zijn, Peter. Het is beter dat we onze krachten wat sparen. We zijn niet allemaal zo jong als jij."<br />
Het is waar, ik ben de jongste van de groep. De meesten zijn vijftigers. Maar ik heb maanden lang elke avond lopen joggen, wat hebben de anderen gedaan om zich fysisch voor te bereiden?<br />
"Goed, gaan jullie maar slapen, ik ben nog niet moe en ga de eerste antennes in mekaar steken", zucht ik. Het is de eerste keer sinds de Falklands dat ik voel meer gedreven te zijn als de anderen. </div><br />
<div align="justify">De zon gaat langzaam onder, en het wordt kouder. De wind blaast de stuifsneeuw weer op. Wilber komt me eventjes helpen, maar gaat na een uurtje weer slapen. Ik steek op mijn eentje een antenne in mekaar. Op Howland zou deze vlieger niet opgegaan hebben: daar werkte bijna iedereen drie dagen en drie nachten aan een stuk door. Niemand sliep meer als een paar uur, tot het ganse kamp was opgesteld. We waren nog maar een paar uur op het eiland, en de eerste zender was al in de lucht.<br />
"Nu zijn we al meer dan 24 uur op het eiland, en we hebben zelfs nog geen enkele antenne recht staan!"<br />
Ik schrik als ik op mijn uurwerk kijk: twee uur in de morgen. De zon gaat nooit onder, en je verliest elke notie van tijd. Eigenlijk zou je je uurwerk op om het even welke tijdzone kunnen zetten en je eigen ritme leven... Althans tijdens de periode dat we hier zijn.<br />
Ik trek een blikje Cola open en giet er een scheut whiskey in. Een beetje te veel trouwens, en ik voel me licht in het hoofd. Nog een sigaretje en ik ga slapen.<br />
<br />
<strong>Maandag 31 januari</strong><br />
Weer staan Luis en ik als eersten op. Ik kan deze keer de verleiding niet weerstaan om met opzet extra veel lawaai te maken in de hoop dat de anderen wakker worden. En gelukkig slaagt mijn opzet.<br />
Binnen het uur zijn we weer druk bezig. Ik moet toegeven dat eens iedereen aan het werk toogt, er geen stoppen meer aan is. Tegen de late namiddag zitten alle antennes in mekaar. Als radioamateur in hart en nieren geeft het ons een speciale kick om het ganse antennepark op de sneeuw bij mekaar te zien liggen. </div><div align="justify"><br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 331px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" height="223" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/183/390317998_8d9b883939_o.jpg" border="0" /><br />
Het is erg koud, een venijnige wind blaast ons om de oren. Het moet zo'n -20°C zijn. Wat een verschil met gisteren! Toen liepen we nog in ons onderlijfje rond... Met vereende krachten zetten we de masten recht en schuiven ze één voor één uit. We moedigen elkaar aan, en spreken af niet te gaan slapen voor ons ganse antennepark klaar is. Er wordt in groepjes gewerkt. Eén groepje stelt de mast recht, een ander maakt er de antennes aan vast, en schuift de mast uit en de derde groep rolt de coaxen uit en spant de koorden aan.<br />
<br />
<div align="justify">Als we tegen middernacht klaar zijn, staan we met zijn allen bibberend naast mekaar. Het is de eerste keer dat ik de koude voel. Ik heb vooral met mijn blote handen gewerkt, en ze slaan donkerblauw uit, en doen pijn. Het is alsof al mijn bloed eruit getrokken is. Het metaal van de antennes en masten zijn zo koud dat mijn handen er onmiddellijk aan vast vriezen als ik ze vast pak. Herhaaldelijk moeten we met onze adem onze handen ‘losblazen’ van de masten.<br />
"Eigen schuld, grote bult", denk ik, "warmte trekt langs je voeten, handen en hoofd naar buiten..". De volgende dagen zal ik altijd mijn handschoenen aanhouden.<br />
<br />
Gelukkig warmt Martins soep ons weer vlug op. De avond vergast ons op een betoverend <a href="http://farm1.static.flickr.com/157/390318943_c1c7f0e214_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 218px; CURSOR: hand; HEIGHT: 343px" height="343" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/390318943_c1c7f0e214_o.jpg" border="0" /></a>schouwspel. De zon staat laag boven de horizon. De witte flanken van de ijsbergen in de zee voor ons, lichten fel op. Een paar lichte roze wolken hangen rond de berg achter ons. Hoe meer de zon daalt, hoe geler het licht wordt, en hoe meer de ijszee in onze ogen schittert. We kunnen zelfs de ijsbergen aan de horizon onderscheiden. Ze schijnen als felle lichtpunten op de donkere zee. In het oosten komt de maan op, in een lichtblauwe hemel. Alhoewel we allemaal uitgeput zijn, staan we bij mekaar als betoverd naar dit staaltje van natuurschoon te kijken.<br />
Ik ril van de koude terwijl ik in de slaaptent mijn kleren uittrek. Mijn voeten zijn ijsklompen. Bob geeft me een paar voetwarmers. Dat zijn kleine zakjes met actieve koolstof. Als je ze schudt, worden ze langzaam warm. Ik wring de zakjes tussen mijn sokken en de pijpen van mijn lange onderbroek. De warmte doet mij goed.<br />
<br />
Midden in de nacht wordt ik half wakker. Mijn schenen doen pijn. Slaapdronken ga ik op mijn bed zitten en haal de voetenwarmers van tussen mijn kleren. De zakjes zijn gloeiend heet geworden en hebben mijn vel verbrand. Op beide benen tekent zich een grote blaar af. "Stom, hoe kan dat nu?", mompel ik binnensmonds en wind wat steriel gaas rond mijn schenen.<br />
<br />
<strong>1 februari 1994.<br />
</strong>Dit wordt onze vierde dag op het eiland. Vandaag moeten de zenders de lucht ingaan. De generatoren zijn hersteld, en draaien op volle toeren. We steken de satellietantennes in mekaar, en beschermen de kratten met grote dekzeilen. 's Namiddags inspecteren we de tenten en de masten voor de laatste keer. Rond drie uur staan we bij mekaar rond te draaien, tevergeefs op zoek naar meer werk.<br />
"Ik heb de indruk dat we klaar zijn", merkt Willy op, terwijl hij goedkeurend zijn blik over het kamp laat glijden."Mmm, maar goed ook", zucht Luis, die zich op een krat laat zakken. Hij wrijft kreunend over zijn been.<br />
"Ralph, we zijn klaar, denk ik"<br />
Ralph en Bob komen uit de keukentent.<br />
"OK, let's do it", zegt Ralph en stapt door de sneeuwhopen naar één van de radiotenten.<br />
Hij gaat voor één van de radiostations zitten, en maakt het eerste radiocontact. Het duurt maar een paar minuten, of honderden radioamateurs roepen ons op.<br />
"Komaan, jongens, 'let's kick some ass', alle stations moeten nu de lucht in!", roept Ralph ons toe.<br />
Wilber en Willy starten de CW zenders en ik ga aan het tweede phonie-station zitten. Het geeft<a href="http://farm1.static.flickr.com/142/390318464_590c54bd24_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 252px; CURSOR: hand" height="160" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/142/390318464_590c54bd24_o.jpg" border="0" /></a> een geweldige kick om de pile-up, het werken van de ene radioamateur na de andere, te starten, bij het begin van een expeditie. Iedereen die ons aanroept is nerveus, ze hebben bijna vier dagen en vier nachten gewacht op onze eerste signalen. Ze wisten dat we op 29 januari waren geland, en vroegen zich af wanneer we nu eindelijk 'in de lucht wilden gaan'.<br />
"Dit is Three Yankee Zero Papa India, 3Y0PI, listening 21.300 to 21.310", zeg ik in de microfoon. Als reactie is het alsof de derde wereldoorlog lostbarst in mijn koptelefoon. <a href="http://farm1.static.flickr.com/172/390375135_06b04b7ef7_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/390375135_06b04b7ef7_o.jpg" border="0" /></a>Honderden radiosignalen van over de ganse wereld klinken als een kakofonie door mekaar. En daar moeten wij, als enkelingen vanop dit stukje eiland, in het midden van Antarctica, orde in scheppen.<br />
Maar het loopt goed, ons publiek gedraagt zich netjes, en tegen de avond staan al een paar duizend radiocontacten in onze logboeken ingeschreven. We wisselen de operatorposities en de nachtploeg neemt de zenders over.<br />
Peter I is in de lucht. Vanaf nu is er maar één prioriteit meer voor ons: zoveel mogelijk radiocontacten maken. Ons doel staat op 80.000 radioverbinding, terwijl het vorig wereldrecord, dat van Howland, op 52.500 staat.<br />
Ik slok mijn avondeten binnen, giet de generatoren vol benzine en kruip in mijn slaapzak. Volgens het werkschema dat Ralph in de keuken uithing, moet ik er morgen vroeg uit. Morgen? Misschien is het al vandaag. We zijn de notie van tijd, van dag en nacht vergeten. Dat is niet meer belangrijk. Vanaf nu moeten we enkel nog radiocontacten maken, niks anders. Enkel radiokonttt..., enkellllll. En ik glij weg in een onrustige slaap.</div><br />
<div align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/131/390317644_0db9035910_o.jpg" border="0" /> </div></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/21-three-yankee-zero-papa-india-qrz.html">Hoofdstuk 21: Three Yankee Zero Papa India - QRZ?</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-83010861894708616932007-02-03T19:44:00.007+01:002010-04-26T00:01:44.710+01:0019. Peter I, eindelijk !<strong></strong><div align="justify"><br />
<strong>Zaterdagmorgen, 29 januari 1994<br />
</strong>We houden een vergadering, als voorbereiding voor een eventuele landing op Peter I, later op de dag. Bob heeft de lijst met kratten en hun inhoud in de computer getikt en uitgeprint. Iedereen krijgt een kopij. Ralph vat het scenario samen:<br />
"Bob en Terry, jullie hebben de meeste gletsjer-ervaring, jullie gaan het eerst aan land. Neem een overlevingspakket mee. Jullie duiden aan waar we ons kamp kunnen optrekken. We houden verbinding met mekaar via de walkietalkies."<br />
"Okay, boss", zegt Terry.<br />
"We laten het materiaal in volgorde van prioriteit overvliegen. Eerst een generator, een tent, een paar voedselpakketten, verwarmingselementen en propaan. Daarna volgen de tenten, de kratten met allerlei gereedschap, generatoren, benzine, gas, keukenmateriaal enzovoort. We zullen Martin, Luis en Willy zo vlug mogelijk laten overvliegen. Zet zo vlug mogelijk een tent op!"<br />
"Het zou een goed gedacht zijn om de Khlebnikov niet te laten vertrekken vooraleer de eerste tent op staat", oppert Tony.<br />
"Goed idee, dat zullen we vragen. Intussen zullen Peter en ik helpen het materiaal uit het ruim ophalen. Tony, jij houdt bij welk materiaal er in de helikopters gaat. Wilber, jij houdt de piloten bezig, en wat er ook gebeurt, ze moeten blijven vliegen!"<br />
"Oké, zullen we doen".<br />
"Goed, jongens, laten we hopen dat we goed weer krijgen!"<br />
<br />
Via de intercom roept de kapitein Ralph en mij in zijn kajuit. Voor we binnenstappen, kijken we elkaar bezorgd aan.<br />
"Die gaat ook extra geld willen", zuchten we.<br />
De kapitein begint over koetjes en kalfjes te babbelen, of de reis ons tot nu toe bevallen is, waar we op Peter I willen landen, hoeveel cargo we hebben... Ik heb hem al die informatie in Bremerhaven al gegeven. En dan de hamvraag:"But whot aboot the moooney?", vraagt hij, "hoe zit het met het geld?".<br />
"Welk geld?", antwoordt Ralph.<br />
"Wel het geld om jullie aan land te zetten. We hebben bemanningsleden nodig om jullie materiaal uit het cargoruim te halen, mijn mensen moeten het laden in de helikopter, onze piloten moeten het naar het eiland vliegen, en eens op het eiland moeten jullie waarschijnlijk nog mensen hebben om jullie ginder te helpen ook.."<br />
"Ik denk dat U dit best met Darryl, de vertegenwoordiger van Quark, onze chartermaatschappij regelt, denk ik", oppert Ralph voorzichtig.<br />
"Quark, Quark, ik vraag het u", antwoordt de kapitein nerveus.<br />
"Wel, we hebben instructies van Quark dat we alles betaald hebben via hen, we kunnen U niks extra's geven, vrees ik", zeg ik zachtjes.<br />
"Oké, ik ga met Quark praten", besluit de kapitein.<br />
Als we de deur van de kajuit dichttrekken, slaken we een zucht van verlichting, we hopen dat dit de laatste discussie over geld zal zijn. Deze namiddag komen we toe op het eiland.<br />
<br />
We spoeden ons naar het auditorium waar de toeristen zich verzameld hebben. Ze vroegen ons een korte voorstelling van het radioamateurisme en onze expeditie te houden. Dit doen we maar al te graag. We krijgen maar één dag om te landen. Stel dat het slecht weer is, als we bij het eiland toekomen. Dan zullen we alle steun die we kunnen krijgen, moeten gebruiken om van de kapitein extra tijd te krijgen...<br />
En het weer is niet zo best. Vanop de brug zien we niks als dikke mistbanken. De piloten schudden het hoofd meewarig. Het ziet er niet goed uit.<br />
"Mist. Erg slecht. Erg slecht. Niet vliegen in mist, erg slecht", zeggen ze.<br />
<br />
<strong>29 januari 1994, 13 u 00.<br />
</strong>We hebben onze bagage reeds min of meer gepakt en lopen rond met onze walkietalkies in de hand. Ietwat misnoegd, want de mist klaart niet op. Vanop de brug zien we grote ijsschotsen langs ons voorbij drijven. Sommige zijn tientallen meters hoog en kilometers lang. Ze hebben hun eigen micro-weersysteem boven zich hangen. Willy en ik klimmen in de mast en halen onze antennes naar beneden. Het is bitter koud. Willy geeft me een tik op de schouder en wijst naar de horizon. Een grote ijsschots tekent zich af. Wacht eens, het heeft donkere vlekken op de zijkant, dat is geen ijsschots, die vlekken zijn stukken rots. Dit is Peter I! Ons eiland! Peter I!<br />
</div><p align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/390017267_e6725741b6_o.jpg" border="0" />We klauteren naar beneden en roepen de anderen op via de walkietalkie. Vanop de brug zien we het eiland naderen. Het lijkt zozeer op de enige foto die we van het eiland hebben: een 1700 m hoge berg, met flanken die bijna verticaal in de zee duiken. Langs de noordkant zien we hoe de gletsjer met een zachte helling van een vijftal kilometer lang, naar de zee loopt. Op het puntje van die gletsjer willen we landen en ons kamp opslaan... Maar veel van het eiland krijgen we niet te zien. De mistbanken hopen zich op rond de kust. De gletsjer zit bijna de ganse tijd in de mist... De Khlebnikov stuurt langzaam naar de westkant van het eiland. Voor we er erg in hebben zitten we midden in het pakijs. De satellietfoto's die Tony gisteren nog ontvangen had, toonden inderdaad dat de rand van de ijszee tot bij het eiland kwam. Langzaam kraakt de boot zich een weg. De ijsschotsen wijken voor de boeg... Het ijs is goed nieuws: het isoleert het relatief warme water van de koude lucht. Op die manier krijg je veel minder mistvorming.<br />
De motoren worden stilgelegd. We drijven aan de westkant van het eiland, en, wonder bij wonder, de mist trekt op en de blauwe hemel opent zich. De weerspiegeling van het zonlicht op de ijszee, met Peter I, bijna volledig uit de wolken... Het lijkt een droom. De muziek van de film 'The mission' klinkt in crescendo in mijn hoofd. We krijgen allemaal tranen in de ogen, zo mooi is het panorama.<br />
<br />
"We hebben het voor elkaar gekregen, het is ons gelukt!", roep ik naar Ralph<br />
"Na zo veel maanden, eindelijk", juicht Tony.<br />
"Mijn koninkrijk voor een helikopter", schatert Wilber.<br />
"Herinner je die fax, Ralph, waarin je aankondigde dat de Russen het vervoer afzegden?"<br />
"Ik herinner me je antwoord nog beter, Peter: 'Dit zal de geschiedenis in gaan als de tijd dat we het helemaal niet meer zagen zitten!' "<br />
"Hahaha, en toch hebben we het klaargespeeld!"<br />
"Komaan, iedereen weet wat te doen, aan het werk!", beveelt Ralph.<br />
Iedereen gaat zijn poolkledij aantrekken en sleurt zijn bagage naar het helikopterdek. Ralph brengt het goeie nieuws: 'We gaan landen!'.<br />
<br />
Met luid geraas start de eerste helikopter. Terry en Bob stappen in. De toeristen staan achter geïmproviseerde dranghekkens luid te applaudisseren en ons aan te moedigen, als waren we <a href="http://farm1.static.flickr.com/135/390017555_fe92fd2994_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 0px 10px 5px 0px; WIDTH: 221px; CURSOR: hand; HEIGHT: 129px" height="115" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/390017555_fe92fd2994_o.jpg" border="0" /></a>renners in een wielerwedstrijd. Ik weet dat velen denken dat we gek zijn, en dat zijn we ook.<br />
De helikopter laat zijn motoren op volle toeren draaien, en zijn schroeven happen in de lucht. Langzaam stijgt hij op en blijft een tijdje hangen op een paar meter boven het dek, alsof hij zijn passagiers nog een laatste blik op de boot gunt. Plotseling zwenkt hij naar links en verdwijnt in de richting van het eiland. Pas als we de helikopter in het niks zien verdwijnen, realiseren we ons hoe ver het schip van de kust ligt, en hoe gigantisch hoog de centrale berg wel is...<br />
Terwijl de tweede helikopter zijn motoren opwarmt, wachten we ongeduldig op een bericht van Terry of Bob. Na een kwartier klinkt het krakend uit de walkietalkie.<br />
"Khlebnikov, Peter I roept, over"<br />
"Ja Terry, dit is Ralph, welk goed nieuws?"<br />
"We zijn veilig geland op het puntje van de gletsjer, zo'n 500 meter van de rand. Er is geen enkel teken van gletsjerspleten, en we hebben een landingsplaats aangeduid met vlaggen.""OK, laat de helikopter terugkomen, we beginnen de landing!"<br />
"Roger, roger, Peter I in stand-by".</p><p align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/162/390017457_19f0f00ae9_o.jpg" border="0" /> Drie uur later is alle cargo naar het eiland overgevlogen en staan de piloten klaar om de laatste vlucht uit te voeren. Tony, Wilber, Ralph en ik nemen afscheid van de officieren, zwaaien nog eens naar de passagiers en stappen in de helikopter. Zonder dralen stijgt hij langzaam op. 'The mission' speelt weer in mijn hoofd. Als in een droom zien we de Khlebnikov onder ons voorbijschuiven. De piloot maakt een bocht voor het schip uit en gaat op een hoogte van vijftig meter wachten tot de tweede helikopter het laatste cargonet ophaalt. Met zijn tweeën naast mekaar, vliegen ze naar het eiland. De Khlebnikov verdwijnt in het niets. Opgeslorpt door de oneindige ijszee. Vóór ons wordt het eiland alsmaar groter. We vliegen over de gletsjerrand en <a href="http://farm1.static.flickr.com/162/390017841_59663e2faf_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 243px; CURSOR: hand; HEIGHT: 142px" height="142" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/162/390017841_59663e2faf_o.jpg" border="0" /></a>cirkelen boven het kamp. We landen tussen de her en der verspreide kratten. Luis komt de helikopterdeur openen en geeft ons de hand.<br />
"Welkom", roept hij boven het geraas van de klappende wieken uit.<br />
"Daar komt de laatste helikopter, jongens", roept Bob en hij gaat bovenop een krat staan om aan te duiden waar de cargo moet gedropt worden. Licht wiegend komt de helikopter aangevlogen, het cargonet een paar meter onder hem. Zachtjes dropt hij de krat en landt.<br />
We danken de piloot voor zijn hulp en geven hem een fooi. Hij stijgt op, geeft een lichtsein ter afscheid, vliegt over ons uit en verdwijnt naar de Khlebnikov.<br />
<br />
En plotseling, plotseling, .... het klapwieken van de helikopter verdwijnt in de verte en dan... is er geen lawaai meer. De oneindige stilte. De wind waait zachtjes, we horen het stil krassend geluid van de ijszee, het 'zwompkrr, zwompkrr' geluid van onze laarzen in de sneeuw, de gedempte stemmen. We vliegen mekaar om de hals.<br />
"We did it! We hebben het voor mekaar! In nauwelijks vier uur hebben we 18 ton, en 150 stukken bagage geland, zonder moeilijkheden! We hebben het voor mekaar!"<br />
Ralph opent een fles champagne, en gretig drinkt ieder een slok. Ik steek een sigaret op. Mijn eerste sigaret. Op mijn eiland... Ik graai in de sneeuw. Om deze sneeuw te voelen, moest ik zes maanden dag en nacht werken, mijn job opgeven, bijna 700.000 fr. betalen. Maar alles was de moeite waard! Elke cent, elke seconde. Ik kijk met de tranen in de ogen naar de anderen. Woorden schieten me tekort. Ralph komt naar me toe, en schudt me de hand:<br />
"We hebben het voor mekaar, Peter."<br />
"Ja, zelfs het panorama is al die moeite waard, kijk eens!"</p><p align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/184/390017378_ecb6f571ce_o.jpg" border="0" /> Het is tien uur 's avonds. De zon zweeft boven de horizon en weerspiegelt op de ijszee. We hebben een panorama van bijna 200 graden. De zee, de Khlebnikov in de verte, de ijsschotsen, de hoge berg achter ons. Er zijn geen woorden voor.<br />
"Aan het werk, jongens", roepen we mekaar toe.<br />
</p><p align="justify">De slaaptent moet zo vlug mogelijk opgesteld worden. Alhoewel de zon nooit helemaal zal ondergaan, moeten we zo snel mogelijk beschutting hebben. Het weer kan in een paar minuten omslaan, zo hebben ze ons verteld.<br />
We effenen de grond en leggen een geraamte van dikke balken uit. Die nagelen we aan mekaar vast en leggen er isolatiemateriaal tussen. Daarboven komt een groot plastiek vel en een planken vloer. Op de rand vijzen we een aluminium rail waarop de hoepels, het geraamte van de tenten, worden vastgemaakt. We spannen de twee zijflappen op en spreiden de dubbel geïsoleerde tentzeilen over de hoepels. Het is allemaal vlugger gezegd als gedaan. De slaaptent meet zo'n vier bij acht meter en we werken met zijn allen tezamen om in vier uur die ene tent in mekaar te steken.<br />
<br />
Het is twee uur in de morgen en onder een middernachtzon in een lichtblauwe hemel, zien we, met een wee gevoel in onze maag, de boot vertrekken. Vanaf nu zijn we alleen op het meest geïsoleerde eiland van Moeder Aarde, alleen met zijn negenen, op een goeie tweeduizend kilometer van de bewoonde wereld. Als er nu iets verkeerd gaat, is redding niet meer mogelijk...<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/127/390017663_21cc4745bc_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 235px; CURSOR: hand; HEIGHT: 149px" height="149" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/127/390017663_21cc4745bc_o.jpg" border="0" /></a>Maar niemand laat zich ontmoedigen. We steken de primitieve veldbedden in mekaar en spreiden er dikke mousse matten op. Alle bedden staan netjes op een rij, met een paar zakken persoonlijke bagage ertussen in. Mijn bed staat vlak bij de ingang van de tent. We rollen onze poolslaapzakken uit en kijken mekaar aan. Het is midden in de nacht, wat gaan we nu doen?<br />
"Slapen", beveelt Ralph met een zucht.<br />
"Slapen...", echo-t Bob.<br />
<br />
We trekken onze poolkledij uit. Ik ben blij dat ik Ralphs advies gevolgd had: eerst dacht ik gewone skikledij mee te nemen, maar Ralph stond erop dat iedereen speciale poolkledij kocht. <a href="http://farm1.static.flickr.com/178/390017759_b04fe034eb_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 158px; CURSOR: hand; HEIGHT: 177px" height="289" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/178/390017759_b04fe034eb_o.jpg" border="0" /></a>Mijn 'ensemble' bestond uit licht capilene ondergoed, met daarboven een tweede, dikker capilene onderhemd en twee lagen Polartec 'fleece'-n: dikke maar ultralichte sweaters. De buitenkledij is een Goretex vest en broek. Een Polartec bivakmuts met daarboven een skimuts, speciale sokken, stevige poolschoenen, Polartec handschoenen zonder vingertoppen, Goretex over-handschoenen. Compleet met een skibril en 'skilappen' over de schoenen, lijk ik een echte poolreiziger.<br />
Elk stukje van de kledij heeft een welbepaalde functie: het ondergoed moet het zweet van het lichaam opnemen en doorgeven naar de volgende lagen, die het dan weer doorgeven naar de buitenkledij. Het fleece is je warmtelaag. De Goretex buitenlaag is wind- en waterproof, maar laat wel je zweet door. Ik heb enkele maanden geleden de kledij in een commerciële koelkast van een firma bij ons in Wetteren uitgetest, bij een temperatuur van -22°C en een wind van 40 km/uur. En het werkte uitstekend...<br />
Bijkomende voordelen van de expeditiekledij is dat het niet dik aanvoelt, het geeft je alle bewegingsvrijheid, en daarenboven is het geurbestendig. Want wassen zal er in deze omgeving niet veel bij zijn...<br />
We strippen ons uit tot op het ondergoed, trekken er thermische slaapkledij over en duiken in de slaapzakken. We trekken de rits bijna helemaal toe. We lijken wel een stel mummies.<br />
De tentzeilen laten het licht door en het lijkt wel alsof we midden in de dag gaan slapen... Met klassieke muziek in de walkman sluimer ik langzaam in slaap. Dit is onze eerste nacht op Peter I.</p><p align="justify"><span style="font-size:78%;">Bron: Fotos genomen uit helikopter: Willy Ruesch (HB9AHL)</span></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/21-kamperen-op-de-zuidpool.html">Hoofdstuk 21: Kamperen op de Zuidpool</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-74744056416961621812007-02-03T19:44:00.006+01:002010-04-25T23:59:37.857+01:0018. Antarctica, het witte continent<div align="justify"><strong>23 januari 1994<br />
</strong>We krijgen bericht dat de Khlebnikov is toegekomen, en wachten op een teken om naar de haven af te zakken. Alle antennes en zenders zijn weer ingepakt, en iedereen loopt zenuwachtig rond. De groep zit verspreid over Port Stanley. Bob is nog een toiletpot in mekaar aan het timmeren, Ralph is de voedselvoorraad gaan controleren, Tony verstuurt nog een paar laatste faxen en tezamen met Martin ga ik wat snoep en extra sigaretten inkopen. Via walkie-talkies houden we contact met mekaar.<br />
Eindelijk komt het sein dat we naar de dokken mogen komen. Het stormt weer eens en de regen komt met emmers neer. Terwijl we naar de haven rijden, zien we in de verte de Khlebnikov liggen. Rillingen lopen over mijn rug, het Soldatenkoor uit 'Margarethe' van Gounod speelt als een oorverdovend thema in mijn hoofd. Het is een emotioneel moment om het schip terug te zien. Ik zie ze nog liggen in Bremerhaven, 13.000 km hier vandaan, toen we, op een mooie koude morgen, nu drie maanden geleden, een gedeelte van het materiaal aan boord laadden.<br />
Een tweede gedeelte van onze cargo was door Wilber in Montevideo geladen. De rest ligt hier op de kade te wachten: tientallen zakken en valiezen met ons persoonlijk materiaal, twaalf vaten van tweehonderd liter benzine elk, dozen met versterkers, reserve antennes, zenders, onze kisten met rantsoenen gedroogd voedsel. We hebben ook een bergje met blikken Cola en ijsthee, en kartonnen met fruitsap en melk mee.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/145/389570459_5e2aee4b14_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 255px; CURSOR: hand; HEIGHT: 151px" height="151" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/389570459_5e2aee4b14_o.jpg" border="0" /></a>De haven is te ondiep voor de Khlebnikov en een kleine pilootboot pendelt heen en weer tussen de kade en de ijsbreker. Wilber, Terry en ik gaan als eerste aan boord. Even later komen ook de anderen aan boord en we staan tezamen op het helikopterdek. Iedereen is onder de indruk van het schip. Dit moet zowat het grootste schip zijn, wat ooit voor een radio-expeditie is gebruikt. Uitgelaten tronen Wilber en ik de anderen rond schip. De helikopters op het achterdek worden uitgebreid bekeken en gefotografeerd.<br />
Ieder krijgt zijn kajuit toegewezen en sjouwt met zakken en valiezen. Zoals ik iedereen bezig zie, verdwijnen mijn twijfels over de werklust van de groep.<br />
<br />
De Khlebnikov is gecharterd als Antarctisch cruiseschip, en we wachten op de honderd toeristen die een flink stuk met ons zullen meereizen. Eigenlijk moet ik het anders zeggen: wij gaan een stuk met hen mee. Na onze landing op Peter I, varen de toeristen verder via Mc Murdo, naar de sub-Antarctische eilanden Macquarie en Campbell om uiteindelijk in Nieuw-Zeeland uit te komen. Omdat de Khlebnikov zowat het enige schip is dat in de omgeving van Peter I kwam, hebben we een contract getekend met de chartermaatschappij om ons op het eiland af te zetten. De toeristen zullen dan niet alleen het meest geïsoleerde eiland ter wereld zien, maar zullen zelfs een échte landing van een échte expeditie meemaken...<br />
<br />
De toeristen zouden via Chili naar de Falklands vliegen. Maar het vliegtuig laat op zich wachten. Ralph en ik kijken wat zenuwachtig naar elkaar. We weten dat dit één van de momenten is waarop het verkeerd kan gaan: elke vertraging die we oplopen betekent een uitstel van de landing op Peter I. Zoals gepland hebben we maar veertien dagen op het eiland, dus elk uur dat we verliezen, betekent dan ook weer een paar honderd radiocontacten minder...<br />
<br />
Wat doe je als radioamateur terwijl je op een schip rondhangt? Juist, je zet antennes op. Willy en ik klauteren in de hoogste mast en hangen een paar draadantennes op. Een uur later maakt Ralph al het eerste radiocontact. Peter, onze Falkland coördinator meldt zich ook in, en vertelt dat het vliegtuig met de toeristen net geland is.<br />
Een paar uur later druppelen de eerste toeristen binnen: een groep Amerikanen, een vijftigtal Japannezen, wat Europeanen en Australiërs... Terwijl ze zenuwachtig naar hun kajuiten lopen zoeken, zitten we met de groep gemoedelijk in de bar te drinken. We zullen duidelijk nog een week van een luxe-cruise kunnen genieten: het eten is voortreffelijk, de bar heeft alle mogelijke drank in voorraad, er is een sauna, zwembad, fitness-zaal en een heus auditorium waarin lezingen en films getoond worden...<br />
<br />
Voor we er erg in hebben, licht de Khlebnikov het anker en we zetten koers naar de South Shetlands, het noorden van het grote Antarctisch schiereiland. Al gauw blijkt dat een ijsbreker geen stabilisatoren heeft, en bij rustige zee al ruw heen en weer slingert. De meeste passagiers verdwijnen dan ook lijkbleek in hun kajuiten. Ook de mensen van onze groep blijven de volgende dagen opgesloten in de toiletten. Gelukkig heeft Rik, die me ook op de Howland trip van de meeste zeeziekte verloste, deze keer 'straffe pillekes' voorgeschreven. Wat duizeligheid is het enige dat ik voel. Martin, met wie ik een kajuit deel, komt er ook tamelijk goed van af. Afgezien van het feit dat hij de eerste nacht een paar keer uit bed rolt, en tweemaal een hoop zakken en valiezen die op de grond liggen, op zich krijgt.<br />
Het blijkt een heel maneuver te zijn om in de gangen rond te lopen. We moeten ons met handen en voeten vast grijpen. Als je de trappen oploopt, heb je soms de indruk dat je naar beneden gaat, in plaats van naar boven, zo sterk tolt het schip op de golven.<br />
Maar we hebben geluk: we varen op een rustige zee door de Drake passage, die berucht staat voor de ruwste wateren ter wereld.<br />
<br />
<strong>Dinsdag 25 januari<br />
</strong>We naderen de convergentiezone, het gebied waar het koude Zuidpoolwater in contact komt met de warmere stroming uit het Noorden. Het is er mistig. Wilber, als beroepspiloot, heeft een paar avonden met de helikopterpiloten doorgebracht. Vanavond namen ze hem plots terzijde en legden hem uit dat ze, om ons op Peter I te landen, US$1000 per piloot wilden. We beleggen een crisisvergadering en wegen de kansen af.<br />
"Drie piloten aan US$1000, dat is Bef 105.000", rekent Martin, onze bankier.<br />
"Ja, en wie zegt dat ze het hierbij zullen laten", voegt Wilber eraan toe, "morgen vragen ze misschien nog meer."<br />
"Of dan wil de kok geld om ons eten te geven", grapt Tony."Lach niet, bij de landing hebben we nog meer bemanningsleden nodig, die ons moeten helpen bij het laden van de cargo, het uitladen van de kratten op het eiland... Dat zal ons een fortuin kosten..", beaamt Ralph, met een grimmige plooi op zijn voorhoofd.<br />
"Maar we mogen niet vergeten dat we erg afhankelijk zijn van de piloten", mompelt Terry, "als we bij het eiland komen, en de piloten beweren dat het weer niet goed genoeg is om te landen, dan staan we daar... Wie zal het tegendeel beweren?"<br />
"Inderdaad, en we krijgen blijkbaar maar één dag om te landen. Slecht weer tijdens die dag, en we kunnen er een kruisje over maken...", bevestig ik.<br />
Ralph roept Darrel, de coördinator van Quark, onze chartermaatschappij, erbij en legt de situatie uit.<br />
"No way", zegt Darrel beslist, "Quark heeft de kapitein en de piloten al betaald voor de landing. Jullie moeten niemand extra betalen."<br />
Einde van de discussie.<br />
<br />
<strong>26 januari</strong><br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/182/389570289_ef1607dc22_o.jpg"></a>'s Morgens bereiken we de South Shetlands en alle passagiers worden met zodiacs aan land<a href="http://farm1.static.flickr.com/182/389570289_ef1607dc22_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 194px; CURSOR: hand; HEIGHT: 117px" height="117" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/182/389570289_ef1607dc22_o.jpg" border="0" /></a> gezet voor een kort bezoekje aan Livingston eiland. De zeerobben liggen er te rusten, dampend in hun eigen uitwerpselen. Een kolonie kleine chinstrap pinguïns staan er in een groep bijeen. Dit is onze eerste landing op Antarctica. 's Namiddags landen we op <a href="http://farm1.static.flickr.com/138/389569401_d5ee184864_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 140px; CURSOR: hand; HEIGHT: 189px" height="324" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/138/389569401_d5ee184864_o.jpg" border="0" /></a>Bailey Head, Deception eiland. De Khlebnikov vaart binnen in de krater van een vulkaan en laat het anker vallen. Vroeger werd Deception gebruikt als thuishaven voor walvisvaarders. Ook de British Antarctic Survey had hier een basis. Na verschillende vulkaanuitbarstingen heeft men alles achtergelaten. Geroeste tien meter hoge silo's en oude houten barakken staan her en der verspreid op de zwarte lava grond. Naast een loods ligt zelfs nog een wrak van een vliegtuig. Nieuwsgierig kruipen we in de barakken. Het is duidelijk dat de bewoners in allerhaast zijn gevlucht. Het hout ligt nog in de kachel, een kist met steenkool ernaast. Verroeste conservenblikjes staan nog netjes op een rij in de voorraad kamer. Wildleven valt hier bijna niet meer te bespeuren. </div><p></p><p></p><div align="justify"></div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/185/389570053_c91b921e8b_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">De volgende morgen is Cuverville eiland aan de beurt. We landen om zes uur in de morgen. Een g<a href="http://farm1.static.flickr.com/171/389570154_1f2818fa93_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 228px; CURSOR: hand; HEIGHT: 126px" height="126" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/171/389570154_1f2818fa93_o.jpg" border="0" /></a>rote kolonie gentoo pinguïns bevolkt de kust. Het is een adembenemend panorama: de wolken hangen laag over de bergen. De Khlebnikov verdwijnt in het niks met de massieve gletsjers op de achtergrond. Overal horen we het zachte roepen van de pinguïns. Een groepje wetenschappers heeft hier een zomerkamp opgezet. Ze bestuderen de invloed van mensen op pinguïns en ontleden de samenstelling van mossen en zeewieren. Tot onze verbazing<a href="http://farm1.static.flickr.com/145/389569920_47944a216c_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 139px; CURSOR: hand; HEIGHT: 181px" height="242" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/389569920_47944a216c_o.jpg" border="0" /></a> hebben ze ook een radioamateurstation bij zich. Ze gebruiken de roepnaam van de Britse basis op Faraday: "VP8FAR". Tot onze verbazing weet de radio-operator van onze komst. Hij had enige dagen voorheen contact met Neil op de Falklands en die vertelde hem van onze expeditie.<br />
Martin schudt het hoofd: "Hoe verlaten moeten die eilanden dan wel zijn, vooraleer er geen radioamateurs meer zitten? Overal waar jullie komen, hebben jullie blijkbaar vrienden."<br />
"Communicatie maakt vrienden, hé Martin. Je hebt veel kans dat, als op een eiland slechts één iemand woont, het een radioamateur is, haha", lachen we trots.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/123/389569759_8cbce09b58_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 228px; CURSOR: hand; HEIGHT: 126px" height="126" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/123/389569759_8cbce09b58_o.jpg" border="0" /></a>In de namiddag maken we onze eerste helikoptervlucht over Paradise Bay. Het is een grote inham omgeven door reusachtige gletsjers. En ik dacht in Alaska veel gletsjers gezien te hebben, maar overal waar je hier kijkt heb je grote ijsmuren die met veel geraas in de zee afbreken. Met de<a href="http://farm1.static.flickr.com/98/389568870_d92e2ec887_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 217px; CURSOR: hand" height="138" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/98/389568870_d92e2ec887_o.jpg" border="0" /></a> zodiacs varen we tussen de ijsschotsen. Het water is zo helder dat je zonder problemen tien meter diep kunt kijken. Een verveelde zeerob kijkt ons na vanop zijn slaapplaats. Een paar walvissen zwemmen met de zodiac mee. Ze worden aangetrokken door het geluid van de buitenboordmotor. Op de kust ligt een klein zomerkamp van de Argentijnen. Ook daar vinden we weer een radioamateurstation. De zender is defect, en Terry herstelt die <a href="http://farm1.static.flickr.com/162/389569601_820c6a99f1_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 211px; CURSOR: hand; HEIGHT: 138px" height="84" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/162/389569601_820c6a99f1_o.jpg" border="0" /></a>in een half uurtje tijd. En gelukkig dat die mensen waren! Ze vertellen dat deze basis ooit voltijds werd bemand. Zeven jaar geleden is de kampdokter tijdens de winter gek geworden. Door het gevoel van isolement, de constante nacht, de ijzige kou en de niet aflatende stormen sloegen zijn stoppen door. Het begon allemaal toen hij in de schoenen van de anderen begon te pissen. Daarna liep hij weken rond op handen en voeten. En ten slotte heeft hij het ganse kamp in de fik gestoken. Sindsdien probeert men het kamp opnieuw op te trekken. Volgens mij hebben ze er niet veel haast bij, ze zijn zelfs nog niet klaar met het ruimen van het puin...<br />
</p><div align="justify"></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/19-peter-i-eindelijk.html">Hoofdstuk 19: Peter I - Eindelijk!</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-5978453797058594412007-02-03T19:43:00.001+01:002010-04-25T23:56:59.601+01:0017. De Falklands<strong></strong><br />
<div align="justify"><strong>Thuis, 13 januari 1994, 4 uur in de morgen</strong><br />
Ik heb maar twee uurtjes geslapen, denk ik. Tine heeft ook moeite om op te staan... Rustig, bijna gelaten maken we ons klaar en laden alle bagage in de wagen: twee valiezen met kleren, kabels en antennedraden, drie grote stoffen zakken met zenders, boeken, video- en audiotapes, een antenne in een grote kartonnen doos en drie stukken handbagage. Tezamen een 150 kg, denk ik.<br />
Martin staat ons op te wachten in de luchthaven. Martin is de tweede Belg in ons team. Hij is <a href="http://farm1.static.flickr.com/142/389495671_ca630eedc7_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 214px; CURSOR: hand; HEIGHT: 133px" height="133" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/142/389495671_ca630eedc7_o.jpg" border="0" /></a>een bankier die er altijd van droomde om ooit eens met een expeditie naar Antarctica te trekken. Hij is de enige niet-radioamateur in de groep. Hij zal onze kampkok worden.<br />
De vertrekhal ligt er nog verlaten bij. De hostess aan de balie trekt een raar gezicht als ze ons met de berg bagage ziet afkomen. Gelukkig heeft ze gisteren ons interview op de radio gehoord, en rekent ons niks aan voor het extra gewicht.<br />
"Dag wijfke, tot binnen een tweetal maanden", fluister ik Tine in het oor, terwijl we afscheid nemen.<br />
"Dag ventje, geen domme dingen doen hé"<br />
<br />
Met een zucht zien we Zaventem onder ons uit verdwijnen. Na zes maanden voorbereiding zijn we eindelijk op weg naar onze derde expeditie. Dit zal onze grootste uitdaging worden.<br />
"Nu is er geen weg meer terug, volle snelheid vooruit, kapitein", lacht Martin.<br />
In Londen wachten Bren en Ruth ons op. Dit koppel hielp ons aan ticketten voor het militaire vliegtuig naar de Falklands en ze zorgden ervoor dat een gedeelte van ons materiaal veilig en wel door de Engelse douane werd geloodst. We laden alle materiaal in twee wagens en rijden naar Terminal 3, waar Ralph, de expeditieleider, moet toekomen. Omdat er op het militair vliegtuig niet genoeg plaats was, hebben we de groep moeten opsplitsen. Ralph, Martin en ik zullen een week vroeger als de rest van de groep naar de Falklands vliegen.<br />
Ralph komt glunderend uit de terminal. Ook hij heeft een berg bagage mee. We omhelzen mekaar als vrienden die elkaar al in eeuwen niet meer gezien hebben. De ganse groep rijdt naar het huis van Bren en Ruth. Bren is een gekende uitgever van een radioamateurtijdschrift dat zich vooral specialiseert in het publiceren van nieuws over expedities als de onze.<br />
Het is een komen en gaan van radioamateurs. Tussendoor kijken we naar videotapes van de voorbij expedities. Martin volgt de conversatie aandachtig. Radioamateurisme is een totaal ongekend terrein voor hem. En dan komt hij ineens terecht in een groepje fanatici als wij.<br />
"En wat is dat dan, 'DX'", vraagt hij.<br />
"DX staat voor lange afstandsradioverbindingen. Het wordt ook gebruikt als synoniem voor moeilijke verbindingen of radiocontacten met zeldzame landen".<br />
"Dan zal een verbinding met Peter I wel DX zijn?"<br />
"Ja, Peter I is wereldwijd het meest gegeerde land bij de radioamateurs!"<br />
"En wat is propagatie dan?"<br />
"De manier waarop de radiogolven zich voortplanten in de atmosfeer.""?!?!"<br />
"De gigantische ontploffingen op de zon die ons licht en warmte geven, zenden ook magnetische en radioactieve straling uit. Hoe meer ontploffingen - die als donkere vlekken op de zon worden gezien - hoe meer stralingsdeeltjes worden uitgezonden. Die straling laadt kleine ion-deeltjes in de atmosfeer op. Hoe hoger die oplading, hoe beter de voortplanting van de radiogolven."<br />
"Stop, genoeg, genoeg", kreunt Martin grappend, "geef mij een schort en de keukentent op het eiland. Doen jullie maar het moeilijke werk."<br />
"Bah, tegen het einde van de expeditie ben je een expert", lachen we allemaal.<br />
<br />
's Avonds rijden we naar het militair vliegveld bij Brize Norton. Ralph en ik wachten in spanning af wat de man aan de balie zal zeggen over onze berg bagage. Volgens onze ticketten mogen we 60 kg per persoon meenemen. Als er extra ruimte op het vliegtuig over is, kunnen we meer<a href="http://farm1.static.flickr.com/125/389537427_a96e23b48d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 273px; CURSOR: hand" height="180" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/125/389537427_a96e23b48d_o.jpg" border="0" /></a> inchecken. Maar dan moeten we wel 600 fr. per kg bijbetalen. 600 fr. per kg! Ralph en ik hebben minstens 150 kg elk. Tony heeft ons vanuit de States nog drie versterkers opgestuurd, die we ook moeten meenemen. Nog eens 100 kg. Dat zou wel eens een dure grap kunnen worden.<br />
Onze vlucht vertrekt pas rond middernacht, en we staan vol spanning in de rij te wachten. Ralph kijkt vooringenomen om de vijf minuten op zijn uurwerk.<br />
"Militairen krijgen voorrang op de vlucht", mompelt hij, "als er plaats tekort is, moeten we wijken!"<br />
We duwen Martin voor ons uit, en hij checkt het eerst in. De officier aan de balie kijkt goedkeurend naar Martins drie kleine zakjes bagage.<br />
"Mogen we wat meer bagage meegeven met hem?", vraag ik over zijn schouder.<br />
De man knikt en zonder op te kijken stapelen Ralph en ik de ene doos na de andere bovenop elkaar. De wankele toren is zo hoog dat de militair ietwat verbijsterd langs de pakken heen moet kijken om ons te zien. Maar hij zegt niks.<br />
Ralph checkt in, en ook hij krijgt er al zijn bagage door. Als ik mijn ticket en paspoort aan de militair geef, vraagt die:<br />
"Heb je geen geldige papieren?"<br />
"Hoezo?"<br />
"Uw naam komt niet op de passagierslijst voor."<br />
"Nou, ik heb een ticket. Misschien is de naam misspeld?!"<br />
De man schudt zijn hoofd, hij tokkelt wat op de computer, maar kan met niks opkomen dat op 'Casier' gelijkt.<br />
"Kijk misschien eens naar alles wat met 'CA' begint"<br />
"Mmmm, Peter 'Cafler' uit België, zou dat het kunnen zijn?"<br />
"Jajaja, dat is het, ik herinner me dat we inderdaad een probleem hadden toen we de ticketten bestelden", probeer ik zo overtuigend mogelijk.<br />
"Nou, Cafler zal het dan zijn", antwoordt hij, en geeft mijn instapkaart.<br />
"Oef", knipoog ik naar Ralph.<br />
<br />
Een paar minuten later wordt 'Mister Cafler' omgeroepen. Ik moet naar de balie terugkeren."Dit gaat mis", denk ik nog."Mister Cafler? Kunt U eventjes meekomen, er is iets mis met uw bagage."<br />
In een kamer achter de balie staan onze valiezen, zakken en dozen op een rijtje.<br />
"Kunt U deze pakken openen, a.u.b., we krijgen allerlei verdachte dingen te zien op de Xray-machine."<br />
Ik heb dit spelletje al meerdere keren gespeeld. Uiterst behulpzaam en zorgvuldig maak ik de eerste valies open. Het is toegesjord met vier spanbanden die maar moeilijk loskomen. Na een halfuur toon ik uitgebreid alle apparatuur.<br />
"Een zender, een morse sleutel, drie stukken coax, vier lengtes antennedraad, vijf..."<br />
"OK, U mag de koffer weer dichtmaken.", antwoordt de officier ietwat zenuwachtig. De tijd begint de dringen, we moeten inschepen.<br />
"Wilt U dat ik de andere koffers ook openmaak?"<br />
"Nee, nee, het is goed, U kunt gaan"<br />
"Bingo, de truuk is weer eens gelukt", denk ik bij mezelf.<br />
<br />
Rond middernacht stijgen we op. Met een zucht glijdt alle spanning van de laatste uren van ons af. We zien de lichtjes van de militaire basis 'Brize Norton' onder ons verdwijnen en langzaam klimmen we door het wolkendek.<br />
"We hebben het voor mekaar, jongens", knikt Ralph ons toe, "nu kan er niks meer verkeerd gaan".<br />
"Nou, niks... de zes andere expeditieleden kunnen nog hun vliegtuig missen, of niet al hun bagage op het vliegtuig krijgen", probeer ik.<br />
"Of de Khlebnikov komt niet op tijd toe", helpt Martin.<br />
"Ik denk dat het meest reële probleem nog zal zijn om op het eiland te landen", mompelt Ralph. Sinds maanden al, spreken we niet meer over 'Peter I', maar over 'het eiland'.<br />
"Mmm, stel je voor. Het is mistig en we kunnen niet landen. Of een felle storm, en de helikopters geraken niet in de lucht."<br />
"Of de Fedorov, ons pick-up schip komt veel te vroeg aan."<br />
"Oké, oké, ik geef toe, er kan nog van alles verkeerd gaan, maar laat ons de uitdagingen één voor één aanpakken", lacht Ralph terwijl hij de handen afwerend voor zich houdt.<br />
"Juist, laten we maar eens beginnen met een paar duizend radiocontacten vanop de Falklands, daarna zien we wel!".<br />
<br />
De Tristar van de Royal Air Force heeft meer weg van een burgervliegtuig dan van een militair <a href="http://farm1.static.flickr.com/180/389532869_d381998227_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 159px; CURSOR: hand; HEIGHT: 192px" height="271" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/180/389532869_d381998227_o.jpg" border="0" /></a>toestel. Het enige merkbare verschil is dat de hostessen een militair uniform dragen. Voor de rest lijkt het alsof we op een gewoon lijnvliegtuig zitten. De 13.500 km naar de Falklands wordt eventjes onderbroken door een tussenstop op Ascension eiland, in het midden van de Atlantische Oceaan.<br />
</div><div align="justify">Dit vulkanisch eiland staat vol gesofistikeerde radarinstallaties en zenders van het Franse, Engelse en Amerikaanse leger. We mogen een<a href="http://farm1.static.flickr.com/188/389532827_a8d13b5f91_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 205px; CURSOR: hand" height="124" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/389532827_a8d13b5f91_o.jpg" border="0" /></a> kwartiertje uit het vliegtuig. Alhoewel het pas 9 uur in de morgen is, slaat de hitte ons om de oren. Het doet me denken op het moment dat we op Christmas eiland landden, tijdens de Howland trip. Het is raar dat ik tijdens alle opwinding van de laatste dagen zo veel op Howland en de Pacific heb lopen denken. Jim, een lokale radioamateur, komt ons een goeie reis wensen. Hij wil ons graag een stukje van het eiland laten zien, maar helaas hebben we weinig tijd. Nog geen uur later stijgt het vliegtuig weer op.</div><div align="justify"><br />
Rond 16 uur zien we de eerste contouren van de Falklands naderen. Rollende heuvels, meertjes, de zee die gretig stukken land opvreet. Het stormt. Gelukkig is er een VIP van het leger aan boord, die kost wat kost wil landen, anders zouden we door vliegen naar Brazilië. Blijkbaar gebeurt dat voor één op de tien vluchten. Risico's worden hier niet genomen. Terwijl we over de landingsbaan van Mount Pleasant taxiën, zie ik een rijtje mensen die tegen de wind in, tevergeefs proberen bordjes in de lucht te houden. Er staan grote cijfers op: 9 8 9 8 9 9 9. Ralph vertelt me dat dit een traditie is: elke landing wordt beoordeeld op een schaal van 9. Onze landing is blijkbaar goed gelukt.</div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/180/389494373_6e8d44e50d_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">In de luchthaven krijgen we een briefing over de mijnvelden en de verschillende soorten mijnen. Blijkbaar hebben de Argentijnen na de oorlog hier het één en het ander achtergelaten... Buiten staan een paar radioamateurs ons op te wachten en we worden per jeep naar Port Stanley, de <a href="http://farm1.static.flickr.com/98/389496048_f0a93622bd_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 253px; CURSOR: hand; HEIGHT: 168px" height="168" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/98/389496048_f0a93622bd_o.jpg" border="0" /></a>'hoofdstad', vervoerd. Martin begint zich langzaam te realiseren welk 'netwerk' de radioamateurs eigenlijk wel hebben.<br />
"Of het nu Engeland, Ascension of de Falklands zijn, altijd staat er iemand klaar om jullie te helpen. Impressionant!"<br />
"Wacht maar, je hebt nog maar een klein stukje van het radioamateurisme gezien...", lachen Ralph en ik.<br />
We rijden anderhalf uur op de hoofdweg van de Falklands: een grindweg die Mount Pleasant met Stanley verbindt. Het regent en de wind rukt verwoed aan de Landrover. Peter, de chauffeur, is onze coördinator in de Falklands, en hij vertelt honderduit over de voorbereidingen. Maar ik heb er geen oor voor en tuur verstrooid uit het raam. De regen en de donkere wolken beklemtonen het ruwe en onherbergzame in het landschap. Vaal geel-groene heuvels, onderbroken door grote stukken naakte rots. Geen bomen, geen huizen, af en toe een kleine kudde schapen.</p><p align="justify">Na anderhalf uur rijden we Port Stanley binnen en worden Martin en ik afgezet bij Bob en Janet, ons gastgezin. Ralph verblijft ietsje verder bij Neil en Sue - allemaal radioamateurs natuurlijk-.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/135/389495368_0ed2729ce3_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 214px; CURSOR: hand; HEIGHT: 134px" height="134" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/389495368_0ed2729ce3_o.jpg" border="0" /></a>Bob en Janet zijn, zoals de meesten hier, geboren en getogen 'Kelpers', zoals de Falklanders zich noemen. 'Kelp' is de naam van een zeewier dat hier veelvuldig voorkomt. Bob is een kleine gezette veertiger met een gezonde roze blos op de wangen. Janet is een slanke aantrekkelijke dame. Beiden doen ze hun uiterste best om ons thuis te laten voelen. Naar aloude Engelse traditie zetten ze onmiddellijk thee voor ons en babbelen honderduit over de Falklands.<br />
<br />
De Falklands bestaan uit twee grote eilanden met talrijke, meestal onbewoonde eilandjes errond. Alhoewel de Falklands vijf keer zo groot als het Groothertogdom Luxemburg zijn, wonen er slechts 6000 mensen, waarvan 2400 in Port Stanley. De meesten zijn schaapboeren die geïsoleerd in kleine nederzettingen leven, soms uren rijden van Port Stanley vandaan. De meeste Falklanders zijn radioamateurs. De radio breekt hun gevoel van isolement en wordt voor alle mogelijke doeleinden gebruikt. Bob vertelt ons dat de kinderen 'in de kampen', de bijnaam voor de landelijke dorpjes, zelfs les krijgen via de radio. Na de oorlog kregen de Kelpers een extra duw om hun infrastructuur te verbeteren. Een uitgebreid telefoonnet werd aangelegd, grindwegen verbinden nu de meeste dorpen rond Stanley.<br />
Hoe klein hun gemeenschap ook mag zijn, toch is ze een mini-weerspiegeling van een moderne maatschappij: er zijn lokale besturen met burgemeesters, schepenen, rechters, een politiekorps en militairen. Er zijn allerlei dienstencentra, scholen, winkels, postkantoren, hotels, cafés en kerkgemeenschappen... Omdat de gemeenschap juist zo klein is, hebben sommige mensen meerdere functies: de rechter is ook de eigenaar van een winkel. De lokale militairen zijn ook loodgieter of timmerman.Alhoewel het isolement van de Falklands de Kelpers helemaal nie<a href="http://farm1.static.flickr.com/171/389495201_2e70350ed6_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 224px; CURSOR: hand; HEIGHT: 146px" height="157" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/171/389495201_2e70350ed6_o.jpg" border="0" /></a>t deert - integendeel, ze zijn er trots op - weegt dit toch door op hun dagelijks leven: Bijna alles moet ingevoerd worden, vanuit Chili of Engeland. Wil je een wagen bestellen, dan doe je dat uit een catalogus en moet je enkele maanden wachten tot die per schip uit Engeland toekomt. Hetzelfde geldt voor een gasfornuis, badkuip of betonmolen. Hoe gastvrij ze ook zijn, zuinigheid is een noodzakelijk kwaad voor de Falklanders. En dat geldt zeker voor het eten. Schapenvlees en de groenten die iedereen in zijn tuin kweekt, zijn het enige lokale voedsel. Al de rest wordt per boot aangevoerd. Op de Falklands hebben er nooit bomen gegroeid, dus appels, peren, pruimen zijn een luxe. Janet, onze gastvrouw, probeert wat aardbeien te kweken, met wisselend succes. Bessen zijn er wel overvloedig te vinden, voegt ze er opgeruimd aan toe. Optimisme en vriendelijkheid zijn wel één van de grootste kwaliteiten van de Kelpers!<br />
<br />
Port Stanley geeft niet het gevoel noch het uitzicht van een hoofdstad, maar lijkt eerder op een dorpje van oud-stenen huisjes en prefab woningen. De daken en muren hebben flatterende vaal groene, donkerbruin-rode of fel gele kleuren. De sfeer die van het dorp - sorry van de hoofdstad - uitstraalt, doet me denken aan Alaska. </p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/139/389494814_a519cd11a2_o.jpg" border="0" /> Port Stanley ligt op de flank van een heuvel die naar de haven uitrolt. De haven is niks meer als een langgerekte ondiepe zeetong die door een landengte van de open zee is afgesloten. Aan een drietal kades liggen kleine pilootbootjes die de vracht van de grotere schepen komen aan wal brengen. De wateren rond Port Stanley, en eigenlijk rond gans de Falklands zijn verradelijk en de bodem ligt dan ook bezaaid met honderden wrakken. <p align="justify">Vanuit Bobs living hebben we een adembenemend uitzicht op Port Stanley. De zon komt net tussen de wolken door glippen, tikt eventjes aan de veelkleurige daken, en speelt dan wat op het<a href="http://farm1.static.flickr.com/156/389495004_33f2907a0e_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 130px; CURSOR: hand; HEIGHT: 178px" height="310" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/156/389495004_33f2907a0e_o.jpg" border="0" /></a> water in de haven. In de verte zien we een aantal oude wrakken liggen. Schaduwen trekken over de heuvels in de verte. Het is je moeilijk voor te stellen dat deze idyllische omgeving, die zo uit een filmscène naar je toestapt, het decor vormde voor een bloederige en nutteloze oorlog -zijn alle oorlogen niet nutteloos?-, amper een tiental jaren geleden. Toen zaten Bob en Janet maandenlang opgesloten, tezamen met honderden anderen, in een soort concentratiekamp. Hun huizen werden geplunderd, tienduizenden landmijnen werden op de zachtglooiende velden gezaaid en Harrier jachtvliegtuigen vlogen laag over deze haven...<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/167/389495802_86a5ac92bc_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 123px; CURSOR: hand; HEIGHT: 165px" height="235" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/167/389495802_86a5ac92bc_o.jpg" border="0" /></a>"Nou, tijd om antennes te installeren, zeker?", onderbreekt Bob mijn dagdroom.<br />
"Bob, heb medelijden, we zijn hier nog maar een paar uur", veins ik.<br />
"Niks van, kom op, ge zijt hier niet op vakantie, hé?"<br />
Een uurtje later staat de eerste antenne op en maak ik de eerste radiocontacten. Ik hoor dat Ralph, van uit Neils station, ook al in de lucht zit.<br />
De volgende morgen, weeral een miezerige dag, het stormt en regent pijpenstelen, spannen we nog een draadantenne op en rijden we daarna tot bij Neil. Daar werken we met zijn allen om zijn antennepark wat uit te breiden, en tegen de avond is alles klaar.<br />
<br />
Als een week later de rest van het expeditieteam in Stanley toekomt, hebben we al 5000 radiocontacten in ons logboek staan. Voor het eerst zitten we met alle expeditieleden tezamen, in één van de weinige restaurants die Stanley rijk is. Ik observeer de anderen. Tony, die tezamen met Ralph en ik deze expeditie heeft georganiseerd is een veertiger uit Kentucky. Hij noemt zichzelf een 'hillbilly', een Amerikaanse boerenjongen. Zijn lang haar valt tot op zijn heupen, en hij heeft een stuurs en ietwat agressief uiterlijk. Tony werkt als elektronicus. Bob is een rijzige en rustige Californiër. Hij is een wetenschapper en werkt in een laboratorium waar hij zowel marine-biologisch onderzoek als research met laserapparatuur doet. Hij zal het natuurwetenschappelijk onderzoek op Peter I op zich nemen. Terry werkt in de researchafdeling van Hewlett-Packard in San Diego, Californië. Ook hij is een rustige vijftiger. Klein van gestalte, maar kwiek en altijd vol van energie. Hij zegt niet veel, maar weegt situaties af vooraleer een oordeel te vellen en tot actie over te gaan. Tony, Ralph en Terry waren de kerngroep van de South Sandwich expeditie, drie jaar geleden. Willy, onze Zwitser, werkt voor de overheid waar hij verantwoordelijk is voor de budgettering van het nationaal bosbeheer. Hij zegt niet veel en is wat moeilijk te doorgronden. Willy was in 1978 op Clipperton, de expeditie die door mijn Franse vriend Alain werd geleid. In 1989 zat hij op Bouvet, en vorig jaar nam hij nog deel aan de Palmyra en Kingman Reef expeditie, die vlak na ons Howland avontuur doorging. Hij heeft daar, tezamen met Pete, ook de martelingen van de Machias, onze Howland boot, doorstaan. Het wereldje van de radio-expedities is klein, bedenk ik me. Iedereen kent zowat iedereen. Bob Wilber, die door iedereen 'Wilber' wordt genoemd, komt uit Michigan en is een piloot. Hij vliegt machines naar alle kanten van de wereld. Na mij is hij de jongste van het gezelschap. Hij besteedt heel veel aandacht aan zijn uiterlijk, zijn kledij zit altijd goed, en tijdens de trip zal hij ons blijven verbazen door de massa kleren die hij meesleurt. En dan hebben we Luis, onze Mexicaan. Zonder twijfel de luidruchtigste van de groep. Zijn mond staat nooit stil, en altijd staat hij klaar om grappen of pogingen tot grappen te maken. Hij is een rijke architect die duidelijk gewoon is dat anderen naar hem luisteren en zonder tegenspreken zijn bevelen opvolgen. Martin bekijkt, net als ik, het groepje vanop een afstand. Dit is zijn eerste expeditie, en voelt zich nog niet helemaal thuis in het wereldje van de radioamateurs. Ralph, onze teamleider en rustige dokter uit Minnesota zegt niet veel en laat de luidruchtigheid van onze eerste kennismaking over zich heen trekken.<br />
<br />
Zonder dat ik er erg in heb, dwalen mijn gedachten weer af naar de Howland groep, onze eerste vergaderingen in het hotel op Waikiki Beach, de expertise en vakmanschap die er uit elk expeditielid straalde. Met een zucht moet ik toegeven dat ik dit gevoel bij deze groep niet heb. We hadden sowieso operatoren te kort en moesten iedereen aannemen die het aankon om 300.000 fr. neer te tellen, plus nog eens bijna 300.000 fr. persoonlijke onkosten, aan kledij, vliegtuigticketten, enzovoort. Daarbij moest elkeen nog eens twee maanden vakantie kunnen nemen...<br />
"We zien wel wat het geeft", denk ik. </p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/155/389495887_d2653d946c_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">De volgende dag klaart het weer klaart op en de temperatuur klimt zelfs boven de 20 graden. We hebben nog vier dagen voordat de Khlebnikov toekomt en besluiten een paar jeeps te huren en naar een kolonie koningspinguïns te rijden. Nou ja, rijden.. Het lijkt meer op een Camel Trophy rit. We rijden dwars door graslanden, langs verlaten oevers, door beken, heuvel op en heuvel af. Tijdens de <a href="http://farm1.static.flickr.com/131/389496192_28e0e485ce_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 177px; CURSOR: hand; HEIGHT: 225px" height="307" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/131/389496192_28e0e485ce_o.jpg" border="0" /></a>ganse dag komen we bijna geen mensen, of huizen tegen. Maar de koningspinguïns lonen de moeite. </p><p align="justify">Ik sta versteld van de betovering die deze fascinerende vogels uitstralen. Ze zijn zo'n veertig centimeter groot, hebben een sneeuwwitte borst en buik, met een schitterende geel-oranje vlek onder de kin. Hun rugveren zijn zilvergrijs met heel fijne zwarte patroontekening. De ogen zijn zo zwart dat je ze bijna niet opmerkt in de koolzwarte kop. Ze staan te balanceren op hun grote lederachtige poten, of lopen leuk-waggelend rond. Soms stuiten ze een luid nasaal getoeter uit, wat erg gelijkt op het geluid van keizerspinguïns, hun grotere broers. Steunend op hun poten, en verscholen in de huidplooien onderaan de buik houden ze hun eieren of jongen beschermd. De éénjarigen staan als reusa<a href="http://farm1.static.flickr.com/179/389494576_eeead5ba5c_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 207px; CURSOR: hand" height="149" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/389494576_eeead5ba5c_o.jpg" border="0" /></a>chtige donkerbruine pluche speelgoedbeesten tussen de volwassen dieren. We kruipen op onze buik naar de groep pinguïns toe. Ze verwelkomen ons met luid getoeter, de grote bek hoog in de lucht. De wonderen van de natuur blijven ons verbazen. We hebben met zijn allen zowat de meest onwaarschijnlijke hoekjes van de wereld bezocht, de meest vreemde en exotische dingen gezien. En hier liggen we nu, tussen een tweehonderdtal koningspinguïns op de Falklands. Ze staan tussen de schapen in een groen landschap, alsof iemand ze hier voor de grap heeft neergepland... Ik voel me bevoorrecht dit allemaal te kunnen meemaken.<br />
<br />
De dagen in de Falklands vliegen snel voorbij. Zowel Ralph, Tony en ik ergeren ons een beetje aan de anderen. Ze zijn duidelijk niet erg gemotiveerd om radiocontacten te maken. Ze slenteren liever wat door Stanley of hangen rond in het huisje waar ze logeren. Ralph stelt voor om eens met de ganse groep tezamen te zitten.<br />
Hij opent het gesprek op zijn typische diplomatische wijze:<br />
"Heren, we zijn hier op een missie. Een groepsmissie. Individuele belangen spelen hier geen rol, enkel het belang van de groep. Om het doel en het mechanisme van onze expeditie duidelijk te maken, krijg je allemaal een handboekje, met alle mogelijke details. Dit boek is bindend. Het bevat de grondregels van onze expeditie.", zegt hij met een bevende stem. Ik ken hem genoeg om te voelen dat hij wat geërgerd is.<br />
"Morgen komt de Khlebnikov toe", vervolgt Ralph, "als je voelt dat je deze expeditie niet aan kunt, of je niet aan de regels in het handboek kunt houden, dan is nu het moment om eruit te stappen."<br />
Niemand geeft blijk om nu op te geven, ik kan ze geen ongelijk geven.<br />
"Ik heb iedereen wat geobserveerd de laatste dagen", neem ik over, "en heb jullie ook op de radio horen opereren. Laat me rechtuit zijn: ik denk dat we op deze trip problemen zullen hebben. Ik vermoed dat enkelen onder ons de gevaren en de fysische uitdagingen op het eiland onderschatten. Ik weet dat anderen dan weer hun instelling ten opzichte van het bedienen van de zenders zullen moeten veranderen."<br />
Er beginnen zich enkelen ongemakkelijk te voelen.<br />
Een luidruchtige discussie barst los, die pas na een paar uur bedaard. Iedereen heeft zijn zegje kunnen doen, en ik heb het gevoel dat er een spanning weggevallen is.<br />
<br />
<span style="font-size:78%;">Bron foto's Mysterra Magazine (Ascension), RAF (Tristar plane)</span></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/18-antarctica-het-witte-continent.html">Hoofdstuk 18: Antarctica, het witte continent</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-89564081454140375082007-02-03T19:41:00.004+01:002010-04-25T23:53:52.167+01:0016. Witte nachten in Rusland<div align="justify"><strong>16 december 1993</strong><br />
De wekker. Half vijf in de morgen. Aaaagh, ik ben geen ochtendmens...<br />
Het is een miezerig weertje: wind, regen, koud.<br />
De vertrekhal van de Antwerpse luchthaven ligt er verlaten bij. De hostess aan de balie is zo druk aan het kletsen tegen de poetsvrouw dat ze me vergeet 250 fr. luchthaventaks aan te rekenen. En ik ben nog zo slaapdronken dat ik vergeet een plaats aan het venster te vragen.<br />
<br />
Een paar uur later landen we in Sint Petersburg. De trap om uit het vliegtuig te stappen is spekglad. Ik had beter moeten weten, schoenen met leren zolen bij dit weer... Een lesje voor de volgende keer.<br />
Voor ik er erg in heb, ben ik door de paspoortcontrole en douane en ik sta op straat. Alles ligt onder een laagje sneeuw. Donkere figuren in dikke jassen met een vellen muts op het hoofd, lopen rond. De lucht is grijs en zwaar.<br />
De taxichauffeur stuurt zijn een ouwe Mercedes behendig over de gladde weg. Op de baan staan drie wagens die tegen elkaar geslipt zijn. Er is geen kat te zien, de wagens zijn leeg.<br />
We rijden op een brede laan. Links en rechts grote lege velden onder de sneeuw. Muziek van Tchaikowski speelt in mijn hoofd. Naast de typische Volgas en Ladas zie ik ook Japanse en West-Europese wagens rondrijden. De meesten zullen wel tweede- of derdehands zijn. Sommigen hebben zelfs nog een "D" of "NL" sticker er achteraan op kleven. Misschien is dat wel een statussymbool, rondrijden met een "D" sticker achteraan. "10% meerprijs bij de aankoop van een wagen met een 'D' erop". Oost-Europa, het land van de opportuniteiten. </div><div align="justify"><br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/177/389450761_c52fafb8cc_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">De brede lanen, standbeelden, grote parken, gestrande wagens langs de kant van de weg. Het doet me denken aan onze vakantie in Bulgarije, net voor de oostblok-revolutie. We rijden de voorstad in. Grijze statische huizen. De winkels kun je enkel herkennen aan de rij wachtende mensen ervoor, er is verders niks aantrekkelijks aan de handelspanden. Maar er komt verandering in. Op enorme plakkaten langs de weg waar vroeger grote communistische slogans stonden geschilderd, prijken nu reclameborden van BMW, Alcatel en Sint Petersburg bank.<br />
<br />
Het hotel ziet er nogal communistisch bombastisch uit. "Moskva Hotel", wijst de chauffeur.<br />
De kamer ziet er sober uit maar het hotelpersoneel is vriendelijk en behulpzaam. Alle lampen, de telefoon en de tv werken.<br />
Ik bel Mr. Lukin op en maak een afspraak voor 10 uur de volgende morgen. Hij klinkt niet erg verheugd mij te horen. We zien wel... Ik bel Jukka op, hij is nog in Finland, maar komt morgen misschien terug. Ik vraag zijn thuisadres. Zijn secretaresse ratelt een naam, maar zelfs als ze het tergend langzaam uitspreekt, slaag ik er nog niet in om iets fonetisch op te schrijven. Spellen in het Engels geeft aanleiding tot wederzijds gelach.<br />
"Z als in...", aarzelt ze<br />
"Zulu", probeer ik.<br />
"Wat?"<br />
"Zulu""Versta ik niet"<br />
"Zanzibar"<br />
"Wat?"<br />
Enfin, de straatnaam blijkt 'Koznetsovskaya' te zijn. Het duurt me een halfuur tegen dat ik het verstaan heb.<br />
<br />
De bar van het hotel is leeg. In het restaurant zitten een paar groepjes mensen te eten, amper genoeg om wat lawaai in de grote ruimte te produceren. Een kelner, die zijn best doet om het mij naar mijn zin te maken, laat me zitten aan een ronde tafel voor acht personen, aan de rand van een danspiste.<br />
"U wilt eten, mijnheer?"<br />
"Graag"<br />
"Hoe betaalt U?"<br />
"Met sigaretten", denk ik kwaardaardig, maar antwoord "Dollars."<br />
"We geven een koude entree, een warme schotel en een dessert, is dat oké?"<br />
Ik knik.<br />
Wat de brochure in de kamer aanprijst als "uitgelezen gerechten uit de Russische en Europese keuken", blijkt als voorgerecht een paar plakjes salami, kaas en hesp te zijn. De hoofdschotel is een stukje vlees van onbepaalde herkomst, sla, rijst en bijna rauwe frieten.<br />
Maar ik klaag niet. In België zouden ze die schotel zo terug krijgen, maar ik ben er zeker van dat hun keuken hier niks beter te bieden heeft. Zelfs niet voor dollars... Trouwens, ik ben uitgehongerd.<br />
<br />
<strong>17 december</strong><br />
Ik kom vijftien minuten te laat op mijn afspraak in het Russisch Arctisch en Antarctisch instituut. De taxichauffeur reed verloren en moest drie maal de weg vragen. Valery Lukin staat me op te wachten aan de receptie. Hij is een late veertiger, net pak, baard en geeft me een vriendelijke stevige hand. Hij spreekt goed Engels met een Russisch accent. Zijn bureau is ruim, er hangen twee levensgrote kaarten van Antarctica aan de muur. Een computer zonder toetsenbord staat op een klein tafeltje. Op de kleurentelevisie in de hoek kleeft de reclamesticker 'It's a Sony' nog op het scherm. Zijn werktafel ligt bezaaid met papieren.<br />
"Russische bureaucratie", lacht hij verontschuldigend, als hij mijn blik volgt.<br />
Ik stel onze expeditie voor, benadruk het wetenschappelijke doel en de wereldwijde vizibiliteit. Valery - we tutoyeren mekaar - heeft weinig informatie over Peter I. Ik geef hem een foto van het eiland en een gedetailleerde kaart waarop ik de plaats van het kamp aanduid. We worden regelmatig onderbroken door telefoontjes en om de haverklap komt zijn secretaresse aandraven met papieren. </p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/143/389458555_43697744e3_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">Valery toont me een paar foto's van de Akademik Fedorov, ons beruchte pick-up schip. De Fedorov ziet er helemaal anders uit dan ik verwacht had. Het is het grootste Antarctisch onderzoeksschip die er op dit moment rondvaart. Op de Khlebnikov beweerde men het zusterschip van de Fedorov te zijn, maar dat blijkt helemaal zo niet te zijn. De Fedorov (spreek uit 'Fjidderof') heeft een langere voorsteven, met twee gigantische kranen. Op het helideck tronen twee Mil-8 vrachthelikopters die elk 3500 kg materiaal en tien mensen kunnen vervoeren. Het schip bevoorraadt verscheidene Zuidpoolbasissen en vervoert expeditieleden van en naar onderzoekscentra.<br />
Het ziet er indrukwekkend uit en mijn hart gaat sneller slaan.<br />
"De kosten om zo'n schip runnende te houden is US$27.000/dag", beweert Valery, "het heeft 80 bemanningsleden aan boord, dus je kunt wel denken dat we weinig ruimte voor onderhandelingen hebben."<br />
"Hoe bedoelt u? Financiële onderhandelingen", probeer ik vóórzichtjes en voel nattigheid.<br />
"Nee hoor, we hebben een nieuw voorstel aan Quark gedaan. Gisteren hebben we nog hun contactman aan de lijn gehad. Hij zat in Moermansk. We zijn overeengekomen dat een extra US$10.000 goed genoeg is voor onze extra kosten. Geen financieel probleem dus", lacht Valery.<br />
Ik begrijp geen jota wat 'extra kosten' betekenen, maar kan een zucht van verluchting niet onderdrukken.<br />
"Wat ik bedoel is, dat het schips tijdschema heel krap zit, en elke dag belangrijk is. Op 1 februari, wanneer jullie landen op Peter I, liggen wij voor de kust van Mc Murdo, de Amerikaanse basis. Van daaruit vertrekken we via Peter I en King George eiland naar Kaapstad."<br />
"Dus jullie kunnen ons niet later dan 12 Februari oppikken?"<br />
"Nee, maar meestal lopen we wel wat vertraging op, afhankelijk van de weersomstandigheden. Daarom wil ik graag dat de Khlebnikov bevestigt als jullie geland zijn, en dat jullie vanop het eiland dagelijks radiocontact met de Fedorov houden. Zo kun je de vorderingen van het schip volgen, en beter inschatten wanneer het op Peter I aankomt."<br />
"Hoeveel tijd hebben we voor de evacuatie van het eiland?"<br />
"Zes uur na aankomst bij het eiland gaat de eerste helikopter in de lucht. Binnen 24 uur moet het eiland geëvacueerd zijn."<br />
"Mmm, dat lijkt me best haalbaar", denk ik, "alhoewel de pick-up op 12 februari vreselijk vroeg lijkt. Dit betekent amper 12 dagen op het eiland. Twee dagen voor het opstellen en twee dagen voor het afbreken, dat laat ons nog zeven of acht dagen voor het eigenlijke radiowerk... Daarenboven zal de terugweg langer zijn als verwacht. Ten vroegste eind Februari komen we pas aan in Kaapstad. Veertien dagen op een schip in 's werelds ruwste wateren... Misschien kunnen we een vliegtuig charteren om ons op te pikken vanop King George, een eiland in het noorden van Antarctica.", denk ik. Allerlei gedachten vliegen door mijn hoofd.<br />
<br />
Als ik in de namiddag uit het gebouw stap voel ik alsof er een zware druk is verdwenen. Financieel lijkt alles rond te komen, we hebben de praktische problemen opgelost. Er rest ons enkel nog de vraag waar we van het schip zullen stappen...<br />
Vanuit het hotel bel ik naar Ralph:<br />
"Ralph, mijn vriend, alles is in orde! Let's go!"<br />
<br />
's Avonds heb ik Valery uitgenodigd voor een etentje in het Europa hotel. Op mijn kosten. Valery vertelt me over het leven in Rusland, de inflatie, de hoop, de teleurstellingen... Hij verdient US$85 per maand, dat is nog geen 3000 fr. En hij is de directeur van een groot onderzoeksinstituut, en beslist over boten die per stuk en per dag US$27.000 kosten.<br />
Wat weemoedig betaal ik de rekening van het restaurant: US$300 (10.000 fr.). Daar moet Valery bijna vier maanden voor werken...<br />
Buiten nemen we afscheid van mekaar. Ik geef hem nog een paar flessen goeie Franse wijn die ik meebracht. Het is maandag zijn verjaardag...<br />
"Drink het op JOUW gezondheid, en op een goede afloop van ONZE expeditie", lach ik.<br />
"Komt in orde, bedankt, Peter, het was een plezier zaken met je doen."<br />
Lichtvoetig wandel ik terug naar het hotel. Tchaikovsky speelt voluit in mijn hoofd. Het Zwanenmeer... In de bar van het hotel ("Valuta only" toont een bordje voor de ingang) geniet ik bij een whiskey nog na van het succes van mijn missie: 'We hebben het voor mekaar, jongejonge, we hebben het voor mekaar.' Wanneer een jongedame met opvallende korte rok en zware make-up vraagt of de stoel naast me bezet is, schud ik 'nee' en ga slapen.</p><p align="justify"><span style="font-size:78%;">Bron foto's: Peter Sobolev (St.Petersburg), AARI (Akademik Fedorov)</span></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/17-de-falklands.html">Hoofdstuk 17: De Falklands</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-85503726091553536572007-02-03T19:41:00.003+01:002010-04-25T23:52:38.137+01:0015. Problemen<div align="justify"><strong>13 November 1993</strong><br />
Fax van Ralph.<br />
"<br />
<em>Het loopt mis. Net bericht gekregen van Quark, onze charter maatschappij. Ze melden ons dat er problemen zijn met de Akademik Fedorov, het schip dat ons voor de terugreis zou oppikken van het eiland. De Fedorov wordt gerund door het Russisch Poolinstituut. Door de onzekere economisch situatie "kunnen ze ons vervoer niet garanderen".<br />
Wat doen we?<br />
a. Doorgaan: Bob Wilber, een Amerikaans teamlid, staat klaar om de resterende 10 ton expeditiemateriaal naar Montevideo in Uruguay te vervoeren, en daar aan boord van de Khlebnikov te laden. Als de Fedorov afzegt zullen we dit materiaal later moeten recupereren.<br />
b. Wachten op een groen licht van de Russen, het vervoer van de cargo uitstellen.<br />
c. Onze expeditie afzeggen.<br />
</em>"<br />
<br />
Ik antwoord:<br />
<em>"Optie a. Doorgaan."</em><br />
<br />
En door gaan we. Intussen is een tweede Belg, Martin Tosseyn, bij het team gekomen. Martin is geen radioamateur, maar zal de kampkok worden. De sponsoring gaat maar langzaam, toch krijgen we beetje bij beetje de nodige financiële steun bij mekaar. We blijven extra teamleden zoeken. We hebben nog maar acht van de tien radioamateurs gevonden.<br />
Ik contacteer een aantal poolinstituten op zoek naar alternatief vervoer. Zonder veel geluk echter. Allen antwoorden ze: "Peter I? Daar komt geen enkel schip langs. Je moet op zijn minst een ijsbreker met helikopters aan boord hebben. De enkele schepen die onder deze categorie vallen, opereren helemaal niet in de buurt van Peter I. Veel te afgelegen." Ze zeggen wel niet dat ze ons voor gek verklaren, maar het zit wel in de ondertoon van hun faxen. “Niemand komt ginder in de buurt. Te gevaarlijk, te afgelegen!”<br />
<br />
<strong>3 december 1993</strong><br />
Anderhalve maand voor ons gepland vertrek.<br />
Fax van Ralph:<br />
"<br />
<em>Peter, ik heb erg slecht nieuws.<br />
Quark heeft me net gebeld. De Fedorov kan ons niet oppikken. Quark heeft al twee weken hopeloos gezocht naar alternatief vervoer. Ze hebben uitstekende contacten in dit wereldje, maar tevergeefs.<br />
Onze kansen op slagen zijn nu uiterst klein.<br />
Als je vanuit Europa de situatie kunt verhelpen, dan is het nu het moment.<br />
Enkel jij en ik, de twee coördinatoren van deze expeditie weten van dit nieuws. Maak het nog niet publiek als je wilt.<br />
De contactpersoon van de maatschappij die de Fedorov runt is Dr.Valery Lukin. Hier volgen zijn coördinaten.<br />
Ik voel me teleurgesteld en ziek, Peter.<br />
</em>"<br />
<br />
Ik fax terug naar Ralph:<br />
"<br />
<em>Kop op, Ralph. Misschien zullen we binnen een paar maanden aan deze periode terugdenken als het moment 'toen dachten we eraan om de expeditie af te zeggen'...<br />
Ik ga verder om alternatief vervoer te zoeken in Europa. Zoek jij verder in de States en Zuid-Amerika.<br />
Desnoods kan de Khlebnikov me alleen op het eiland af zetten, zonder zeker te zijn wanneer we opgepikt worden, maar doorgaan doen we.<br />
</em>"<br />
<br />
Na tientallen faxen en telefoons wordt het duidelijk: Alternatief vervoer vinden we niet. Intussen houden we een paar persconferenties om de expeditie aan te kondigen. Het is met lood in de schoenen dat ik alle details aan de pers voorstel. Maar over ons probleem vertel ik niks. Het voelt aan alsof ik die mensen blaasjes aan het wijsmaken ben.<br />
<br />
Ook Ralph vindt geen enkel alternatief schip. Hij geeft ons nog een week om een ander schip te vinden, anders moeten we de expeditie af zeggen. Ik slaap en eet niet meer, ben doodop. Hier zitten we dan, vier weken voor ons vertrek, zonder transport van Peter I terug naar de bewoonde wereld. Nu nog de expeditie stoppen lijkt waanzin. In de nacht van 6 december zend ik Valery Lukin, onze 'Fax van de Laatste Hoop'. Ik ken Lukin niet, en weet dus niet waar deze man gevoelig voor is. Geld, wetenschap, medelijden? Alle troeven speel ik uit en vraag om een afspraak met hem in Sint Petersburg<br />
Intussen probeert Ghis, die me ook met de Clipperton expeditie hielp, contact te leggen met Jukka Heikinheimo, een gekende Finse radioamateur die in Sint Petersburg werkt. Ghis kent Jukka's broer goed, en vraagt om mij bij een eventuele vergadering met Lukin als tolk bij te staan.<br />
<br />
<strong>7 december</strong><br />
Ik kan niet langer wachten, en bel naar Valery Lukin. Enfin, ik probeer te bellen. Tussen de moeilijke verbindingen door, en na van links naar rechts gestuurd te worden, krijg ik eindelijk Lukin zelf aan de telefoon.<br />
"Aaah, Mr.Casier, ik heb goed nieuws voor U. Jukka Heikinheimo, heeft me gisteren gebeld. Jukka is erg gekend hier in Sint Petersburg. Hij en ik hebben de zaak doorgepraat, en ik zie in hoe belangrijk Uw expeditie wel is. We hebben besloten Uw expeditieteam op te pikken. Ik zend U vandaag nog een fax, en nodig U uit om op 17 december langs te komen."<br />
<br />
Ik kan mijn oren niet geloven. Jukka, die enkel onze tolk moest zijn, heeft zelf het initiatief genomen, en waarschijnlijk in een paar minuten het tij doen keren. Hoe is dit mogelijk geweest?<br />
Ik bel Ralph op. In Minnesota moet het zes uur in de morgen zijn. Ralph lag blijkbaar nog te slapen.<br />
"Ralph, we are back in business! De Russen hebben toegezegd!"<br />
<br />
Ik moet al mijn diplomatische gaven aanwenden om in één week tijd een visum voor Rusland en een ticket naar Sint Petersburg te pakken krijgen. </div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/16-witte-nachten-in-rusland.html">Hoofdstuk 16: Witte nachten in Rusland</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-12302055284690791422007-02-03T19:40:00.002+01:002010-04-25T23:51:01.983+01:0014. Het meest afgelegen eiland ter wereld.<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/148/389410508_7d5735fe80_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/148/389410508_7d5735fe80_o.jpg" border="0" /></a><br />
<div align="justify">Stel U voor: een eiland 500 km uit de kust Antarctica. Niks meer als een grote berg die loodrecht uit het pakijs verrijst. Op vijftienhonderd kilometer van de bewoonde wereld. Het meest afgelegen en geïsoleerde eiland ter wereld. Zo moeilijk te bereiken dat er al meer landingen op de maan als op dit eiland zijn geweest.<br />
Enkel te bereiken met een ijsbreker. Een veilige landing moet met helikopters gebeuren. Pas tijdens de laatste expeditie, in 1987, slaagde men erin om het in kaart te brengen. Ze hielden het er slechts anderhalve week uit. Sindsdien is er niemand nog in de buurt geweest. Dit eiland heet Peter I. </div><div align="justify"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 149px; CURSOR: hand; HEIGHT: 201px; TEXT-ALIGN: center" height="336" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/131/389409784_31d04f27f5_o.jpg" border="0" /> Peter I, op 68°50' zuid, 90°35' west, in de Bellingshausen zee, werd ontdekt op 20 januari 1821 door de Russische ontdekkingsreiziger Fabian Gottlieb Benjamin von Bellingshausen, aan boord van de Vostok. Hij gaf het de naam 'Peter I' ter ere van de befaamde Russische tsaar Peter de Grote. Alhoewel von Bellingshausen brandde van verlangen om er voet aan wal te zetten, liet het pakijs niet toe dichter dan 25 km te komen.<br />
Een eeuw lang werd het eiland niet meer gezien. Niemand durfde zich zo ver uit de Zuidpoolkust te verwijderen, en hun zeilboten het pakijs in te drijven. Als ze vastgeraken, kan de druk van de massieve ijsschotsen de boten vermorzelen, een gewisse dood voor alle opvarenden.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/131/389409916_5b2662b5e2_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/131/389409916_5b2662b5e2_o.jpg" border="0" /></a>De eersten die er in slaagden voet aan wal te zetten, waren de Noren Ola Olstad en Nils Larsen, met hun 'Norvegica'. Op 2 februari 1929 plantten ze er hun vlag, en eisten het eiland op voor Noorwegen, toen ijverig op zoek naar 'grondgebied op Antarctica'. Larsen maakte er nog een tweede landing, 28 jaar later.<br />
De eerste grote wetenschappelijke expeditie naar Peter I, moest wachten tot 1987. In die tijd vond de Noorse overheid het de hoogste tijd om haar 'rechten' op het eiland te laten gelden. De<a href="http://farm1.static.flickr.com/123/389410259_09b99ce3fd_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/123/389410259_09b99ce3fd_o.jpg" border="0" /></a> enige overtuigende manier was om er een expeditie naar te organiseren. Monica Kristensen, een knappe blonde onderzoekster uit Oslo, zou het wetenschappelijk team van het Noors Poolinstituut leiden. Ze was mede-eigenaar van het researchschip 'Aurora', die de pakijscondities aan kon. Een kleine helikopter aan boord zou een veilige landing op het eiland garanderen. Twee Noorse radioamateurs, kregen lucht van die plannen, en boodden aan om mee te gaan. Peter I geldt namelijk als apart land voor de radioamateurs, en er was een <a href="http://farm1.static.flickr.com/141/389410204_5f1ce1fba1_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/141/389410204_5f1ce1fba1_o.jpg" border="0" /></a>wereldwijde vraag naar radiocontacten vanop Peter I... Monica werd op het Zuidpoolcontinent afgezet. Ze wou met ski’s en poolhonden de geografische Zuidpool bereiken. Einar en Kare, de twee radioamateurs werden op Peter I gedropt, en maakten toen 17.000 radiocontacten terwijl de wetenschappers allerlei stalen namen, het wildleven inventariseerden en een meteorologisch station installeerden. Dit station gaf, enkele maanden na hun vertrek, de pijp aan Maarten. De temperaturen waren te extreem voor de instrumenten.<br />
<br />
Sinds deze expeditie van 1987 heeft geen mens Peter I nog gezien, laat staan erop geland. De vraag naar meer wetenschappelijke gegevens bleef stijgen. De honger naar radiocontacten van radioamateurs was niet gestild: Vanaf 1992 was Peter I het meest gegeerde 'radio-land' ter wereld. Maar niemand durfde de uitdaging aan. De kosten voor adequaat vervoer naar Peter I, de accommodatie op het eiland, en de fysische risico's verbonden aan zo'n expeditie schrokken iedereen af.... tot eind 1992 het gerucht de ronde deed dat een groep radioamateurs zich in alle stilte voorbereidden op een ambitieuze expeditie. Het moest de grootste Peter I expeditie aller tijden worden. Voor het eerst zouden 10 mensen met een cargo van ongeveer 18 ton materiaal op het eiland verblijven. Ze wilden langer op het eiland verblijven als alle vorige expedities samen. En, alsof dat nog niet genoeg was, zou het expeditieschip hen na de landing verlaten, het team achterlatend vijftienhonderd kilometer verwijderd van de bewoonde wereld, op het meest verlaten eiland ter wereld, Peter I.<br />
<br />
<strong>April 1993</strong><br />
Zou het kunnen dat ik verslaafd geraak aan verlaten eilanden, de uitdagingen, het leven op het randje van het mogelijke en onmogelijke, het gevaar, het geïsoleerd zijn? Het gevoel van Howland laat me niet meer los. Bijna elk weekend geef ik een dia- of videovoorstelling van de expeditie. En telkens weer krijg ik een krop in de keel bij het zien van die beelden. 'Ik wil weer weg', klinkt het alsmaar luider in mij.<br />
Zoeken naar een volgende uitdaging was niet moeilijk. Peter I leek me het einde.. IJsbreker, helikopter, tentjes in de oneindige sneeuwvlakte....<br />
Volgens de geruchten zou Tony DePrato, de leider van de 1992 expeditie naar de South Sandwich eilanden, en deel uitmaken van de Peter I groep. Ik schrijf hem een briefje: 'Na Howland en Clipperton heb ik nog maar één doel in het leven, Peter I. Kan ik mee?'<br />
Tony stuurt me een verwarde fax terug. Hij houdt me in het vage, maar vraagt toch mijn paspoort, voor de nodige visa... Welke visa? Ik heb geen visa nodig voor Peter I? Zijn fax springt van de hak op de tak en staat het vol van de spellingsfouten. Ik vraag me af of zo iemand erin zou slagen een complexe expeditie in mekaar te steken... Gelukkig vernoemt hij Ralph Fedor in Minnesota als expeditieleider.<br />
Fax naar Ralph: 'Heb maar één doel in het leven, Peter I. Mag ik...?'<br />
Ralphs antwoord is goed verwoord en ordelijk opgesteld. Hem zou ik als expeditieleider kunnen vertrouwen. Hij geeft me een overzicht van de stand van zaken, en belooft me een plaats in het team. Het zal een expeditie vol risico's worden. Het budget is 7 miljoen Bef. Elk expeditielid moet 350.000 fr. bijdragen, plus zijn persoonlijke onkosten, poolkledij, vliegtuigticketten... We vertrekken midden Januari '94, en zullen voor zes tot acht weken onder weg zijn. Een Russische ijsbreker pikt ons op in Port Stanley, de hoofdstad van de Falklands en brengt ons naar Peter I. De helikopters aan boord van het schip droppen ons op 1 februari, waarna de boot verder vaart. Een ander Russisch schip komt ons ongeveer twee weken later oppikken.<br />
<br />
Op het werk gaat het alsmaar slechter. Ik heb dagelijkse conflicten met mijn nieuwe baas, wat mijn leven tot een hel maakt. 's Nachts kan ik niet meer slapen en tijdens de dag loop ik rond op de topjes van mijn zenuwen. Dit kan niet meer verder zo. Tot overmaat van ramp krijg ik begin mei een niercrisis. 'Te veel calciumrijke drank gedronken? Voor een periode te weinig vocht opgenomen?', vraagt de dokter. Ik denk meteen aan de lange dagen met gebrek aan water en voedsel op Howland. Het heeft zijn tol geëist. Maar de periode in het ziekenhuis geeft me de tijd om alle dingen op een rijtje te zetten. De conclusie is simpel, er is maar één prioriteit: Peter I. Ik geef mijn job op, en fax naar Ralph:<br />
'Vanaf nu zal ik voltijds kunnen werken aan Peter I, de beuk erin'.<br />
<br />
<strong>Juni 1993<br />
</strong>Tezamen met Mark Demeuleneere, Marc de Brabandere en Tine richten we een v.z.w. op: 'Peter I, Antarctica Expedition 1994'. Met de v.z.w. als officiële organisatie benaderen we een honderdvijftigtal firma's met verzoeken tot sponsoring. Tevens bereiden we een uitgebreide public relations-aktie voor.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/183/389410130_b38d804d2d_m.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 136px; CURSOR: hand; HEIGHT: 131px" height="131" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/183/389410130_b38d804d2d_m.jpg" border="0" /></a>We faxen de meeste Belgische tv productiefirma’s af, op zoek naar een cameraploeg. Alle Europese poolinstituten krijgen een brief gestuurd met verzoek tot deelname in de expeditie. Op papier lijkt de strategie simpel: we moeten een multidisciplinair expeditieteam samenstellen. Dit gegeven, en het feit dat het doel een Zuidpooleiland is, zal tot de verbeelding van het publiek spreken. Dit garandeert een grote belangstelling van de pers. Hoe meer 'lawaai' in de pers, hoe gemakkelijker we sponsoring zullen krijgen...<br />
In de werkelijkheid loopt het niet zo'n vaart. Er zijn maar een handvol firma's geïnteresseerd om ons te steunen. Wetenschappers, tv-ploegen en fotografen hebben niet de financiële middelen om mee te gaan... Maar we blijven verder werken.<br />
</div><p align="justify"><br />
<strong>Augustus 1993<br />
</strong><a href="http://farm1.static.flickr.com/133/389409884_fb50a126cc_o.jpg"></a>Tine en ik bezoeken expeditieleider Ralph, in Minnesota. Ralph is een rustige maar toch <a href="http://farm1.static.flickr.com/184/389409982_37490b7726_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 139px; CURSOR: hand; HEIGHT: 170px" height="196" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/184/389409982_37490b7726_o.jpg" border="0" /></a>dynamische veertiger. Hij gelijkt een beetje op John Denver en straalt vertrouwen en eerlijkheid uit. We praten een ganse dag over de voorbereiding van de expeditie. Ralph toont me foto's van het eiland, en van de gecharterde ijsbreker. Peter I is ongeveer 20 km bij 10 km groot, en niks anders dan een 1700 m hoge berg, die langs drie zijden bijna loodrecht in zee valt. Een grote gletsjer bedekt de noorderzijde van het eiland, en loopt langzaam uit naar de zee, waar ze in grote stukken afbrokkelt. Ongeveer 500 m voor die steile afgrond willen we ons kamp opstellen, op een grote ijsvlakte. </p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 368px; CURSOR: hand; HEIGHT: 244px; TEXT-ALIGN: center" height="234" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/389409863_1c6c7de7e8_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">De boot die ons naar Peter I zal brengen, de 'Kapitan Khlebnikov' is bijna even impressionant. Oorspronkelijk werd ze gebruikt als ijsbreker in de zeeën van Noord-Siberië, maar twee jaar geleden werd ze omgebouwd tot een passagiersschip, die cruises maakt rond de noordpool en Antarctica. De chartermaatschappij heeft voor ons, en als attractie voor de toeristen aan boord, een landing op Peter I gepland. De Khlebnikov heeft twee middelgrote helikopters, van het type Mil-2, aan boord. Die zullen ons op de gletsjer droppen.<br />
<br />
<strong>Zaterdag 16 oktober 1993<br />
</strong>Tezamen met Arie, mijn spitsbroeder van Clipperton en Howland, maneuvreren we een grote bestelwagen tussen de rommel op de kades van Bremerhaven. Het is negen uur in de avond. De koude wind slaat de regen op de voorruit.<br />
'Waar had die man bij de douane ook weer gezegd dat de Khlebnikov lag? De derde kade links en dan?'<br />
'Mmmm, het moet hier bij het hekken rechts af zijn.'<br />
'Daar, rechts ligt een schip, dat zal het wezen'.<br />
'Polarstern staat er op de boeg.. Nee dat is het antarctisch onderzoeksschip van het Alfred Wegnerinstituut.'<br />
'Laat ons naar de volgende kade doorrijden'<br />
Ralph en Tony hebben in de States een tiental ton materiaal verzameld. Om vervoerskosten te sparen vroegen ze me om een tweede gedeelte in België in te kopen en in Bremerhaven aan boord van de Khlebnikov te laden. Het schip zou er een week blijven om een nieuw satelliettelefoonsysteem te installeren en een gedeelte van de kajuiten te vernieuwen. We hebben twee extra generatoren bij, flessen met propaangas, alle keukenmateriaal, tafels, stoelen, veldbedden, gereedschapskisten, piketten, jerrycans, dekens, olie, schoppen, ladders en sleetjes om materiaal te vervoeren... Het heeft ons drie weken werk gekost om alles bij mekaar te krijgen. Maar het geeft wel een kick na al het papierwerk eindelijk eens echt aan de expeditie werken. We gaan als eersten 'ons' schip zien.<br />
'Daar, achter dat hekken, dat moet het zijn!'<br />
<br />
</p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/178/389410184_f6fdbe42ce_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">En hoge donkere boeg met een lichtkleurig bovenbouw torent boven ons uit. 'Kapitan Khlebnikov - Vladivostok' staat er in Cyrillische letters op de zijkant geschilderd.<br />
We klimmen over een hekken en stappen de loopbrug op. Een man staat bovenaan op wacht. Ik verwacht stuurse Russische zeebonken, half dronken, die niks willen doen zonder harde cash.<br />
'Ik ben Peter Casier van de Peter I expeditie, en heb cargo mee', probeer ik.<br />
De man mompelt iets in het Russisch en vraagt te wachten.<br />
'Ik haal een officier', zegt hij in gebroken Engels.<br />
Een kleine man met baard komt naar ons toe, glimlacht vriendelijk en geeft ons een stevige hand.<br />
'Andrej, first mate', stelt hij zich voor.<br />
'Peter van de Peter I expeditie, aangenaam. Ik heb cargo mee', probeer ik weer.<br />
Andrej bekijkt me ongelovig en vraagt te wachten. Een paar minuten later komt hij terug.<br />
'De kapitein verwacht U in zijn cabine'.<br />
Er blijken twee kapiteins te zijn. Victor, een kleine Rus met vinnige blauwe ogen en blond haar en Peter, een grotere donkere man met een forse baard. Ze blijken om het jaar het bevel over het schip te voeren. Dit jaar is het Victors beurt.<br />
Ik probeer in simpel Engels uit te leggen wie we zijn en dat we graag onze cargo aan boord willen laden. Vladimir, de bootsman wordt erbij gehaald, hij zal vannacht plaats maken in het ruim en morgen kunnen we laden. Victor vraagt ons details over Peter I, de landingsmogelijkheden, de ijscondities... De helikopters blijken niet over cargonetten te beschikken en Victor wil dat we morgen met de helikopterpiloten tezamen zitten om uit te dokteren hoe we onze 18 ton materiaal veilig op het eiland kunnen landen.<br />
'Morgen om 9 uur laden we', herhalen ze nog eens als we afscheid nemen.<br />
<br />
De volgende morgen is de hemel strak blauw, de koude wind snijdt in ons gezicht.<br />
'Nogal een beetje een verschil, hé Arie, dit schip vergeleken met de Machias?', lach ik.<br />
De boot ziet er uit als een gigantische sleepboot. Een ietwat <a href="http://farm1.static.flickr.com/134/389410324_b5ae3d82ca_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/134/389410324_b5ae3d82ca_o.jpg" border="0" /></a>stompe, korte maar brede boeg en een lang laag achtersteven. De witgeschilderde centrale blok met de hutten en de brug erboven op torent veertig meter boven ons uit en contrasteert fel met de pikzwarte boeg. Met haar 133 bij 27 meter lijkt het alsof de Machias en de Spirit, de boten van onze vorige expedities, gemakkelijk naast elkaar in haar ruim kunnen verdwijnen...<br />
We rijden de bestelwagen langszij en Vladimir komt ons lachend tegemoet. Hij spreekt geen Engels maar geeft ons een vriendelijke hand. We laden de bestelwagen uit en de kratten worden met een cargonet in het ruim getakeld. Ik voel me duizend man sterk: 'Dit wordt een echte expeditie! De vorige waren kinderspel vergeleken met dit', denk ik terwijl de laatste krat de lucht in gaat. 'Peter I - TT-5' staat er in grote zwarte letters op geschilderd. Alle kratten hebben nummers. We weten exact in welke krat welk materiaal zit. Dat zal ons later bij het landen heel wat tijd besparen...<br />
Een jonge man met een baard en vriendelijke lachende ogen komt naar ons toe.<br />
'Sergej, eerste maat'<br />
'Crazy Peter, van de Peter I expeditie, aangenaam.'<br />
'Arie Nugteren', gorgelt Arie. Ik moet nog altijd lachen met zijn Hollandse 'g'.<br />
'Komen jullie mee naar mijn kajuit, je hebt wel wat koffie verdiend, vind ik', zegt Sergej.<br />
Terwijl we door de gangen lopen, merkt Arie op hoe goed het schip onderhouden is. En de bemanning is vriendelijk en attent. Geen norse halfdronken Russische zeebonken dus...<br />
Sergej geeft ons nog wat details over de boot. Hetgeen ons vooral interesseert is dat de Khlebnikov met zijn 22.000 pk door 3 meter dik ijs kan breken. Dat zullen we bij Peter I wel<a href="http://farm1.static.flickr.com/135/389410482_0e3ca715ac_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/389410482_0e3ca715ac_o.jpg" border="0" /></a> kunnen gebruiken! Hij leidt ons rond het schip. Ik kan mijn ogen niet geloven. Dit schip is enorm. Terwijl Sergej ons de fitnessroom, de sauna, het zwembad, de bar en het auditorium toont, denk ik terug aan de klamme 4 bij 4 m ruimte die we met tien mensen moesten delen aan boord van de Machias. De brug lijkt meer op een doorsnee danszaal.<br />
Tezamen met de helikopterpiloten stappen we op het helidek. Dit zijn de fameuze Mil-2 machines die ons binnen vier maanden op Peter I moeten landen. Erg groot zijn ze niet. De piloten vragen om onze kratten zo klein mogelijk te houden. Ze willen zoveel mogelijk vracht in de helikopter vervoeren, 500 kg per vlucht. Ik noteer de afmetingen van de deur en maak een plannetje van de binnenruimte.<br />
Na een stevige Russische 'Borsj', een groentesoep met kip en brood, nemen we afscheid van de Khlebnikov.<br />
'En Arie, wat denk je?', vraag ik.<br />
'Nou, deze keer verwacht ik geen problemen met de boot alleszins'<br />
'Geen spijt dat je niet meegaat naar Peter I?'<br />
Arie kan geen twee maanden verlof krijgen, en heeft beslist om deze expeditie over te slaan.<br />
'Zwijg, het begint te knagen. Maar ja, mijn besluit is genomen.'<br />
'Ja, Tine zal wat meer ongerust zijn, nu je niet mee komt om voor mij te zorgen.<br />
Thuis fax ik alle details door naar Ralph, en zend hem een paar foto's op. Hij is even enthousiast als ik. </p><div align="justify"></div><div align="justify"><span style="font-size:78%;"></span></div><div align="justify"><span style="font-size:78%;">Bronnen voor de foto's: Oliver Sesemann (Khlebnikov in port), </span><span style="font-size:78%;">1929 en 1987 expedities: LA DX Group, LA1EE and LA2GV (1929 en 1987 expedities), </span><span style="font-size:78%;">Trond Eiken en het Norwegian Polar Institute - NPI (luchtfoto Peter I)</span></div><div align="justify"><span style="font-size:78%;">Bron voor de kaart van Peter I: Wikipedia.</span></div><br />
<div align="justify"><span style="font-size:78%;"></span></div><div align="center">Hier nog enkele krantenartikels die voor mijn vertrek verschenen:</div><br />
<div align="justify"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/161/387042071_a192e48a4c_o.jpg" border="0" /> <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/151/387041865_4f208f7d92_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/156/387038874_3b866ddc83_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/170/387041562_880e20a70c_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/170/387039582_a2c76e4594_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/167/387040808_7b3547f0c6_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/165/387040243_7b378db570_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/126/387039179_8eadeed592_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/187/387040604_63169b6242_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/178/387040988_7cb127c8ea_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/153/387041345_607278a571_o.jpg" border="0" /><br />
<br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/15-problemen.html">Hoofdstuk 15: Problemen</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-17149096362132615272007-02-03T19:39:00.001+01:002010-04-25T23:47:14.088+01:0013. Tarawa, de bevrijding!<a href="http://farm1.static.flickr.com/147/384603125_0a74878564_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/147/384603125_0a74878564_o.jpg" border="0" /></a> <br />
<br />
<strong>Zaterdag 13 februari, 07 u 00</strong><br />
<br />
<div align="justify">Land in zicht. Tarawa, eindelijk! We voelen ons als drenkelingen die na maanden drijven op een stuk hout, eindelijk de bewoonde wereld terug zien. We varen langzaam de haven binnen. Alles lijkt zo onecht: andere boten, mensen, auto's. Het water ziet fel groen. Er is geen wolkje aan de hemel. Een groepje Kiribasken, zo noemen de bewoners zich, staat nieuwsgierig op de kade naar ons te kijken. Ze hebben een donkere huidskleur en de meesten dragen 'lava-lava's', wikkelrokken. Ze kwetteren luid door mekaar. Een zeilboot met 'vreemdelingen', dat blijkt iets buitengewoons te zijn. We moeten nog op de boot blijven tot de douane langs komt. We vragen aan de mensen op de kade wie een paar blikjes Cola en sigaretten voor ons wil kopen. Een jongen op een aftandse fiets steekt de <a href="http://farm1.static.flickr.com/139/386706708_abc54bd98e_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/139/386706708_abc54bd98e_o.jpg" border="0" /></a>hand in de lucht: "Ik, ik!". Na een half uurtje komt hij terug. Iedereen graait een koel blikje uit de zak en trekt het lipje open. Na vier weken water, in alle kleuren en geuren, smaakt de Cola als nooit voorheen.<br />
"Aaaaah, the real thing", smekt Walt luidop.<br />
"Eindelijk, daar heb ik nu eens weken op gewacht", lacht Phil.<br />
"Dit, en een sigaretje. Nu nog een douche en de wereld is perfect", zucht Paul terwijl hij met volle teugen aan zijn sigaret trekt.<br />
Een uur later komt de douane langs en mogen we van boord. Mote, onze contactman op Tarawa, komt ons groeten. Hij heeft een taxibusje en een vrachtwagen laten komen. We laden onze persoonlijke bagage uit de boot en leggen het op de kade. De Kiribasken volgen nauwlettend al onze bewegingen. Ze zien er vriendelijk uit en becommentariëren de boot en die 'vreemde toeristen'.<br />
Randy en ik blijven op de kade bij de bagage achter, terwijl de rest met het busje naar het hotel vertrekt. We hebben nog een paar blikjes 'Foster', Australisch bier, laten aanrukken en zetten ons op de rand van de kade. Alles voelt als in een droom, de verschrikkingen van de laatste dagen, het slavenwerk op Howland, de storm, alles lijkt zo ver weg. Het is alsof we in een andere wereld zijn verzeild geraakt, ontwaakt uit een nare droom.<br />
De vrachtwagen komt aanrijden en we leggen alle rugzakken op de open laadbak. Randy en ik gaan erbij zitten.<br />
"Naar het Otintaai Hotel asjeblieft", vragen we de chauffeur. Otintaai, 'Ooosjentaai' uitgesproken is het hotel waar Burt kamers voor ons had gereserveerd, vorige week. We weten niet of er nog plaats zal zijn, nu we een week te laat toekomen.<br />
We rijden de kade af. Joelende kinderen lopen achter de vrachtwagen. Een paar Kiribasken volgen ons op de fiets en wuiven naar ons.<br />
<br />
Tarawa is het hoofdeiland van West-Kiribati, en maakt deel uit van de Kiribati-republiek, net zoals Christmas-eiland, waar we met de Machias naar Howland zijn vertrokken. Kiribati is nog maar een vijftiental jaar onafhankelijk, en was vroeger een kolonie van Engeland en Nieuw-Zeeland. Tarawa heeft de vorm van een sikkel, met een grote lagune in het midden. De sikkel zelf is een smalle landstrook die soms maar een paar meter breed is. In de Tweede Wereldoorlog is hier een bloedige veldslag geleverd. De Japannezen hadden er een grote basis, verdedigd door duizenden soldaten en een gans batterij kanonnen. De Amerikanen wilden kost wat kost het eiland veroveren, om er een uitvalsbasis van te maken. Ze vielen het eiland aan met landingsboten die de lagune binnenvaarden, maar hadden het tij verkeerd berekend. In plaats van bij hoog tij aan te vallen, kwamen ze met duizenden de lagune binnengevaren bij kniehoog water. De boten bleven steken op het koraal, en de Japannezen bestookten ze van alle kanten. Het werd één van de bloedigste veldslagen in de Stille Zuidzee. Duizenden Amerikanen werden afgeslacht nog voor ze uit de landingsvaartuigen konden stappen. Men zegt dat het water in de lagune rood zag van het bloed, en dat de Amerikanen tussen de lijken van hun kameraden naar het land kropen. Daar werden de meesten door de talloze machinegeweren bestookt. Maar ja, je weet hoe dat gaat in de oorlog: 'ze' hebben beslist dat 'ze' het eiland willen innemen, en dat moet ook gebeuren. Orders zijn orders, hoeveel man je er ook bij mag verliezen. Uiteindelijk wonnen de 19.000 man sterke Amerikaanse mariniers het van de vijfduizend Japannezen. De helft van de Amerikanen sneuvelden. Van de Japannezen bleven er nog welgeteld 17 (zeventien!) over.<br />
<br />
Terwijl we over de aardeweg rijden, de hoofdweg die over de ganse sikkel van het eiland loopt, merken we nog weinig van het geweld. Integendeel, alles ziet er heel vredig en kalm uit. Het lijkt <a href="http://farm1.static.flickr.com/129/386706907_1d00e58cf6_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/129/386706907_1d00e58cf6_o.jpg" border="0" /></a>wel paradijs. Tussen de hoge kokosbomen staan hutten en primitieve gebouwtjes. Enkele busjes en motorfietsers rijden traag kriskras door mekaar. Moeders slenteren blootsvoets met kinderen aan de hand, langs de rand van de weg. Oudjes zitten, met een sigaret in de mond, bij mekaar in de schaduw van de palmbomen. Een donker varken sprint luid krijsend over de weg, achterna gezeten door een horde blaffende honden. Het varken raast door de hutten, over takken en tussen de mensen door, en verdwijnt in een kleine omheining. De honden blijven er aarzelend en kwispelend voor staan, terwijl een oudje met een palm in de hand er kijvend bij komt staan.<br />
Er zweeft een zoete lucht van gebak door de lucht. Hier en daar zien we kleine winkeltjes en een kerk. In het centrum staan wat modernere gebouwen, opgetrokken in steen. Alles ziet er netjes uit en straalt aantrekkingskracht uit.<br />
Randy en ik kijken onze ogen uit. Het is alsof dit een andere wereld is. Niet enkel omdat we nu uit één van 's werelds uithoeken komen, maar omdat het zo verschillend is van alles wat we ooit gezien hebben. Dit is geen westers land, het is geen België, of Colorado, of zelfs Hawaï. Het is geen Zuid-Amerika of Azië. Dit is Tarawa, dit is een klein Polynesisch eiland in het midden van de Stille Zuidzee!<br />
<br />
Bij het hotel staat Burt ons op te wachten als een moeder die naar haar kinderen uit kijkt. Hij voelt zich weer in zijn sas en zijn tweede natuur, zijn reisleiders-talent komt weer boven. "Er zijn geen kamers meer, maar er is wel een goede bar", lacht hij, "en ik trakteer jullie op een koel drankje en een uitgebreide lunch! Daarna gaan we naar een ander hotel."<br />
De Otintaai ziet er verrassend modern uit. Nou ja, modern.. ik bedoel, er is een koele receptieruimte, met fax en computers. De bar is gezellig en geeft uit op de lagune. Er staan lage zetels met dikke kussens rond de tafeltjes. De vensters zijn open geschoven, en een verfrissend briesje waait binnen. Buiten staan stoeltjes en tafels onder de palmbomen. Hier en daar zitten wat Nieuw-Zeelanders te eten. In hun typische klederdracht: een short, lange witte sokken en een wit hemd met korte mouwen. Ze bekijken ons van kop tot teen. Ik moet toegeven dat we er allesbehalve alledaags uit zien. We zijn bruingebrand, onze kleren hebben betere tijden meegemaakt, en we hebben ons al een hele tijd niet geschoren... Er blijft niet veel van mijn schoenen over.<br />
Maar dat drukt de stemming niet. We doen ons te goed aan koele drank en een uitgebreide maaltijd. Het smaakt voortreffelijk. Na een uurtje voel ik mijn ogen dichtvallen. Ik zou hier zo kunnen slapen... In de zachte kussens, met een windje in mijn gezicht, lekker gegeten, het geklots van de lagune op de achtergrond.., maar Burt roept iedereen naar de taxi's. We zoeken ons hotel op.<br />
<br />
Het 'Hotel Kiribati' ziet er ietsje meer bescheiden uit. Het is een groen-blauw gebouw met één verdieping. Onderaan is er een oude garage, en via de trap kom je in de bar. 'Bar' is veel gezegd, er staan een paar oude tafeltjes en stoelen van een verschillend formaat, en rond de toog zitten een paar jonge meisjes ons lachend aan te kijken. Als we binnenstappen en om kamers vragen, beginnen onder mekaar luid te kwetteren en te lachen. Met zijn dertienen - Kurt, Beth en Dave zijn ook mee - vullen we het ganse hotel. Ik deel een kamer met Arie. Er staat een dubbel bed, een tafeltje, een koelkast. De airconditioning ronkt zacht en het is er koel. In de badkamer is er een douche en een toilet.<br />
"Wat een luxe, het lijkt een droom", zucht Arie terwijl hij zijn zakken op de grond werpt en zich op het bed laat zakken, "eindelijk weer een echt bed".<br />
"En een echte douche met warm en koud water, airconditioning,.. wat kunnen we nog meer verlangen", lach ik en trek mijn kleren uit, neem mijn zeep uit mijn zak en ga onder de douche staan.<br />
Ik kan niet beschrijven hoe zo'n douche voelt, na vier weken op de Machias en Howland. 'Zalig' is op zijn minst een understatement. 'Hemels' komt er al ietsje dichter bij. Ik sta zeker een half uur onder het koele water. Het is alsof alle ellende van de laatste weken van me afspoelt. Ik voel me een ander mens, trek een short aan en val in slaap op bed. Als het paradijs bestaat, moet het zeker hier net om de hoek liggen!<br />
<br />
Als ik in de late namiddag de bar binnenstap, zitten Paul en Kurt op de barkrukken zich te goed te doen aan het lokale bier. Een vijftal inlandse meisjes staan in een hoekje luid te kwetteren en uitgelaten te lachen. Ze drinken met grote teugen van een kan met gegiste kokosmelk. Enkele van hen zijn blijkbaar al goed aangeschoten. Ik zet mij naast Paul en bestel een pilsje. Een aftandse taperecorder kweelt luide muziek. Het lijkt op een Kiribati versie van disco muziek. De cassette speelt vals en blijft regelmatig hangen.<br />
"Hello, ben jij ook Amerikaan", vraagt het meisje aan de bar. Ze is heeft het gitzwarte lange haar zoals de meeste vrouwen hier. Ze draagt een T-shirt met reclame van sigaretten en heeft een lava-lava rond haar mollige heupen gewikkeld.<br />
"Nee, ik kom uit België, maar ik behoor tot de groep van Amerikanen. Paul hier is een Fransman en Kurt komt uit Maui, Hawaï."België", mompelt ze peinzend. De anderen giechelen en sporen haar aan met luid geroep.<br />
"België, in Europa. Tussen Frankrijk, Engeland, Duitsland en Nederland."<br />
"Mmmm Duitsland. Mijn oom werkt in Duitsland", roept ze boven de muziek uit, "Het schijnt dat de vrouwen daar mooi zijn, maar niet goed zijn, hier", en ze wijst tussen haar benen. De anderen lachen luid, één van hen geeft de bandrecorder een tik.<br />
"Ik ben Joanna, maar dat is mijn christelijke naam", lacht ze.<br />
"Ik ben Peter".<br />
"Peter uit België, hé". Luid gegiechel. "Zin om mee te gaan dansen vanavond?"<br />
De anderen zwijgen, het is alsof ze allemaal op die vraag hebben gewacht.<br />
"Dansen?" - dansen is nu wel het verste van mijn gedacht, eindeloos slapen, dat wil ik - "Ik denk het niet, ik ben moe van de zeereis."<br />
"Kom, mee, de dansclub is open vanavond, het is zaterdag. Op zaterdag gaat iedereen dansen.""Ik denk het niet, ik ben moe, misschien willen de anderen wel."<br />
"Dansen, niks meer, enkel dansen.", probeert ze me te overtuigen. Ze zegt het op een toon alsof ze me eerst naar bed heeft gevraagd, en nu enkel maar met me wil dansen.<br />
"Ik ga wel mee met jullie.", zegt Kurt gewillig.<br />
Een donker slank meisje met haar tot op de heupen komt op blote voeten de bar binnen. Ook zij geeft de indruk dronken te zijn. Ze draagt een baby achteloos in haar armen.<br />
"Zij hier is mijn zus. Dit zijn allemaal mijn zussen. Ze hebben geen man, maar wel baby's. Zij..", Joanna wijst op het slanke meisje dat pas binnenkwam, "zij is nog maagd. Ze heet Kitty."<br />
<br />
De rest van de groep komt de bar binnen. Burt kijkt gereserveerd naar de meisjes. "Kom op, jongens we gaan eten naar de Ootintaai, de taxi wacht."<br />
Luid protest van de dames.<br />
"Ik kom vanavond terug", roept Kurt nog naar hen.<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/163/386706206_bba39b323c_o.jpg" border="0" />In het Ootintaai hotel wacht de rest van de bemanning van de boot op ons. Het restaurant zit vol. Het verbaast me er veel Westerlingen te zien. De meesten zijn Nieuw-Zeelanders en Australiërs, maar ik hoor ook Duits en Frans praten.<br />
We laten de schuimwijn rijkelijk vloeien en verwennen ons aan het lekkere eten. Een verfrissend briesje waait binnen. We hebben een fantastisch uitzicht op de lagune, waar de zon in fel rode en purperen tinten langzaam onder gaat. Een eenzame visser haalt zijn kreeftenvallen binnen. De palmbomen ritselen. De kelner komt me vragen of ik nog een ijsje als dessert lust. Het leven kan volmaakt zijn.<br />
<br />
"Radioamateurs zijn toch gekken, hé", lach ik tegen Arie als we de volgende morgen in Paul en Ians kamer draadantennes in mekaar zitten te knutselen, "We hebben nog twee dagen voor onze vlucht naar Hawaï en kunnen niet zonder radio."<br />
Ian heeft zijn zender en computer mee, Mike had van vooraf al een radioamateur-licentie voor Tarawa aangevraagd, en met zelfgemaakte draadantennes, zijn we klaar om 'in de lucht te gaan'. Het enige probleem is nog: hoe hangen we die draden op? We vragen de oude vrouw, die het hotel runt, of er iemand voor ons in de palmbomen kan kruipen. Ze antwoordt dat ze<a href="http://farm1.static.flickr.com/179/386706537_56f6dea0e7_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 149px; CURSOR: hand; HEIGHT: 231px" height="258" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/386706537_56f6dea0e7_o.jpg" border="0" /></a> toestemming zal vragen aan 'de eigenaar van de bomen'. Op Tarawa heeft iedereen zijn eigen bomen. Zo heeft elk zijn eigen oogst aan kokosnoten... De eigenaar zegt 'ja', en een jonge Kiribask kruipt behendig naar de top. Op de stammen zijn inkervingen, in de vorm van trapjes, gehakt. Als een handige aap, klautert de jongen naar boven en maakt de draden vast in de top. Randy en Bob geven hem instructies vanop de grond. Binnen het uur is alles klaar, en hokken we in één kamer bij de radio. De propagatie is voortreffelijk en voor we er erg in hebben, zitten we weer in het midden van een pile-up. Pete, van de Clipperton expeditie roept ons op, en vraagt naar mij. Ik neem de microfoon over.<br />
"Dag Pete, hoe gaat het me jou?""Prima, Jay en Charly zijn ook op deze frequentie, trouwens. Wat ik je vragen wou: Hoe viel de Machias mee?"<br />
"Wel, het schip scheen een goeie reputatie te hebben, maar daar hebben we niet veel van gemerkt. Het enige wat nog werkte, toen we hier op Tarawa toekwamen, was de motor." En ik vertel hem ons avontuur.<br />
"De reden waarom ik je dit vroeg, Peter, is omdat we de Machias gecharterd hebben om naar Kingman en Palmyra te varen."<br />
"Oh, zo je hebt jouw expeditie ook voor mekaar weten te krijgen in die korte tijd. Wanneer zou je vertrekken?"<br />
"We willen eind volgende week vanuit Hawaï naar Palmyra vertrekken."<br />
Capt'n Bill is net de kamer binnengekomen en schudt het hoofd: "Dat halen we nooit, ik moet ten minste drie weken hebben."<br />
"Wel, wij zijn een week later in Tarawa aangekomen, dus zal jullie vertrek ook wat later worden, waarschijnlijk. De kapitein heeft drie weken nodig om tot in Hawaï te varen, en wat herstellingen uit te voeren."<br />
"Nou we zien wel", antwoordt Pete, "komt wel goed."<br />
"OK, ik bel je nog wel als we in Hawaï toekomen, Pete, maar hou toch rekening met enige vertraging!"<br />
"Goed, Peter, we spreken er nog wel over, de groetjes aan de rest van de groep ginder!"<br />
Later zal blijken dat Pete en de rest van de expeditieleden een week op Hawaï zouden moeten wachten, tot de Machias Honolulu binnentufte. Ook op hun trip zou de boot zijn 'goede reputatie' niet waar kunnen maken...<br />
<br />
Onze problemen zijn nog niet helemaal van de baan. Er is maar één wekelijkse vlucht van Tarawa naar Hawaï. Er is een tussenlanding op Christmas Island, en dat is vijf uur vliegen. Om de risico's te beperken, wordt het aantal passagiers beperkt tot dertig, en wij zijn al met zijn twaalven, Beth en Dave inbegrepen. Daarenboven zijn we een week te laat, en twijfelen we eraan of Air Nauru onze tickets zomaar kan herboeken. We nemen de bus tot aan het dorp, een uurtje rijden. De 'bus' is een oude bestelwagen met twee rijen zeteltjes. Er is amper plaats, en iedereen zit dicht op mekaar. Om plaats te winnen, klapt er bij elke rij, een zeteltje uit, die de nauwe gang verspert. Telkens de bus stopt, staat iedereen die op het klapzeteltje zit, recht, en laat mensen door die willen uitstappen. Dat gebeurt telkens zonder mopperen, niettegenstaande de bus elke tweehonderd meter stopt. Er zijn geen echte bushaltes. Mensen staan langs de kant van de weg en steken de hand in de lucht. Als er nog plaats is, stopt de bus. Wil je ergens uitstappen, dan kun je dat maar, waar anderen instappen. De Kiribasken babbelen rustig met mekaar. Oude mannen met een donker gerimpeld gezicht, maken plaats voor vrouwen in lava-<a href="http://farm1.static.flickr.com/160/386707009_4d7158cc93_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/160/386707009_4d7158cc93_o.jpg" border="0" /></a>lavas met kinderen op de arm. Velen zitten ontspannen hun inheemse sigaretten te roken. Die licht bruine stokjes zijn ongeveer vijftien centimeter lang en ruiken lekker geparfumeerd. Het buitenblad is samengebonden met een gedroogd stukje fijn riet. Spijtig genoeg smaken ze niet zo goed als ze ruiken.<br />
We rijden langs kleine dorpjes en alleenstaande hutjes. Hier en daar spelen groepjes kinderen. Af en toe moet de bus bruusk remmen omdat een magere hond over de weg loopt, achterna gezeten door een naakte kleuter. De meeste Kiribasken slapen in hutten die op korte boomstronken, of op bakstenen muurtjes staan, en hebben een laag aflopend strodak. Meerdere families wonen tezamen. Elke hut heeft een 'verdiepje', een meter boven de grond, met een gat in het midden. Dit gat doet dienst als een fornuis, met een vuurtje eronder, op de grond. Het verdiepje is zowel keuken, woonplaats als slaapkamer. 's Nachts worden rieten matjes van het dak tot op de grond neergelaten. Kiribasken zijn een sociaal volkje, en leven meestal in een gemeenschap met hun ganse familie. De hutten rond een gemeenschapsplaats geschaard. Die ziet eruit als een groot rieten afdak. 's Avonds zit de ganse familie rond het vuur geschaard. Televisie kunnen de meesten hier niet ontvangen, maar vaak zitten of liggen ze lachend en kwetterend naar de video te kijken. 'Rambo' is hier nogal populair.<br />
Al met al geven de Kiribasken de indruk een vriendelijk en relatief welvarend volk te zijn. Hongersnood is hier onbestaand. Onderwijs wordt georganiseerd door de buitenlanders, geholpen door inheemse assistenten. In het noorden van het eiland, bij het vliegveld, is er een ruim hospitaal, echter zonder al te veel hoogtechnologische snufjes. Ik kan wel niet achterhalen waar de meeste Kiribasken van leven. Terwijl er vroeger gevist werd, blijkt er nu in de lagune geen vis meer te zitten. 'Leeggevist', zegt Mote, onze gids. Er zijn wel winkeltjes. Een aantal Kiribasken werken op een kantoortje, maar de rest? Mote zegt dat veel Kiribasken op buitenlandse schepen werken, en voor een aantal jaren de zeeën afschuimen. Daarna komen ze weer naar huis, en leven weer met hun familie, op de centen die ze verdienden. Is het geld op, dan vertrekken ze weer met één of ander schip naar het buitenland. Dat verklaart misschien waarom we relatief weinig mannen zien.<br />
<br />
In het dorp lopen ze met bontgekleurde kleren door mekaar heen. Er zijn allerhande kantoortjes en winkeltjes. Bijna alles wat je kunt kopen, is ingevoerd met hulp van zware Australische subsidies. Anders zou alles quasi onbetaalbaar zijn. En dat is het spijtige van Tarawa, die hetzelfde lot als de meeste eilandjes in de Pacific onderging: Jaren geleden werden ze gekoloniseerd, meestal om de natuurlijke grondstoffen of visvangst te exploiteren. De inheemse bevolking werkte voor lage lonen in deze primitieve industrie, terwijl hun traditionele ambachten tenietgingen. Ze verdienden meer in de buitenlandse bedrijfjes, dan bij het bewerken van hun land, of met het vissen. Wat ze verdienden, gaven ze gul uit aan buitenlandse snufjes, en erger nog, aan buitenlands eten. Zo werd hun ganse originele manier van leven in een paar jaar overhoop gehaald, en bleef er van hun eigen cultuur nog weinig over. Toen de buitenlandse bedrijven sloten - de grondstoffen geraakten op, of de visvangst liep terug.. - bleek de inheemse bevolking zo afhankelijk van de buitenlandse hulp te zijn, dat ze niet meer in hun eigen levensbehoeften konden voorzien. De eenvoudigste, maar verkeerde, oplossing was: subsidies. Buitenlands voedsel, kleren en elektronica werd op de eilanden gedumpt. Hierdoor geraakte de bevolking helemaal op het buitenland afgestemd. De laatste jaren gaan meer en meer republiekjes in de Pacific een eigen koers varen, meer onafhankelijk van buitenlandse hulp.<br />
<br />
We hebben geluk: de dame van Air Nauru herboekt ons zonder morren op een nieuwe vlucht. Ze waarschuwt wel dat de vluchten niet echt zeker waren. Er wordt bijgetankt op Tarawa, en de laatste weken waren er problemen met de brandstof geweest. Vorige week nog, weigerde de kapitein van Air Nauru om met die kerosine te vliegen...<br />
"Maar maak je geen zorgen, dat gebeurt maar eens om de drie weken..", probeert ze ons gerust te stellen.<br />
"Eens om de drie weken? Als het tegenvalt, zitten we hier nog eens voor twee weken!", mompelen we tegen elkaar.<br />
's Avonds bel ik naar Tine. De verbinding moet eerst aangevraagd worden via een operator, en die belt dan terug, eens hij contact heeft. Tine en ik hebben mekaar zoveel te vertellen, dat ik haar vergeet 'gelukkig Valentijn' te wensen.<br />
<br />
<strong>Dinsdag 16 februari, 6 uur in de morgen.<br />
</strong><a href="http://farm1.static.flickr.com/140/386706369_148dd1ea2e_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/140/386706369_148dd1ea2e_o.jpg" border="0" /></a>We komen net op tijd bij de luchthaven aan. Van het vliegtuig nog geen spoor.<br />
Een uurtje later horen we iets omroepen, en een oude gammele brandweerwagen rijdt met loeiende sirene de landingsbaan op.<br />
"Om de vogels weg te jagen", lacht Burt.<br />
Luid krijsend vliegen ganse troepen vogels op uit de bomen. Enkele minuten later landt het vliegtuig. We kijken nog eens om en wuiven naar de Kiribasken die luid kwetterend naar ons zwaaien.<br />
"Eindelijk, op weg naar huis", denk ik, terwijl het vliegtuig hoogte wint, en het eiland, de palmbomen en de lagune in de wolken verdwijnen.<br />
<br />
We vliegen over de internationale datumgrens. Een seconde eerder waren we nog 16 februari, nu zijn we ineens 15 februari. Het is de eerste keer dat ik een vliegtuig neem, en een dag vroeger aankom, dan wanneer ik vertrok.<br />
's Avonds eten we tezamen in een Italiaans restaurant in Honolulu. De stemming is uitgelaten, we hebben ons doel bereikt: 52.000 radiocontacten vanop Howland, en iedereen is veilig teruggekeerd! En toch hebben we een zwaar gevoel in zijn maag. Dit is het einde van ons avontuur. Morgen vliegt ieder terug naar huis, en wie weet wanneer we elkaar ooit nog eens zullen ontmoeten. Het heeft zoiets van 'het laatste avondmaal', een afscheid van mensen die een maand geleden nog vreemden waren voor mekaar, en die nu lief en leed gedeeld hebben op een afgelegen en verlaten eiland... En dit afscheid valt ons zwaar.<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/144/386707194_12d386c660_o.jpg" border="0" />Op 18 februari landen Arie en ik op Zaventem. Een ganse meute vrienden en familie staat ons op te wachten, met spandoeken. Het voelt goed om Tine weer eens in mijn armen te kunnen nemen.<br />
"Wijfke, je zot is weer thuis", fluister ik haar in het oor.<br />
"Maar voor hoe lang?", antwoordt ze.<br />
Ik lach, ze kent me maar al te goed.</div><br />
<br />
<span style="font-size:78%;">Bron: Foto's door Arie Nugteren</span><br />
<br />
<div align="center">enkele krantenartikelen die na mijn terugkomst verschenen: <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/384502036_084d4860e0_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/150/384502173_2795ac6e00_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/137/384501974_48c615aabf_o.jpg" border="0" /> </div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/14-het-meest-afgelegen-eiland-ter.html">Hoofdstuk 14: Het meest afgelegen eiland ter wereld</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-35121281863610251232007-02-03T19:37:00.001+01:002010-04-25T23:44:10.246+01:0012. Murphy's eiland<a href="http://farm1.static.flickr.com/166/384602793_cdfcb0c180_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/166/384602793_cdfcb0c180_o.jpg" border="0" /></a><strong>Maandag 1 februari, 15 u 30.<br />
</strong><br />
<div align="justify">Ik sta naast de een radiotent antennekabel op te rollen als ik Bill met de zodiac zie van wal steken. De golven zijn inderdaad nogal wat onstuimiger als tijdens de vorige dagen. In de verte schommelt de Machias op de deining. De toppen van de masten gaan behoorlijk heen en weer. Capt'n Bill heeft moeite om de zodiac met de neus in de richting van de zee te houden. Hij springt in de boot en roeit tussen de golven door. Eens over de koraal probeert hij de motor in gang te trekken, maar het lukt hem niet. Hij is zo druk doende met de motor dat hij de golven niet in de gaten heeft. Ze geven de zodiac opdoffer na opdoffer tot ze weer naar het strand drijft. Er staat een gevaarlijke stroming en zijn de golven het hoogst. Eindelijk schiet de motor in gang en boven het geraas van de golven uit hoor ik de motor brullen. Terwijl Bill vol gas geeft, draait hij zich om. Te laat. Een grote golf komt aanzetten, terwijl de zodiac er met volle snelheid recht op afvliegt. Ik zie Bill twijfelen, maar hij besluit toch door te zetten, het is te laat om de boot te keren. Mijn hart slaat in mijn keel. De neus van de zodiac gaat pijlrecht de lucht in. Ik zie alle pakken en zakken bovenop Bill vallen. De huilende motor wordt uit het water getild, en de boot gaat over kop. Ik zie Bill als een slappe pop in het water geslingerd worden. En dan is het weer stil. De golf sleurt de zodiac verder naar het strand.<br />
"Dddde boooot, de boot", is het enige wat ik weet uit te brengen, en roep naar de anderen op het strand.<br />
"De boot is over kop gegaan!"<br />
Iedereen rent naar het strand. De zodiac komt aangedreven. De motor is uit. Met een beetje geluk heeft Bill geen slag van het schroef gekregen. Pakjes en zakken komen met de volgende golf mee. Geen spoor van Bill. Randy springt in het water, maar ziet niks als schuim om zich heen. Seconden duren minuten. Iedereen speurt de golven af. Het is opkomend tij, hij moet naar het land worden gesleurd, het kan niet anders. En eindelijk zien we hem boven water komen, een eindje verder, zijdelings meegesleurd door de onderstroom, strompelt hij aan land. Hij trekt <a href="http://farm1.static.flickr.com/179/384602970_1333843eb9_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/384602970_1333843eb9_o.jpg" border="0" /></a>een pijnlijk gezicht, maar op een paar blauwe plekken en schrammen na, blijkt hij OK te zijn.<br />
Hij poogt een semi-wetenschappelijke uitleg te geven van wat gebeurd is, maar Arie en ik kijken mekaar veelbetekenend aan, voor de zoveelste keer deze trip.<br />
"Nu zullen we zien dat die zodiacs geen kluit waard zijn", zegt Arie in het Nederlands.<br />
"Zeker nu dat de zee woester wordt, zal het spannend worden.", zucht ik.<br />
"En herinner je trouwens dat we geen enkele goed lopende motor meer hadden, na onze landing op het eiland? Dat belooft met deze golven!"<br />
De zodiac zelf blijkt onbeschadigd, maar de motor is onklaar na zijn ongewenst bad. We zijn wat bagage kwijt. Niks wat we niet konden missen...<br />
<br />
Na een halfuurtje roept Bill de Machias op. Daar hebben ze van het ganse voorval niks gemerkt. Wat een verschil met Clipperton, waar altijd ten minste één boot buiten de koraal bleef liggen, tijdens alle maneuvers... Bill klinkt bezorgd.<br />
"Moeten we je met de tweede zodiac komen ophalen?", vraagt Kurt vanop de Machias.<br />
"Nee, het is te riskant, zo kunnen we ook onze laatste zodiac over kop laten gaan. Neem de zodiac en pak een surfboard mee. Je komt net voor de branding varen en werp de plank in de golven. De golven zullen 'm wel op het strand werpen. Ik ga proberen op de surfplank door de golven te peddelen."<br />
"OK, maar mag ik eerst mijn eten afwerken? Het is vier uur en binnen het kwartier is alles klaar."<br />
"Ja maar wacht niet te lang, het kan eventjes duren vooraleer ik door de golven geraak."<br />
"Geen probleem, van zodra we klaar zijn, komen we eraan. Ik zal het avondeten in plastieken emmers steken, en met kleefband afplakken. Die zullen we ook in de golven werpen, zo hebben de mensen tenminste wat te eten vanavond."<br />
<br />
Iedereen zit op het strand en het ongeval wordt luid becommentarieerd. Bill staat wat afstandelijk bij de zee naar de Machias te kijken. Het is ons onduidelijk waarom Bill dit risico wil nemen om terug naar de boot te keren. Hij kan net zo goed een nacht op het eiland doorbrengen. Morgen is er tenslotte nog een dag. Maar Bill is vastberaden.<br />
"Ik moet terug naar het schip, ik kan het tijdens de nacht niet alleen laten", mompelt hij hoofdschuddend.<br />
Er is geen twijfel mogelijk, de zee wordt alsmaar ruwer. In het noorden van het eiland zien we de golven tegen mekaar op beuken. Sommige zijn wel vijf of zes meter hoog. Bij de landingsplaats staat een branding met golven van een meter. Wat een verschil met het 'kabbelend meertje' waarmee we de zee vergeleken, op de dag van de landing.<br />
We zien Kurt en Dave vanop de Machias in de tweede zodiac stappen. Dave heeft een walkietalkie mee en roept ons op:"We gaan eraan beginnen, jongens!".<br />
In het tegenlicht heeft de Machias iets onheilspellend. Een grote zwarte schaduw in de oplichtende zee. Ze slingert vervaarlijk heen en weer. Soms verdwijnt ze zelfs eens in de golven. Kurt stuurt de zodiac langzaam naar de branding toe. Een aantal dolfijnen zwemmen dartelend met hem mee. Hij vaart heen en weer langs het rif, net op de plaats waar de golven zich beginnen te vormen. De zodiac komt gevaarlijk dicht bij de branding en we zien Dave woeste gebaren maken. Hij wil dat Kurt verder van rif blijft. Kurt wacht een rustig moment af en gaat recht de golven in, Dave laat de surfplank los en de zodiac maakt rechtsomkeer. De plank blijft net buiten de branding drijven, en wordt door de wind weer richting zee geblazen.<br />
"Zo zal het niet lukken, jongens", zegt Bill via de zender, "Jullie moeten dichter bij de branding komen."<br />
"We zullen proberen, Bill, maar we hebben van hieruit geen goed zicht op de golven. Jullie moeten ons vanop het strand een teken doen wanneer we het roer moeten omdraaien."<br />
"OK, maar let op wat je doet, we willen de tweede zodiac ook niet verliezen", antwoordt Bill.Deze <a href="http://farm1.static.flickr.com/158/384602737_98937570ff_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/158/384602737_98937570ff_o.jpg" border="0" /></a>keer komt de zodiac met een hoge snelheid in de richting van de branding. Dave zit op zijn knieën vooraan de rubberboot en houdt de surfplank met beide handen vast. Indrukwekkende grote golven vormen zich achter de zodiac. Net als ze ter hoogte van het rif zijn, roept Bill: "Nu".<br />
Dave slingert de surfplank in de golven, en Kurt draait de boot weer in de richting van de zee. Net op tijd, een golf breekt net een halve meter verder. Een paar seconden later, en dit zou ons tweede ongeval zijn geweest. De surfplank wordt als een veertje meegesleurd in de golven. <a href="http://farm1.static.flickr.com/188/384502382_7c0e04123d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/384502382_7c0e04123d_o.jpg" border="0" /></a>Bill doet een reddingsvest aan, waadt snel door het water om de plank te pakken, die met een witschuimende golf komt aangespoeld.<br />
Dave en Kurt werpen nog enkele waterdichte containers met eten in de golven, en maken er een touw aan vast. Bill neemt het touw en knoopt het aan de surfplank. De zodiac trekt hem door de golven heen, tot aan de Machias. We zien de dolfijnen rond hen zwemmen. Ze vinden het blijkbaar leuk om er een paar speelkameraadjes bij te hebben.<br />
<br />
Gelukkig zijn de containers met eten goed waterdicht gebleven, maar door al het heen en weer getos in de golven ziet het eten er niet echt smakelijk meer uit.<br />
"Oei, dit WAS ons avondeten", zucht Ian, terwijl hij, wat ooit vis met zoetzure saus was, uit de emmer giet.<br />
"Mmm, vispuree", lacht Paul.<br />
Ondanks de spanning van de maneuvers met de zodiac zijn we alles behalve ongerust, integendeel, we zijn blij dat er eens wat leven in de brouwerij is gekomen. Tot nu toe verliep de ganse expeditie uitzonderlijk vlot, maar na de gebeurtenissen van deze namiddag hebben we toch iets om thuis te vertellen!<br />
<strong><br />
Dinsdag 9 februari. 08 u 00<br />
</strong>Vannacht heeft het vreselijk gestormd. En regenen, en regenen dat het deed! We sliepen met vier man in Aries tent, tussen kartonnen dozen en zakken klaar om naar de boot te verschepen. Alhoewel de tent op driehonderd meter van het strand staat, konden we de zee horen bulderen. Het was angstaanjagend. Ik droomde dat een grote vloedgolf over het eiland zou stromen, alles en iedereen met zich meesleurend. Dit is ook niet zo denkbeeldig, als je weet dat het eiland maar een paar meter boven zeeniveau ligt. Ik draai me nog eens om in mijn slaapzak. De wind gaat liggen en het wordt muisstil. Vandaag hebben we gepland om van het eiland te vertrekken. We moeten binnen een viertal dagen in Tarawa, op West-Kiribati toekomen, om onze wekelijkse vlucht naar Hawaï te nemen. Dat betekent dat we ten laatste morgen van het eiland moeten vertrekken.<br />
Geradbraakt staan we op. Ian en Walt bemannen de laatste twee radiostations.<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/133/384602602_22be4e15ec_o.jpg" border="0" />"Hey jongens, kom eens kijken naar het strand, ongelooflijk!", roept Arie.<br />
Iedereen staat met de handen in de zij ontmoedigd naar het schouwspel te kijken. Het tweehonderd meter brede strand is tijdens de storm bijna gans weggespoeld. Normaal werden de golven tegengehouden door een natuurlijke zanddijk van een tweetal meter hoog. Die is verdwenen. De golven zijn tot aan de struiken gekomen. Alle schelpen en koraalbrokken op het zand zijn weggespoeld. De golven lopen tientallen meters ver uit op het volledige vlakke strand. Ons materiaal dat op grote dekzeilen klaar lag om vandaag naar het schip te worden vervoerd, is gedeeltelijk weggespoeld. De rest, draden, tafels, resten van kartonnen dozen is op een miezerig hoopje bij mekaar gesmakt. Onze jerrycans met diesel voor de generatoren zijn verdwenen. Gelukkig stonden onze generatoren dicht bij de struiken. Ze hebben wat waterschade, maar draaien nog.<br />
Arie en ik wandelen over het strand. De hemel staat grijs, het water is grijs, het strand is grijs. Alles lijkt zo uit een surrealistische film gegrepen. Waar gisteren nog de natuurlijke zanddijk lag, steken nu twee grote vliegtuigmotoren uit. Aan één ervan hangt nog een propeller van een anderhalve meter hoogte. Tot gisteren hebben we deze motoren nooit gezien. Dit betekent dat tijdens de storm vannacht minstens anderhalve meter zand is weggesleurd.<br />
"Ongelooflijk, werkelijk ongelooflijk", mompelt Arie hoofdschuddend.<br />
De golven zijn betrekkelijk rustig, maar er staat een zware deining op zee.<br />
"De Machias, waar is de Machias?", roept Randy.<br />
Iedereen tuurt de horizon af.<br />
"Ginder ver, naar het noordwesten toe", roept Burt. Hij is op een ladder gekropen en kijkt door een verrekijker. Af en toe zien we een klein topje van de masten boven de golven uitkomen, en dan lijkt het weer alsof de ganse boot uit het water wordt gelicht.<br />
"Het ziet er niet goed uit, het ziet er niet goed uit. Het lijkt erop alsof we vandaag niet van het eiland zullen geraken", zucht Walt.<br />
<br />
Onze noodrantsoenen zijn gisteren al met de zodiac naar de Machias gebracht. Wie had kunnen denken dat we nu nog storm zouden krijgen? Het enige wat we over hebben zijn een paar dozen met Cornflakes, een fles ketchup, wat melkpoeder en water. Mike, Burt en Randy maken wat melk klaar, maar we moeten water sparen, in geval van nood. De rest van de Cornflakes doppen we in de ketchup.<br />
"Smaakt niet slecht", beweert Walt.<br />
"Mmm, als je honger hebt, eet je alles", lacht Paul. Hij bibbert van de kou.<br />
"Jammer van de diesel. Phil, hoe lang kunnen we nog draaien met de brandstof in de generatoren?"<br />
"Tot morgenochtend, als we alle diesel in één generator gieten tenminste. Daarna moeten we ze stil leggen. Ik heb nog een jerrycan van tien liter apart gelegd. 'In geval van nood' had ik gedacht, je weet maar nooit. Het zal nu goed van pas komen."<br />
"Ja, laat ons het zo doen", stelt Burt voor, "we laten twee radiostations operationeel, tot wanneer we van het eiland kunnen. Het zal waarschijnlijk later deze namiddag zijn. De golven zijn niet zo hoog als gisteren, het moet lukken. Alle andere materiaal leggen we klaar tussen de struiken."<br />
"En niet op het strand!", voegt Walt eraan toe.<br />
<br />
We trekken weer aan het werk. Tegen de middag zien we onheilspellende wolken aan de horizon verschijnen. De donkere schaduwen eronder voorspellen regen. Met argusogen kijken we de storm tegemoet. Tijdens de vorige week hebben we geleerd dat die buien heel lokaal zijn, en soms net naast het eiland voorbij trekken. Maar deze is zo breed dat hij het eiland gewoon niet kan missen. Bij de eerste regendruppels duiken we de tenten in. Binnen een minuut komt te regen met bakken uit de hemel. Je ziet geen hand meer voor je ogen. De temperatuur daalt tot 18 graden. Arie, Phil, Randy en Bob gaan zich douchen in de regen. Het frisse zoete water moet<a href="http://farm1.static.flickr.com/137/384603610_98b6ca6616_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 160px; CURSOR: hand" height="208" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/137/384603610_98b6ca6616_o.jpg" border="0" /></a> waarschijnlijk goed doen, na twee weken zout water, maar ik kan de moed niet opbrengen om weer eens nat te worden. Alhoewel, ik heb in Aries tent ook weinig plaats om droog te blijven! De regen stuift door het zeil en blijft op de vloer staan. De wind steekt op en rukt woest aan de tent. Ian trekt zich van alle geweld niks aan, en slaapt gewoon door, hij heeft de ganse nacht de radio bemand. De wind wordt zo sterk dat we de tent moeten vasthouden. De regen druppelt langs alle kanten naar binnen. Arie prikt gaatjes in het vloerzeil, om het water te laten weglopen. En zo staan we twee uur aan een stuk: half voorover gebogen, de armen wijd uitgespreid om de tent langs beide kanten vast te houden, terwijl koude regendruppels langs ons lichaam lopen...<br />
De storm gaat zo vlug als ze gekomen is. Ook in de andere tenten is het miserie geblazen. Overal staat er water, met kleren hebben we de kartonnen dozen met de radio’s en computers beschermd. Dat heeft wel alle apparatuur droog gehouden, maar al onze kleren zijn weer eens kletsnat.<br />
"Howland, Machias hier" klinkt het uit de walkie-talkie.<br />
"Ja Bill"<br />
"Het ziet er niet naar uit dat we vandaag van het eiland zullen geraken. Kom naar het strand, we gaan jullie wat eten en water droppen."<br />
"Goed, en breng wat diesel ook, als je wilt", vraagt Burt.<br />
"OK, tot straks".<br />
<br />
Met hetzelfde scenario als gisteren, probeert Kurt vanuit de zodiac, met Bill aan het stuur, voedsel en drank in de golven te werpen. De stroming is sterker als gisteren, en intussen zijn de golven veel groter geworden. Elke poging mislukt. Telkens weer belandt een emmer net buiten de golven en drijft terug naar de zee. De zodiac pikt ze weer op, en probeert nog eens. één emmer drijft af naar het zuiden van het eiland. "Ik rammel van de honger", zucht Mike, "die emmer moet aan land komen, al moet ik ze volgen tot in Australië". Zijn blik laat de emmer niet los terwijl hij naar het zuiden begint te lopen.<br />
De zodiac heeft weinig geluk. Blijkbaar kan Bill niet zo goed 'op de golven rijden' als Kurt dit gisteren deed. Vanop het strand proberen we hen, via de walkietalkie, zo goed en zo kwaad als het kan, te helpen. Bill gaat meer risico's nemen, en komt in de branding terecht. In een paar seconden wordt de zodiac ondersteboven gedraaid en smijt de branding zijn lading op het strand.<br />
Kurt strompelt aan land. Zijn ogen schieten vuur. Ik weet wat hij denkt: "Had Bill mij maar aan het stuur gelaten, ik zou dit niet voor hebben.". Bill waadt uit het water, en houdt zijn pols vast. "Gebroken.", zegt Burt, terwijl hij de pols betast, "Pijn?"<br />
"Nogal", zegt Bill, "het is vannacht gebeurd. Ik ben op de stuurstoel in slaap gedommeld, ben op de grond gevallen."<br />
"Laat me er een plaasterverband aan doen", zegt Burt.<br />
"Ja jongens, nu zitten we echt in de penarie", zucht Bill met een trillende stem.<br />
"We hebben maar twee zodiacs. Beiden liggen op het strand met onklare motoren. Onze reserve motor, die het tijdens de landing al opgegeven heeft, is op de boot. Dat betekent dat we vanop het schip niet meer kunnen bevoorraad worden... Hoeveel water en voedsel hebben jullie hier op het eiland?"<br />
"Wel, wat je net zo sierlijk aan land hebt gebracht, dat is onze ganse voorraad. Buiten nog wat cornflakes en melkpoeder.""En jullie noodrantsoenen dan?", vraagt Bill bezorgd.<br />
"Die zijn gisteren naar de boot vervoerd".<br />
"Water zal belangrijk zijn, je zou best wat dekzeilen uitleggen om bij de volgende storm water op te vangen!".<br />
"Jullie moeten weten dat we problemen hebben op de boot", zucht Bill terwijl Burt zijn pols verbindt.<br />
"Tijdens de eerste nacht zijn we de ankers verloren. Ryan, die wacht had, was in slaap gevallen en het schip is bijna op het koraal te pletter gedreven. De motor wou niet starten, en we hebben de Machias met de zodiacs net op tijd naar volle zee kunnen slepen. Nu hebben we ergere problemen: de ontziltingsinstallatie is onklaar, en de generators draaien niet meer. We hebben de koelinstallaties afgelegd. De zenders en radar werken nog op batterijen, maar zonder generatoren om ze op te laden zullen ze tegen deze namiddag leeg lopen. Als de motor zou stil vallen, kunnen we ze zonder batterijen niet meer opstarten."<br />
"Daarom wou je gisteren kost wat kost terug naar de boot"<br />
"Ja inderdaad, ik wou nog wat aan de generatoren sleutelen."<br />
<br />
Capt'n Bill roept via de walkietalkie op naar de boot. De boot antwoordt, maar hun uitzendingen zijn gestoord. Hun batterijen laten het afweten.<br />
"Krrrt, de radar,rrrrww.. niet meer, Bill. Batterijen fwieeet.. leeg".<br />
"Luister goed", antwoordt Bill, "zonder radar zullen jullie 's nachts het eiland uit het oog verliezen. We gaan om het uur lichtbakens op het strand aansteken. Jullie moeten de boot weer in positie brengen. Als je weer voor het eiland ligt, geef je ons een teken met een zaklamp."<br />
"Vandaag, rrrrrrtttt, niet meer naar de boot, Bill?", kraakt het.<br />
"Nee, de zee is te ruw, vandaag proberen we niet meer van het eiland te komen. Laat we het morgenochtend nog eens proberen!"<br />
"Oké, Bill, ffffffwwwwt, mor... ochtend."<br />
"Howland uit en sluiten."<br />
<br />
We slepen de zodiac het strand op en dragen de emmers met water en eten naar de tenten. Mike komt aangeslenterd.<br />
"Ik heb die ene emmer met eten helemaal gevolgd tot aan het zuidelijk punt van het eiland. En daar is het in de stroming blijven steken. Ik heb een uur gewacht, maar langzaam dreef ze weer af naar de zee. Ik denk dat binnen een paar weken enkele Aboriginals wat eten zullen vinden op het strand van Australië...lacht hij.<br />
Burt roept ons tezamen: "Bill heeft heel wat eten kunnen aan wal kunnen brengen, ondanks zijn ongelukkige landing, maar we moeten alles rantsoeneren. Iedereen heeft recht op een kwart liter water per dag, en één blikje tonijn, kip of corned beef. Kurt, jij zorgt ervoor dat iedereen zijn deel krijgt."<br />
"Laat ons intussen ook de dekzeilen klaarleggen voor de volgende regenbui", herhaalt Bill.<br />
Voor het eerst realiseren we ons dat we echt in de problemen zitten, maar dat kan de geest van de groep toch niet breken. We blijven grapjes maken en mekaar plagen.<br />
"Bob, wie van de teamleden ga jij als tweede dessert eten, eens we zonder voedsel vallen?"<br />
"Wel, mijn keuze zal zeker niet op jou vallen, Peter, jij bent vel over been!"<br />
Toch realiseren we ons de penibele situatie waar we in verzeild zijn geraakt. Beide zodiacs aan land, met onklare motoren, een beperkt rantsoen met eten en drank. Wie weet hoe lang we het zo nog zullen kunnen uithouden. Gelukkig hebben we nog wat diesel over. Via de zender roepen we op naar onze vrienden in Colorado, waar we tijdens de ganse expeditie elke dag een afspraak hadden.<br />
"Jim, het stormweer verhindert ons van het eiland te gaan", zegt Walt in de microfoon. Hij spreekt traag en weegt elk woord af. "We hebben nog weinig diesel over, en zullen binnenkort de radio's afleggen. Laat ons elke dag om 0400 uur en 1800 uur GMT op deze frequentie afspreken. We houden jullie op de hoogte. Alles is OK, we hebben eten en drank genoeg, maar willen geen risico's lopen om tijdens deze storm van het eiland te gaan."<br />
"Oké Walt. Zullen jullie je vlucht van Tarawa naar Hawaï nog halen?"<br />
"Mmmm als we morgen van het eiland geraken, dan zit er nog een kans in. Wil je in elk geval aan Mark, onze Belgische contactman vragen morgen om 1800 GMT op deze frequentie te komen? Dan kunnen we ook hem inlichten!"<br />
"Komt in orde, Walt, tot morgen."<br />
<br />
De radio, die tot voor kort enkel een middel was om snelle verbindingen te maken, is nu onze levenslijn geworden. Als de situatie uit de hand zou lopen, kunnen we nog altijd een noodoproep uitzenden. Wat een geluk. Als we enkel op de Machias, met zijn defecte generatoren en lege batterijen moesten vertrouwen,... We hebben nog genoeg diesel en spreken af om vannacht toch nog voor de laatste keer één radiostation draaiende te houden - zo komen we zeker over de 50.000 verbindingen tijdens deze expeditie.<br />
<br />
De avond valt, de zee buldert in de verte. Bob, Ian, Paul en Arie wandelen naar het noorden. De golven zijn er het hoogst. Met de verrekijker zie ik hoe het er tekeer gaat. Golven slaan op mekaar in en spatten zeker een meter of zeven, acht omhoog. Het is een onheilspellend schouwspel.<br />
Het wordt snel donker en volgens Bills richtlijnen zetten we met zware zaklampen een lichtbaken op. Twee zaklampen worden op een ladder geplaatst, en een derde ligt, in dezelfde lijn, tien meter verder op het strand. Zo kan de boot zich op het eiland herpositioneren. We hopen maar dat ze ginder hun werk goed doen. Iedereen heeft zo zijn twijfels over Big Bill en Ryan. Ik denk aan Dave en Beth die ook nog op de boot zitten. Dave zal allicht de ganse tijd in het motorruim zitten. Hij weet wat van motoren af en zal proberen de generatoren weer aan de gang te krijgen. Beth zal zich niet erg op haar gemak voelen. Bill vertelde ons dat ze al tijdens de terugreis van Baker zeeziek was. Gelukkig heeft ze Dave als steun, want als vrouw zou ik me bij Big Bill toch niet zo veilig voelen...<br />
<br />
Arie en ik hebben de eerste wacht en we zetten ons op de stoeltjes bij de lichtbakens, de anderen gaan slapen. Zonder eten. John Denver klinkt zacht uit Aries recorder: "Country roads, take me home, to the place I belong, West Virginia.."<br />
We praten nog wat na. Ik ben blij dat Arie bij me is, het geeft me een vertrouwd gevoel. We hebben tenslotte tezamen toch al wat meegemaakt. We roddelen over de kapitein, en de boot. De bemanning en de 'speelgoed'-zodiacskes krijgen een flinke veeg uit de pan.<br />
"Wat een verschil, die boot, met de 'Spirit' van de Clipperton expeditie", zuchten we.<br />
"Beep, beep". Mijn polshorloge geeft aan dat het tijd is om de bakens aan te steken. Ik klim op de ladder en Arie gaat op het strand staan. Hij steekt de zaklamp hoog boven zich uit en draait ze langzaam heen en weer, net als een vuurtoren. We zien geen teken van leven op de water. De maan zit achter de wolken en alles is pikdonker.<br />
"Misschien zijn ze al te ver afgedreven", roept Arie.<br />
"Dat zou me verwonderen. Als ze toch een beetje oriëntatievermogen hebben, zouden ze toch niet zo ver mogen zitten."<br />
Na tien minuten zien we eindelijk een flauw lichtje op de golven dansen. Ik schat dat ze een kilometer of drie uit de kust zitten, maar ze liggen wel recht voor het baken.<br />
"Eindelijk daar zijn ze! , doe maar uit, Arie, ze hebben het signaal bevestigd"<br />
"Oef, eindelijk, ik begon stijve armen te krijgen".<br />
"Mmm. Ik ben zo terug, ga eventjes naar het toilet".<br />
Ik durf geen zaklamp te gebruiken, om de boot niet te misleiden, en strompel tastend naar het vliegtuigwrak op het strand. We hebben 'het' al deze tijd achter de vleugel gedaan. "Putje delven, poepje doen, putje dicht", had Burt gezegd. Ik zie de vleugel en tast naar de spade. Een paar krabben zijn op de steel gekropen en ik geef ze een tik. Al hurkend hoor ik een ondefinieerbaar geritsel rond me. In de lucht, links en rechts. Mijn hart slaat vlugger. "Wieie-iet", klinkt het luid, "Wie-iet", het lijkt alsof iemand op een meter afstand staat te fluiten. In de donker zie een sprookjes-stern op de spade zitten. "Wie-iet, wie-ieiet", roept hij naar me. "Wie-iet", antwoordt een ganse troep uit de lucht...<br />
<br />
Als ik terug bij de bakens ben, staan Bob en Burt bij Arie. Het is hun beurt om de wacht te houden. Ze moeten hartelijk lachen als ik ze vertel hoe de sternen mij hebben doen schrikken.<br />
Ik ga weer op mijn vertrouwde plaatsje in Aries tent liggen.<br />
"Goeienacht, Peter."<br />
"Slaaplekker, Arie. Tot morgen, Phil.""Ja slaapt ze! Laat ons hopen dat het morgen regent, dan kunnen we onze watervoorraad weer wat aanvullen!"<br />
"Hmmm tot nu toe verwensten we de regen, en nu hopen we erop!"<br />
"Mmmm, we zullen wel zien. Tot morgen!"<br />
"Hopelijk is dit onze laatste nacht op het eiland, tot morgen!"<br />
<br />
<strong>Woensdag 3 februari 05 u 00</strong><br />
Mijn polshorloge biept me wakker. Het is mijn beurt om de zender over te nemen. In het licht van de zaklantaarn zoek ik me een weg tussen de krabben naar de radiotent. Ik voel me geradbraakt en hoop dat dit de laatste nacht op het eiland was. Als ik de flap van de tent open trek, zie ik een ontroerend tafereeltje. Mike, die de radio-shift voor mij had, is achter de zender in slaap gevallen. Met de voeten in een grote plas water en de armen gekruist, het hoofd achterover en met de mond open. Randy ligt op een paar plastiek zakken in het water op de grond te slapen. Paul snurkt lichtjes op een matras naast Randy. Een paar krabben scharrelen rond zijn gezicht. Ik maak Randy wakker en fluister dat hij op mijn veldbed mag slapen. Met een ruk komt ook Mike wakker. Hij slaat wat wartaal uit en verdwijnt naar zijn tent.<br />
Rond 16 uur GMT komt Mark op de afgesproken frequentie. Ik weet dat Tine meeluistert over de radio bij ons thuis. Ik vertel over de stormen en regenbuien, over het voedsel dat aan wal wordt gedreven. Maar over de problemen met de boot zwijg ik. Het heeft geen zin hen onnodig ongerust te maken. Daarenboven is de zee ook rustiger vandaag. één voor één spreken Ian, Arie en Paul met hun vrienden. Het is de eerste keer sinds meer als een week dat we eindelijk eens de tijd hebben om wat te praten. Gewoon 'praten' met onze vrienden, geen 'ON4WW 5/9, bedankt, volgende?'-gedoe meer.<br />
Daarna neemt Walt het over voor de afspraak met zijn vrienden in Colorado.<br />
<br />
De zon schijnt weer strak aan de hemel. De zee is betrekkelijk rustig, en Bill zit aan de buitenboordmotor te werken. Hopelijk krijgt hij ze vlug in orde, voor de golven weer groter worden. Ik loop naar het strand met een handdoek en wat zeep. Door het vochtig weer en het gebrek aan droge kleren is mijn huid aan de binnenkant van de dijen weer ontstoken. Het prikt lichtjes, maar ik weet dat het binnenkort erger zal worden. Een paar keer met zoet water douchen en wat droge kleren die ik op de boot heb, zouden het kwaaltje wel rap genezen. Op het strand trek ik al mijn kleren uit en loop in het water. Dicht bij het rif spring ik in de wilde golven. Ze sleuren me mee naar het strand. Ik probeer me staande te houden, als een surfer. De zolen van mijn slippers schuiven over het koraal. Het koraal is afgeschuurd en glad hier. Weer naar het rif, tegen de volgende golf opbotsen, me omdraaien en surfen maar. Het is een leuk spelletje, maar de zee is wispelturig. Ik weet het. Als geboren en getogen Oostendenaar ken je de gevaren van de zee. Pats, weer een golf. Ze smijt me ondersteboven.<br />
Soms is het zo kalm dat ik bijna op het rif kan staan. Als er dan een golf afkomt, zie ik een gapende afgrond voor mijn voeten. Ik sta op de rand van het rif. Een grote golf slaat over me in en sleurt me naar de kust. Mijn hart pompt in mijn keel. Als ik mijn ogen sluit zie ik die afgrond weer voor me. Donker bruin, gapend, klaar om me op te vreten.<br />
Het koele water voelt zalig aan. Tussen de koraal en het strand staat een lichte stroming en ik laat me drijven. Alle spanningen, alle onrust vloeien uit me weg. Er is enkel het water en ik. Met mijn oren onder water hoor ik het geruis en geklots van de golven, het geritsel en geklingel van schelpen op de bodem. Het water is niet diep hier, amper een halve meter, en ik hou me drijvende door af en toe met mijn handen op de bodem te duwen. Ik voel de stroming me meevoeren. Ze staat parallel aan de kust. Af en toe spoelt een golf over me. Als ik mijn ogen weer open doe, zie ik dat de stroming me zeker driehonderd meter zuidelijker heeft afgedreven. Ik stap uit het water.<br />
"De warme zwoele lucht, fris water, wat moet een mens eigenlijk meer hebben?", zeg ik tegen Arie die op een stoel in de schaduw van de tent zit. Hij heeft me de ganse tijd in de gaten gehouden. Ik weet dat hij er niet gerust in is als ik zo ver in zee ga. "Laten we hopen dat we een manier vinden om voedsel en water op het eiland te krijgen, en dan mag het voor mij nog weken duren tegen we aan boord geraken."<br />
"Mmmm. Pas maar op als je nog eens gaat zwemmen, de stroming staat sterk", bekijft hij me.<br />
<br />
Burt roept iedereen naar het strand. Bill heeft de buitenboordmotor min of meer aan de klap gekregen, en hij wil proberen door de golven te geraken.<br />
"Veel te laat als je het mij vraagt", becommentarieert Arie, "Hij moest het al veel vroeger gedaan hebben, de golven groeien met de minuut." Er klink instemmend gemompel, maar toch willen we niet alle hoop opgeven.<br />
"Weet je wat", oppert Phil, "we kunnen één van onze generatoren in de zodiac zetten. Met een generator heeft de Machias weer elektriciteit, en dus: radar, radio, vers water enzovoort.""Prima idee", beaamt Bill, zo krijgt de zodiac nog wat gewicht ook, en kan ze niet zo maar de lucht in vliegen."<br />
Phil heeft al een generator klaar staan, en we sleuren het onding in de rubberboot en sjorren het vast. De stroming staat sterk en we moeten met zijn allen de zodiac op zijn plaats houden. Bill kruipt erin en trekt de motor in gang. Die sputtert wat, en dat is al. Weer getrek aan de startkoord, en eindelijk blijft ze draaien. We gaan tot aan de borst in het water staan. De golven trekken en duwen aan de boot. Ze rollen ver op het strand en komen dan met een grote snelheid weer naar zee gerold, botsen op nieuwe golven en spatten uiteen. Er staat een sterke onderstroom. Deze keer trekt ze de boot naar de zee toe. We zetten ons schrap en het kost ons alle moeite om de zodiac op zijn plaats te houden."Nu", roept Bill en hij geeft gas. Wij laten los, maar de motor sputtert wat en valt stil. We grijpen de boot vast, en leggen hem weer klaar. De golven slaan over de rand van de boot. De generator staat in tien centimeter water. Telkens weer valt de motor stil. Na een uur geeft Bill het op. "Met deze motor wordt het niks", zucht hij. Iedereen is ontmoedigd. We hadden zo gehoopt een zodiac door de golven te krijgen. Dan hadden we tenminste weer wat eten en water kunnen krijgen. We zakken vermoeid op het strand.<br />
"Ik ga me wat verfrissen in de zee", zegt Kurt, "ga je mee, Peter?"<br />
"Mmm, eventjes mijn shampoo en een handdoek nemen".<br />
<br />
De stroming staat sterk hier. Tijdens de oorlog is het koraal half opgeblazen, en vormt een brug. Het water dat van het strand terug naar zee loopt, sleurt aan mijn benen, en verdwijnt onder de koraalbrug, tien meter verder. Ik heb mijn bril afgelegd en kan alles maar half zo goed zien, Ik twijfel."Zeker dat het veilig is, Kurt, is de stroming niet te sterk?"<br />
"Welnee, kom erbij zitten"<br />
Aarzelend ga ik naast hem zitten, het water is maar twintig centimeter diep. Een golf komt met een razende kracht terug van het strand, en trekt me naar het koraal. Voor ik er erg in heb, schuif ik mee met het water. Ik probeer recht te komen, maar de stroming slaat mijn voeten van onder me weg. Ik besef niet wat er gebeurt, alles gaat razendsnel. Een tweede golf trekt me verder weg, en sleurt me onder de koraalbrug door.<br />
"Kurt?!?", roep ik nog. Ik hoor hem schreeuwen: "Hou je vast!".<br />
De stroming zuigt me onder water. Ik voel de koraal langs mijn rug, mijn benen en mijn armen krabben. Als ik weer boven water kom, probeer ik recht te staan. Het water reikt me tot aan de borst. Ik zie de rand van het rif, en zet me schrap. De stroming trekt aan mijn benen. Ik sta bijna schuin tegen de golven in, maar de kracht is te groot, ik vlieg over de rand heen, in het niets. De open muil van het koraal die ik een paar uur voordien heb gezien, en zo dreigend naar me had gehapt, vreet me op. Ik spartel om boven water te komen. Het water kolkt rondom me. Eindelijk kan ik lucht happen. Zonder bril kan ik niet veel zien, maar ik hoor Kurt roepen, hij klinkt veraf. Ik voel geen grond meer onder mijn voeten en schat dat ik zo'n veertig meter uit de kust ben gesleurd."God, wat nu?", denk ik. Mijn rug doet pijn. Ik voel mijn been bloeden.<br />
"Krachten sparen, krachten sparen", schiet het door mijn hoofd. De fles shampoo, die ik nog altijd krampachtig vast hou, werp ik weg, duik onder water en trek mijn schoenen en short uit. Ze hinderen me. Ik probeer naar de kust te zwemmen, maar de stroming sterker is als mezelf. Ik kan er niet tegenop. Boven het geraas van de golven uit, hoor ik de anderen roepen op het strand. Ik wuif met mijn armen, hopelijk verstaan ze wat ik bedoel: "ik geraak hier niet meer uit...". Ik weet dat Kurt het ongeval heeft gezien, hij moet er in geslaagd zijn om terug op het strand te kruipen. Eventjes denk ik aan de Machias. Misschien hebben die iets opgemerkt, maar ik zie ze nergens.<br />
"Krachten sparen, krachten sparen.", denk ik, en ga wat watertrappen op mijn rug. Mijn hart pompt in mijn keel. Ik voel me hulpeloos en kwaad.<br />
"Hoe is het mogelijk dat ik de stroming zo heb onderschat?"<br />
Ik zie Tine voor me. Hoe zou zij reageren als ik hier verdrink? Ik mag er niet aan toegeven. Ik drijf. Minuten lang, een kwartier, een half uur...<br />
"Peter, Peter", hoor ik plots in de verte. Ik zie een oranje schim. Ik wou dat ik niet zo bijziende was. "Peter", roept de schim weer. Het moet Kurt zijn, die een reddingsvest aan heeft. Ik hoor zijn stem dichter komen, en zie hem naar mij toe zwemmen. De reddingsvest belemmert zijn bewegingen. Ik zwem naar hem toe. Het duurt een eeuwigheid vooraleer onze vingertoppen elkaar raken. Het geeft een goddelijk gevoel, twee handen die zich aan elkaar vastklampen.<br />
"Gaat het nog?", vraagt Kurt."Geen probleem!", antwoord ik.<br />
"Ik heb een koord mee, als we teken doen zullen ze ons naar het strand trekken. Moet je de reddingsvest hebben?"<br />
"Nee, ik hou me wel aan het koord vast."<br />
We duwen ons uit het water en zwaaien met onze armen. Ik grijp het koord vast en voel dat er spanning op zit. "God, nu moeten we weer over het koraal, en deze maal heb ik geen schoenen meer aan", denk ik nog.<br />
"Hou vast, Peter, daar gaan we!", roept Kurt. Ik hou het touw enkele meters voor hem vast en voel hoe we tegen de stroming in worden getrokken.<br />
"Daar is het rif, Kurt, daar gaan we!"<br />
Een golf smijt ons over de gapende muil van de rand heen. Ik tuimel halsoverkop op het koraal. Als ik boven kom, snijdt de koord in mijn nek en duwt me weer onder water. Ik duik onder het koord door en wordt door de volgende golf opgepikt. Mijn hoofd slaat tegen het koraal, het schaaft langs mijn benen. Ik probeer onder water te hurken, en over het koraal te surfen, net zoals ik deze morgen had gedaan. Alleen heb ik nu geen schoenen aan, en zit ik onder water. Het koraal voelt verrassend glad aan. Een nieuwe golf smijt me omver en ik laat me met de branding mee glijden. Proestend kom ik boven water, en voel het zand onder mij. We zitten op het strand. Kurt spoelt naast me aan. We gaan op onze knieën zitten en omhelzen mekaar. "Oh, man, ik ben zo blij dat je gekomen bent, bedankt. Ik denk dat je mijn leven hebt gered!"<br />
"Jij zou hetzelfde gedaan hebben voor mij, Peter", antwoordt Kurt met een pijnlijk gezicht, en laat zich op het zand vallen. "Mijn rug, ajajaj, mijn rug", roept hij. De anderen komen toegesneld. Bob, Arie en Randy helpen ons het strand op. Ik beef over het ganse lichaam. Mijn benen en armen bloeden. Mijn rug doet pijn.<br />
Ik zit naakt naast Kurt. De anderen kijken me ongelovig aan als ik hen vertel dat ik niet in de branding aan het spelen was.<br />
"Ik zat gewoon mij te wassen, als de stroming mij meepakte. Echt waar, het water reikte nauwelijks tot aan mijn knieën."Ik heb me nog aan de koraal kunnen vasthouden, mijn voeten zwierden al over de rand van het rif", zucht Kurt, "een golf heeft me weer aan land gesmeten. Gelukkig had Arie het ongeval opgemerkt en de anderen op het strand geroepen. Tezamen hebben we het touw ontrold, en ik heb een zwemvest aangedaan en ben Peter achterna gesprongen.""Ik ging het niet gehaald hebben, Kurt, echt niet, de stroming was veel te sterk! Bedankt jongen, kom, we gaan een sigaret roken."Ik weet dat ik Kurt daar plezier mee kan doen. Hij zit zonder sigaretten. Ook ik ben bijna door mijn pakjes heen. Paul deelt zijn overvloedige voorraad al enige dagen met me.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/188/384603346_a22a2eddf5_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/188/384603346_a22a2eddf5_o.jpg" border="0" /></a>We laten ons zakken op een paar strandstoelen, voor de tent. Burt komt af met zijn 'medicijnzak', zoals hij die noemt, een waterdichte rugzak met allerlei potjes, zalfjes, watten,... "Laat me eens kijken. Hmmm op je benen zijn het allemaal oppervlakkige schrammen. Die op je rug zijn veel dieper. Laat ons geen risico's nemen, we moeten de wonden reinigen. Als je gesneden bent door levend koraal, moeten we verhinderen dat de calciumresten in je bloed terechtkomen. Het enige middel om het goed op te lossen is gedestilleerd azijn!""Azijn?!?!", roep ik. Het vooruitzicht van azijn op de wonden lijkt allesbehalve aantrekkelijk.<br />
Burt grijnst, en zegt: "Het zal maar eventjes pijn doen, niks van aantrekken!"<br />
Hij wrijft hard in mijn rugwonde, ik schreeuw het uit. De andere wonden zijn maar oppervlakkig, en daar voel ik het niet zo.<br />
"De twee wonden op je rug hebben de vorm van Baker en Howland", lacht Bob, en hij legt zijn hand op mijn schouder.<br />
Ook Kurt krijgt zijn deel van het azijn.<br />
Het ontsmettingsmiddel dat Burt erna op doet, voel ik zelfs niet meer. Randy geeft Kurt en ik elk een glas water.<br />
Ik zit aangeslagen in de zetel. Ik had me nog nooit zo hulpeloos gevoeld. Op een bepaald moment had ik werkelijk gedacht dat het allemaal over zou zijn.<br />
Ontdaan loop ik naar Aries tent, zak uitgeput op mijn bed en val in slaap. Ik droom van golven en het gapende gat aan het uiteinde van de koraal. Als ik weer wakker wordt, voel ik me lusteloos, er zit geen greintje kracht meer in me. Ik luister naar mijn walkman en zet wat Afrikaanse muziek op. Het ritme van de muziek doet mijn bloed weer pompen, ik fleur weer op. "Nu is het niet de tijd om de moed te laten zakken", bekijf ik mezelf en stap uit de tent. Mijn turnpantoffels ben ik verloren in zee, en het enige wat ik heb zijn lichte sloffen met een dunne zool. De doornen van de struiken dringen erdoor.<br />
"Alweer beter, Peter", vraagt Arie<br />
"Ja hoor, alles is weer onder controle", lach ik.<br />
"God, weet je waar ik constant aan zat te denken terwijl ik je zo in de zee zag drijven? Als hij nu verdrinkt, durf ik Tine nooit meer onder ogen komen!".<br />
<br />
Intussen heeft iedereen Capt'n Bills voorstel gevolgd om regenwater dat in de grote schelpen op<a href="http://farm1.static.flickr.com/172/384603665_550fe898d9_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 148px; CURSOR: hand" height="227" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/384603665_550fe898d9_o.jpg" border="0" /></a> de oostkust stond, te verzamelen. Het water is donker en vuil, het ruikt verdacht. Ze filteren het vochtje door een paar T-shirts en ontsmetten het met speciale kristallen die Burt mee heeft.<br />
"Misschien heeft het water een onsmakelijk kleurtje, maar het zou toch drinkbaar moeten zijn!", zegt Bill manhaftig, en neemt er een flinke slok van.<br />
Tot nu toe hebben we enkel water gedronken die op de boot door de ontziltingsmachine was aangemaakt. Kurt goot er altijd een scheut 'Gatorade'-poeder bij. Bill beweerde dat Gatorade goed was omdat er zo veel calcium en sodium in zat, wat helpt om het water langer in je lichaam te houden. We dachten echter dat het nodig was om de slechte smaak van het water te verbergen. Maar zelfs het verdacht kleurtje van het ontzilte water kon de vergelijking met het zootje die ze uit de schelpen hadden verzameld, niet doorstaan.<br />
<br />
<strong>Donderdag 4 februari<br />
</strong>De zee staat nog altijd onstuimig. Onze watervoorraad geraakt uitgeput, hoe spaarzaam we ook zijn. Het heeft in de laatste dagen niet geregend, en volgens de weerberichten die we via de radio ontvangen, zal het nog een tijdje zo blijven. Onze toestand wordt kritiek, maar iedereen blijft goedgeluimd. Ik ben dankbaar dat we zo goed met elkaar kunnen opschieten. We zijn op mekaar aangewezen. Stel je voor dat er iemand in paniek zou geraken, of 's nachts water of voedsel zou stelen,.. Maar niks daarvan. Er worden nog evenveel grappen en grollen uitgehaald als voorheen, alhoewel we heel goed weten hoe penibel onze situatie is: bijna geen water noch eten, de Machias waarvan enkel de motor nog draait. Twee gestrande zodiacs met defecte motoren...<br />
Via de radio hebben we nog niemand ingelicht over onze werkelijke situatie. Het blijft bij: "We zitten nog altijd gestrand op het eiland en wachten op beter weer".<br />
<br />
<strong>Vrijdag 5 februari 1993</strong><br />
De ontsteking aan de binnenkant van mijn dijen wordt erger. Ik kleef er grote verbanden op, maar die blijven niet op zijn plaats. Mijn voeten zijn gezwollen. Mijn lichte turnpantoffeltjes houden de doornen niet tegen. Ieders lippen beginnen te barsten door gebrek aan water. We zitten helemaal door onze watervoorraad heen. We moeten een ultieme poging wagen om van het eiland te geraken. Lukt het vandaag niet, dan moeten we hulp inroepen.<br />
Ian heeft een geruime tijd aan een buitenboordmotor zitten werken. Ik heb hem altijd een beetje snoeverig gevonden, maar ik moet zijn moed en verbetenheid bewonderen, zoals ik hem in de felle zon op het strand urenlang over de motor zie gebogen zitten. Hij heeft de carburator en alle filters uitgekuist. Tezamen met Randy hebben ze de motor op de rand van een ton, gevuld met water, vastgemaakt. Ian heeft een klein busje 'pilootstarter' in zijn bagage gevonden. Dit is een licht ontvlambare vloeistof die vaak gebruikt wordt bij benzinemotoren met startproblemen... Als bij wonder lukt het hem om de buitenboordmotor aan de praat te krijgen, en... aan de praat te houden. Dit wordt het keerpunt, dat voelen we.<br />
Eén van de twee gestrande zodiacs is lek en is te slap om nog gebruikt te worden. Al onze hoop staat nu op de laatste zodiac, en de enige motor die we konden herstellen. We laden een generator in de boot. Kurt zal sturen, en Phil, een genie op gebied van elektrische installaties, vergezelt hem. Phil zal proberen met onze generator de boot opnieuw van elektriciteit te voorzien. Zo kunnen ze op zijn minst de radar en de VHF radio weer gebruiken. Maar belangrijker is, als we een zodiac door de golven krijgen, kan Kurt weer wat water en voedsel in de golven kan werpen! Kurt belooft, als hij door de golven naar de boot geraakt, ons wat fris ingeblikt fruit zal brengen. Daar dromen we al dagen van: koel ingeblikt fruit...<br />
Burt verbiedt me in de zee te gaan. Mijn wonden zijn nog niet geheeld. Ik sta als een buitenstaander alles gade te slaan... Ze dragen de zodiac in het water. Phil klimt in de boot en legt zich, op zijn buik, over de punt van de boot. Ze staan met zijn allen tot aan de borst in het water en vechten tegen de stroming. Kurt trekt de motor in gang, en... hij blijft draaien. De golven staan nog altijd hoog. Ze weten dat ze maar één kans hebben om door de golven te geraken. Laten ze de zodiac te vroeg of te laat los, zullen de golven hem weer omver werpen. De spanning is te snijden. Een uur lang staat de groep in het water een goed moment af te wachten. De Machias komt dichterbij, ze hebben de activiteit op het strand opgemerkt en houden de maneuvers in de gaten.<br />
Ik hoor Kurt roepen: "Nu", en iedereen laat de zodiac los. Kurt houdt de sloep met de punt in de richting van de golven. Hij wacht nog enkele seconden en geeft dan langzaam gas. De zodiac vaart traag naar het rif toe. Ik zie hoe Phil zich krampachtig aan de boot vasthoudt. Ik weet dat hij niet kan zwemmen. Kurt neemt een paar kleinere golven, en geeft dan pas vol gas. De zodiac schiet vooruit. Ter hoogte van het rif neemt hij een paar grote golven, maar de sloep houdt zich goed. Net als hij bijna over het rif gaat, komt een gigantische golf aanzetten. De golf slaat over en het schuim schiet omhoog. Kurt twijfelt niet, en blijft vol gas geven. De zodiac vliegt bovenop de golf, wordt omhoog getild en komt volledig uit het water. Eventjes lijkt het erop dat hij over kop gaat, maar ze komt weer plat op het water terecht. Ze zijn door de branding! Dolfijnen schieten toe, terwijl Kurt langzaam naar de Machias vaart. De groep in het water zwaait luid juichend naar Kurt. Tranen stromen over mijn gezicht. We zijn gered!<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/151/384602573_e63b87515a_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/151/384602573_e63b87515a_o.jpg" border="0" /></a>Uitgeput komen de anderen naar de tent gestrompeld. Ze zijn uitgelaten, niettegenstaande iedereen nogal is toegetakeld door het koraal. Ze gaan in een rijtje op een stoel zitten, terwijl Burt en Mike ieders wonden verzorgen.<br />
Een half uurtje later komt Kurt, met Dave in de boot, terug naar de branding. Hij houdt zijn woord. We zien allerlei emmers en jerrycans in de zodiac liggen.<br />
"Daar komt mijn dessert!", roept Bob uit.<br />
Uren lang dropt Kurt nieuwe voorraden in de branding: ingeblikt fruit -eindelijk!-, water, hopen blikjes kip, corned beef, worstjes en tonijn, jerrycans met diesel en zwemvesten. De laatste 'vracht' is een emmer met een koord eraan. De zodiac houdt het ene uiteinde vast. Met dikke viltstift-letters staat er 'BEVAT BOODSCHAP' op de emmer geschreven. We houden de koord vast en lezen het briefje in de emmer.<br />
'Generator werkt niet, hij heeft te veel water binnengekregen, denk ik. Kurt en Dave willen dit koord gebruiken om met een katrol materiaal naar de boot te vervoeren. Maak het vast op het strand, wij doen de reste. Veel geluk - Phil'<br />
Bill legt ons het systeem uit:<br />
"We zullen die dikke koord op het eiland vastmaken. Het andere eind zal in de mast van de Machias worden vastgemaakt. Aan de koord wordt een katrol gehangen, die we met een tweede koord zullen heen en weer trekken... Ik vrees dat we vandaag wel niet veel meer kunnen doen, de zon gaat zo onder..."<br />
We hebben de spankabel vastgemaakt aan het anker, die intussen op het strand is aangespoeld. Het anker hebben we met enkele grote piketten vastgelegd. In de avondgloed kunnen we de dikke gele kabel volgen tot in de top van de masten. Er staat nog geen spanning op. Terwijl we met zijn allen op het strand ons tegoed doen aan het eten en profijtige slokjes nemen van het fris water - Kurt heeft ons verwend - zien we de zodiac heen en weer varen tussen het midden van de lijn en de Machias.<br />
"Ze zijn het katrol aan het bevestigen", mompelt Bill.<br />
"He, kijk: lichtsignalen", roept Randy.<br />
"Waar?""Daar op het achtersteven van de Machias! Het is morse: 'CQ CQ CQ HOWLAND HW CPY PSE K K K?' - 'Attentie Howland, hoe ontvangt U mij, bevestig alsjeblieft', seint er iemand, dat moet Phil zijn!"<br />
Randy loopt naar de tent, en antwoordt:<br />
'HR HOWLAND R R R FB CPY K!' - Hier Howland, roger, roger, goeie ontvangst, over'.<br />
'PHIL HR, PSE CPY MSG - KEEPING MACHIAS CLOSE TO REEF FOR LINE - PSE KEEP BOAT IN LINE WITH BEACON TONITE - WILL CONTINUE 2MORROW PSE K' - 'Phil hier, neem een boodschap op asjeblieft: we houden de Machias dicht bij het rif, voor de kabel. Hou de boot in lijn met de bakens vannacht. We zullen morgen verder doen. Bevestig ontvangst a.u.b.'<br />
Randy seint terug: 'R R WILL KEEP BEACONS ON ALL NITE - GL ES TNX FER FOOD - CU 2MORROW SK SK' - ' Roger, roger, we zullen de bakens de ganse nacht aanhouden, veel geluk en bedankt voor het eten. We zien jullie morgen. Einde bericht.'<br />
Phil bevestigt het einde van de boodschap met twee korte lichtsignalen.<br />
Bill legt uit dat door de spanning op de lijn, de Machias naar het rif kan getrokken worden. Ze zullen de ganse nacht de motor stationair laten draaien om het schip op zijn plaats te houden. Door middel van onze lichtbakens op het strand kunnen ze zien dat ze in één lijn met het anker op het strand blijven.<br />
Iedereen is enthousiast en praat door elkaar heen. Toch hebben we onze twijfels over het katrolsysteem. Zal de Machias er in slagen om de lijn hoog genoeg uit het water te tillen zodat we onze vrachtjes kunnen heen en weer trekken?<br />
<br />
<strong>Zaterdag 6 februari 1993<br />
</strong>De lijn heeft stand gehouden. Als we bij zonsopgang naar het strand wandelen, ligt de Machias nog mooi op zijn plaats. Kurt werpt vers water in de branding en werkt verder aan de katrol. Een extra lijn wordt van de katrol naar de Machias gespannen, en een tweede lijn wordt aan een emmer in de golven gesmeten. Met die twee koorden moeten we de katrol heen en weer trekken. Het duurt uren voor we het katrolsysteem klaar hebben, maar we slagen erin. De Machias zet de kabel onder spanning, en op het strand zetten we er een ladder onder, om wat hoogte te winnen. We trekken de katrol naar de kust, steken een paar walkietalkies in emmers die hermetisch worden afgesloten, en geven een sein dat de Machias de lijn kan binnenhalen. De koorden geraken regelmatig in het koraal verward, en het gemanoeuvreer gaat tergend langzaam, maar in een half uur geraakt het eerste vrachtje tot bij de Machias. Eindelijk hebben <a href="http://farm1.static.flickr.com/141/384602425_e446f07f86_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/141/384602425_e446f07f86_o.jpg" border="0" /></a>we via de walkietalkies weer verbinding met de boot. We vragen wat meer water. Iedereen zweet zich dood in die hitte. De Machias vraagt de tweede zodiac aan de katrol vast te maken, en er een generator in te leggen. Phil wil dringend de koelkasten en de ontziltingsmachine in gang krijgen, anders bederft de etensvoorraad. Ook op de boot hebben ze nog weinig water over...<br />
Iedereen twijfelt. Het katrolsysteem is nog niet goed uitgetest, en de stroming staat nog sterk, maar we willen het proberen. Ik zaag iedereen de oren van het lijf om toch maar reddingsvesten aan te doen. Ik heb tenslotte aan den lijve ondervonden hoe sterk de stroming was. Bijna krijgen we ruzie over de reddingsvesten, maar Arie en ik houden voet bij stuk: zwemvesten of geen zodiac. Iedereen doet met tegenzin de vesten aan... De zodiac wordt aan de katrollijn vastgemaakt en iedereen staat in het water. Iedereen, uitgenomen ik, Burt verbiedt me nog altijd om in het water te gaan.<br />
De stroming staat sterk, en soms moeten ze zich aan de zodiac vasthouden om niet meegesleurd te worden. Als de sloep klaar ligt, geef ik een teken via de walkietalkie dat de Machias mag beginnen trekken. De zodiac glijdt vooruit, en iedereen laat los. Zonder de sloep hebben ze geen houvast meer, en vanop het strand zie ik hoe iedereen in het water valt. De ene wordt links meegesleurd, de andere rechts, Ian wordt door de golven op het strand gesmeten. Ze houden zich aan elkaar vast en worstelen door de branding. "Bob, Bob zit vast", roep ik.<br />
"Help, help", roept Bob, de stroming heeft hem meegezogen in het koraalgat, waar ik enige dagen voordien ben doorgesleurd. Randy en Walt proberen hem te bereiken, maar als Walt Bob uit het gat trekt, wordt hij er zelf in gezogen. Iedereen vormt een ketting, en Randy trekt Walt eruit. Ze strompelen uit het water. Bob en Walt hebben lelijke koraalwonden en zien lijkbleek.<br />
"God, Peter, wat een geluk dat we reddingsvesten aan hadden!", stotteren ze.<br />
"Ik ken het gevoel, jongens, ik ben blij dat jullie het haalden!"<br />
<br />
De zodiac met de generator is heelhuids door de branding geraakt, en wordt door de tweede sloep opgehaald. We verdelen ons in groepjes. Een paar mensen verzamelen materiaal op het strand, anderen pakken het in plastiek en binden het aan mekaar. De rest helpt bij het heen en weer trekken van het katrol.<br />
Dit laatste loopt niet van een leien dakje. De koorden geraken regelmatig in het koraal verward en er zit heel wat wrijving op de katrol. Met zijn zessen nemen we de koord vast en sleuren er aan, allemaal in een rijtje. Kom je aan het einde van het strand, wandel je naar de zee, grijp je de koord vast, en sleur je ze weer tot aan het einde van het strand. En zo gaat het uren aan een stuk. We lijken wel op een troep slaven, zoals we daar aan die lijnen trekken. We zweten ons rot, de zon brandt op ons in, de lijn snijdt door onze handschoenen heen, het zand schuurt in onze schoenen. De wonden aan de binnenkant van mijn dijen wrijven weer open. Uren lang gaan we door, vracht na vracht, tot de zon onder gaat. Intussen heeft Phil nog geen geluk gehad met de generatoren, maar net voordat de batterijen van de walkietalkie leeg lopen, meldt hij dat 'de zaak goed vordert en dat we moeten volhouden!'<br />
<br />
Ook de volgende dag blijven we doorwerken. Als we rond de middag de katrol weer eens binnenhalen, bengelt er een zitje aan. Ze willen dat de eerste man zo van land gaat. We hebben geen communicatie meer met de boot, maar onze obscene gebaren naar de boot laten geen twijfel toe: 'No way'. We hebben gezien wat er met de ladingen aan het katrol gebeuren: ze slepen over het koraal en een gedeelte hebben we in de golven verloren. Daarenboven heeft niemand zin om in zo'n zitje op een vijftal meters boven de haaien te zweven... Het zitje vliegt aan de kant, en we gaan verder met de normale vrachtjes.<br />
Rond de middag komt Kurt in een zodiac bij de branding varen. We denken dat hij water in de golven komt werpen, maar plotseling geeft hij vol gas en vaart door de branding tot aan het strand.<br />
"Ik dacht zo, de golven zijn veel minder nu, misschien kunnen we de zodiacs wel gebruiken om materiaal te vervoeren. Daarbij komt nog eens dat ik wel trek heb in een sigaretje."<br />
"Je hebt het verdiend, man, zoals je eergisteren Phil en de generator door de branding hebt gekregen, je hebt meer als één sigaretje verdiend!", en we kloppen op zijn schouder.<br />
<br />
Kurt heeft gelijk, de branding is minder. Hij bewijst het door een vrachtje tot bij de boot te varen. Dat is goed nieuws want we maken weinig vorderingen met het katrolsysteem. Het duurt bijna een uur eer de katrol één maal heen en weer is getrokken. Kurt komt weer tot aan het strand.<br />
"Peter, het is jouw beurt", roept Burt, "maak je maar klaar."<br />
Met de benen wijd open, de wonden aan de binnenkant van mijn dijen prikken bij elke stap, strompel ik tot aan Aries tent, verzamel mijn materiaal en sleur pak en zak terug naar het strand. Arie helpt me alles in plastiek verpakken, reddingsvest aan en de zodiac in.<br />
"Over de top van de boot buigen, Peter, zo hou je de neus omlaag. Niet bang zijn, het is zo gebeurd.",zegt Kurt.<br />
"'Het is zo gebeurd', je klinkt wel als mijn tandarts voor hij me een prik geeft", lach ik.<br />
Ik ga voorover liggen en voel de zodiac bewegen.<br />
"Nu", roept Kurt. Ik hoor de motor gieren, en tel de klappen dat de zodiac op de golven geeft.<br />
"Een,.... twee,..oeps een grote, drie, nog een grote, vier.....", en dan is het rustig. De sloep schiet vooruit over het water. We zijn erdoor, zonder problemen. Ik zet mij recht en wuif naar de anderen die nog voor het rif in het water staan. Ze maken het V-teken...<br />
De Machias komt dichterbij, ik zie Ryan en Big Bill naar me wuiven. Dave en Beth komen van achter de stuurhut tevoorschijn. Phil staat te filmen op het achterdek.<br />
"Hey jongens, blij van jullie weer te zien! Ik dacht dat er nooit een einde aan zou komen!"<br />
Beth vergast me op een bekertje koel water en Phil komt me omhelzen. "Hoe gaat op het eiland, zit de vlam er nog een beetje in?""Ja, hoor, maar ze geraken langzamerhand uitgeput."<br />
"Mmm, we zijn een goede ontvangst voor hen aan het voorbereiden: de generator draait en we zijn bijna klaar de boot te herbedraden."<br />
Beth en Dave hebben hun handen omwonden met brede kleefband. Blijkbaar hadden ze op de boot geen handschoenen. Wij waren op het eiland tenminste nog met elf mensen om aan de katrol te trekken, hier waren ze maar met zijn vijven. Ik heb respect voor Beth en Dave. Zij, die niet echt deel uitmaken van het radio-team, hebben al twee dagen ons zendmateriaal heen en weer gesleept.<br />
Het dek ligt vol met pakken en zakken, antennes en masten die van het eiland komen. Burt heeft me gevraagd om zo veel mogelijk materiaal al benedendeks onder te brengen. Elektronica-apparatuur is als de dood voor zeewater.<br />
Maar eerst: een zeeziektepilletje. Door de hitte op het eiland zijn de pilletjes aan mekaar gesmolten, en vormen één klompje tezamen met het doosje. Ik breek er een stukje van af, zwelg het in en kruip de trap af naar de slaapkwartieren. Benedendeks is de lucht bedrukt, vochtig en vreselijk warm. Het ruikt er naar toiletreiniger. Ik trek een verse T-shirt en short aan. Eindelijk weer eens droge kleren! Ik voel me zo opknappen. Als ik weer naar boven kruip, hoor ik de zodiac langszij komen. Paul en Capt'n Bill zijn mee.<br />
"Hey Paul, welkom aan boord.""Wel, Burt zei tegen me 'ga jij ook maar naar de boot, dan kun je<a href="http://farm1.static.flickr.com/152/384603397_ae6d4b1c79_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/152/384603397_ae6d4b1c79_o.jpg" border="0" /></a> een oogje op Peter houden'", grapt hij en we omhelzen mekaar.<br />
Lang houdt Paul zijn grapjes niet vol, en na een paar minuten gaat hij lijkbleek bij het stuurwiel zitten.<br />
"Mijn maag weer", kreunt hij en ik bied hem een brokje van mijn zeepillen aan.<br />
Beth geeft me het materiaal door het luik aan, ik haal het uit de vochtige plastieken zakken en klasseer het zo goed en zo kwaad het kan. Binnen het kwartier loopt het zweet in straaltjes langs mijn lichaam, zo vochtig en benepen is het. Ik moet af en toe naar boven om wat verse lucht te happen.<br />
"Knnnaaapppp, sswwwiiiiiieeet", klinkt het. Het is alsof een kanonschot werd gelost.<br />
"De lijn, de lijn", hoor ik Bill roepen.<br />
De katrollijn is doorgeknapt. In alle drukte is men vergeten de boot onder controle te houden en de kracht op de lijn, toch een drietal vingers dik, werd te groot. Ik hoop maar dat op het eiland niemand dicht bij de lijn stond op het moment dat hij doorsprong...<br />
Vanaf dat moment kan de evacuatie nog enkel met de zodiacs gebeuren. Maar de zee blijft rustig. Lading na lading komt bij de boot toe. De ene boot brengt Arie. Bob en Mike komen met de volgende mee.<br />
"We vroegen ons af hoe lang we nog op het eiland moesten blijven, jongens, we begonnen ons echt vragen te stellen!", lacht Bob. Ik weet hoe hij zich voelt. Burt en Walt komen ook toe. Ze vertellen hoe heet het was op het strand. Er staat geen beetje wind. Ze zijn onder een tafel gekropen om toch een beetje schaduw te hebben. Hun lippen, neus en handen ziet wit van de zonnecrème.<br />
Tegen vijf uur in de namiddag is de laatste lading aan boord, en komen ook Randy en Ian toe.<br />
"Schatje, ik ben thuiuiuis!", roept Ian.<br />
"Wat heb je te eten, vrouwtje?", roept Randy.<br />
Ze zien er allebei verbrand en uitgeput uit... Maar na een uitgebreid avondmaal, die Kurt op twee gasbrandertjes klaarmaakt, komt iedereen weer tot zijn positieven. Iedereen, uitgenomen Arie. Die ligt op het voorsteven bij de reling, en ziet wit en groen. Hij is zwaar zeeziek. Ik heb medelijden met hem. Als Big Bill hem bijna een trap geeft omdat Arie in de weg ligt, vlieg ik hem aan.<br />
"Ben je niet beschaamd? Jij grote lomperik. Je ziet toch dat die jongen ziek is, je zou hem beter helpen in plaats van je zo grof te gedragen."<br />
Hij kijkt me verrast aan met een air van 'wat heb ik nu weer verkeerd gedaan?', maar ik gun hem geen blik waardig. Paul en ik helpen Arie naar beneden, zetten wat ventilators op zijn gezicht, en brengen hem water en beschuit.<br />
<br />
Phil heeft de elektriciteitsinstallatie in gang gekregen en eindelijk kunnen we het eiland de rug toekeren. Iedereen kijkt met gemengde gevoelens hoe Howland uit het zicht verdwijnt. Niemand heeft er spijt van dat ze van het eiland zijn. Toch betekent dit het einde van de expeditie. De rest is enkel in functie van 'hoe geraken we het vlugst naar huis?'.<br />
<br />
Het is een paar dagen varen naar Tarawa, en de meeste tijd brengen we al slapend door. De tweede morgen krijg ik ook last van mijn maag. Ik heb blijkbaar een stukje van het kartonnen doosje gegeten, in de plaats van een stukje zeeziektepil. Arie herstelt langzaam en hij komt maar tegen de laatste namiddag bovendek. De ontziltingsmachine is weer eens onklaar, en we kunnen geen zoet water meer aanmaken. Daarenboven heeft Big Bill, de stomkop, de zoetwatertank per abuis gevuld met zeewater, en we zitten nu zonder drinkwater.<br />
"Nog één nacht, en we zitten in Tarawa", troosten we ons.<br />
"Het is maar tijd ook, want al onze sigaretten zijn op", lacht Paul grimmig.<br />
"Ramp o ramp", plaagt Burt.<br />
Pikzwarte wolken komen aan de horizon tevoorschijn. Onze laatste nacht belooft spannend te worden. De regen komt met emmers naar beneden en iedereen zoekt de slaapkabines op. "Gelukkig kan het luik nog open blijven, dan komt er tenminste nog wat verse lucht binnen", denk ik voor ik wegdommel in een diepe slaap. IJdele hoop, een paar uur later slaan de golven over de boeg, en stroomt het water door het luik naar binnen. We sluiten de slaapkwartieren hermetisch af.<br />
Mijn matras en slaapzak is drijfnat. Ik haaaaat natte slaapzakken. Mijn hoofd bonst. Ik moet me aan de rand van het bed vasthouden, zo heftig schommelt de boot heen en weer. De lucht is benepen en ruikt naar braaksel en pis. Het toilet in de andere kajuit is aan het overlopen. Voor de eerste keer tijdens deze expeditie hoor ik mezelf luidop vloeken. Ik kan er niet meer tegen. Dit is te veel. Waarom doen we dit toch allemaal? Heeft het wel allemaal zin? Waarom?</div><br />
<span style="font-size:78%;">Bron: Foto's van Mike McGirr, Walt Stinson, Arie Nugteren, Burt Myers</span><br />
<br />
<div align="justify"></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/13-tarawa-de-bevrijding.html">Hoofdstuk 13: Tarawa - de bevrijding</a><br/><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-67648587192358536862007-02-03T19:36:00.002+01:002010-04-25T23:41:07.644+01:0011. Een woestijn met regenstormen...<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/141/384602464_fb82504e8f_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/141/384602464_fb82504e8f_o.jpg" border="0" /></a>Ik ben nog maar pas in mijn eerste slaap en ik voel al nattigheid. Letterlijk dan. Het begint te regenen. De flappen van de tent slaan wild tegen de zijkanten. Het gaas aan de zijkanten van de tenten, houdt de regen helemaal niet tegen, en van pure miserie trek ik mijn slaapzak over mijn hoofd.<br />
"Ik wil niet dat dit waar is, dit is de woestijn van de Pacific, ik wil het niet, het kan gewoon niet, ik wil slapen", schreeuwt het in me.<br />
Ik hoor Burt opstaan en hij probeert een groot plastiek vel over de zijkant van de tent te hangen. Burt zorgt als een klokhen voor ons, al sinds het begin van de trip. De wind jaagt het zeil op en ik hoor geroep buiten:<br />
"Het materiaal op het strand moet afgedekt worden, waar is de doos met de plastieken dekzeilen?"<br />
Ik kan me niet langer voor slapende houden en tast naar mijn bril in de volle duisternis. De regen komt met emmers neer. In een minimum van tijd is alles in de tent kletsnat. Paul schiet ook wakker, en tezamen strompelen we naar buiten om Burt te helpen. Eén plastiek vel is niet genoeg, de wind jaagt de regen van alle kanten de tent in. Het materiaal dat open en bloot op het strand ligt is belangrijker als de tent. Iedereen loopt naar het strand om 'iets' over de tientallen dozen met materiaal te leggen. Binnen het half uur is alles afgedekt, en we rennen door de gietende regen naar de radiotent. Daar zitten Randy en Ian aan de radio. Niettegenstaande dit een steviger canvas tent is, stuift ook hier de regen binnen. Ian zit met zijn voeten in een plas water. "Gadver, dit hadden we niet voorzien, regen! Volgens de biologen mag het maar eens in het jaar regenen. Laat ons hopen dat dit dan die enige keer is", roept Burt boven het geraas uit, "met die lichte slaaptent komen we niet ver in dit weer. We hebben geen veldbedden genoeg, omdat we gepland hadden om een paar mensen op matrassen, op de grond te laten slapen. Maar als de tenten zich zo vlug gaan vullen met water, komen we daar ook niet ver mee!"<br />
"Hoe is het mogelijk", huiver ik terwijl koude rillingen over mijn rug lopen. Ieders kleren zijn doorweekt. We staan dicht op mekaar gedrumd en kijken elkaar hopeloos aan. Ik hef de voorflap van de tent op, en zie dat er geen licht in de tweede radiotent brandt. Dit is Aries tent, waar hij de satelliet en VHF installatie zal opstellen. Misschien is die tent wel droog... De regen houdt niet op en ik ren om een veldbed. Van de slaaptent blijft er niet veel over. De rukwinden hebben het aluminium frame verwrongen. Op handen en voeten kruip ik onder de zeilen door en pak mijn slaapzak, een tas met kleren, mijn veldbed en ren naar Arie’s tent. Phil zit daar ook al.<br />
"Arie heb je nog een plaatsje voor mij? Ik ben doodop.."<br />
"Als er geen plaats is, zullen we er maken", zegt Arie grootmoedig.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/130/384603208_7ed6fa821e_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/130/384603208_7ed6fa821e_o.jpg" border="0" /></a>Zijn tent is tenminste droog. We stapelen de dozen met zijn apparatuur op mekaar en wringen mijn veldbed in de tent. Ik voel me doodellendig. Ik was al zo moe, en nu ben ik nog doorweekt ook. Ik kan het water uit mijn slaapzak wringen. Ik haaaaaat natte slaapzakken. Het water druipt uit mijn zak met kleren. Droge kleren kan ik ook al vergeten.<br />
"Hier, Peter, pak vast", zegt Arie en geeft me één van zijn droge T-shirts. Het is waar wat Tine altijd zei: "Arie zorgt even goed voor je, als je moeder. Ik ben duizend keer geruster enkel al omdat hij mee is." Ik ben uitgeput, en val pardoes in slaap, natte slaapzak of niet, weg ben ik.<br />
<br />
<strong>26 januari 1993, zeven uur in de morgen.<br />
</strong>Het lijkt alsof ik een eeuwigheid geslapen heb, maar het waren slechts een paar uurtjes. Toch<a href="http://farm1.static.flickr.com/143/384603074_ce29d69f66_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/143/384603074_ce29d69f66_o.jpg" border="0" /></a> voel ik me fris. De zon komt net op en warmt het eiland op. Ik hang wat kleren te drogen en loop naar de radiotent. Randy ligt onder de tafel op een paar plastiek zakken in een grote plas water te slapen, zonder matras of kussen. Mike en Walt zitten achter de radio’s. Ook de andere teamleden komen binnen. Iedereen ziet er verfomfaaid uit: met rode ogen, de haren plat tegen het hoofd en vlekkerige T-shirts.<br />
"<a href="http://farm1.static.flickr.com/138/384603463_f338f37c94_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/138/384603463_f338f37c94_o.jpg" border="0" /></a>Kom op, jongens, er is werk aan de winkel", beveelt Burt. En we beginnen aan ons slavenwerk. Dozen, zakken, tafel en stoelen, masten en antennes worden vanop het strand naar de tenten gezeuld. Tegen de middag hebben we alle materiaal voor de antennes en masten bij mekaar. Burt komt stampvoetend aangelopen. Het is de eerste keer dat ik hem kwaad zie.<br />
"Die vervloekte Bob Farrow toch, hoe is het mogelijk!", snuift hij.<br />
"Wie is Bob Farrow"<br />
"Hij is onze chartering agent, die alle materiaal in de boot heeft geladen. Ik weet niet wat hij in zijn hoofd heeft gekregen, maar hij heeft alle antennedelen, die zo netjes in dozen waren verpakt, antenne bij antenne, allemaal door mekaar gehaald. Van een paar antennes zijn we zelfs de handleiding kwijt. Hoe is dat mogelijk. De volgende keer dat ik hem zie, krijgt hij ervan!"<br />
We hebben ontzettend veel antennes en masten, veel meer als op Clipperton. Terwijl op Clipperton alle antennes al van vooraf waren in mekaar gestoken, moeten we nu puzzelen. Honderden vijsjes, moeren, spanringen en aluminium buisjes moeten met de grootste precisie in mekaar gestoken worden, en een twintigtal antennes vormen. Een enkel foutje betekent een antenne die niet goed werkt. Ieder heeft een keuze uit drie taken: ofwel doet hij het zware werk en helpt bij het opzetten van de masten, tenzij hij kiest om te helpen de antennes in mekaar te knutselen. Dat is niet zo zwaar, maar je moet er geduld en concentratie voor hebben. Als je moe bent van<a href="http://farm1.static.flickr.com/138/384603271_128b444e4f_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/138/384603271_128b444e4f_o.jpg" border="0" /></a> het 'buitenwerk' kun je één van de twee radiostations bedienen. Dat valt niet mee na zo'n rotnacht. We spreken elkaar moed in en helpen mekaar waar het maar kan. Nu pas voelen we hoezeer we één team vormen. Er is geen onderscheid tussen ons. Elk doet wat hij kan en niemand krijgt een opmerking als hij eens wat te lang achter de radio zit. We weten dat we op mekaar kunnen rekenen.<br />
Ian staat in de brandende zon tussen de antenne-onderdelen. Hij ziet er komisch uit, met zijn leesbrilletje vooraan op de neus en de hand in zijn zij. Bob en Mike helpen hem. Arie heeft als eerste zijn antennes in mekaar. Hij gaat als altijd heel methodisch en berekend te werk. Het puzzelwerk doet hij in zijn tent, en komt pas buiten in de volle zon om ze op de masten te bevestigen. Phil loopt in de verte bij de 'morse-radiotent' elektriciteitskabels uit te rollen. Paul, Randy, Walt en Burt slaan piketten in de grond en snijden koorden in de juiste lengte. Dave en Beth zien we niet, die zijn waarschijnlijk naar het andere eind van het eiland, vogels gaan tellen.<br />
Tegen de namiddag hebben we de meeste antennes in mekaar. Een aantal mensen gaat slapen. <a href="http://farm1.static.flickr.com/174/384602837_f4d893f23b_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/174/384602837_f4d893f23b_o.jpg" border="0" /></a>De rest helpt de masten op te zetten. Voor elke mast hebben we zes mensen nodig. Randy en ik staan op een ladder en houden de buizen vast, terwijl de anderen op vier hoeken de koorden vastmaken. Daarna wordt een antenne op de topbuis vastgemaakt, en trekken we buis per buis uit, tot de antenne op een hoogte van een twaalf meter staat. En zo gaat mast per mast de lucht in. Daarnaast hebben we ook verticale antennes, die op het strand worden rechtgezet. Onder deze antennes wordt kippendraad uitgerold en leggen we een dertigtal draden over de grond, om een kunstmatige elektrische grond te verkrijgen. Hoe preciezer alles gebeurt, des te beter de antennes zullen werken, maar ook hoe langer het werk per antenne duurt. De zon brandt hevig maar mijn hoed met brede randen 'houdt stand'. Enkel mijn handen beginnen te verbranden. Phil deelt handschoenen uit die gemaakt zijn van een grof geweven stof. Ze spannen rond je handen, waardoor je er precies mee kunt werken, ze zijn stevig genoeg om er ruw werk mee te doen, en het weefsel laat toch nog het zweet door. Geniaal!<br />
<br />
Iedereen werkt als in een trance, en put zwaar uit zijn reserves... Als de zon begint te zakken komt Capt'n Bill aan land met het avondeten en koele drank. We verzamelen ons op het strand en vallen het eten aan. Randy komt met een zucht naast me zitten.<br />
"Ik denk dat we ons overschat hebben, Peter. We hebben na een dag en nacht werken nog maar de helft van de antennes recht. Een aantal moet weer naar beneden omdat ze niet goed zijn afgeregeld. Het lijkt een onmogelijke taak!"<br />
"Komt wel in orde, Randy, we hebben het zwaarste werk al achter de rug. We zijn veilig en wel geland, zoals je zelf zegt: de helft staat al op. De rest van de antennes ligt al klaar om in de lucht te gaan. Het komt wel goed", praat ik hem moed in, maar ik voel dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben, we hebben nog altijd maar een paar zenders in de lucht ook.<br />
"Weet je, op Clipperton noemden we dit de 'zwaarste dagen', de landing en het opzetten van alle apparatuur. Maar de dag erna, toen alles opstond, waren we trots op ons werk en konden we ons volledig wijden aan onze eigenlijke taak: radiocontacten leggen. Het komt wel goed, maak je geen zorgen."<br />
"Misschien heb je wel gelijk, Peter", mompelt Randy dromerig, "Ik zie het waarschijnlijk allemaal te negatief. We hebben inderdaad al een pak werk verricht. En met die twee radiostations die in de lucht zijn, hebben we toch al een paar duizend contacten gemaakt.", geeft hij toe."En ik ben met de satellietradio en de VHF installatie ook al operationeel", glimlacht Arie die bij ons komt zitten, "Heb trouwens daarnet al een paar Japannezen gewerkt op de zes meter band. Dat betekent dat de propagatie wel goed moet zijn."<br />
"Veertig meter was drommels goed vannacht", smekt Mike met een volle mond.<br />
"Oké, oké, ik geef toe, ik zie het allemaal te zwart", zegt Randy.<br />
Als ik hem een half jaar later in Denver zou terug zien, weet hij zich nog die 'peptalk' van mij te herinneren. "Ik zat compleet aan de grond, Peter, maar jullie hebben we weer opgebeurd", zal hij zeggen.<br />
<br />
Alle peptalk achterwege gelaten, duurt het drie volle dagen en drie nachten eer alles een beetje draait zoals we het willen. Maar we kunnen trots zijn op wat we hebben verwezenlijkt en mijn 'radioamateurhart' bonst van enthousiasme als ik vanop een afstand naar ons kamp kijk: vier hoogvermogen stations, inclusief computers, gevoed door vier generatoren. Daarbij komen nog Aries twee zenders en een laagvermogen radio. In het totaal staan er vier tenten en acht masten met tien grote antennes recht. De grootste antenne meet zo'n zeven meter bij tien meter. Reken er nog eens vijf verticale antennes bij en je komt allicht aan de grootste radio-installatie die ooit door een expeditie in mekaar is gestoken.<br />
Het gebrek aan slaap eist zijn tol en als ik aan de radio zit, moet ik me meer concentreren als op<a href="http://farm1.static.flickr.com/128/384603534_04bd073549_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/128/384603534_04bd073549_o.jpg" border="0" /></a> Clipperton, om met een hoge snelheid radiocontacten te leggen. Een metertje op de computer houdt die snelheid van onze contacten bij, en vaak moeten we van operator wisselen omdat die meter een te laag cijfer aanduidt. Walt heeft al drie dagen en drie nachten niet geslapen en lijkt totaal uitgeput.<br />
"Walt, you look like shit, je lijkt op een zombie, ga slapen, man", zeggen we tevergeefs.<br />
"Ik ben hier gekomen om radiocontacten te maken, niet om te slapen", replikeert hij. Maar wanneer zijn snelheidsmeter aangeeft dat hij zich niet meer kan concentreren, haal ik een veldbed uit Aries tent, en Paul duwt Walt erop.<br />
"En nu ga je slapen, al was het maar voor een paar uur", beveelt hij op een toon die geen tegenstand duldt. Als Walt acht uur later verdwaasd wakker wordt, denkt hij twee dagen geslapen te hebben en vraagt welke dag we zijn...<br />
<br />
Het weer blijft een tegenvaller. 's Nachts is het meestal kalm, vochtig en warm. 's Ochtends en naar de middag toe wordt het bloedheet. Het voelt veel warmer als op Clipperton. Als ik weer eens met Burt een antenne op het strand sta te herstellen, wijst de thermometer op mijn polshorloge 56 graden aan. De vochtigheid draait constant rond de 95%. Het zweet gust ons van het gezicht, of we nu buiten aan de antennes werken, slapen of in de tenten voor de radio zitten, het is om het even. 's Namiddags krijgen we meestal een regenstorm, die de tenten onder water zet. Al onze kleren zijn kliedernat, en er is geen manier om die droog te krijgen. We proberen van elk beetje zon en wind gebruik te maken om onze slaapzakken te drogen. Die lijken ons meest kostbare bezit: droge slaapzakken.<br />
<br />
Alle kwaaltjes ten spijt, blijkt toch dat we op de radio goed werk verrichten. Regelmatig gaan Walt en ik de computers af en nemen kopijen van alle bestanden die we dan op Aries computer tot één groot bestand verwerken. Zo kunnen we statistieken opmaken en onze vorderingen volgen. Tegen de vierde dag hebben we zo'n 20.000 contacten.<br />
<br />
Rond die tijd hebben we ook wat meer regelmaat in ons tijdschema gevonden. Meestal sta ik rond vijf uur op en ga Ian aflossen in de 'phonie'-tent. Walt en ik werken daar de pile-up af op de lage banden. Ian gaat slapen in de resten van onze 'slaap’-tent, en Paul ligt te snurken op een matras aan onze voeten. Af en toe moeten we de krabben van hem afplukken en buitengooien. Gelukkig zijn ze niet zo agressief als die van Clipperton. Meestal scharrelen ze maar wat rond op zoek naar wat eten. Tegen de middag vervangt Paul Walt, en komt Mike of Burt mij aflossen. Tijd om te eten en ons te verfrissen in de zee. Het koele water werkt opbeurend. 's Namiddags is <a href="http://farm1.static.flickr.com/124/384603801_d9691807a2_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/124/384603801_d9691807a2_o.jpg" border="0" /></a>bijna iedereen wakker en wordt de planning voor de volgende 24 uur gemaakt. In de late namiddag neem ik, tezamen met Paul, meestal de microfoon nog eens over tot rond 22 uur. Dan komen Ian en Walt ons weer aflossen.<br />
Arie, bemant het VHF en satellietstation op zijn eentje. Deze avond is belangrijk voor hem: hij gaat het eerste 'moonbounce' contact maken: Hij richt zijn antennes naar de opkomende maan en probeert via de maan zijn radiosignalen terug naar de aarde te laten weerkaatsen. Een station in Texas en twee Europeanen pogen zijn signalen te ontvangen en ons via de maan te antwoorden. Het is heel spannend. Dit soort contacten is nog nooit door een radio-expeditie uitgeprobeerd. De Europeanen slagen er niet in een volledig contact te maken, maar de Texaan kunnen we mooi ontvangen. Arie glimlacht gelukkig...<br />
<br />
Voor ik ga slapen neem ik nog een kijkje in de derde andere radiotent, de 'morse'-tent, vijfhonderd meter verderop. Bob en Randy zitten aan de radio, grapjes met elkaar te maken, terwijl ze in morse tot vijf of zes contacten per minuut maken. Het is indrukwekkend ze aan het werk te zien.<br />
"Dit is rock-’n-roll, dit is pas leuk", roept Bob me toe, "Hey Randy, ik heb pas weer zes contacten per minuut gemaakt, en jij?"<br />
"Bah het gaat hier een beetje moeizaam, de Europeanen zijn zwak en de Japannezen storen ons, ze willen ook aan de beurt komen!", antwoordt Randy.<br />
Achter me zitten Burt en Mike tezamen berekeningen te maken.<br />
"Als we nu eens een uur vroeger op 40m beginnen, dan kunnen we dit propagatiepad volgen", zegt Mike en hij wijst op de kaart waar ze beiden over buigen.<br />
"Mmm, dan kunnen we het pad op 80m overnemen, terwijl 30m constant Europa werkt in morse", beaamt Burt. <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/152/384602998_3bab55c104_o.jpg" border="0" /> Tussen de boobies en krabben door slenter ik terug naar de phonie-tent. Phil heeft net koffie gezet, en ik trakteer met een scheut whiskey. Voor de verandering hebben we eens een mooie avond. Het is de eerste keer dat ik wat tijd kan maken om tot bezinning te komen. Ik zet me op een stoeltje buiten de tent en luister naar muziek van Enya. De hemel is helder, de sterren schijnen klaar. De vollemaan verlicht het eiland. Tussen de muziek door hoor ik Paul en Ian radiocontacten leggen. Af en toe hoor ik wat morsesignalen van Walt. Ik had me voorgenomen om het op deze trip wat rustiger aan te doen, en meer tijd te nemen voor mezelf. Maar met de frequente regenvlagen en het langdurige antennewerk is er nog weinig tijd over. Ik reik naar de grond en zoek mijn koffie-met-whiskey. Een krab is in het kopje gekropen en doet zich gretig tegoed aan de alcohol.<br />
"Let maar op als je straks naar huis rijdt", denk ik.<br />
<br />
<strong><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 236px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" height="336" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/384602912_c1d7cfa73e_o.jpg" border="0" />Maandag 1 februari 1993</strong> </div><p align="justify">De dagen zijn voorbij gevlogen. Ik wou dat we nog een tweetal weken konden op het eiland blijven. Het lijkt alsof we net alle antennes hebben opgesteld, en nu zijn we al aan het einde van de expeditie. Morgen moeten we van het eiland af. De zee is ietsje woeliger, maar er staat weinig wind.<br />
's Morgens verzamelen we het overtollige materiaal op het strand: zakken afval, wat stoelen en tafels, radio-materiaal dat we niet meer nodig hebben, een paar noodrantsoenen met rijst, een rijstkoker en een paar gasbrandertjes.<br />
"Howland voor de Machias", klinkt het in de walkietalkie.<br />
De Machias, die met Beth en Dave voor twee dagen naar Baker, het zustereiland van Howland, is afgezakt, komt aan de horizon tevoorschijn.<br />
"Ja Bill, Howland hier", antwoordt Ian.<br />
"Ik stel voor dat ik aan land kom met wat eten en dan kunnen we langzaam beginnen met het afvoeren van materiaal. Zo hebben we morgen minder werk!"<br />
"Oké Bill, we hebben al een hele hoop klaarliggen voor je, neem je tijd, het is nog vroeg in de morgen.", antwoordt Ian.<br />
"Goed, tot deze middag dan!"<br />
<br />
De hemel is lichtjes bewolkt en het is niet zo heel warm. Dit lijkt me een ideaal moment om eens rond het eiland te wandelen. Tot nu toe heb ik maar een stukje strand, tenten en antennes gezien! Ik neem mijn videocamera, hang mijn plastiek veldfles met water aan mijn gordel en zet mijn strohoed op.<br />
Ik steek het eiland over in de breedte. De stekelige lage struiken schuren langs mijn kuiten. Meer naar het binnenland zitten enkele vogels te broeden. Ze trekken zich weinig aan van mijn aanwezigheid. In een klein bosje struiken zitten sternen naar mekaar te roepen. Hagedissen schieten voor mijn voeten weg. Telkens ik stap vliegen allerlei insecten op. Hier en daar zie ik kraters, geslagen door Japanse bommen in de Tweede Wereldoorlog. Een brede strook van ruw <a href="http://farm1.static.flickr.com/187/384602700_c5027a793c_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 230px; CURSOR: hand" height="142" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/187/384602700_c5027a793c_o.jpg" border="0" /></a>gras strekt zich in de lengterichting van het eiland uit. Er groeien geen struiken op. Dit moet ooit de landingsbaan zijn geweest, waarop Amelia Earhart op zou landen... De oostkust van het eiland ziet er gans anders uit als de westzijde, waar wij zijn geland. De golven komen tot aan de struiken. Ze hebben een natuurlijke muur van grote schelpen en koraal gevormd. Een tiental boobies zitten op een rijtje naar de golven te kijken. Het strand is maar een paar meter breed. De zee is hier wat woeliger en de golven razen over het brede koraalrif. Bij onze landingsplaats is het koraal maar een paar meter breed, maar hier strekt het rif zich honderden meters uit. Af en toe zie ik grote brokken van koraal boven de golven uit komen. Het is duidelijk dat hier niet kan geland worden. Een karkas van een kleine walvis ligt tegen de muur gesmakt. Hier en daar zie ik wat souvenirs van de beschaving: losgeslagen boeien, een schoen, stukken touw, flessen en een plastieken voetbal. Kleine zeekrabben scharrelen voor me uit. Ik kruip de muur op en stap naar het noorden. Bij het einde van de landingsbaan liggen enkele oude vliegtuigmotoren uit de Tweede Wereldoorlog. Een<a href="http://farm1.static.flickr.com/166/384603754_546c2d698e_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/166/384603754_546c2d698e_o.jpg" border="0" /></a> booby zit er hovaardig op en kijkt me in de ogen. In de schaduw van de motor ligt zijn kuiken te slapen. Het lijkt alsof het dood is, zo slap als het daar ligt, maar als ik naderbij kom, schiet het wakker, spreidt zijn kleine donzen vleugels op en krijst naar me. De moeder springt ervoor en laat me niet dichterbij komen. Een vijftal fairyterns, 'spookjes-sternen' komen vlak boven me vliegen. 'Wie-iet, wie-iet', roepen ze. Het zijn kleine sneeuwwitte zeevogels die op zwaluwen met lange vleugels gelijken. Ik steek mijn hand voor me uit en de sternen komen heel dicht bij me vliegen. 'Wie-iet, wie-iet', klinkt het. Als ik een paar stappen zet, volgen ze me. Het is alsof ze blij zijn eens wat gezelschap te hebben.<br />
<br />
Aan de noordkust donderen de golven op het rif neer. Ze komen van alle kanten, botsen tegen mekaar op en smijten het schuim meters hoog de lucht in. Het lawaai is oorverdovend. Toen we landden hadden we gezien dat het er aan deze kant van het eiland nogal ruw aan toe ging, maar het geweld van de golven, nu ik er vlakbij sta, is angstaanjagend. Massa's tijgerschelpen liggen opgehoopt op het strand. Ik vul mijn zakken met de mooiste exemplaren. Toen ik een jaar op vijf was, heb ik ooit nog zo'n exotische schelp voor tien frank gekocht in een Oostendse winkel waar men schelpen en zeedieren versleet aan de toeristen. Ik herinner me hoe ik nachten lang de schelp op mijn kussen liet liggen. Als ik ze tegen mijn oor hield, hoorde ik het ruisen van de zee, en droomde van het verre verlaten eiland waar die schelp misschien vandaan kwam. En nu zit ik op zo'n verlaten eiland, in het midden van de Stille Zuidzee. Misschien was het zelfs deze zee die ik toen hoorde, alleen ruist deze niet, ze dondert. Ik wordt dronken van de hitte, de wolken zijn verdwenen en de zon schijnt met zijn volle kracht. Mijn hoofd tolt rond. Ik ben een paar kilometer van het kamp.<br />
Ik heb de laatste week niet erg regelmatig gegeten. Als bij toeval zat ik telkens aan de radio als er eten aan land werd gebracht. Ik kon pas wat naar binnen schrokken als de anderen me kwamen aflossen. Tegen dan was alles koud en smaakte naar zout. Het drinken viel ook al niet mee. De watermachine op de boot was een paar keer defect geraakt en het water was troebel en brak. Als er dan eens 'goed' water aan land kwam, stond het in de volle zon. Als je het in een kopje goot, kon je er zo thee mee zetten, zo warm was het. De hitte en de vochtige lucht deed algen en schimmels groeien in onze drinkflessen. Capt'n Bill beweerde wel dat het allemaal geen kwaad kon, maar niettemin veroorzaakte dat toch wat wrevel bij ons. Drinkbaar water is levensbelangrijk voor ons...<br />
</p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/174/384500694_7193478eb6_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">Terug in het kamp komt Bill aan wal. We hebben afgesproken om deze namiddag de groepsfoto te maken en verzamelen ons rond het lichtbaken. We maken grapjes en poseren in de meest komische houdingen voor Bill, die poogt er een deftige foto van te maken. Iedereen is uitgelaten. Het einde van de expeditie nadert. Walt heeft net de computerbestanden verwerkt en het blijkt dat we 48.000 radiocontacten hebben. Het doel van 50.000 zullen we waarschijnlijk niet meer bereiken. Met heimwee kijk ik naar de anderen. Ze staan ontspannen met elkaar te praten. Arie pauzeert bij de mast met de vlaggen. Ze wapperen lichtjes in de wind. In de laatste twee weken ben ik erg op de anderen gesteld geraakt. Het lijkt alsof het pas de dag van gisteren was toen we mekaar voor het eerst zagen. Binnen een paar dagen zal iedereen weer thuis zijn. Deze expeditie was veel te kort.<br />
</p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/384502519_f3ee26f247_o.jpg" border="0" /> <p align="justify">"Komaan, gasten, werk aan de winkel", roept Burt ons toe en gebaart dichterbij te komen.<br />
"Laat ons de radio-installatie van de morse-tent en van Aries tent afbreken. We houden nog twee radio's en vier antennes in de lucht. Al de rest moet ingepakt worden. De kartonnen dozen met de radio's, computers enzovoort, leggen we in de morse-tent, de antennes moeten op het strand. Bill zal beginnen het afval naar de boot af te voeren."<br />
Iedereen trekt stilzwijgend aan het werk.<br />
<br />
</p><p><span style="font-size:78%;">Bron: Foto's door Arie Nugteren (PA3DUU)</span></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/12-murphys-eiland.html">Hoofdstuk 12: Murphy's eiland</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-29854589773912941012007-02-03T19:35:00.001+01:002010-04-25T23:34:09.743+01:0010. We komen eraan, ik ruik de vogelpoep al!<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/152/384501322_bf3f6253d3_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/152/384501322_bf3f6253d3_o.jpg" border="0" /></a> <strong>Zaventem, 16 januari 1993</strong><strong><br />
</strong><br />
<div align="justify">Het vliegtuig stijgt op en laat het grijze, mistige België achter zich. Arie en ik vliegen tezamen. We hebben daarnet afscheid genomen van Tine.<br />
"Zorg goed voor hem" had ze Arie op het hart gedrukt.<br />
Hier heb ik van gedroomd, terug naar een eiland, weer op weg naar het onbekende. Wekenlang had ik mij ingebeeld dat bij het opstijgen van het vliegtuig 'Slave to love' van Brian Ferry zou in mijn oren klinken. En het klinkt niet alleen in mijn oren, het DREUNT erin. Ik laat mijn eilandgevoel de vrije loop en geef Arie een vriendelijke por in de ribben.<br />
"We hebben het weer voor mekaar, Arie, hier gaan we weer!"<br />
Een tussenstop in Londen en San Francisco, het lijkt wel een replay van de trip naar Clipperton...<br />
<br />
We komen tegen 10 uur 's avonds in Honolulu aan en de warme wind waait ons in het gezicht terwijl we naar de uitgang van de vlieghaven wandelen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/176/384501852_76e339ada4_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/176/384501852_76e339ada4_o.jpg" border="0" /></a>"Peter?", een jonge man, ietwat klein van stuk met donkere ogen kijkt me vragend aan.<br />
"Ja, ik ben Peter"<br />
"Hey, ik ben Paul, we waren al een tijdje aan het wachten op jullie, maar we wisten niet hoe je eruitzag". Paul is het Franse expeditielid.<br />
"Dag Paul, je zou me toch van verre moeten herkennen, wie anders ziet er uit als een zotte Belg? Blij van je eindelijk te zien, na de ettelijke telefoontjes die we mekaar gaven in de vorige weken, hier is Arie."<br />
"Dag Arie, Burt staat daar te telefoneren, hij komt er zo aan. Mike wacht op ons in de wagen."<br />
Burt en Mike, de twee expeditieleiders pendelen heen en weer tussen ons hotel en de vlieghaven om de binnensijpelende teamleden op te halen.<br />
Burt is een rustige blonde vijftiger, die heel bedachtzaam en met veel humor praat. Als hij tot je spreekt, sluit hij vaak de ogen, alsof hij zich concentreert en woord per woord afweegt.<br />
Mike is een late veertiger, ietsje gedrongen gestalte, met een wat bruut gezicht. Zijn rode neus staat hem grappig. Hij lijkt op een gezonde boer uit de Vlaamse Westhoek. Ook hij praat langzaam maar handelt zenuwachtiger. Zoals Mike als Burt stralen vertrouwen uit. “Met deze expeditieleiders zitten we goed.”, denk ik.<br />
Alhoewel Arie en ik 24 uur gevlogen hebben, willen we eerst nog iets drinken, maar de anderen willen naar bed.<br />
"Afspraak voor ontbijt morgenochtend om half zeven in het restaurant", zegt Burt nog.<br />
<br />
's Nachts zijn nog een paar expeditieleden toegekomen. Ian, de Engelsman is ook al een veertiger - ik ben het jongste teamlid -, gebruind en spreekt een heel beschaafd Engels. Hij is piloot bij British Airways en vliegt op lange afstandsvluchten. Op die manier heeft hij al een flink stukje van de wereld gezien. Vandaag Mexico city, morgen Tokio en volgende week maandag Bangkok, dat lijkt me wel wat.<br />
Phil, de technieker van de groep, is onze ouderdomsdeken. Hij is kalend blond, baard en ietsje<a href="http://farm1.static.flickr.com/142/384502787_5c33856d77_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/142/384502787_5c33856d77_o.jpg" border="0" /></a> stilletjes. Hij heeft geen expeditie-ervaring, maar elektriciteit en elektronica hebben voor hem, als eigenaar van een bedrijf die industriële transformatoren maakt, geen geheimen. Als vriend van Mike vroeg hij een plaatsje bij deze expeditie, en een goeie technische kracht is altijd welkom. Je weet maar nooit... Ook Randy, een rijzige en lenige mijningenieur uit Colorado, heeft nog geen expeditie-ervaring, maar hij is een goede wedstrijdoperator en heeft de reputatie een werkpaard te zijn. Ook hij spreekt langzaam en zit boordevol humor.<br />
's Avonds komen Walt en Bob ons vervoegen. Walt is een zwijgzame man, goedbehaard, en straalt rust uit. Hij heeft de meeste sponsoring voor het team bij mekaar geraapt, via zijn connecties in de zakenwereld. In Denver runt hij een bedrijf dat geluidsapparatuur voor concertzalen en stadions installeert. De manier waarop hij uiterst bedachtzaam, elk woord afwegend, spreekt, verraadt een geboren zakenman.<br />
Ik had er naar uitgekeken om Bob te leren kennen. Bob is een operator met wereldfaam en heeft enige wereldrecords op zijn naam staan. Ik vreesde ervoor iemand met een groot ego te ontmoeten, maar terwijl we, naast elkaar de volgende morgen aan de ontbijttafel zitten, blijkt deze rijzige 'Zuiderling uit Georgia', een uiterst vriendelijke en uitnodigende persoonlijkheid te hebben. Ik vertel hem hoe ik hem gans anders had voorgesteld, en hij antwoordt minzaam:<br />
"Mensen zijn soms gans anders dan je je inbeeldt, Peter, maar misschien heb je het nu wel verkeerd voor, misschien heb ik wel een groot ego, haha."<br />
Als ik stiekem, vanuit mijn hoekje, mijn teamgenoten bekijkt, voel ik me op mijn gemak. We hebben twee uitgesproken diplomatisch expeditieleiders die de expeditie goed hebben voorbereid. De andere leden zijn stuk voor stuk vriendelijke mensen die een job met grote verantwoordelijkheid hebben, en over een grote dosis ervaring in het radioamateur-wereldje beschikken. Met dit team moet het lukken.<br />
<br />
Tegen de tijd dat we onze eerste werkvergadering houden, zijn we al vrienden geworden en g<a href="http://farm1.static.flickr.com/170/384500641_2bdb4e24d5_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/170/384500641_2bdb4e24d5_o.jpg" border="0" /></a>aan vertrouwelijk met mekaar om. De werkvergaderingen verlopen keurig en doelgericht. Ons gemeenschappelijk doel is een blijvende indruk van professionalisme bij de radioamateurs achterlaten. En vijftigduizend radiocontacten, een nieuw wereldrecord. De rest is bijzaak.<br />
We bespreken allerlei open kwesties, hoe we gaan landen en op welke manier de verschillende radio-tenten worden opgezet. Wie met wie gaat opereren, of iedereen akkoord gaat met de afgesproken frequenties, wat er moet gebeuren als er wrijvingen binnen het team zijn. Alle mogelijke vragen en discussies worden vooraf besproken. Ik bedenk me wat een verschil dit is met de Clipperton-expeditie, waar geen enkele afspraken bestonden, en er ook niemand de leiding nam. Ik zie ernaar uit om ook het verdere verloop van de trip te kunnen vergelijken met Clipperton.<br />
<br />
<strong>Maandag 18 januari 1993<br />
</strong>We rijden met onze busjes naar de vlieghaven. De wekelijkse vlucht van Air Nauru die ons naar Christmas eiland in het oosten van de Kiribati-republiek zal brengen, is gisteren toegekomen. Per toeval logeert de crew in hetzelfde hotel als wij, en Ian heeft als collega-piloot al snel met hen kennis gemaakt. De vlucht naar Christmas wordt soms uitgesteld omdat de brandstofbevoorrading bij de tussenlandingen van slechte kwaliteit is, maar alles ziet er goed uit.<br />
Een ander potentieel probleem is dat we elk maar dertig kg bagage mogen inschepen, maar de<a href="http://farm1.static.flickr.com/73/384502285_0a2e4f4990_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/73/384502285_0a2e4f4990_o.jpg" border="0" /></a> vriendelijk stewardessen letten er bij het inschepen niet op. Ze zijn wat verbaasd als we vertellen dat we op expeditie vertrekken en dat die grote ronde buis, geen antennes maar een bazooka bevat, en die kartonnen dozen reserve ondergoed voor Paul is. Dit is trouwens een grapje die de ganse trip zal meegaan: Paul heeft het aandringen van Burt om zo weinig mogelijk persoonlijke bagage mee te nemen wat letterlijk genomen en heeft een piepklein valiesje mee.<br />
"Blauw ondergoed met een roos biesje op", beweert hij tegen de stewardess.<br />
Deze speelt het spelletje mee, en vraagt Burt bij het inschepen: "Uw ticket, paspoort en uw ondergoed asjeblieft!"<br />
Burt kijkt haar met grote ogen zo onbeholpen aan dat we het allemaal uitproesten. Onze <a href="http://farm1.static.flickr.com/163/384502225_9c4fcd2111_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/163/384502225_9c4fcd2111_o.jpg" border="0" /></a>paspoorten worden voorzien van een visa voor de Kiribati-republiek, en we maken kennis met een Hawaiiaanse radio-amateur, Pat, die ons naar de vertrekhall begeleidt. Pat toont ons hoe hij met zijn walkie-talkie zijn ganse radiostation vanop afstand kan bedienen. Hij zal op die manier regelmatig met ons kontakt houden, in geval van nood, belooft hij. We wuiven die onheilspellende gedacht weg met:<br />
"Dit wordt een fluitje van een cent, zet dat maar uit je hoofd."<br />
<br />
"...en roken is verboden op alle Air Nauru vluchten", besluit de lijvige stewardess aan boord van<a href="http://farm1.static.flickr.com/146/384500760_f821252172_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/146/384500760_f821252172_o.jpg" border="0" /></a> het vliegtuig, nadat ze in een grappig Engels met een Polynesisch accent heeft uitgelegd waar de nooduitgangen zijn en tijdens de demonstratie van de reddingsvesten zich met de grootste moeite in een klein oranje prulletje wurmde.<br />
"Aaah, roken verboden, dat wordt onze dood nog voor we landen", grapt Paul. Hij en ik zijn de enige rokers in het team, en we hebben front gevormd tijdens de discussie over al dan niet roken in de radio-tent. We hadden het pleit gewonnen omdat we beiden beweerden dat onze 'rate', de snelheid waarmee we radioverbindingen leggen, tenminste met twintig kontakten per uur zou verminderen als we onze sigaretten moeten ontberen. Ik heb wel goed moeten lachen omdat Paul met veel omhaal zes sloffen Marlboro kocht in de taxfree shop.<br />
"Met één slof heb ik wel genoeg voor twee weken", dacht ik.<br />
<br />
Langzaam glijdt Hawaï van onder onze voeten uit en de Stille Oceaan lacht ons toe. Iedereen<a href="http://farm1.static.flickr.com/156/384502326_8f7cbbe30b_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 130px; CURSOR: hand; HEIGHT: 173px" height="238" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/156/384502326_8f7cbbe30b_o.jpg" border="0" /></a> lacht en grapt ontspannen, maar we weten dat iedereen weet:<br />
"Nu gaat het beginnen, we zijn eindelijk onderweg". Ik glimlach bij de herinnering hoe in San Diego een zeehond ons uitgeleide deed. Wat zou hier de geluksbrenger zijn? Zeker niet het karig maal dat de corpulente stewardess ons komt brengen.<br />
Vijf uur later zien we Christmas eiland naderen. Christmas heeft één van 's werelds grootste lagunes. Het lichtgroene water tussen de landstroken contrasteert fel met het diepblauwe van de oceaan. We landen op de "internationale" luchthaven , terwijl Ian ons spottend opmerkt dat er maar drie vliegtuigen per week landen.<br />
Voor we mogen uitstappen wordt de passagierskabine bespoten met insectenspray. Kwestie van geen kwalijk ongedierte op Christmas binnen te brengen.. </div><br />
<br />
<br />
<div align="justify">Terwijl we uitstappen slaat de hitte en de vochtigheid ons om de oren. Dat zal wel even wennen worden. Beth en Dave, de twee biologen die ons op de trip zullen vergezellen blijken ook op<a href="http://farm1.static.flickr.com/148/384500820_24e3b70b66_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 133px; CURSOR: hand; HEIGHT: 192px" height="220" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/148/384500820_24e3b70b66_o.jpg" border="0" /></a> hetzelfde vliegtuig te zitten. Voor Beth, een jonge vrouw die onzeker en met ietwat schichtige ogen spreekt, is dit haar eerste trip naar Howland. Dave daarentegen is een ouwe rot in het vak. Hij is een pezige zongetaande man met een witte haardos en een korte baard. Ik schat hem ergens zestig jaar oud. Hij blijkt net zeventig geworden te zijn, maar ziet er in zijn short en Hawaï hemd bijzonder kwiek uit. Hij kent de Stille Zuidzee als zijn broekzak en was reeds meerdere malen op Howland. Hij herkent onze kapitein Bill die op ons staat te wachten. Bill heeft de enige vrachtwagen op het eiland gehuurd en we laden onze bagage in. Al het grotere en zware materiaal zoals generatoren, antennes, masten, zenders enzovoorts, is een paar weken voordien al in Hawaï aan boord geladen. Onze boot, de 'Machias' ligt voor anker buiten de lagune, legt hij uit, en we moeten met de zodiacs vanuit de haven naar de boot toe varen.<br />
<br />
Bij de haven, niks meer als een houten aanlegsteiger, wachten we op de zodiac die ons naar de Machias moet brengen. Als we het klein rubberbootje de lagune zien in varen, kijken Arie en ik mekaar onthutst aan.<br />
"Is dat één van de twee zodiacs van de Machias die ons op Howland moet droppen?", zucht ik spottend.<br />
"Wat een niemendalletje", lacht Arie ongelovig en schudt medelijdend met zijn hoofd.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/160/384501019_b31d423c95_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/160/384501019_b31d423c95_o.jpg" border="0" /></a>Een dikke gebruinde man stuurt het bootje naar de aanlegsteiger.<br />
"Het is alsof het bootje een rubberen eendje is, waarmee die dikkerd zich drijvend houdt", lach ik.<br />
"O jeetje, o jeetje, dat gaat mis, dat gaat mis", voorspelt Arie.<br />
Het rubberbootje is waarschijnlijk nog geen twee op anderhalve meter en lijkt allesbehalve zeewaardig. De dikkerd blijkt Bill, de scheepsmaat, te zijn die ons als 'Big Bill' wordt voorgesteld.<br />
Het bootje is zo klein dat het maar een minimum aan bagage en twee mensen aan boord kan nemen. Het duurt ruim een uur eer ze terugkomt achter de tweede lading. Burt huurt een catamaransloep van de lokale vissers, en we laden de rest van de bagage in één keer in. Kapitein Bill lijkt wat onthutst over ons gebrek aan vertrouwen in zijn zodiac, maar zegt niks.<br />
</div><div align="justify"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 206px; CURSOR: hand; HEIGHT: 219px; TEXT-ALIGN: center" height="272" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/98/384501057_0bf6b2c678_o.jpg" border="0" /> De Machias dobbert net naast de ingang van de lagune. Ze lijkt veel kleiner dan op de foto's. Een miniem achterdekje van amper twee bij twee meter, vooraan twee grote slaapcompartimenten die grotendeels zijn volgestouwd met ons materiaal. Wij moeten met zijn tienen in één ruimte tussen onze masten, <a href="http://farm1.static.flickr.com/160/384501627_1d8cb983c1_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 156px; CURSOR: hand" height="222" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/160/384501627_1d8cb983c1_o.jpg" border="0" /></a>zenders en antennes slapen. De bedden hangen tegen de wand, drie boven mekaar, en we hebben maar een spleet van een 70 centimeter om er ons in te wringen. Ik neem het onderste bed, dat moet de koelste plaats zijn. Jammer genoeg staan er allerlei dozen naast mijn bed zodat zelfs ik, ik ben nogal mager, toch alle moeite moet doen om me door de kleine opening te wringen. God zij dank is er air conditioning in de slaapruimte, anders was de hitte waarschijnlijk ondraaglijk.<br />
De generatoren, tafels en stoelen en wat ander omvangrijk expeditiemateriaal ligt bovendeks gestouwd. De stuurhut doet wat ouderwets aan en het enige moderne apparaat is de satellietnavigatie. Meestal wordt er vanop het achterdek in open lucht gestuurd. Langs een steile trap komen we in een keukentje waar slechts één man tegelijkertijd in kan. De eetruimte is ook al niet veel groter. In het toilet kun je je nauwelijks draaien of keren...<br />
"Nou dat wordt een avontuur", lacht Arie me toe.<br />
"Nu weet ik hoe een sardine zich in een blikje moet voelen", grapt Burt.<br />
<br />
Bill stelt ons voor aan de twee andere bemanningsleden. Kurt, de kok, is een gebruinde kerel met zijn haar in een paardenstaart. Hij heeft een vurige, driftige blik en een eigenaardig zenuwachtig, kort lachje. Ryan, de dekmatroos, is een jongen van zestien, die het lichaam van een dertiger heeft. Hij is ruim een hoofd groter als ik en tweemaal zo breed. Hij doet me denken aan Pete.<br />
Pete.. Hij heeft me nog net ons vertrek naar Hawaï gebeld met de informatie dat hij de Machias had gehuurd voor een expeditie naar Kingman Reef. Het zal me benieuwen hoe bij hem deze schoener uit de vergelijking met de Spirit zal komen...<br />
<br />
"Ik moet toegeven dat Kurt kan koken.", smek ik terwijl ik de lekkere geur van ons avondmaal in mijn bord opsnuif. We zitten met zijn allen bij zonsondergang op het achterdek te eten. Er is niet genoeg plaats voor iedereen om te zitten, en enkelen leunen tegen de reling.<br />
"Het lijkt me een mirakel hoe Kurt er in slaagt in dat kabouterkeukentje zo'n diner voor zestien man voor mekaar kan krijgen", zegt Arie terwijl hij een grote brok mahi-mahi, tonijn, op zijn <a href="http://farm1.static.flickr.com/124/384502633_fe5659d047_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 151px; CURSOR: hand; HEIGHT: 169px" height="169" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/124/384502633_fe5659d047_o.jpg" border="0" /></a>vork prikt.<br />
"Kurt is een wonderkok", beaamt Capt'n Bill, "geniet er maar van, binnen een halfuur lichten we anker en varen we af."<br />
Een school kleine visjes springt uit het water, wild opgejaagd door een tonijn. De zon gaat onder en laat een fel oranje-rode hemel achter, waarin de eerste sterren al flikkeren. De zachte warme bries blaast door onze haren.<br />
"Dit komt goed", mijmer ik, maar moet me eventjes bedenken als ik zie hoe het anker wordt gelicht met een oud kreunend pneumatisch pompje. Ze krijgen het anker niet op zijn plaats en de Bill gaat er bovenop staan tot het kreng er met volle geweld in schiet.<br />
De motor schiet aan en met een droog gekuch puffen we de avondzon tegemoet. Howland, we komen eraan!<br />
<br />
Iedereen zoekt de kooien op, maar Bob en ik delen nog een whisky. Dat had hij me nog beloofd: "Eens op de boot, laat ik je proeven van echte Zuiderse whisky!" Kurt tovert een blikje Cola tevoorschijn.<br />
"Geniet er maar van", lacht hij genereus, "dit is het enige blikje aan boord!"<br />
Ik denk dat hij een grapje maakt.<br />
"Wat gaan we dan gedurende de rest van de trip drinken, whisky en water zeker?"<br />
"Nou van de whisky ben ik niet zeker, maar van het water wel!""Hoe bedoel je, hebben we dan geen limonade of zo mee?"<br />
"Nee", nu is het Kurts beurt om me onbegrijpend aan te kijken, "we hebben water van de ontziltingsmachine, en daar doen we wat poeder bij. Gatorade noemt het. Het bevat veel calcium, helpt je om in de warme streken het water langer in je lichaam te houden."<br />
"Nou moe, en ik die altijd een hekel had aan water", bedenk ik me en zoek mijn kooi op. De airconditioning in de kajuit draait op volle toeren, en het is hartstikke koud. Ik trek mijn slaapzak over mijn hoofd en val in een diepe slaap.<br />
<br />
De volgende morgen word ik gewekt door gestommel. Big Bill kruipt over onze bagage tot bij de airconditioning.<br />
"Dat rotding heeft het natuurlijk weer laten afweten, verdomd nog aan toe, het is altijd hetzelfde.", moppert hij.<br />
"Goeiemorgen, Bill, we kunnen wat warmte gebruiken, het was hier verdraaid koud vannacht!", troost ik hem.Walt trekt het gordijntje van zijn kooi open en verdwijnt naar het toilet. Onze eerste zeezieke.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/172/384500873_6bbec7fb6a_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 147px; CURSOR: hand; HEIGHT: 218px" height="320" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/384500873_6bbec7fb6a_o.jpg" border="0" /></a>Het is acht uur in de morgen, de zon staat al hoog aan de hemel. Een heerlijke geur van koffie en ontbijt komt uit de keuken. Ik strompel het klein trapje af en groet Kurt.<br />
"Weg uit de keuken, je bent nog een half uur te vroeg", roept Kurt.<br />
"Nou ik kwam enkel maar eens kijken", verontschuldig ik me verongelijkt.<br />
"Een kok laat je best alleen als hij aan het werken is", fluistert Dave in mijn oren. Die ouwe rakker heeft al enkele keren met de Machias gevaren en kent zijn telgen.<br />
"Neem maar wat koffie, en wacht maar af, je zult niet teleurgesteld zijn over wat Kurt tevoorschijn weet te toveren uit dit klein keukentje van hem", raadt hij me aan.<br />
Ik neem een kopje uit het rek, maar Kurt snokt het uit mijn handen.<br />
"Dit is mijn kopje, idioot, mijn kopje. Hier, zie je dit teken erop? Een surfboard. Wel, dit is mijn kopje, mijn kopje", snauwt hij. Hij houdt zijn stem wat in, maar het is geladen met agressiviteit. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat dit de joviale jongen is waarmee we gisteravond nog zijn laatste Colaatje gedeeld hebben...<br />
"Okay, jouw kopje, jouw kopje, voor mijn part eet je hem op, maar je vertelt me dan welk kopje ik mag nemen!". Ik ben niet van plan me door dit mannetje op de kop te laten zitten. Ik ben hier klant, passagier, hij wordt veronderstelt voor ons te werken. Kurt kijkt me kwaad in de ogen en haalt vanachter een gordijn een reeks blauwe bekertjes.<br />
"Dit zijn jullie kopjes, en nu vooruit ermee, laat me werken".<br />
<br />
Met mijn kopje in de ene hand en de trapleuning in de andere stommel ik het trapje weer op. Bob komt vanachter de hoek kijken. Ik doe teken dat hij beter niks zegt.<br />
"Agressief ventje, die Kurt, zeg. Ik neem per ongeluk zijn bekertje en hij slaat me bijna de kop in".<br />
Dave komt bij me staan.<br />
"Ah, niet zo van aantrekken, hij heeft een speciaal karakter, dat mannetje, maar hij valt wel mee."<br />
In elk geval smaakt het ontbijt prima. Het is werkelijk ongelofelijk wat Kurt weet tevoorschijn te toveren, met zo weinig middelen. Maar hij is in alle staten. Zijn microgolfoven heeft het ook opgegeven. Dat belooft. Eerst de airconditioning, nu de microgolfoven, wat zal er volgen?<br />
<br />
We hangen een draadantenne aan de mast, en installeren een zender in onze slaapruimte. Het valt niet mee, want er is sowieso heel weinig plaats. Als iemand voor de zender zit, moet hij rechtstaan als we langs willen. Er komt trouwens weinig uit de zender. We roepen herhaaldelijk<a href="http://farm1.static.flickr.com/129/384501475_92b910a62d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 240px; CURSOR: hand" height="163" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/129/384501475_92b910a62d_o.jpg" border="0" /></a> op, maar er komt weinig antwoord. Tweemaal per dag hebben we een afspraak met een paar radioamateurs uit Colorado, en met Mark, mijn bloedbroeder uit Gent. Mark horen we niet, maar de signalen uit Colorado zijn des te sterker. We geven het goeie nieuws door dat we onderweg zijn, en alles goed gaat aan boord. Nog zes dagen varen. Elkeen neemt de microfoon over en zegt goeiendag. John en Jim uit Denver zullen onze expeditie in de gaten houden, en terwijl we op het eiland zitten, en in coördinatie met Mark, ons regelmatig feedback geven over hoe de andere radioamateurs onze operatie zien: “moeten we meer morse doen, of moeten we ons vroeger op de lage banden begeven?”<br />
<br />
Mike, Bob, Burt en Walt zien er niet te best uit. Ze hebben wat last van hun maag, en slaan beleefd maar vastberaden een aantal maaltijden over. Een vriend die dokter is, heeft me deze keer speciale zeeziektepilletjes voorgeschreven, die prima werken.<br />
"Mijn vrouw wordt al misselijk als ze in een zeteltjeslift zit. en zelfs bij haar werken die pillen als ze op een boot stapt.", had Rik me gezegd.<br />
Daar heeft Walt geen boodschap aan, en hij verdwijnt regelmatig in het toilet. 'Toilet' is veel gezegd. Het is een kleine ruimte van amper een vierkante meter, afgesloten met een zware deur. Het doet tevens dienst als douche en wasruimte. Het ziet er allemaal een beetje verfomfaaid uit. Net zoals de ganse boot trouwens, ondanks het feit dat ze pas opnieuw in de verf is gezet. Benedendeks hebben we twee slaapruimtes. Vooraan slapen Ryan, Big Bill, Dave en Beth. De andere bedden liggen vol met ons materiaal. De tweede slaapruimte vooraan is voor ons. Paul, Ian en Phil moeten over ons materiaal heen in hun kooi kruipen. Tussen de twee<a href="http://farm1.static.flickr.com/146/384502440_5a780eb86d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 227px; CURSOR: hand" height="158" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/146/384502440_5a780eb86d_o.jpg" border="0" /></a> ruimtes is ons toilet. Een zwaar luik sluit de toegang tot het dek af.<br />
Bovendeks heb je de ouderwetse stuurcabine. De kapitein verdwijnt er regelmatig door een luik naar de motorruimte. Via de stuurhut kun je de trap af. Daar is Kurt’s luxekeuken, een eetplaats voor vier mensen en de slaapruimte voor Kurt en Bill, de kapitein. Er is ook een klein toilet, nog kleiner als die bij ons. Op het dek, achter de stuurcabine staat buiten een groot stuurwiel. Big Bill zit achteloos op een reddingsvlotje, met de handen losjes over het wiel.<br />
"Is dit geen leventje hé", lacht hij.<br />
Achteraan de boot is een kleine zitruimte, overdekt met een plastiek vel. Daar brengen we de meeste tijd door. Anders valt er niet veel te beleven op de boot. De tijd kruipt langzaam vooruit. De zeemijlen op de satellietnavigatie tellen af, maar te traag volgens ons gedacht, niettegenstaande we acht of negen knopen varen, de maximum snelheid van deze schuit.<br />
<br />
's Nachts heb ik problemen om in te slapen. Sinds de airconditioning in de kajuit is uitgevallen, voelt de vochtige warmte drukkend aan. Soms is het 40 graden en de zweetdruppels lopen ons achter de rug. Tijdens de dag kunnen we het beneden maar een half uurtje uithouden. Bovendeks kunnen we ook al niet slapen, er is geen plaats. Vaak hou ik tijdens de lange slaaploze nachten Big Bill gezelschap. Hij houdt ervan om tijdens de nachtshift het stuurwiel over te nemen. De hemel is helder. Er staat geen maan en we kunnen de sterren nog duidelijker zien als op Clipperton. De melkweg met haar waas van duizenden sterren begeleidt ons. Venus staat net boven de horizon, vlak voor de boeg van het schip, en geeft soms zoveel licht als de maan bij ons thuis. Ik voel me nietig vergeleken bij de schoonheid en het oneindigheid van het heelal.<br />
<br />
De dag voor de landing roept Burt iedereen tezamen voor de laatste vergadering. Beth legt het<a href="http://farm1.static.flickr.com/173/384502466_87b2ec02ea_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 182px; CURSOR: hand; HEIGHT: 267px" height="352" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/173/384502466_87b2ec02ea_o.jpg" border="0" /></a> belang van de ecologie op Howland en Baker, het zustereiland, uit. De zeevogels komen enkel aan land om te broeden, de rest van de tijd leven ze op zee. Dave zal als eerste landen, en de plaats aanduiden waar we de kampen zullen opzetten. Die moeten 'vogelvrij' zijn, om zo weinig mogelijk vogels te storen. Elke vogel die we wegjagen, is een kuiken minder. Als we een ganse kolonie storen, zou het best kunnen dat er van die soort geen enkel kuiken uitkomt dit jaar. Voor bepaalde zeldzame soorten is dit rampzalig. Burt legt de landingsstrategie uit, en stelt ieders taak voor. Vragen? Geen vragen. Hij drukt ons op het hart om een lange broek, hoed en sweatshirt met lange mouwen aan te doen. Geen nood, Burt, ik heb vorig jaar op Clipperton mijn lesje geleerd. Hij deelt gordels met drinkflessen en zaklampen uit, en maant ons aan om matig te drinken. Hoe meer je drinkt, hoe meer je zweet. Walt bespreekt de strategie bij het opzetten van de kampen. We hebben drie radiotenten, die over een oppervlak van 600 meter worden uitgespreid. Elke tent heeft zijn eigen set generatoren en antennes. In het midden zullen we de slaaptent opzetten. 'Tent' is veel gezegd, het is een aluminium frame met een fijn gaas erover. We verwachten toch geen regen, Howland wordt immers de 'woestijn van de Stille Zuidzee' genoemd. De vorige vijf dagen op zee heeft de lucht altijd strak blauw gestaan, dus....<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 195px; CURSOR: hand; HEIGHT: 267px; TEXT-ALIGN: center" height="357" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/172/384502579_77ca82893f_o.jpg" border="0" /> Bij valavond nemen we ons 'laatste' avondmaal op het schip. Morgen is de grote dag. Iedereen zit er wat stilletjes bij. Af en toe schettert Pauls schaterlach van op het achterdek. Ik zit op de voorsteven dromend naar de zonsondergang te kijken. De fel rood-oranje en purper kleuren van de lucht zijn adembenemend. Met mijn walkman luister ik naar muziek van Loreena McKennitt, 'The Visit'. Als het leven perfect kan zijn, dan moet het zeker hier te vinden zijn, in de Stille Zuidzee bij zonsondergang, met oude Schotse liederen in je oren. Ik voel me gelukkig en compleet. Bob leunt tegen de mast en geniet van het ogenblik, met zijn tweede dessert in de handen. We zijn hem 'Kan ik een extra dessert krijgen' gaan heten. Burt staat op de boegspriet en poogt de schoonheid van de zonsondergang op video vast te leggen. Ian leest onze positie af met zijn sextant. Walt, Phil en Randy leunen tegen de leuning en praten zachtjes met mekaar. Deze indrukken prenten zich in mijn geheugen: de kleuren van de lucht, mijn kameraden in het tegenlicht, hun licht geroezemoes en het klotsen van het water tegen de boeg van het schip, het ruisen van de wind in de zeilen op de achtergrond van deze adembenemende muziek. Het leven kan mooi zijn.<br />
<br />
<strong>25 januari 1993, vijf uur in de morgen.<br />
</strong>Het is nog donker buiten, maar iedereen is al op. We weten dat het eiland binnenkort in zicht komt en turen gespannen op het radarscherm terwijl Howland zich langzaam aftekent op de radar. Wat eerst maar een paar spikkeltjes op het groene scherm waren, vormen na enkele minuten de omtrek van het eiland. Howland, we komen eraan! <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/384501175_57a80d4622_o.jpg" border="0" /> De hemel in het oosten klaar lichtjes op, en in het tegenlicht zien we het 'Amelia Earhart' baken, het torentje gebouwd ter nagedachtenis van de luchtvaart-pionierster. Heel langzaam krijgt de lucht een donkerrode gloed en we zien de omtrekken van het eiland in de verte. Het komt laag boven de golven uit. Randy steekt zijn neus in de lucht en roept uit:<br />
"Mmmm vogelpoep, ik ruik de vogelpoep, we zijn aangekomen! Ik ruik de vogelpoep al..."<br />
En het klopt, de zilte zeelucht wordt doordrongen met het ammoniak-tintje dat ik me nog zo goed herinner van Clipperton.<br />
Ik duik benedendeks en ga douchen. Ik hoor een luid gepiep. Het is alsof honderden muizen ergens onder mijn voeten kabaal aan het maken zijn. Maar het is een lang gerekt gepiep van verschillende tonen. De klanken doen me herinneren me aan iets, maar ik weet niet aan wat. Als ik weer boven kom, port Arie me in de zij.<br />
"Hey Peter, net hetzelfde toen we bij Clipperton aan kwamen, weet je nog?", en hij wijst naar het water. Tientallen dolfijnen komen langs de zij van de boot zwemmen. Ze dansen dartelend en wentelend als welkomstgroet. Ik moet hun gepiep gehoord hebben in de douche. De stalen romp van het schip diende als onderwater-klankkast. Iedereen staat aan reling en geniet van het moment. Howland in het morgenlicht, met een massa dolfijnen langszij.<br />
<br />
Capt'n Bill legt de boot te drijven aan de westkant van het eiland, vlak voor het punt waar we aan land zullen gaan. Hij legt de motoren af, en na het gedreun van vijf dagen hebben we nu bijna absolute stilte. Het is zo rustig dat we het gepiep van de dolfijnen nu zelfs aan dek horen. Af en toe komt er een groep boven water om lucht te happen. De zachte wind wiegt de boot heen en weer. Ons geluk kan niet op.<br />
<br />
Maar er is werk aan de winkel. Een flink ontbijt, en dan aan de slag. Terwijl de bemanning de <a href="http://farm1.static.flickr.com/146/384501412_d08bf4c6f0_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/146/384501412_d08bf4c6f0_o.jpg" border="0" /></a>rubberboten opblaast, maakt we ons klaar voor een lange en zware dag. Dave, Randy en Capt'n Bill varen door het koraalrif naar het eiland. Ze nemen een anker met een lange lijn mee en werpen het uit achter het rif. Een tweede anker aan een driehonderd meter lange lijn wordt in volle zee gedropt. Ze zetten Dave af op het eiland. Hij moet een geschikte plaats voor onze tenten vinden. We zien weinig vogels, dus zullen we waarschijnlijk geen probleem hebben om tussen de broedende kolonies alles op te kunnen zetten..<br />
<br />
Het 'prioriteits'-materiaal wordt bovendeks gesleurd. Dit moet eerst aan land gebracht worden:<a href="http://farm1.static.flickr.com/73/384502727_90958ecf10_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/73/384502727_90958ecf10_o.jpg" border="0" /></a> eten en vooral drinken, twee tenten, een generator, een set stoelen, tafels en veldbedden, een antenne en zender, kabels en touwen, alle gereedschap, twee walkietalkies om in verbinding met de boot te blijven en een waterdichte rugzak met eerste hulpmateriaal. Als we door een storm de landing zou moeten afbreken, kunnen de mensen aan land tenminste nog voor een tijdje verder. Maar het weer lijkt niet aan stormen te denken. De hemel staat strak blauw en er is amper wind. Er staan nauwelijks golven, en volgens de groep die net Dave aan land heeft gezet, is er helemaal geen branding bij het rif.<br />
"Kabbelend, net als een meertje", bevestigt Randy via de walkietalkie, "het is ongelooflijk kalm. Maar hou onze zodiac in de gaten terwijl we over het rif varen, want we hebben wat motorproblemen."<br />
"Roger, Randy, dat doen we", bevestigt Burt via de boordzender.<br />
Door de verrekijkers zien we de kapitein verwoed aan de startkoord trekken. De motor geeft geen kik. Arie en ik kijken mekaar veelbetekenend aan, met één motor onklaar, hebben we er maar twee meer over. Randy en de kapitein peddelen tot bij de Machias.<br />
"Ik versta het niet, die rotdingen hebben in Hawaï nog maar pas een onderhoud gekregen", zucht Capt'n Bill, "geef me de reservemotor eens aan."<br />
<br />
Die motor houdt stand, maar ook de buitenboordmotor van de tweede zodia heeft startproblemen. Big Bill krijgt hem enkel maar in gang als hij hem in de vooruitstand zet, en vol gas geeft. Telkens hij de motor start, vliegt de boot met een loeiend geraas vooruit. Laten we hopen dat die het volhoudt.<br />
We laden de twee zodiacs met eten en drank. Alle expeditieleden uitgenomen Arie en ik klimmen in de rubberboten. Arie helpt me alle materiaal naar boven te sleuren, en gaat met de volgende lading naar het eiland. Er is inderdaad geen branding bij het eiland, en alle maneuvers gaan vlot. Capt'n Bill en Big Bill sturen de boot heen en terug. Ryan, Kurt en ik blijven op de Machias. Het is mijn taak om alle materiaal volgens onze prioriteitenlijst naar boven te sleuren, in plastiek te verpakken en vast te tapen. Het zweet loopt in straaltjes langs mijn gezicht. Mijn T-shirt is doorweekt. Toch ben ik blij dat Burt me vroeg pas aan land te komen als alle materiaal aan land is. Clipperton heeft me geleerd dat het onder deze middagzon bloedheet zal zijn op het strand. Op de boot staat tenminste nog een koel briesje, en we hebben fris drinkwater bij de hand. Ik heb problemen om het tempo van de boten bij te houden. Ze kunnen het materiaal rapper aan land brengen dan ik ze bovendeks kan sleuren en in plastiek verpakken. Ryan en Kurt staan maar wat te kijken.<br />
"Zeg, zouden jullie niet wat helpen, in plaats van daar te lanterfanten?"<br />
"We worden niet betaald om te helpen met het sleuren, daarbij, het is te warm..", dienen ze me van antwoord en ik voel mijn bloed koken.<br />
"Verdomme, je steekt je handen uit je zakken en je gaat me helpen, of er gaat wat zwaaien."<br />
Met tegenzin helpen ze me de grote masten en antennes uit het ruim te sleuren. Ik versta hen niet, ze worden betaald om deze trip te maken, en dan zouden ze nog niet helpen zeker? Met alle Chinezen, maar niet met de deze!<br />
"Peter, ben je daar, dit is de landingsgroep", klinkt het uit de boordradio.<br />
"Ja Burt, ik ben er"<br />
"Zeg, op mijn bed liggen er nog twee van die waterdichte rugzakken met medisch materiaal, geef die eens mee met de volgende lading, wil je."<br />
"Oké, zal ik doen, zijn er problemen?"<br />
"Wel, Dave is gevallen en een geroeste ijzeren pin is achter zijn knieschijf geschoten. Ik moet hem een spuit antibioticum geven, het ziet er niet goed uit, maar Dave houdt zich kranig."<br />
"Oké, de zakken komen eraan."<br />
Dave, de bioloog, is een kranige kerel, ik kan mij inbeelden dat hij zich overmoedig verzet tegen elke verzorging. Maar Burt en Mike zijn dokters in de spoedafdeling van een ziekenhuis, en zullen hem wel kunnen overtuigen...<br />
<br />
De ganse dag worden het materiaal geland. Zes ton. Af en toe tuur ik door de verrekijker naar de groep op het eiland. Ik heb medelijden met hen, ik kan me inbeelden hoe ze nu aan het <a href="http://farm1.static.flickr.com/157/384501764_5869046f64_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/384501764_5869046f64_o.jpg" border="0" /></a>zweten zijn. Telkens er een zodiac aan land komt, waden een paar mensen tot aan de branding om het materiaal aan te nemen. Het strand ligt bezaaid met pakken, dozen en zakken. Een groepje is bezig de tenten recht te zetten, en ik zie Phil al aan de generatoren werken. De uren glijden langzaam voorbij en rond 17 uur is alle materiaal aan land. Ik duik nog eens voor een laatste maal benedendeks en controleer of ik alles heb meegegeven, maar alles is leeg. Ik trek mijn jeans en sweatshirt aan, smeer mijn armen en gezicht in, stift mijn lippen en zet mijn strohoed op.<br />
"Hey, Peter, kom je nog?", hoor ik Ian roepen.<br />
"Komaan Peter, gedaan met luilakken, aan het werk nu", lacht Randy terwijl hij zijn gezicht door het mangat steekt.<br />
"Ah Randy, nog eens aan boord gekomen? Hoe gaat het ginder aan land?"<br />
"Zwaar werk, joh", zucht Randy, en met zijn mouw veegt hij het zweet van zijn gezicht, "de tenten staan al op, we zijn nu bezig alle materiaal naar de tenten te versleuren."<br />
"Oké, ik ben klaar, let's go", zeg ik manhaftig.<br />
Capt'n Bill zit te wachten in de zodiac.<br />
"Hou je vast, ik moet in 'vooruit' starten", zegt hij, terwijl ik hem in het vizier van de videocamera pak.<br />
De zodiac schiet vooruit, draait rond de Machias en raast in de richting van het eiland. <a href="http://farm1.static.flickr.com/128/384501568_6cca12654f_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/128/384501568_6cca12654f_o.jpg" border="0" /></a><br />
"Oké, hou je vast, we zijn er bijna", roept Bill boven het gehuil van de motor uit. Ik draai de camera in de richting van het land en zie Burt en Arie naar het strand komen. Arie waadt vermoeid door het water naar ons toe.<br />
"Welkoem oep oens ojlant", grapt Burt met een namaak-Polynesisch accent, en zwaait naar de camera.<br />
Ian en Randy springen uit de boot, en beginnen materiaal uit te pakken. Ik spring uit de zodiac, en hou mijn cameratas hoog boven het hoofd. </div><div align="justify"><br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/98/384500944_904f88f49f_o.jpg" border="0" /> Hier staan we dan weer. Een nieuw verlaten eiland. Enkele boobies krijsen hun verwelkomingsgroet. Het ruikt er naar ammoniak. Er is geen enkele palmboom te zien, maar het eiland is overdekt met lage stekelige struiken. Hier en daar zitten wat vogels. Voor mijn voeten scharrelen een paar heremietkrabben met hun schelp op hun rug. Het strand is zo'n honderd meter breed en ligt bezaaid met grote doopvontschelpen. Een eindje verder ligt het wrak van een verongelukt amfibievliegtuig. Alhoewel het al valavond is, slaat de hitte me om de oren. <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/176/384501350_f2bd40fc64_o.jpg" border="0" />"Daar gaan we dan, het zal hard werken zijn de volgende dagen", bedenk ik.<br />
Bill neemt de laatste zodiac terug naar de Machias, en we kijken hem nog even na in de avondgloed. Alle materiaal is geland en nu is het aan ons om te bewijzen wat we waard zijn... Burt roept alle expeditieleden bij mekaar op het strand. Iedereen komt afgeslenterd, ze zien er allemaal uitgeput uit, de arme stakkers. Ik voel me schuldig omdat ik zo lang op de boot heb <a href="http://farm1.static.flickr.com/164/384501702_20b79c9b31_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/164/384501702_20b79c9b31_o.jpg" border="0" /></a>mogen blijven terwijl zij het zware werk deden. We nemen ons avondmaal en vatten de situatie samen.<br />
"We hebben nu drie radiotenten opgezet", zegt Burt, "de tent die zal gebruikt worden voor de morse-operatoren staat ginder", en hij wijst naar het noorden van het eiland, "en de twee andere tenten staan vijfhonderd meter naar het zuiden. De slaaptent hebben we in het midden gezet. Wat we nu moeten doen is zo vlug mogelijk een paar zenders in de lucht krijgen, en zoveel mogelijk materiaal over de tenten verdelen. We gaan eerst de generatoren met zijn allen op het strand voor de tenten zetten. Arie en Phil, jullie zorgen voor de elektriciteitsbedrading van de tenten. <a href="http://farm1.static.flickr.com/144/384502676_31f43e0fc5_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/144/384502676_31f43e0fc5_o.jpg" border="0" /></a>Mike, Walt, Paul en ik zullen de eerste antennes in mekaar steken. Randy en Ian, jullie zetten de zenders klaar. Peter en Bob, jullie zien er nog het fitst uit, jullie gaan zoveel mogelijk materiaal naar de tenten brengen. Oké?"<br />
"Maar ik zie er helemaal niet fit uit, en ik heb trouwens geen tweede dessert gehad vanavond", klaagt Bob gemaakt, en hij gebaart dat hij aan het huilen gaat.<br />
"Als we vanavond met alle zenders al in de lucht zijn, krijg je morgen drie desserts, ventje, allright?", speelt Mike het spelletje me, en slaat een arm rond Bob. "Vier?"<br />
"Kom, 't is al goed, vier desserts"<br />
Iedereen weet maar al te goed dat het nog dagen zal duren voor we met alle zenders operationeel zijn.<br />
"Aan het werk nu, jongens", moedigt Walt ons aan.<br />
Het is intussen donker geworden, en Burt deelt grote zaklantaarns uit. Phil vraagt me eventjes te helpen om de elektriciteit tot bij de eerste twee radiotenten te krijgen.<br />
"Dan kunnen de mensen die de antennes en radio's in mekaar steken tenminste wat licht hebben", redeneert hij.<br />
En na een uur is er licht. Urenlang pendelen we tussen de landingsplaats en de tenten.<br />
"Gelukkig is dit maar een paar honderd meter, en geen paar kilometer, als bij Clipperton", spreek ik mezelf moed in en zoek tussen de hopen plastiek zakken en dozen. Alles is moeilijk herkenbaar, zelfs in het licht van de sterke zaklampen.<br />
"Ik vrees dat we wat wanordelijk te werk gaan, en binnenkort weten we niet meer wat waar ligt", zegt Arie, "heb jij trouwens de doos met pluggen gezien?"<br />
"Ja, ik dacht dat ik Randy ermee had zien rondlopen"<br />
"Ik heb ze in de tweede tent gelegd, Arie. Heb jij de houten doos met transformatoren voor de versterkers ergens gezien?"<br />
"Nee, hoe ziet het eruit?"<br />
"Nou het zijn houten kistjes van 20 bij 20 bij 20.."<br />
"Jongens, we hebben nog een voorhamer en wat piketten nodig", klinkt het van bij de tenten.<br />
"Laten we die rommel hier eens wat meer uitspreiden en verdelen volgens de tent waar het naar toe moet", zegt Arie.<br />
"Jongens, ik geef het op, ik val om van de slaap", zucht Bob, "ik moet eerst een paar uurtjes slapen. Trouwens, volgens mij komt er regen op. Ik denk meer wolken te zien dan tijdens de vorige nachten."<br />
"Bob toch, we zitten hier in de woestijn van de Stille Zuidzee", lach ik, "trouwens tijdens de ganse bootreis hebben we geen wolkje gezien, je beeldt je dingen in! Ga maar slapen, morgen is er nog een zware dag!"<br />
"Ik ga met je mee, Bob", zegt Mike, "laat me je helpen een paar veldbedden te dragen".<br />
Ik voel me nog relatief fit, niettegenstaande het gebrek aan slaap tijdens de vorige nachten op de boot. Gelukkig heb ik vandaag niet in de volle zon op het strand moeten werken. Maar rond drie uur in de morgen ga ik met een zucht op een paar dozen zitten. Er komt geen einde aan, je <a href="http://farm1.static.flickr.com/136/384501089_db0746812b_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/136/384501089_db0746812b_o.jpg" border="0" /></a>kunt blijven sleuren. Ik bewonder Randy en Ian die nog de moed hebben om de twee operationele zenders nu al te bemannen, en zoek mijn slaapzak tussen de rommel en slenter naar de slaaptent.<br />
'Slaaptent' is veel gezegd, de zijkanten zijn gemaakt uit gaas, en het geeft alles behalve een stevige indruk. Gelukkig zal het koel zijn. Burt en Paul liggen al te woelen op een veldbed. Zo stil mogelijk probeer ik een plaatsje te bemachtigen, rol mijn slaapzak uit en trek mijn natte kleren uit. "Net zoals op Clipperton", denk ik me nog, terwijl ik me in mijn slaapzak draai.</div><p></p><div align="justify"><span style="font-size:78%;"></span></div><div align="justify"><span style="font-size:78%;">Bron: Foto's door Arie Nugteren (PA3DUU)</span></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/11-een-woestijn-met-regenstormen.html">Hoofdstuk 11: Een woestijn met regenstormen</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-35927658386477862562007-02-03T19:34:00.001+01:002010-04-25T22:14:23.575+01:009. Een nieuw eiland, een nieuwe uitdaging<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/144/383626615_64960ae532_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/144/383626615_64960ae532_o.jpg" border="0" /></a><br />
<div align="justify">Door het schokeffect om na een expeditie terug in het alledaagse leven te stappen, ga je alles van op een afstand bekijken. Je bent meer een toeschouwer als een deelnemer. 's Morgens sta ik in de file aan te schuiven richting Brussel en versta niet waar anderen zich druk over maken. Om een beetje file? Mensen toch, je hebt eten en drinken, en een dak boven je hoofd. Waar maak je je druk om? We hebben ons zo omringd met een artificiële bescherming dat we nauwelijks nog contact hebben met de natuur. In de file naar het werk, acht uur druk op je, je werkt je te pletter, in de file naar huis. Thuis val je voor de televisie in slaap.<br />
Waar zijn we hier mee bezig? Wereldwijde vervuiling, junkvoedsel, onnodige oorlogen, politiek geharrewar... Op Clipperton was het leven simpel: je overleeft of je overleeft niet. En dat bepaalt de natuur. Je voelt je één met je wortels... Er is niks artificieels aan. Het leven is simpel op een eiland.<br />
Op het werk duurt het een hele tijd voor ik weer in de sleur geraak. Nog maanden na Clipperton ga ik dagdromen telkens ik de muziek van Enya hoor, de muziek die op het eiland zo vaak in mijn hoofd speelde. Als Tine of mijn collega's op het werk me betrappen, met weer eens mijn blik op oneindig, weten ze dat 'ik terug op mijn eiland zit'.<br />
<br />
Maar mijn 'eiland-gevoel' neemt langzaam af. Af en toe komt het nog eens boven als ik een diavoorstelling geef, of als ik ergens in de kast mijn expeditie-Tshirt tegen kom... Maar langzaam verdwijnt het en wordt ik weer opgeslorpt in het 'echte' leven. En hoe langer hoe meer ik verlang om het nog eens over te doen. 'Ik wil terug naar mijn eiland! Ik wil het allemaal nog eens opnieuw beleven!'.<br />
<br />
<strong>Augustus 1992.<br />
</strong>Tine en ik komen pas terug van onze vakantie in Alaska. Tussen de brieven die thuis liggen te wachten, is er eentje bij van Burt Myers uit Colorado in de States. Terwijl ik de brief ongeopend in mijn handen hou, voel ik 'hier gaan we weer!'. Burt schrijft:<br />
<br />
<em>Englewood, 4 augustus 1992.<br />
Beste Peter,<br />
Ron Anderton gaf me je adres. Geruchten doen de ronde dat je voor begin 1993 een expeditie naar het eiland Howland aan het voorbereiden bent. Mike, K9AJ en mezelf plannen een trip naar dit eiland in oktober van dit jaar, en we zoeken nog een paar expeditieleden. Ken jij iemand?<br />
Nog eens proficiat met de geslaagde Clipperton expeditie!<br />
Vriendelijke groeten,<br />
Burt.<br />
</em><br />
Ik moet toegeven dat we op Clipperton wat luidop hadden gedroomd om met dezelfde groep nog eens op expeditie te trekken. Pete, Jay, Arie en ik hadden Kingman Reef of Howland, twee verlaten eilanden in de Stille Oceaan, in ons gedacht. Maar er was nooit iets concreet uitgewerkt. Jay had me verteld dat hij in 1993 geen geld noch tijd had om een expeditie op te zetten. Ook herhaalde telefoontjes naar Pete leverden niks op. Het grootste probleem bleek het vervoer en de landingsvergunningen te zijn. Ik schreef Burt terug dat we geen concrete plannen hadden en stelde voor om in januari '93 iets gezamenlijk op te zetten. oktober was geen goed tijdstip. Het was te nabij en weinig mensen hadden nog genoeg vakantiedagen over.<br />
<br />
Enkele weken later krijg ik een tweede briefje van Burt. Ze stellen de expeditie uit tot januari, en vragen me om de operatoren van Clipperton te polsen om zich bij hen te voegen. Arie is bijna meteen geïnteresseerd. Jay en Pete antwoorden wat argwanend en beslissen uiteindelijk niet mee te gaan.<br />
Eind oktober loopt de volgende fax binnen:<br />
<br />
<em>Beste Peter,<br />
<br />
Ik heb goed nieuws voor je: we hebben een plaats voor jullie vrijgemaakt in het team. Hiermee hebben we de tien operatoren die we wilden:<br />
- Mike McGirr en ik, veteranen van de Jarvis, Revilla Gigedo, Kingman, Palmyra en Galapagos expedities,<br />
- Ian Shepherd, een Engelsman, die al over de ganse wereld heeft gezworven,<br />
- Paul Granger, een Fransman, was met ons mee naar Kingman en Palmyra. Hij heeft ook in Albanië en Yemen, en op de Australes en Marqueses gezeten.<br />
- Bob Allphin, Amerikaan, wedstrijdoperator van wereldfaam, zat in het Revilla Gigedo team.<br />
- Walt Stinson en Randy Martin, Amerikanen, lage banden specialisten en wedstrijdoperatoren<br />
- Phil Florig, Amerikaan, zal verantwoordelijk zijn voor de logistiek.<br />
- Arie en jij natuurlijk.<br />
Verder gaan er nog twee biologen van de US Fish and Wildlife mee. Dit is de overheidsdienst die Howland beheert.<br />
<br />
De planning is als volgt:<br />
- verzamelen in Honolulu van 16 tot 18/1/93<br />
- vlucht naar Christmas island (West-Kiribati) op 19/1<br />
- boottocht naar Howland van 19/1 tot 26/1, landen op 26/1<br />
- 1 week op het eiland, gevolgd door 3 dagen zee naar Tarawa (Oost-Kiribati) van waaruit we naar Honolulu vliegen, op 8/2<br />
<br />
De individuele bijdrage voor de trip is $5000 (ongeveer 175.000 B.Fr.). Wil je dit storten op de bankrekening van de expeditie?<br />
<br />
Groetjes, en 'welcome aboard',<br />
<br />
Burt.<br />
<br />
</em>Ook deze keer probeer ik wat sponsors te vinden en heb meer succes als voor Clipperton. Een Duitse amateurvereniging draagt 50.000 fr. bij en Apple Computer betaalt de kosten van de herinneringskaart die op 50.000 exemplaren moet worden gedrukt. Deze kaarten worden na de expeditie naar alle amateurs gestuurd waarmee we contact hadden. Hopelijk zullen we er 50.000 nodig hebben, want dat zou 50.000 radiocontacten, een nieuw wereldrecord betekenen. Alle expeditieleden hebben veel ervaring, en zijn doorwinterde radioamateurs. Dit moet lukken.<br />
<br />
Er worden druk faxen gewisseld, en het valt me op dat Burt en Mike de touwtjes stevig in handen hebben. Het is duidelijk dat zij, in tegenstelling met wat in het Clipperton team gebeurde, de leiding nemen en iedereen precieze instructies geven. Walt heeft zelfs een informatieboekje en een operatorhandleiding gemaakt, met een omschrijving van het eiland, de verwachtte weersomstandigheden, een overzicht van alle expeditiemateriaal, en ook een lijst met doe's en doe-niet's voor alle radio-operatoren. Met een beetje heimwee denk ik terug aan de discussies die we met Jay hadden over die zaken. Ik ben benieuwd hoe de Howland expeditie in vergelijking met Clipperton zal verlopen.<br />
<br />
Tine heeft zich vlug verzoend met het gedacht dat ik binnenkort weer vertrek. Ze vertelt me dat ze zich er aan verwacht had, en leeft mee met me. Na Clipperton was ze bij elke diavoorstelling die ik gaf. Met belangstelling leest ze dan ook de beschrijving van het eiland in Walt's handleiding:<br />
<br />
<em>Howland, de woestijn van de Stille Zuidzee.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/157/383626491_f5fccf86fa_o.gif"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 187px; CURSOR: hand; HEIGHT: 167px" height="167" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/383626491_f5fccf86fa_o.gif" border="0" /></a>Howland meet amper 800 m bij 1600 m en ligt net boven de evenaar, en naast de datumgrens, op 176º38'W en 0º48'N om precies te zijn. Je kunt het best situeren als 'in het midden tussen Hawaï en Australië'. Het steekt amper 4,5 m uit boven de zee en heeft de vorm van een nier. Net zoals de meeste Stille Zuidzee<a href="http://farm1.static.flickr.com/133/383626591_c1a1d71b23_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 216px; CURSOR: hand" height="287" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/133/383626591_c1a1d71b23_o.jpg" border="0" /></a> eilanden is het omringd door een koraalrif.<br />
Howland, en Baker, het zustereiland, zijn in 1822 door Worth, kapitein op de walvisvaarder Oeno ontdekt. Hij gaf het zijn naam, maar in 1842 werd het herdoopt tot 'Howland', naar de zeeman die het eiland als eerste zag. Net zoals de meeste afgelegen eilanden in de Stille Zuidzee heeft ook Howland een bewogen geschiedenis achter de rug. In 1858 werd het geclaimd door de American Guano Company. Die zette er in 1859 een vijftigtal arbeiders af om guano, vogelmest,te ontginnen tot in 1878. Van 1886 tot 1891 nam de John T.Arundel Company de ontginning over. In die tijd werkten er 100 mensen op het eiland. In Maart 1935 landden er een aantal Amerikaanse 'kolonisten' en stichtten het dorpje 'Itascatown'. Howland werd wereldberoemd in <a href="http://farm1.static.flickr.com/171/383626627_8640cece5e_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 236px; CURSOR: hand" height="173" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/171/383626627_8640cece5e_o.jpg" border="0" /></a>1937 dankzij Amelia Earhart. Zij wou als eerste vrouw rond de wereld vliegen. Tijdens haar trip van Papua-New Guinea naar Hawaï zou ze, tezamen met haar navigator, Fred Noonan, op Howland een tussenlanding maken om brandstof op te slaan. Men legde er zelfs, speciaal voor haar, een landingsbaan<a href="http://farm1.static.flickr.com/165/383626480_b2dc620cc9_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/165/383626480_b2dc620cc9_o.jpg" border="0" /></a> aan. Deze moedige vrouw kwam nooit aan. Een recente gesofistikeerde analyse van Amelia's laatste radiobericht, gecombineerd met geavanceerde satellietbeelden, zouden aangeven dat ze op een eilandje, net ten noorden van Howland is gecrasht. Door de jaren heen hebben voorbijvarende schepen het eiland, 'Gervais Island', soms uit de golven zien opduiken, zo beweren ze althans, maar niemand heeft er ooit een voet aan land gezet. Verschillende expeditie zochten 'Gervais Island' op, maar het blijft een raadsel of het eiland werkelijk bestaat. </em></div><br />
<div align="justify"><em>Een stenen toren, de 'Amelia Earhart Light' werd als nagedachtenis op het eiland gebouwd. Het diende als een dagbaken voor de scheepvaart.<br />
</div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/133/383626507_b30f1a55c1_o.jpg" border="0" />Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderging Howland hetzelfde lot als de meeste andere eilanden in die regio: De Earhart landingsstrip werd hernieuwd, er kwamen legerbarakken en brandstof depots. Op Baker was het nog erger: daar waren 2200 man gestationeerd, en in een minimum van tijd werd het ganse eiland één groot munitie- en brandstofdepot, inclusief een landingsbaan van 2 km lang en 50 m breed. De infrastructuur was klaar in oktober 1943, maar in maart 1944 werden alle troepen geëvacueerd. De basissen op Baker en Howland, waren amper gebruikt, maar de menselijke ingreep had bijna alle wildleven verjaagd. Beide eilanden waren één grote stortplaats, vergeven van de ratten, met overal resten van barakken en honderden verroeste vaten. Wilde katten, nazaten van de huisdieren die door de soldaten waren meegebracht, verorberden de ratten, en vielen de rest van de vogelpopulatie aan.<br />
Het duurde tientallen jaren voor het 'stort' op beide eilanden werd opgekuist, en de katten waren afgeschoten. De 'US Fish and Wildlife', de overheidsinstelling voor de wildparken, beheert sindsdien beide eilanden. Vliegtuiglandingen zijn al lang niet meer mogelijk, de strip is overgroeid en het publiek wordt elke toegang tot de eilanden ontzegd. Howland is onbewoond maar wordt jaarlijks door de 'Fish and wildlife'-mensen bezocht.<br />
Tegenwoordig komen de zeevogels weer langzaam terug en we vinden er een aantal unieke soorten die bijna nergens anders in de streek voorkomen. De vogelpopulatie is veel kleiner op Howland als op Baker, vandaar ook dat we Howland als doel van onze expeditie kozen. Bij een lagere vogeldensiteit kunnen we gemakkelijker een kampplaats vinden zonder de vogels te storen. Anderzijds, betekent ook voor ons: 'minder vogels = minder last'. </em>(Dat hadden we op Clipperton ondervonden. Hoe vaak hadden we de antennes niet moeten herstellen, nadat een kolonie boobies erop waren neergestreken?)<em>.<br />
De enige vegetatie op Howland is stekelige struikgewas dat maar een paar centimeter hoog groeit. Er staan geen palmbomen, dus is er geen schaduw..<br />
Howland noemt men de 'woestijn van de Stille Zuidzee'. Het ligt honderden kilometers uit elke scheepvaart of vliegtuigroute. We zullen dus waarschijnlijk geen mensen tegenkomen tijdens ons verblijf, noch tijdens de boottocht. Maar de 'woestijn van de Pacific' slaat meer op het weer. Het regent zelden of nooit op Howland. Soms gaat meer als een jaar voorbij zonder een enkele regendruppel . We vinden op Howland dan ook geen lagune, alhoewel een verzakking in het centrale gedeelte van het eiland er op wijst dat die er ooit wel eens was. De vochtigheid is dan ook zeer laag, voor een landstrook op de evenaar, 55 tot 86%. De temperatuur kan er schommelen tussen de 20 en 45ºC.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/185/383626707_648d9738ec_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 223px; CURSOR: hand" height="297" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/185/383626707_648d9738ec_o.jpg" border="0" /></a>Onze boot, de 'Machias' (spreek uit: 'Mutjaaias') is een tweemast schoener met stalen bodem, gebouwd in 1962. Ze meet 22 meter bij 5.5 meter, 200 pk motor, 2 generatoren. Er is plaats voor 23 passagiers en 6 bemanningsleden. Voor deze trip zijn er maar vier nodig: Bill, onze kapitein, Kurt, de kok, scheepsmaat Bill en Ryan, de dekmatroos. Er zijn twee zodiacs voorzien voor de landing.<br />
<br />
</em>Eind december gaan Mike en Burt het schip laden, en sturen enkele foto's op. De Machias ziet er heel anders uit als de 'Spirit'. De Machias is een schoener, een zeilboot, terwijl de Spirit een motorboot was. Maar de Machias komt veel romantischer over. Een witte boot, met grote bolle zeilen op de onmetelijke blauwe oceaan... Ik zie het wel zitten.<br />
<br />
Tine en ik krijgen ook een video te zien van een radio-expeditie naar Howland in de jaren '80. Op alle beelden is de zee erg kalm, zachte golfjes kabbelen op het strand, het lijkt meer op een binnenwatertje dan op een oceaan.<br />
"Dit wordt een peulschilletje", stel ik Tine gerust.<br />
Een nieuw eiland, en deze wordt een fluitje van een cent.<br />
Zo dacht ik althans...</div><br />
<span style="font-size:78%;">Bronnen foto's:</span><br />
<ul><li><a class="external text" title="http://world-history-blog.blogspot.com/2006/12/howland-island-small-island-big-history.html" href="http://world-history-blog.blogspot.com/2006/12/howland-island-small-island-big-history.html" rel="nofollow"><span style="font-size:78%;">Howland Island - Small Island, Big History</span></a><span style="font-size:78%;"> </span></li>
<li><span style="font-size:78%;">Kamehameha Schools' archives</span></li>
<li><a href="http://www.ameliaearhart.com/"><span style="font-size:78%;">http://www.ameliaearhart.com/</span></a></li>
</ul><p>Enkele krantenartikelen die verschenen net voor ons vertrek:</p><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/164/383649823_545bb795e8_o.jpg" border="0" /><br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/167/383649763_47d1340a78_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 245px; CURSOR: hand; HEIGHT: 748px; TEXT-ALIGN: center" height="925" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/161/383649611_b064fcf517_o.jpg" border="0" /><br />
<br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/10-we-komen-eraan-ik-ruik-de-vogelpoep.html">Hoofdstuk 10: We komen eraan, ik ruik de vogelpoep al!</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-33953685183558508692007-02-03T19:33:00.001+01:002010-04-25T22:09:06.603+01:008. Maar hoe geraken we van het eiland?<div align="justify"><a href="http://farm1.static.flickr.com/159/381871933_66d29a3bdf_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 219px; CURSOR: hand; HEIGHT: 327px; TEXT-ALIGN: center" height="419" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/159/381871933_66d29a3bdf_o.jpg" border="0" /></a> De dagen vliegen voorbij. We werken aan de radio, herstellen antennes, luieren in de zetels en spelen met de krabben. Pete, die een bioloog is, neemt bodem- en waterstalen. Mike, een amateur-geoloog, verzamelt stukjes koraal, en neemt ontelbare foto's. Hij noteert alles minitieus in een klein notaboekje.<br />
En, voor we er erg in hebben breekt de laatste dag aan.<br />
<br />
<strong>Zondag, 15 maart, 7 h in de morgen.<br />
</strong>"Clipperton, dit is de Spirit, ontvang je ons?", klinkt het uit de walkietalkie.<br />
We zitten al negen dagen op Clipperton. Gisteravond heeft Mike ons verwittigd: er komt een flinke storm opzetten en hij dringt erop aan om het eiland een dag vroeger te evacueren. Normaal hadden we gepland om er tot maandag te blijven. We willen Clipperton tijdens een storm niet meemaken, en gaan akkoord met Mike's voorstel.<br />
"Clipperton voor de Spirit, over."<br />
"Ja, Mike, wat is er?", antwoord Jay.<br />
"Euuh, jullie landingspapieren, waar zijn die?""God, jongen, heb ik je die niet gegeven?""Mmmm, ik vind ze zo niet, had Pete geen kopij bij zich op het eiland?"Pete staat naast Jay, en knikt bevestigend."Ja, Pete heeft hier nog een kopij""En van de zendvergunning ook", roept Pete<br />
"Maar Mike", vraagt Jay, "we zijn al aan het inpakken, waarom heb je nu plotseling die vergunning nodig?"<br />
"Wel, Jay, we hebben onverwachts bezoek gekregen, kom eens kijken aan het strand, dan zie je wel wat ik bedoel, over en uit", antwoord Capt'n Mike. Hij klinkt zenuwachtig.<br />
We lopen naar het strand. Aan de horizon tekent zich het silhouet van een groot oorlogsschip af. <img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 357px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" height="208" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/162/381898191_fce5829876_o.jpg" border="0" />Mike neemt zijn telelens, en zet het op een statief.<br />
"Mmmm, Franse marine", zegt hij, "er is een groep mariniers op de Spirit."<br />
"Waaat?", lacht Jay, "komen ze ons controleren, dat is toch onvoorstelbaar!", en hij kijkt door de telelens naar het schip.<br />
"Haal maar je beste Frans boven, vriendje", zegt hij tegen mij, en geeft me een vriendelijke stomp in de zij.<br />
<br />
Maar het voorval wordt al vlug vergeten en iedereen spant zich in om zo snel mogelijk ons kamp af te breken. Tegen de avond moeten we weg zijn. De herinnering aan de 'langste dag', toen we al het materiaal van de landingsplaats naar het kamp moesten verzeulen, is nog vers. Maar het valt mee. Blijkbaar zijn we in een mum van tijd dit klimaat gewoon geraakt. Onder het dreunend lawaai van Pete's ghettoblaster, die rockmuziek over het eiland slingert en ons oppept, worden masten neergehaald, antennes gedemonteerd en kabels opgerold.<br />
Tesamen met Arie draag ik materiaal naar de lagune. Capt'n Mike en zijn crew zullen het later <a href="http://farm1.static.flickr.com/159/381872682_1d9fda8aa1_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 271px; CURSOR: hand; HEIGHT: 184px" height="162" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/159/381872682_1d9fda8aa1_o.jpg" border="0" /></a>naar de landingsplaats varen. Ik draai me om en sta plots oog in oog met een man in een groen kaki uniform, met een zender op de rug en een machinegeweer kruiselings over de borst.<br />
"Eh?", ik schrik me rot.<br />
"Bonjour", zegt hij breed lachend, en steekt zijn hand uit.<br />
"Bonjour", antwoord ik onthutst, en kijk in de richting van het kamp. Een groepje militairen zijn in het kamp aan het praten met Jay, een aantal anderen staan rond het kamp en slaan aandachtig al onze bewegingen gade. Met het machinegeweer in aanslag. De franse militairen zijn op Clipperton geland. Hun eiland. Ze komen ons kontroleren. Het voelt irreëel aan, om op ons verlaten eiland, plots mannen te zien die er voorheen niet waren. Volkomen vreemden. Stel dat ze op een nacht zouden geland zijn, en terwijl we onder de palmbomen naar de Melkweg zaten te gapen, zouden ze ineens voor ons hebben gestaan. Om een hartinfarct van te krijgen...<br />
Jay roept me en doet teken om bij hem te komen. Vincent en ik zijn de enigen die frans praten. Twee officieren geven me vriendelijk een hand. De ene heeft een lichtblauw hemd aan, en een donkere korte short. Op zijn heupen hangen fluorescerende plastiek zakken. Hij stelt zich voor als de dokter van het team, en vraagt of er iets is waarmee hij ons kan helpen.<br />
"Nee, helemaal niet, zoals U kunt zien, waren we van plan om vandaag te vertrekken.", antwoord ik zo vriendelijk mogelijk. Misschien zijn ze argwanend omdat bij hun aankomst, wij plotselijk het kamp gaan afbreken.<br />
"Mmmm", zegt de dokter, en hij kijkt bedenkelijk naar mijn lippen. Die zijn dik gezwollen en ontstoken. Ik heb ze vanmorgen nog met een dikke laag zinkoxide zalf ingesmeerd. Hij neemt mijn handen vast en klakt bekeurend met zijn tong.<br />
"T t t, jij bent mooi verbrand, zeg!"<br />
"Ja, maar daar geraak je aan gewoon, het doet bijna geen pijn meer."<br />
Vincent komt bij ons staan, en geeft de officieren een hartelijke hand. Fransen onderling, op hun eiland.<br />
"Hebben jullie je paspoorten bij, en de landingsvergunning?"<br />
Vincent vertaalt de vraag voor Pete, die prompt één van de tenten induikt en zijn map met alle formulieren bovenhaalt.<br />
"De kapitein van onze boot heeft alle paspoorten, maar dat hier zijn de vergunningen."<br />
De officier kijkt goedkeurend alles na.<br />
"En hebben jullie al dit materiaal door de branding heen kunnen landen?", vraagt hij.<br />
We knikken fier.<br />
"Wij hadden problemen.", vertelt de officier, "We zijn met een Zodiac geland, maar die heeft nogal wat water binnen gekregen, net als we door het rif kwamen.".<br />
Nu pas zie ik dat de kledij van de militairen drijfnat is.<br />
"Wat zijn jullie hier eigenlijk aan het doen?", vraagt de officier. Ik merk dat de argwaan uit zijn stem is verdwenen.<br />
"Wij maken radio, we zijn radio-amateurs.", antwoordt Vincent.<br />
"Ja, zeg hem dat we vanuit Clipperton 45.000 radiokontakten hebben gemaakt met amateurs over de geheeeeele wereld.", port Jay me aan, "ik heb vanmorgen het aantal kontakten geteld."<br />
De militairen kijken ongelovig, en ik nodig ze uit om in de tent te komen. Daar is nog één radio operationeel. Ron is kontakten aan het maken, en kijkt raar op, als ik, met vijf militairen achter me aan, binnen kom stappen.<br />
"Wat ben je aan het werken, Ron?"<br />
"Europa, op de 10 meter band".<br />
"Fijn, willen jullie eens horen hoe we van hieruit kontakt maken met Frankrijk?", vraag ik de officier. Hij kijkt me argwanend aan.<br />
"Met dit kleine zendertje, naar Frankrijk?"<br />
"Ja hoor, luister maar", antwoord ik fier, en roep om enkele Franse stations. We hebben direkt prijs, en praten met een amateur in de buurt van Toulouse... <a href="http://farm1.static.flickr.com/159/381872424_34a1aa3391_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 264px; CURSOR: hand; HEIGHT: 178px" height="186" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/159/381872424_34a1aa3391_o.jpg" border="0" /></a><br />
"Zie je, dat is wat we de ganse week gedaan hebben", roept Jay uit.<br />
<br />
Na een half uur komen de militairen ons allemaal een hand geven, bieden ons een paar flessen wijn aan, en poseren gewillig voor een groepsfoto. Daarna trekken ze naar de vlaggestok aan de andere kant van de Bougainville en hijsen er de 'Tricouleur', de franse vlag."Straks gaan ze nog de Marseillaise zingen ook", grinnikt Jay.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/127/381872272_51340ce49a_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 257px; CURSOR: hand; HEIGHT: 164px" height="164" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/127/381872272_51340ce49a_o.jpg" border="0" /></a>Het kamp is bijna opgeruimd. Dicht bij de bomen slaan we een kleine gedenkplaat in de grond. Elk expeditielid staat erop met zijn voornaam en roepletters. We verzamelen de tientallen lege bierblikjes die her en der verspreid liggen, en trekken dan naar de lagune. Pete en ik zijn de laatsten om het kamp te verlaten. Zonder de tenten en de masten lijkt de plek iets te missen. Het ziet er kaal uit. Voor de eerste maal krijg ik een brok in mijn keel. Het is bijna voorbij. Met 45.000 radiokontakten hebben we ons doel bereikt. Onze taak is vervuld. We stappen in de Zodiac en varen naar de landingsplaats. De Bougainville wordt kleiner en kleiner. Capt'n Mike lacht naar me.<br />
"Weet je, de buitenboordmotor van de fransen wou niet meer starten, wij hebben ze, met onze skiffs, mogen naar hun fregat slepen. Hahhaha, de Fransen konden niet van hun eigen eiland geraken."<br />
"Zie maar dat wij zonder kleerscheuren tot bij de Spirit komen", kaats ik schertsend terug. Ik zie nog levendig de videobeelden van Alain's expeditie voor me: de boten waarmee ze het eiland probeerden te verlaten werden door de golven als veertjes in de lucht geworpen.<br />
<br />
Op de landingsplaats staat alle materiaal netjes op het strand. Het is laag water, en het vertrek wordt eventjes onderbroken. Het water tussen het rif en het strand is te ondiep. We zetten ons neer tussen de dozen en zakken. Het is middag en bloedheet. Het valt op hoezeer het witte zand hier de temperatuur de hoogte in jaagt. Het is er minstens tien graden warmer dan bij de Bougainville.<br />
Er zit niks anders op dan te wachten tot het tij keert. Iedereen zweet en is moe. Alle frisdrank in de grote koelboxen is op, en we vallen het bier aan. John en Charly hebben er blijkbaar al heel wat op. John ligt in het water te zingen, met een blikje in de hand. Charly loopt rond met een reddingsvest aan.<br />
"Hey, Pete, wat kwamen die Fransen doen, op jouw eiland", roept hij uitdagend.<br />
"Aaah, ik heb ze uitgenodigd", lacht Pete.<br />
"Ja, maar je sprak wel anders toen ze in het kamp kwamen en een Uzi in je reet duwden, hahah".<br />
"Uzi, mekenuzi", rijmt Pete. De hitte versnelt de werking van de alcohol.<br />
"Hey laat ons gaan surfen", roept John vanuit het water, en hij zwaait naar ons.<br />
Hij gaat tesamen met Pete bovenop het randje van het rif staan, en imiteert een surfer. Een grote golf komt aanzetten, en werpt hen beiden omver.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/128/381900092_374fb2b455_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 272px; CURSOR: hand" height="187" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/128/381900092_374fb2b455_o.jpg" border="0" /></a>"Hey, Pete, zo doe je Californië geen eer aan", roept Jay.<br />
"Surfin' over the USA", zingt Pete, "Hey wie we daar hebben?"<br />
Kelly, onze kokin komt aanvaren. Ze heeft een grote pot mee. "Middageten!", roept ze en stapt uit de sloep. John neemt de pot van haar aan en waadt door het water naar het strand.<br />
"Hey, is dit Clipperton, Fifth avenue, nummer 10?", vraagt hij ernstig, "hebben jullie pizza met kaas en ham besteld?"<br />
"Nee, het was een pizza met paprika's en salami", speelt Jay mee.<br />
"Oh, shit", zucht John en draait zich om.<br />
"Hey hierheen, eten, eten, ik wil eten", roept Charly. Hij heeft zich languit op het strand geïnstalleerd.<br />
"Mmmm spaghetti", zegt Arie. Kelly kijkt argwanend toe hoe de groep haar pot aanvalt. Het moet een raar gezicht zijn om ons zo te zien: Een groepje aangeschoten mannen die spaghetti met de handen eet. Op een verlaten eiland.<br />
<br />
De hitte slaat toe. Arie, Mike en ik gaan in de schaduw van een eenzame palmboom zitten. Ik rol mijn sweatshirt op tot een kussen en leg me neer. Alcohol maakt me altijd moe. De krabben spelen met mijn veters. De vogels krijsen. Een enkel boobiekuiken roept om zijn moeder.<br />
<br />
Na een paar uur kunnen we weer met de sloepen tot aan het strand, en het lijkt alsof we in een minimum van tijd met ons hele hebben en houden weer aan boord van de Spirit zitten. Het lijkt een eeuw geleden dat we nog op deze boot zaten. Toen keken we nog met spanning en vol verwachting uit om aan land te gaan. En nu was Clipperton een stukje gemeenplaats voor ons geworden. We hebben de vloek van het eiland gebroken, we hebben gewonnen. Met heimwee kijken we naar het strand, de palmbomen, naar de Bougainville. Ik wou dat ik de klok nog eens veertien dagen kon terugdraaien. Maar dan zou ik wel wat meer zonnecreme en een grote hoed meenemen.<br />
<br />
Mike roept ons tesamen in de galley."Mensen, je weet dat ik je een dag vroeger van het eiland heb laten komen. Er komt een zware storm opzetten. Kelly heeft als verrassing 'steak and <a href="http://farm1.static.flickr.com/182/381902594_d2585dc639_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 206px; CURSOR: hand; HEIGHT: 286px" height="392" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/182/381902594_d2585dc639_o.jpg" border="0" /></a>lobster' klaar gemaakt. Geniet ervan. We blijven intussen uit de wind liggen. Pas als iedereen is gaan slapen, varen we uit. We zullen een ruwe terugreis hebben."<br />
De biefstuk met kreeft, een klassiek Amerikaanse gerecht gaat er vlot in. Intussen bekijken we de video die Kelly heeft geschoten terwijl we op het eiland zaten. Het toont hoe de bemanning aan boord van de Spirit staat te vissen. Massa's tonijn hebben ze gevangen. Spijtig genoeg hebben ze maar zelden de vis in één geheel binnengehaald. Eens de tonijn boven water komt, spartelend aan de vislijn, schieten de haaien uit het niets tevoorschijn, en happen gretig stukken uit de vis. We zien hoe tientallen haaien vraatzuchtig met elkaar vechten, om een stukje vlees die Mike in het water gooide. Niemand realiseerde zich welke gevaren er rond het eiland schuilden. En zeker niet Pete en John, die daarnet nog 'surfer' speelden, op het randje van het koraalrif.<br />
We kruipen in bed, en horen de motoren aanslaan. Een paar minuten later slingert de boot vervaarlijk heen en weer. Op de grond van mijn kabine schuift mijn bagage van links naar rechts, van voor naar achter. Mijn maag begint te protesteren, en ik neem een zeeziektepil. Het geslinger wordt altijd maar heviger, en soms moet ik me aan de rand van het bed vasthouden, of ik vlieg er uit.<br />
<br />
De storm houdt aan gedurende de ganse terugreis. Ik blijf in bed, lees tot ik moe wordt, en ga <a href="http://farm1.static.flickr.com/130/381901934_c65c7dd8a0_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 241px; CURSOR: hand" height="138" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/130/381901934_c65c7dd8a0_o.jpg" border="0" /></a>dan slapen, weer lezen en weer slapen, zonder mij iets aan te trekken van het ritme van dag en nacht. Het verblijf op het eiland heeft me uitgeput zonder dat ik er iets van merkte.<br />
<br />
Drie dagen later komen we aan in Cabo San Luca, het zuiden van Baha, Mexico. Na wat steekpenningen voor de douane-beambte, wat hier een gebruik blijkt te zijn, nemen we afscheid van de bemanning. Welgemeend danken we Mike en zijn bemanning voor alle hulp. Het is dank zij hen dat we de vloek van Clipperton hebben overwonnen.<br />
We huren een paar taxis en rijden naar het vliegveld. Bij het inschepen gaat de metaaldetector biepen als ik erdoor ga. Ik toon de granaathulzen van Clipperton's munitiedepot aan de <a href="http://farm1.static.flickr.com/132/381903111_a890cb4ef3_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 245px; CURSOR: hand; HEIGHT: 156px" height="156" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/132/381903111_a890cb4ef3_o.jpg" border="0" /></a>veiligheidsagent die me met een verveeld gezicht doorlaat.<br />
Het vliegtuig van 'Air Alaska' - Air Alaska, in Mexico, haha - zit vol met Amerikaanse teenagers die hier een weekje vakantie doorbrachten. Ze zien er fris en zongebrand uit. Mijn kleren ruiken nog naar zweet en boobypoep. De geur van het eiland zit nog in mijn baseball-petje. Mijn schoenen zijn gescheurd.<br />
<br />
In Los Angeles blijven Mike en Vincent op de luchthaven. Zij vliegen later op de avond terug naar huis. Tesamen met de anderen wringen we ons in een huurwagen en rijden naar Jay's huis. Het is net piekuur en we staan uren in de file. De radio staat afgestemd op een zender die kontinue 'oldies' draait. We zingen luidkeels mee. We weten dat dit de laatste momenten zijn die we samen beleven. Dit is wat er overblijft van ons team. Misschien zien we mekaar nooit meer terug. Na al wat we meemaakten, zijn een groepje vreemden in drie weken tijd beste vrienden geworden, die tezamen een unieke herinnering koesteren.<br />
<br />
48.000 radiocontacten vanop een verlaten eiland in de Stille Zuidzee. Een eiland met zijn duizenden vogels, en zijn ontelbare krabben. Waarschijnlijk lopen er een paar nog rond, met een sigarettepeuk tussen hun scharen of sleurend met een afgekloofd stukje varkensrib.<br />
<br />
<img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/185/381902743_65f9dd215f_o.jpg" border="0" /> </div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><div align="justify">Nog enkele krantenartikels, verschenen na onze terugkeer:</div><div align="justify"></div><div align="justify"></div><div align="justify"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/148/382586863_d5ece03a1f_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/169/382586670_5e79b2e5b1_o.jpg" border="0" /><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/124/382586748_658e8ed703_o.jpg" border="0" /><span style="font-size:78%;">Bron: Foto's Arie Nugteren (PA3DUU)</span> <p><span style="font-size:78%;"></span></p><p><span style="font-size:78%;"></span></p></div><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/9-een-nieuw-eiland-een-nieuwe-uitdaging.html" target="_blank">Hoofdstuk 9: Een nieuw eiland, een nieuwe uitdaging</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com3tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-60695909657128269792007-02-03T19:32:00.001+01:002010-04-25T22:05:41.505+01:007. Radio van op Clipperton<a href="http://farm1.static.flickr.com/137/381902209_a7fe442269_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/137/381902209_a7fe442269_o.jpg" border="0" /></a> <div align="justify"><br />
<strong>Zondag 2 maart 1992 6h in de morgen.</strong><br />
</div><div align="justify">Iedereen heeft geslapen als een steen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/153/381899552_71032881c3_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/153/381899552_71032881c3_o.jpg" border="0" /></a>"Peter, ga je mee in zee, je wat opfrissen?", vraagt Arie.<br />
Het lijkt me een goed idee, ik stink naar het zweet. Vuil kleeft in de blaren op mijn handen. We gaan naar het strand. De zon staat al aan de hemel, maar heet is het nog niet. We leggen onze bril op het strand, en duiken in zee, met een flesje shampoo in de hand.<br />
Het water voelt warm aan. Heerlijk. De zachte golven masseren onze stramme spieren.<br />
"Paradijs, niet?", kreunt Arie.<br />
"MMmmmm", beaam ik, "Kom naar Clipperton, het paradijs onder de eilanden, een pareltje in de Stille Zuidzee met ongerepte natuur, wuivende palmbomen en lachende meisjes".<br />
"Nou, laat de meisies maar komen", lacht Arie, "dan kunnen ze helpen mijn antennes in mekaar steken, hihih".<br />
We wassen ons haar, en bekijken de tientallen vissen die rond ons zwemmen. Ook zij, net als de vogels en de krabben, herkennen in de mens niet het vijandelijk wezen, en komen nieuwsgierig dicht bij ons zwemmen. Een paar grote papegaaivissen kruipen zelfs door de modder, met de halve rug boven water.<br />
"Kijk daar eens, wat een grote koraalvis", wijst Arie aan.<br />
Arie en ik zijn allebei bijziend en zonder bril zien we enkel een grote schaduw langzaam naar ons toezwemmen. De vis wordt groter en groter. De vis is zeker een meter lang.<br />
"Verdomme, het is een jonge haai", roep ik versteld.<br />
"Hhhhaaaaiiiieeeennnn!!", roept Arie en we strompelen verschrikt uit het water. We kijken mekaar aan, en schieten in een lach. Bij latere diavoorstellingen zal dit een klassieke grap worden: "... en toen zagen we dat het een haai was. Ik heb nog nooit een Nederlander zo vlug zien spurten.."<br />
"Tot zover ons paradijs", zucht Arie, "weer aan de slag".<br />
"Terug naar de zoutmijnen", grap ik.<br />
<br />
Het lichtgroene van de vier tenten, twee radiotenten en twee slaaptenten, steekt nauwelijks af tegen de achtergrond van palmbomen en de grijze grond. We horen de generatoren ronken. Af en toe komt een flard van Pete's radio-gesprekken ons tegemoet. Capt'n Mike is toegekomen met verse proviand. Een flink ontbijt, en we hebben weer energie te over. Aan <a href="http://farm1.static.flickr.com/179/381902817_1d297f8948_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 237px; CURSOR: hand" height="183" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/381902817_1d297f8948_o.jpg" border="0" /></a>het werk!<br />
<br />
Tegen de middag is het mijn beurt om aan de radio te zitten en de pile-up te trotseren.<br />
"QRZ, van Foxtrot Oscar Zero Charly India, FO0CI, ik luister van 500 tot 520."<br />
Honderden radioamateurs roepen ons aan, niettegenstaande dat we al met drie zenders terzelvertijd in de lucht zitten, neemt de toeloop niet af. We proberen een stukje van iemands roepnaam te verstaan en geven hem een signaalrapport:<br />
"Bravo Romeo, 59"<br />
De radioamateur aan de andere kant, antwoordt met zijn volledige roepnaam, en ons signaalrapport:<br />
"Delta Lima One Sierra Bravo Romeo, 59"<br />
Zijn roepnaam wordt bevestigd, en de verbinding wordt in het logboek geschreven:<br />
"DL1SBR, thank you, QRZ"<br />
Dat is één verbinding. De kunst bestaat erin om de verbindingen zo vlug mogelijk te maken. Hoe meer verbindingen, hoe meer radio-amateurs we gelukkig maken. In piektijden kan een geroutineerde radio-operator tot vijf, zes of zeven verbindingen per minuut maken.<br />
En zo gaat het door, verbinding na verbinding, uren aan een stuk. Het vergt nogal wat <a href="http://farm1.static.flickr.com/155/381899677_b66c32c45a_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 231px; CURSOR: hand; HEIGHT: 349px" height="386" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/155/381899677_b66c32c45a_o.jpg" border="0" /></a>concentratie. Vaak roepen verschillende stations op dezelfde frequentie, zonder dit te weten, of komen er storingen opzetten. Het ene moment zijn de signalen heel sterk, en het andere moment zijn ze zwak.<br />
<br />
Tegen de middag van de derde dag is alles opgesteld: drie masten van tien meter hoog met grote antennes erop, een opdraaibare mast van vijftien meter en Arie's satellietantennes. Alle zenders zijn operationeel. Op piekuren zijn we met zeven zenders tergelijkertijd in de lucht. De pile-ups nemen niet af en we werken radio-amateurs in alle uithoeken van de wereld, van Alaska tot in het zuiden van Chili, van Botswana tot in Rusland, van Japan tot Australië. Duizenden kontakten per dag.<br />
De eerste dagen koncentreert iedereen zich op de radio, en hebben we weinig oog voor al wat rond ons gebeurt. We werken in een shift systeem. 's Morgens rond acht uur sta ik op. Tegen die tijd heeft Capt'n Mike ons ontbijt, verse drank en nieuw koelijs gebracht. Na een kort ontbijt, tanden poetsen en een duik in de zee, zet ik mij voor een zender tot rond twee uur 's namiddags. Middageten, en weer aan de zender, of wat onderhoud aan de antennes. Tegen 's avonds komt er weer eten aan wal. Er wordt wat gekletst, en dan is het weer radio, tot rond twee of drie uur 's nachts, wanneer Charly me aflost. Hij zet altijd eerst wat koffie voor hij aan zijn shift begint. Wat een luxe: een koffieautomaat op een verlaten eiland! Een kopje koffie, <a href="http://farm1.static.flickr.com/141/381899788_79c9966ccc_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 228px; CURSOR: hand; HEIGHT: 145px" height="145" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/141/381899788_79c9966ccc_o.jpg" border="0" /></a>en dan slapen tot de volgende morgen.<br />
Af en toe verwisselen we een beurt, en krijgen we tijd om tussendoor wat uit te rusten. Als er nog schaduw is, luieren we in een zetel naast de tent. Maar tegen de middag brandt de zon te hevig, en moeten we in de tent zitten, waar het zo heet is als in een serre. Vaak zitten we voor een zender, terwijl het zweet ons achter de oren druipt en op onze logboeken valt. De wrijving van mijn balpen legt mijn wijsvinger open. De brandblaren op onze handen helen niet. Hoezeer we ons ook insmeren, toch verbranden we steeds opnieuw, als we tijdens de dag wat onderhoudswerk aan de antennes doen. We geraken gewoon aan de pijn van verbrande handen en benen. We voelen ons soms als masochisten.<br />
<br />
"Weer eens verbrand", zucht John, en hij laat zich met een lange zucht naast me in een zetel zakken. Het is valavond. Hij heeft een bord spaghetti op de schoot.<br />
"Dat is dan toch één van de voordelen van een tropisch eiland, John, je hoeft je spaghetti niet op een verwarmingsplaat te zetten. Je zet het gewoon in de zon en het brobbelt van de hitte", grapt Ron.<br />
"Toch hebben we een luxe hier", oppert Jay die bij ons komt zitten, "we moeten ons niks aantrekken van het eten, of van de landingen die de bemanning een paar keer per dag <a href="http://farm1.static.flickr.com/169/381902363_0339b39399_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 248px; CURSOR: hand; HEIGHT: 175px" height="132" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/169/381902363_0339b39399_o.jpg" border="0" /></a>uitvoeren. Ze komen alles netjes op tijd bij ons brengen".<br />
Pete heeft ook wat rust nodig, en zit te wiebelen op een boei die we op het strand vonden. Hij heeft een blikje Budweiser in zijn hand.<br />
"Ja, soms lijkt het op paradijs, we hebben alle soorten bier, dat netjes in de boxen met ijs wordt gekoeld. Ik heb via de walkietalkie met Kelly gesproken. Ze vroeg ons wat we morgen wilden eten. Ik heb taco's besteld, en wat chocoladetaart als dessert", grinnikt hij.<br />
"Waren alle expedities maar zo luxueus", lacht Arie. Hij is gelukkig, de verbindingen via de radio-amateursatelliet, zijn specialiteit, lopen als een trein.<br />
"Alhoewel", grom ik, en kijk naar de blaren op mijn handen.<br />
"Oh, dan moet je eens mijn rug zien", zegt Arie, en hij trekt zijn T-shirt omhoog. Grote lappen vel hangen er los aan..<br />
"Klaagbeesten", zegt Jay.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/150/381872049_bc2a6e423b_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 189px; CURSOR: hand; HEIGHT: 217px" height="407" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/150/381872049_bc2a6e423b_o.jpg" border="0" /></a>We kijken genoegelijk naar de krabben. De zon is net onder en ze verzamelen zich voor hun gebruikelijke nachtelijke aanval op de krabbenomheining. Pete werpt zijn bierblikje over de omheining en prompt gaan een aantal krabben er mee aan de haal.<br />
"Weer een paar alcoholisten meer", lacht John, "weet je, Peter, ik zag er gisteren één rondlopen met een brandende sigarettenpeuk in zijn klauwen. De krabben gaan ons missen als we weg zijn. Geen alcohol, geen sigaretten meer." En hij zwiert zijn papieren bordje over de omheining. Ook dat valt in de smaak van de krabben.<br />
"Vezels", zegt Mike, "vezels, dat is wat ze nodig hebben."<br />
Pete heeft zijn ghettoblaster, een portable CDspeler, op het eiland meegenomen, en terroriseert ons al een paar dagen met luide rockmuziek."Pete, zet eens een ander plaatje op", klinkt het uit de radio-tent, "Pink Floyd begint me langzamerhand de keel uit te handen".<br />
"Okay, Charly", roept Pete, en hij zet de Beach Boys op.<br />
"Surfin', surfin'", keelt de groep mee in koor.<br />
<br />
's Avonds wandelen Arie en ik wat rond het kamp. De warboel van de eerste dagen is opgekuist, en we zien enkel krabben en vogels. Een booby-kuiken zit vlak bij het kamp. Het zat er de eerste dag dat we toekwamen, en heeft zich van alle drukte niks aangetrokken. Het staat wiebelend rechtop te slapen, met de bek in de donzen vleugels. Bij de lagune ligt de Zodiac verankerd. Het water kabbelt zachtjes tegen de oever. Her en der liggen kokosnoten verspreid. Sommige zijn door de krabben half opgegeten, anderen kiemen, en enkele blaadjes schieten door de ruwe bast. We zetten ons neer op een rifje.<br />
"Blijkbaar komt de lagune tot hier, bij stormweer", mijmert Arie.<br />
"Het zou ook vroeger kunnen gevormd zijn, toen de lagune nog een opening had, en de zee bij hoog tij het waterpeil deed rijzen", opper ik.<br />
"Mmmm", antwoordt Arie, "Jammer van al die rommel op het eiland. Heb je daar bij die paar palmbomen die oude oliedrums zien liggen?"<br />
"Ja. Alain vertelde me dat het Frans leger een aantal keer met helicopters op het eiland is <a href="http://farm1.static.flickr.com/152/381872564_0129939051_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 200px; CURSOR: hand" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/152/381872564_0129939051_o.jpg" border="0" /></a>geland. Waarschijnlijk dateren die nog uit die tijd."<br />
"Heb je al eens naar de andere kant van de Bougainville gewandeld?", vraagt Arie. "daar staat een vlaggemast, met een gedenksteen".<br />
"Nee, maar ik heb een andere grote gedenksteen aan deze kant zien liggen, 'Detachement 5ieme RMP', stond er op. Het was gedateerd '21-April-1967'"<br />
"Mmm, elk Frans fregat die langs Clipperton passeert, komt aan land en inspecteert het eiland", oppert Arie.<br />
"Eigenlijk heb ik nog weinig vrije tijd genomen, het was enkel radio wat de klok sloeg, tot nu toe. Morgen ga ik eens tot aan de rots, ga je mee?", stel ik voor.<br />
"Nee, ik heb een afspraak op de radio, morgenochtend, en 's namiddags komt de satelliet weer over".<br />
De zon is onder en er staat nog geen maan. De hemel is donker, maar duizenden sterren blinken fel op.<br />
"We zijn zo druk bezig geweest dat we de schoonheid van de natuur nog niet eens opgemerkt hebben", geef ik toe. We schuiven twee zeteltjes bij, en gaan met een blikje bier op een paar honderd meter van het kamp zitten. We leunen dromend achterover. Ik heb nog nooit de melkweg zo duidelijk gezien. Thuis zie je een paar sterren, dat is alles, maar hier zie je de ganse melkweg. Honderden sterren blinken fel, maar daarachter schemert een lange sliert van nog eens duizenden sterren. Ze vormen als het ware een oplichtende sluier. We proberen een paar planeten en sterretekens te herkennen. De Grote Beer tekent zich fel af tegen de achtergrond. De Grote Beer was het enige sterreteken dat ik kon zien vanuit het venster op onze bergtop in Andorra, waar Tine en ik vorig jaar logeerden. Hoe zou het met haar zijn? Via de radio heb ik af en toe kontakt met Mark, mijn vriend. Vanmorgen gaf hij me door dat thuis alles in orde was, en dat hij Tine van onze vorderingen op de hoogte houdt. Het is facinerend als je bedenkt dat Tine op dat moment dezelfde sterren als ik kon zien. Misschien kijkt ze er op dit moment ook naar. Dan zouden onze blikken kruisen, duizenden lichtjaren van hier...<br />
De generatoren ronken zachtjes. De lampen in de tenten werpen schaduwen op de tentzeilen. We horen flarden van onze vrienden die aan de radio zitten. Het is vreemd hoezeer die geluiden één zijn met de andere geluiden van de natuur op dit eiland. Voor ons althans. Eens we weer vertrekken, zal alles weer leeg zijn, en zien de vogels, en de krabben misschien geen levende ziel meer voor enige maanden. Ik probeer me in te beelden hoe de Fransen zich voelden, toen ze jaren geleden nog op het eiland woonden. En het Mexicaanse garnizoen? Zouden ze ook zo onder de indruk van het eiland zijn geweest? Zouden ze zich ook zo één gevoeld hebben met de vogels en de krabben? Waarschijnlijk kan het ook een hel zijn. Ik herinner me te lezen dat in het tyfoonseizoen, het eiland niet de ideale plaats is om te verblijven. Razende stormen, waarbij de golven over het eiland heen slaan, en alles meesleurden wat ook maar in hun weg staat.<br />
Het is merkwaardig, zoals we hier zitten, mijmerend, in een komfortabel zeteltje, met een pilsje in de hand, terwijl de natuur dit alles in een nachtmerrie kan veranderen. In een paar uur tijd, kan een tyfoon opsteken, de Spirit slaat misschien te pletter op het rif, en we verdrinken met zijn allen in de kolkende golven, of worden opgepeuzeld door de haaien. Gelukkig hebben we de technologie aan onze zijde. Capt'n Mike houdt de weerfaxen goed in het oog. We weten dat we op hem kunnen betrouwen om alarm te slaan als er zwaar weer zou opkomen. Daarenboven zijn er in deze tijd van het jaar geen tyfonen…<br />
De vlaggen wapperen zachtjes in de warme wind. Een vlag voor elke nationaliteit. Vincent heeft <a href="http://farm1.static.flickr.com/157/381902494_610bf8fbd2_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 135px; CURSOR: hand; HEIGHT: 198px" height="198" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/157/381902494_610bf8fbd2_o.jpg" border="0" /></a>natuurlijk de zijne vergeten. Ik schiet in een lach als ik eraan denk. Vincent toch... De Belgische vlag is minstens vijf keer zo groot als de andere. Jay had me gevraagd een grote vlag mee te brengen. Hoe kon ik weten dat hij het niet zo groots had gezien? Ik schater het uit als ik Jay's gezicht weer voor me zie, toen ik de vlag ontvouwde:"Dat is geen vlag, dat is een TENT", riep hij.<br />
"Nou voor eens hebben de Belgen dan eens iets groter dan de Amerikanen!", plaagde ik hem.<br />
Ze hebben hem onderaan gehangen. Hij is zo groot dat de onderste hoek over de koraal sleept. Langzaam, mee met de warme wind.<br />
<br />
De volgende morgen wandel ik langs het strand naar de andere kant van het bosje. Tussen de bomen zie ik oude generatoren uit de tweede wereldoorlog staan. Verroest en vol vogelpoep. Een stukje verder staat de vlaggemast waar Arie over sprak. De gedenksteen getuigt dat het eiland tot Frankrijk behoort. "Republique Française - Bougainville" staat erin gebeiteld. De boobies trekken zich van mijn aanwezigheid weinig aan. Ze blijven rustig zitten. Als ik hurkend dichterbij kom, kijken ze me, met de kop scheef, argwanend aan. Boobies leggen twee eieren per broedperiode. Het kuiken dat het eerst uitkomt, heeft geluk, want het tweede wordt verstoten, en valt bijna altijd ten prooi van de krabben. Maar o wee als de krabben proberen het eerste kuiken ook te pakken. Met de vervaarlijke bek pikken de boobies op de krab in, die de aftocht moet blazen. De boobie-ouders gaan om beurt vissen en op het kuiken zitten. Ook voor de <a href="http://farm1.static.flickr.com/129/381901872_6dd6aa7227_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 251px; CURSOR: hand; HEIGHT: 153px" height="153" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/129/381901872_6dd6aa7227_o.jpg" border="0" /></a>vogels is het een permanente strijd tegen de hitte. Waar bij ons, in de koudere streken, de vogels op een ei zitten om het warm te houden, blijven ze hier zitten om de eieren koel houden. Als het ei slechts voor drie minuten in de volle zon ligt, is het embryo al dood. Levend gekookt. Eens het kuiken een paar weken oud is, en het zich zelf tegen de krabben en de hitte kan beschermen, wordt het soms alleen gelaten. De kuikens staan dan rechtop te slapen in de volle zon, als kleine donzen standbeeldjes, verspreid tussen de koraalbrokken en kokosnoten. Als ze, net zoals de volwassen vogels, last krijgen van de warmte, laten ze hun wangzak trillen, of slaan ze met de vleugels. Het is bijna onvoorstelbaar dat dieren in deze ondragelijke hitte kunnen overleven...<br />
Ik sta er versteld van hoe dicht ik bij de vogels kan komen. Ze zien de mens niet als vijand, enkel maar als een 'ding', kleiner als een boom, groter als een vogel. Misschien zien ze ons zelfs als bewegende palmboom. Iets om op te zitten, en flink onder te poepen...<br />
In tegenstelling tot de fosforrijke lagune waar bijna geen leven mogelijk is, kan Clipperton rekenen op een weelderige zeefauna en -flora. Een rijke planktoncultuur is het begin van een lange voedselketen. Elk dier in die keten dient als voedsel voor het dier in de volgende stap van de keten. De haaien beëindigen de keten, en hebben zelf geen vijanden. Waar de landkrabben op het land geen predatoren hebben, mogen ze zich niet te dicht bij het water wagen. Af en toe glijdt er een mureen, een zeeslang, uit de golven, en grijpt een krab vast. Indien mogelijk, zien de murenen er nog onvriendelijker uit als de haaien. Met een vervaarlijke grote muil en krachtige kaken, kunnen ze zo door het harnas van de krab bijten. Mensen vallen ze maar aan, als je er op trapt, of als de mureen zich bedreigd voelt. Een groter gevaar gevaar vormt de zee-egel. Met zijn lange pinnen nestelt dit diertje met een doorsnede van amper 5 centimeter, zich bijna onzichtbaar in het zand. Zijn pinnen zijn hard genoeg om door een dikke schoenzool te steken. Als je erop trapt spuit de egel via de stekel, een gif in je wonde. Dat gif kan je tijdelijk of zelfs, als de wonde niet goed wordt verzorgd, permanent verlammen. De zee mag er idyllisch uit zien, het gevaar loert vanuit elke hoek, van onder elke steen.<br />
De spinkrabben, met hun klein lijfje en lange poten, trekken zich van dit gevaar niks aan. Vliegensvlug springen ze van steen tot steen. Wat een verschil met de landkrabben, die zich aarzelend traag voortbewegen.<br />
Terwijl ik terug naar het kamp slenter, valt het me op hoe weinig schelpen er op het strand liggen. Ik had verwacht om een paar grote exotische exemplaren op de kop te kunnen tikken, maar moet me tevreden stellen met de enkele kleine wit-zwart gespikkelde slakschelpjes die hier en daar op de vloedlijn liggen.<br />
<br />
Terwijl ik op de kleine helling, die het strand van het kamp scheidt, omhoog klauter, vervaagt het geruis van de zee, en hoor ik weer het vertrouwde geluid van de generatoren. Een eind verder zit Pete op een plastieken toiletpotje rustig zijn behoefte te doen. Hij heeft een boekje mee, en geniet blijkbaar van het toilet met het mooiste uitzicht in de Pacific: een toilet tussen de palmbomen, met een zicht op het strand, de hel blauw-groen-gele zee rond het eiland, en de Spirit die rustig op de golven dobbert. Ik weet trouwens niet waar dat toiletpotje plotseling vandaan komt. Normaal doen we onze behoefte tussen de bomen. Vaak moet je je dan ook hurkend voortbewegen, want de krabben vinden menselijk afval blijkbaar een delicatesse. Het gevoel van krabbescharen tegen je edele delen is niet bepaald prettig. Wel vormen de krabben zo de ideale vuilsnisdienst. Al ons papier, karton en plastiek afval wordt verorberd. De drankblikjes laten ze liggen. Op een avond krijgen we koteletjes als avondmaal en smijten de afgekloofde ribbetjes over de omheining. De krabben gaan aan de haal met stukken been, tot viermaal groter als hen. En sleuren maar.<br />
<br />
"Ha, Peter, eindje gewandeld?"<br />
Charly ligt wat te rusten in de schaduw van de tent. Hij heeft de nachtshift gedaan. Op de nok <a href="http://farm1.static.flickr.com/153/381872176_26d96f8e76_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 235px; CURSOR: hand" height="156" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/153/381872176_26d96f8e76_o.jpg" border="0" /></a>van de tent zit een grote donkere booby, die zich probeert in evenwicht te houden terwijl de tent zich met felle rukken in de wind beweegt.<br />
Charly volgt mijn blik."Hij zit er al sedert gisteren avond, en heeft de ganse tent al volgescheten", lacht hij, "Heb je trouwens de vogels op onze antennes en spankabels al gezien?"<br />
Hij staat op en wijst naar de grote mast die het dichtst bij de bomen staat. Boobies zitten op een rijtje bovenop de antenne. De horizontale elementen buigen door onder hun last. Een paar elementen hangen al scheef. Af en toe schiet Pete fluitkogels af, om het aantal vogels te beperken. Op de spankabels die schuin uit de top van de mast, naar de grond zijn gespannen, speelt zich een komisch toneeltje af. Een rijtje boobies probeert zich in evenwicht te houden, maar door de helling van de kabels, glijdt de ganse rij onder luid protest, langzaam naar beneden. Als de onderste vogel aan de grond komt, houdt hij zo de ganse rij tegen. Maar al spoedig wordt de druk te groot, en vliegt hij krijsend omhoog. Hij gaat opnieuw in het rijtje zitten en dan is het weer aan de volgende onderste boobie om van tussen de rij geperst te worden en de rangen bovenaan te vervoegen.<br />
In de lucht zijn boobies sierlijke vogels die urenlang op de wind kunnen zweven, maar op de grond zijn ze de lompste en stunteligste dieren die ik ooit zag. Als een booby landen wil, vliegt hij heel traag laag boven de grond. Nog voor de grote poten de grond raken, maken ze loopbewegingen. Op de grond lopen ze dan nog een vijftal meter uit. Vaak hebben ze de afstand tot de grond mis ingeschat, en komen ze pardoes op de bek terecht, of landen ze te snel, en vliegen ze hals over kop tussen de kokosnoten. Ook het opstijgen is een komisch gezicht. Deze zware vogels, met een vleugelspan van minstens een meter, nemen een lange aanloop voor ze de vleugels spreiden en een poging doen om 'airborne' te worden. Tijdens die aanloop struikelen ze vaak over hun eigen poten, of over een kuiltje of kokosnoot, en landen in een klein stofwolkje, op hun buik.<br />
<br />
Capt'n Mike en Biff komen net toe met een verse lading drank, koelijs en benzine.<br />
"Ga je eens mee tot aan de rots", stelt Mike voor?"Graag, met de skiff over de lagune?""Mmm, kom laat ons vertrekken", knikt Mike.<br />
Ik steek mijn fototoestel in een plastiek zakje, tezamen met wat zonnecrème en pommade, en loop met hem tot bij onze geïmproviseerde aanlegsteiger.<br />
Langzaam varen we over de lagune, tegen de wind in. Het water plets in ons gezicht. Af en toe gaat de buitenboordmotor met een loeiend geluid over zijn toeren als het schroef weer eens in de algen verward raakt. De lagune is ondiep, we varen door de donkerste plekken, die ook de diepste zijn. Er is één plaats in de lagune die onpeilbaar diep is. In de jaren '70 probeerde kapitein Cousteau met een duikersteam in dat gat af te dalen, maar ze bereikten nooit de bodem. Een vijftig meter diep was het water gel-achtig, heel troebel en warm. De fosfor beet in hun handen, en eens weer aan het oppervlak, zagen ze dat alle metalen delen van hun duikerpak geoxideerd waren. In de waarde van een paar minuten was hun gordel met loden gewichten zwart aangeslagen. Cousteau noemde het gat 'Le trou infini', het oneindig gat. Waarschijnlijk is het de lavamond van de vulkaan die miljoenen jaren geleden Clipperton vormde.<br />
<br />
We naderen de rots, die op een klein schiereilandje in de lagune uitsteekt. Mike legt de motor af, en we laten ons naar het kiezelstrandje glijden. We trekken de boot op, en slenteren in de richting van het strand. Het koraalrif is hier veel breder en ongelijkmatiger als bij onze landingsplaats. Golven van bijna twee meter hoog slaan bruisend en kolkend op de grote brokken in. Alain vertelde dat dit een goede landingsplaats zou moeten zijn. Ik kan het mij niet voorstellen. Het rif steekt hier en daar zelfs boven het water uit. Op het strand ligt de houten romp van een schip waar nog wat vergane ijzeren pinnen uit steken. Ik herinner me de foto's van Alain die het wrak van een oud 18de eeuws fregat moesten voorstellen. Ik vertel het aan Mike, die de pinnen betast. "Mmmm zou kunnen, het is in elk geval oud, het is ijzer en geen staal. Ijzer wordt al lang niet meer gebruikt in scheepsrompen."<br />
Alain had me gevraagd voor hem een stukje hout van dit wrak mee te nemen. Dat is de enige soevenier van het eiland dat hij vergeten was.<br />
Het strand ligt bezaaid met wrakstukken die bij ons al lang in de antiekwinkel zouden liggen. Hier en daar steken glazen bollen boven het zand uit. Die bollen, gevuld met lucht, werden vroeger gebruikt om visnetten drijvende te houden... Zo gaat het op verlaten eilanden: je vindt er echte antieke dingen die bij ons thuis, op het strand, al lang zouden gejut zijn. Soms voelt het alsof je terug gaat in de tijd: een verlaten eiland als een teletijdsmachine... Wie weet hoe oud de lucht in die glazen bollen is. Lucht die misschien nog dateert van de tijd vóór de eerste fabrieken, vóór de eerste auto's...<br />
<br />
Mike kan met zijn duikersbroek moeilijk lopen, en zegt dat hij me een paar uur later zal oppikken. Ik knik, en ploeter verder in de dikke laag met fijngeslagen schelpjes en koraalbrokjes. Het lijkt bijna op grind. In het water schieten donkere zwarte visjes schichtig uiteen. Ik klauter de helling omhoog en zie dat ik dicht bij de rots ben. Een smalle strook zand verbindt het strand met de rots. Plots overvalt me het angstig gevoel dat ik alleen ben. Het vertrouwd geluid van de ronkende generatoren is al lang niet meer hoorbaar. Het ruisen van de zee wordt overstemd door het zacht zuchten van de wind die rond de rots speelt.De rots ziet er spookachtig en geheimzinnig uit. Ze heeft een uitermate grillige vorm, bedekt met wit-grijze vogelpoep, doorkliefd met inhammen en grotjes. Krabben zitten in de spleten op mekaar gedrumd. Voetje voor voetje schuifel ik een grot in. Het gewelf is een paar meter hoog, en voor me zie ik al de lucht aan het einde van de grot. Het is alsof ik als een archeoloog een oud heidens heiligdom betreed. Het is er muisstil, geen generatoren meer, geen golven, geen vogelgekrijs meer. Ik ben er alleen, helemaal alleen met het gezucht van de wind. Aan het einde van de grot contrasteert de helblauwe lucht, met een enkele witte vogel, zwevend boven de gitzwarte randen van de rots. Tussen de rotswand door klim ik verder. Het is alsof er ooit een pad was, maar grote stukken rots versperren het.<br />
<br />
Voor me steekt een grote brok groenachtig metaal uit de grond. De lantaarn van de Mexicaanse vuurtoren! Als ik de korrelige koperen delen betast, is het alsof ik tientallen jaren terug in de geschiedenis stap. Dit is het lichtbaken dat rond 1912 door de beruchte Mexicaanse vuurtorenwachter, Alvarez, werd onderhouden. Dat was tijdens die tijd dat het Mexicaanse garnizoen, onder leiding van Kapitein Ramon de Arnaud, het eiland bezet hield. Ik zie, als in een film, de Mexicaanse soldaten voor me, die in de hitte en vochtigheid van het eiland proberen een menswaardig bestaan te lijden. Wat een schok voor de officieren en vooral voor hun vrouwen die op het vasteland het modaine leventje van balzalen, juwelen en attenties van geuniformiseerde playboys gewoon waren. Wat kregen ze in ruil? Een godverlaten eiland, omringd door een verradelijk koraalrif, met als enig lichtpuntje in hun bestaan, de komst van de maandelijkse bevoorradingsschepen. Tot de Mexicaanse overheid hen vergat, en die schepen weg bleven. De vrouwen en kinderen bleven alleen achter nadat hun mannen door de haaien waren opgepeuzeld. Toen al waren hun aantallen door scheurbuik en dysentrie gedecimeerd. De kleine oogst aan kokosnoten was niet genoeg om de nodige hoeveelheid vitamine C te leveren. Ik hoor het gehuil van de moeders die om hun dode kinderen weenden. Eens het evenwicht tussen levenden en de produktie van kokosnoten was bereikt, bleef de bevolking stabiel. Zonder andere mannen op het eiland, kwam Alvarez, de vuurtorenwachter, op het toneel. Tot dan toe hield hij zich teruggetrokken in een hut naast de rots, en had weinig kontakt met de anderen. Alvarez begon de vrouwen te terroriseren. Dwong ze één voor één om wekenlang bij hem te blijven, verkrachtte en brutaliseerde ze. Wie niet boog voor zijn wil werd ter plekke afgemaakt. Hier gebeurde het allemaal, bij deze rots, het gehuil, het getier en gevloek. Tot Alicia de Arnaud, de vrouw van de kapitein, Alvarez letterlijk een kopje kleiner maakte.<br />
Hogerop zie ik de betonblok waar ooit de lichtklok op stond. Er zijn sporen van treden, uitgehouwen in de rots. Voor mijn neus bengelt een koord met knopen naar beneden. Ik probeer naar boven te klauteren, maar glij uit op de slijmerige vogelpoep.<br />
Ik vervolg de gang tussen de rotswanden, en kom langs de andere kant van de rots uit. Hier zijn nog de fundamenten van Alvarez' hut te zien. Langs de buitenkant van de rots staan gedenkstenen die ooit door franse schepen zijn achtergelaten. Ik zoek de gedenkplaat van Alain's expeditie, maar vind ze niet.<br />
<br />
Mike is nog niet te zien, en ik wandel verder in oostelijke richting, van ons kamp weg. Mijn voeten schieten door de harde bovenlaag van het zand en de fijne koraal. Ook hier hebben de krabben hun werk gedaan. Enkele honderden meters verder staan een vijftal eenzame palmbomen. Er liggen resten van antennes en draden onder. Dit moet het kamp van de Amerikaans-Duitse expeditie in 1987 zijn. Wat een gedacht om hier aan land te gaan. Op de kaart is er wel een landingsplaats aangeduid, maar de golven beuken woest op het rif. De takken van de palmbomen bieden maar weinig schaduw. Geen wonder dat die expeditie zoveel problemen had met de hitte... Wat verder liggen de resten van een LST, een amerikaans landingsvaartuig. Dit moet de plaats zijn waar de amerikanen tijdens de tweede wereldoorlog aan land zijn gekomen. De munitiedepots waar Alain over sprak moeten hier vlakbij liggen. Een grillige metalen vorm staat eenzaam op het land. De resten van een heftruck. Ernaast ligt de grijper van een kraan en staat een bordje "Attention, munition". Over een oppervlak van bijna honderd meter spreidt het munitiedepot zich uit. Er liggen duizenden hulzen van granaten en kogels onder de volle zon. Sommige liggen kriskras door mekaar, anderen staan netjes in rijtjes gerangschikt. Ik durf niet te dicht bij het depot te komen. Het bordje staat er waarschijnlijk niet voor niks. Ik zie dat niet alle hulzen leeg zijn, velen hebben er nog hun kop opstaan, bij anderen is het zwarte kruit eruitgelopen. Ik steek wat lege hulzen in mijn plastiek zak. Terwijl ik me vooroverbuig voel ik mij duizelig worden. De brandende zon eist weer zijn tol. Ik beeld me in dat ik alleen op het eiland ben. Gestrand na een schipbreuk, strompelend, misschien gewond, op zoek naar andere leven. Maar er is niemand te zien. Er zijn zelfs weinig vogels aan deze kant van het eiland. Mijn verbeelding slaat op hol en een licht gevoel van paniek doet mijn hart in de keel slaan. Alleen op dit eiland, zonder de beschutting van onze tenten, zonder Capt'n Mike die ons dagelijks komt bevoorraden,.. ik wil het niet meemaken. Ik wil hier weg, terug naar het kamp.<br />
<br />
Maar Mike laat op zich wachten. Ik loop verder langs de kant van de lagune om zeker te zijn dat Mike me kan zien vanop het water. De zon bijt weer in mijn nek, ik trek zoals bij de eerste dag, de mouwen van mijn sweatshirt over mijn handen om mijn brandwonden wat te beschermen tegen de zon. Ik zijg neer in de schaduw van een enkele palmboom. De zon staat bijna loodrecht boven me. Mike komt niet af. Ik loop naar de zee, dompel mijn zakdoek in het water en leg het in mijn nek. Sporen? Overal zie ik voetsporen in het mulle zand. Die kunnen maar een paar uur oud zijn. Ik druk mijn schoenen in het zand, naast de andere sporen. Nee, het zijn niet mijn sporen. Een eindje verder heeft de indringer duidelijk in het zand gezeten. Gedroogde sinaasappelschillen liggen er rond. Piraten? De voetsporen lopen niet recht, en zijn duidelijk van één persoon, niet van een groep. Een drenkeling? Dat kan bijna niet. Wat als er nu iemand zich aan deze kant van het eiland zou verschuilen. Ik hoor geluid achter me, en met een ruk keer ik me om. Voetstappen.<br />
"Peter?"<br />
De grote strohoed van Mike komt boven de helling uit. "Ha daar ben je, ik was bij de rots aan het wachten, toen ik je hierheen zag lopen", zegt hij met de handen in de heupen.<br />
Ik probeer te lachen, maar sta te trillen op mijn benen. Mijn verbeelding is op hol geslagen. Of niet? Ik wijs zonder iets te zeggen naar de voetsporen en de appelsienschillen.<br />
"Ron. Ik kom net terug van het kamp, en zag Ron, die me vertelde dat hij vanmorgen tot bij het munitiedepot had gewandeld. Hij is via dezelfde weg teruggekomen", lacht Mike.<br />
"Ja, natuurlijk, stom van me", mompel ik en we stappen naar de sloep.<br />
<br />
Terug in het kamp zwijg ik over mijn paniek, maar vertel Arie in het honderduit over de rots en<a href="http://farm1.static.flickr.com/154/381903284_fc4e621800_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 208px; CURSOR: hand; HEIGHT: 296px" height="397" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/154/381903284_fc4e621800_o.jpg" border="0" /></a> de munitie, en toon trots de lege granaathulzen die ik heb buitgemaakt.<br />
Een paar boobies hebben een antenna scheef getrokken.We laten de mast neer en herstellen de schade. Charly draait de mast weer naar boven, en maakt één van de spankabels vast aan een scheefgezakt waterreservoir. Hij kijkt erin. Het ligt vol met dooie boobies.<br />
Het wandelen gaat me trouwens moeilijker af. De constante hoge vochtigheid en het gebrek aan zoet water om je eens lekker af te spoelen eisen hun tol. Mijn huid aan de binnenkant van mijn dijen is ontstoken. Ook Ron had er al een tijdje last van. We hadden altijd gelachen hoe die met een pijnlijk gezicht, en met open benen rondwaggelde, maar nu was het mijn beurt. Bovenaan mijn dijen tekent zich een grote rode plek af, die kwalijk ruikt. Ontsmetten helpt al een tijdje niet meer. Met veel dankbaarheid neem ik de grote plakverbanden aan die Ron van Capt'n Mike had gekregen.<br />
<br />
De dagploeg trekt zich terug, en ik mag in de nachtploeg de pile-up trotseren op de radio.<br />
Plots duiken twee gestalten uit de duisternis tevoorschijn. Capt'n Mike en Biff, kletsnat.<br />
"Hey, wat doen jullie hier?", vraag ik verbaasd, het is uren geleden dat ze met de lege koelboxen weer naar de boot zijn vertrokken.<br />
"We waren bijna verdronken", antwoordt Mike, en hij vertrekt zijn mond in een scheef lachje.<br />
"Hoezo?", vraagt Pete, die ook zijn koptelefoon heeft afgelegd, en ongerust naar het druipnatte tweetal kijkt.<br />
"Wel, er is een stevige wind komen opzetten, en we probeerden toch nog van het eiland te geraken. Lee, Biff en ik zaten in de sloep, Lemmonhead cirkelde buiten de koraal in de Zodiac rond."<br />
"Oeps, waar is Lee nu?" vraag ik. Ik herinner me dat Lee niet kan zwemmen.<br />
"Wacht, dit moet je horen", grinnikt Biff.<br />
"Net als we door de koraal gaan, komt een grote golf opzetten, en tilt de sloep op. Ik vrees dat ze over kop gaat, en roep dat iedereen eruit moet springen. Lee en ik doen dat, maar Biff krijgt de kans niet. De skiff slaat niet over, maar draait rond zijn as, en komt, met de punt in de richting van het eiland te liggen.", vertelt Mike, grote gebaren onderstrepen het geweld van de golven, en de wending van de boot.<br />
"Toen ik mijn ogen weer opendeed, zat ik met boot en al weer op het strand. De golf heeft de skiff meegesleurd, als ware het een surfboard.", mompelt Biff, en hij schudt meewaardig met zijn hoofd.<br />
"En Lee", vraag ik weer.<br />
"Wel, Lee", zegt Mike aarzelend, maar kan zijn lach niet bedwingen, "Lee, je weet wel he, Lee die had zo'n plastiek visserbroek aan, met riemen over zijn schouders. Hewel, Lee, vloog dus in de zee, net over de koraal. De broek vulde zich met water, en trok hem naar beneden. Hij heeft onder water zijn broek afgetrokken, en is tot bij de Zodiac gesparteld. Die heeft hem van de koraal weg getrokken."<br />
"En wij weten toch iets, wat jullie niet weten", lacht Biff, en hij trekt een lange neus naar ons, "Lee had niks aan onder zijn plastiek broek, hahaha! Hij is in zijn blootje aan boord van de Spirit mogen klimmen, hahaha! En kijken dat Kelly deed, hahaha!"<br />
"Via de walkietalkie meldde ze dat ze niet wist dat hij zo'n klein piemeltje had", lacht nu ook Mike.<br />
"Lee heeft zich verdedigd door te zeggen dat het van de schrik was", meesmuilt Biff, "maar dat geloof ik niet".<br />
"En nu staan we hier. De buitenboordmotor van de skiff doet het niet meer, maar morgen kijken we verder. Koning, o koning, kunnen we hier overnachten?", smeekt Mike gemaakt, en hij knielt onderdanig voor Pete.<br />
"Nou", snuift Pete, hij speelt het spelletje mee, "mooi niet, wij hebben geen plaats in ons hotel voor logies, hahaha!"<br />
Ron, die ook van het verhaal heeft genoten, duwt beiden een blikje Budweiser in de handen. "Tuurlijk kunnen jullie hier blijven, wat dacht je".<br />
Zie ik dan toch een klein lichtje van teleurstelling in Mike's ogen? Hij heeft deze keer de duimen moeten leggen tegen de golven. Dat gebeurt blijkbaar niet vaak. Of zou de vloek van het eiland toch nog niet ontkracht zijn?</div><br />
<div></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 320px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/159/381903074_f833803555_o.jpg" border="0" /> <span style="font-size:78%;">Bron: Foto's Arie Nugteren (PA3DUU)</span><br />
<br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/8-maar-hoe-geraken-we-van-het-eiland.html">Hoofdstuk 8: Maar hoe geraken we van het eiland</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-9322474125705623392007-02-03T19:31:00.001+01:002010-04-25T22:01:52.548+01:006. De langste dag<p></p><br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/165/381005481_c4369c2376_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 279px; CURSOR: hand; HEIGHT: 379px; TEXT-ALIGN: center" height="485" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/165/381005481_c4369c2376_o.jpg" border="0" /></a><br />
<p></p><p align="justify"><strong>Zaterdag 1 maart 1992 5h30 lokale tijd.<br />
</strong>Ik hoor geroezemoes en het gekrijs van vogels. Geen motorgeluid. Geen motorgeluid?! Met een ruk zit ik recht en kijk om me heen. Clipperton. We <a href="http://farm1.static.flickr.com/183/381005138_9a6a2eb35d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 265px; CURSOR: hand" height="170" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/183/381005138_9a6a2eb35d_o.jpg" border="0" /></a>zitten op Clipperton, en niet meer op de boot. De zon gaat net op. Jay en Pete zitten al voor de ingang van de tent. Ik voel me nog moe, maar de adreline begint weer te pompen. Vandaag gaat het gebeuren. Tegen vanavond moeten we met de zenders in de lucht zijn.<br />
"Goeiemorgen, Jay, Pete!"<br />
"Hey Peter, wat zie je eruit!"<br />
Ik moet geen spiegel om te weten hoe ik er uit zie. Ik voel het. Mijn spieren zijn doen pijn. Ik trek mijn broek en T-shirt aan. Ze staan nog stijf van het zilt en vogelpoep. De anderen worden ook wakker. We stappen de tent uit.<br />
Het is nog halfduister. Het oosten licht op met oranje en purperen kleuren, maar we zien de zon nog niet. Geen rood licht. Want "Rood in de ochtendstond, de dag heeft wind in de mond", zei mijn grootvader altijd. Hopelijk is dit ook juist, hier dicht bij de evenaar. Er moet nog veel materiaal aan land worden gebracht. Hoe minder wind, hoe vlotter de landingen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/145/381005712_f65bc771a5_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 274px; CURSOR: hand" height="152" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/145/381005712_f65bc771a5_o.jpg" border="0" /></a>Honderden vogels vliegen rond. De krabben scharrelen hier en daar nog wat aan de omheining. De tent staat op een goeie honderd meter van het bosje palmbomen. Tussen de palmbomen ligt het vol rommel, overblijfsels van de Franse kampen, lijkt het. De barakken zijn door de wind platgewalst. Golfplaten liggen her en der verspreid. Een paar grote platte betonnen blokken bij de tent moeten ooit nog de vloer van een paar barakken geweest zijn. Het enige wat nog recht staat is een toiletpot, met een loden pijp die naar een waterreservoir leidt. De waterbak hangt scheef in een ijzeren frame. We kuieren naar het bosje. De doordringende ammoniakgeur slaat op mijn maag. Op de grond, wit van de vogelpoep liggen nog wat dunne aluminium pijpen.<br />
"Kijk eens, Arie, hier liggen de antennes van de Franse expeditie nog. Alain vertelde me d<a href="http://farm1.static.flickr.com/146/381005046_81875d47ea_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 170px; CURSOR: hand; HEIGHT: 241px" height="325" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/146/381005046_81875d47ea_o.jpg" border="0" /></a>at ze die hier hadden achtergelaten"<br />
Het is alsof we met een tijdsmachine teruggaan in het verleden. Die antennes betekenen voor ons wat rotstekeningen voor archeologen beduiden. Op een tweede waterbak die ondersteboven tussen de bomen ligt, staan enkele radio-amateur roepnamen gegrift. "AI6V" ontcijferen we. Een gekende amateur, lid van een Amerikaanse expeditie in de jaren '80.<br />
"Peter, herinner je het artikel in het Amerikaanse radio-tijdschrift, over de generator van de expeditie die door de hitte in brand schoot? Wel, hier ligt ze!", roept Arie.<br />
Wat ooit een generator was, is nu een blok ijzer, vol vogelpoep. Als Arie, met een vies gezicht het ding een duw geeft, komt er een krab van onderuit.<br />
"Kijk eens naar de zon", mijmert Vincent.<br />
De eerste zonnestralen komen net boven de horizon uit. In documentaires over de tropen, zie je hoe de zon met een ijzingwekkend tempo opkomt en onder gaat. Hoe dichter bij de evenaar, hoe vlugger dit gebeurt. Maar alle documentaires zijn toch niks, vergeleken met de show die we hier krijgen. Met de ogen half dichtgeknepen zien we hoe, in amper een minuut, de zon al volledig rond is, zich los maakt van de horizon en daarna aan zijn klimtocht begint. Ze zal niet stoppen voor ze loodrecht boven ons staat.<br />
<br />
We nemen elk een blikje limonade uit de koelbox, het zijn de laatste, en vertrekken richting landingsplaats. Eventjes denk ik nog: "Moeten we de tent niet afsluiten?", maar dat is één van de voordelen van een verlaten eiland... Je kunt alles open en bloot achterlaten, er kan toch niks verdwijnen. Er zijn geen mensen. Dus kan er ook niks verdwijnen, geen vandalisme, geen pottekijkers. Enkel wij...<br />
Arie loopt in diepe gedachten verzonken. Ik neem een foto van hem.<br />
"'Arie, contemplatief', zal ik hem later ondertitelen", bedenk ik me.<br />
"Gaat het?", vraag ik.<br />
"Mijn voeten, man. Mijn schoenzolen zijn niet dik genoeg, en al die stukken koraal doen mijn <a href="http://farm1.static.flickr.com/186/381005948_cb58c482a4_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 202px; CURSOR: hand; HEIGHT: 295px" height="388" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/186/381005948_cb58c482a4_o.jpg" border="0" /></a>voeten pijn. Ik heb nochtans die basketschoenen speciaal voor de landing gekocht."<br />
Ik heb een beetje medelijden met Arie, maar moet toch lachen. De basketschoenen zijn zachtgroen en roze van kleur, en zijn 'assortie' met zijn T-shirt.<br />
We steken door naar het strand. Daar kunnen we gemakkelijker lopen. Het water is zo helder dat we tientallen vissen zien voorbij schieten, in een achtergrond van geel en groen. De Spirit dobbert nog op een tweetal kilometer van het koraalrif. We zien nog geen teken van leven aan dek. Op het strand zijn onze voetsporen van de vorige avond al uitgewist. Het is alsof het eiland onze aanwezigheid zo spoedig mogelijk wil vergeten.<br />
"Maar je bent ons nog niet kwijt, Clipperton, we beginnen nog maar. We zullen je vloek ontkrachten!", mijmer ik luidop. Op de landingsplek ligt al ons materiaal nog zoals we het gisteren hebben achtergelaten. Tientallen krabben zitten, in de schaduw van de zon, van onze plastiek zakken te eten. Een paar zakken zijn al opengescheurd, en als we ze uitschudden, vallen er enkele krabben uit.<br />
"Gadver, gadver, mijn nieuwe slaapzak", vloekt Pete, "Kijk eens, allemaal gaten".<br />
<br />
Er is al wat beweging aan boord van de Spirit. We zien Mike en Charly door een verrekijker naar ons turen, daarna verdwijnen ze weer in de galley.<br />
"Waarschijnlijk gaan ontbijten", zucht Ron, en hij wrijft op zijn maag. "Ik kan ook wat gebruiken...<br />
Maar de bemanning laat ons niet in de steek. Terwijl de zon ons al goed begint op te warmen, komt de Spirit dichter bij de koraal, en werpt het anker uit. Een paar minuten later, komt Capt'n Mike met een sloep aan land. We springen in het water, om de sloep aan land te trekken, zoals we Christian en Lee gisteren hebben zien doen. Het water verfrist ons.<br />
"Goeie morgen, jongens, goed geslapen?", lacht Mike ons toe, "Kelly zendt haar groeten, en ze heeft iets meegegeven..". Hij tilt een koelbox uit de sloep.<br />
"Mmmm. roerei met versgebakken broodjes", smekt Pete als hij het deksel eraf trekt. We vliegen erop af als hongerige wolven. Capt'n Mike glimlacht.<br />
"Luister eens, terwijl jullie eten", zegt hij.<br />
"Gaat niet, eten en luisteren terzelvertijd", grapt Jay met een volle mond.<br />
"De zee is kalm, binnenkort is het hoog tij, dus moeten we onmiddellijk beginnen landen. Gisterenavond zagen we dat bij laag tij, het koraal boven water komt. Zonder een boot of buitenboordmotor te beschadigen krijgen we dan geen lading meer aan land.. Dus, zet je maar schrap, we gaan er voluit tegenaan. Kom, help me maar de sloep draaien."<br />
Met een broodje ei in de hand, springen we met zijn allen in het water, en duwen Mike richting van het koraal. Zonder veel moeite vaart hij door de golven naar de Spirit.<br />
<br />
De spanning stijgt. Met drie sloepen tegelijkertijd komt de bemanning naar het eiland toe. Eén van de rubberboten blijft bij de koraal liggen, zodat hij kan ingrijpen als er iets verkeerd gaat. De twee andere sloepen, een aluminium skiff en een Zodiac, vliegen door de golven. We springen weerom met zijn allen in het water, en helpen de lading aan land brengen. Mike stelt voor om de ene Zodiac in de lagune te leggen, en zo, over de lagune, het materiaal naar de kampeerplaats te voeren.<br />
"Ik heb jullie gisterenavond zien zwoegen, toen je het materiaal te voet naar het kamp droegen", <a href="http://farm1.static.flickr.com/99/381005302_78916d5dbc_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 223px; CURSOR: hand; HEIGHT: 327px" height="327" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/99/381005302_78916d5dbc_o.jpg" border="0" /></a>spot hij, "met dat tempo duurt het een week voor alles ginder is. We sleuren de Zodiac over het strand, de helling op, over de landstrook en laten hem voorzichtjes in de lagune. Mike maakt de buitenboordmotor vast. Met twee zitten we op de rand en houden met onze benen de sloep weg van de scherpe koraalranden. De anderen geven een lading materiaal door. Jay en Pete varen naar de kampeerplaats. De rest blijft op de landingsplaats. De volgende sloep komt toe, Charly en Mike, de laatste twee expeditieleden die de nacht op de Spirit hebben doorgebracht komen ook aan land. Wij voelen ons al thuis op het eiland, en tonen hen trots de vogels en krabben. Ze trekken een vies gezicht.<br />
"Jongens wat stinkt het hier", roept Charly.<br />
"Bah, je geraakt er aan gewoon", zegt Ron, "stank went, wij merken het niet eens meer".<br />
Met zijn allen beginnen we materiaal de helling op te dragen, over de landstrook, naar de oever van de lagune. Telkens weer dezelfde klus: je grijpt wat je maar grijpen kunt, je spartelt de helling op, en strompelt tot aan de lagune. Enkele keren gaan we voluit tegen de grond. De grond is oneffen, en bezaaid met brokken koraal. Mike komt terug van het kamp, en vraagt hulp bij het laden van de Zodiac in de lagune. Charly en John gaan met hem mee. Ze zullen Jay en Pete helpen bij het opzetten van het kamp. Ron, Arie, Vincent en ik blijven op de landingsplaats en helpen de bemanning bij het landen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/130/381005777_0fcf82bba5_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 261px; CURSOR: hand; HEIGHT: 145px" height="177" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/130/381005777_0fcf82bba5_o.jpg" border="0" /></a>Mijn spieren voelen stram aan. De zon brandt in mijn nek. De vermoeidheid begint door te wegen. Maar niemand geeft er aan toe, niemand wil onder doen voor zijn kameraden. De sloepen brengen het materiaal vlugger aan land, dan wij ze tot bij de lagune kunnen dragen.<br />
"Ik had geen gedacht dat we zoveel materiaal hadden", zucht Ron, terwijl hij het zweet van het gezicht veegt."<br />
"Peter, jongen, je nek", zegt Arie, en hij schudt zijn hoofd, "al gans verbrand".<br />
Het is elf uur, en de zon staat loodrecht boven ons. De koraal weerkaatst het zonlicht. Er is geen plekje schaduw. Het moet tussen de 40 en 50 graden Celsius zijn. We hebben allemaal lange broeken en sweatshirts met lange mouwen aangedaan, maar onze handen, nek, neus en oren beginnen te verbranden. Arie, die van nature uit, een bleke huid heeft, is er waarschijnlijk het ergste aan toe.<br />
We proberen tussen de plastiek zakken ons eigen gerief uit te zoeken. Lippenstift, en zonnebrandolie, dat hebben we nodig. Arie vindt zijn zak, en de zonnecreme gaat van hand tot hand. We kontroleren elkaar om te zien of alle blote stukjes huid ingesmeerd zijn. Ik smak met de lippen, en voel dat ze gebarsten zijn.<br />
Op het strand roept de bemanning naar ons.<br />
"Komaan jongens, helpen!"<br />
Nu benijd ik hen: hun handschoenen en de grote strooihoeden lijken misschien belachelijk maar beschermen hun hoofd en handen terwijl wij volop aan het verbranden zijn. Mijn keel is zo droog als kurk. Ik hou de rug van mijn hand tegen de lippen en zie dat ze bloeden. Arie's lippenpommade plakt in de basten, en kleeft mijn lippen op mekaar.<br />
"Ik kan niet meer", zucht Arie, en laat zich weer in het water vallen. We rusten uit in het water. De hitte op het land is ondragelijk geworden. De zon brandt dwars door mijn sweatshirt op mijn schouders. Mijn handen staan bloedrood. Als ik scheel kijk, zie ik dat mijn neus dezelfde kleur heeft.<br />
Mike komt aanvaren met een nieuwe lading.<br />
"Ik heb wel een zakje koelijs mee.", zegt hij.<br />
Met een brok koraal breken we het ijs in stukken. We bijten er stukjes af...Dat voelt heerlijk. Arie legt een handvol ijsgruis in zijn nek.<br />
"MMmmm, lekker", zegt hij met gesloten ogen.<br />
Er staan grote blaren op onze handen. Captain Mike bekijkt ze:<br />
"Verbrand in de tweede graad, pas maar op", waarschuwt hij, "Zonnecrème zal nu niet meer helpen".<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/140/381005228_a83e856a62_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 223px; CURSOR: hand; HEIGHT: 156px" height="180" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/140/381005228_a83e856a62_o.jpg" border="0" /></a>Arie en ik blijven alleen achter op de landingsplaats. We trekken de mouwen van onze sweatshirts over de handen en houden ze met de vingers vast. Maar mopperen helpt niet. Met een tussenruimte van een kwartier komt een nieuwe sloep aan. We staan tot aan de heupen in het water van de lagune en geven de pakken aan. Het fosforrijke water bijt in de handen en prikt in de wonden. Ik stap uit het water, en trek mijn broek uit. Kleine zwarte plakjes en beestjes plakken in de koraalschrammen. Bloedzuigers en waterluizen. Met een vies gezicht trek ik ze er af.<br />
Tussen het laden door kunnen we wat uitrusten. Ik kan niet meer. Ook Arie sleept zich voort.<br />
"Ik denk dat we zeker zes ton materiaal hebben", zucht hij. Ik knik, te moe om te antwoorden. Arie komt naast me zitten. De hitte is ondragelijk. Het is 1 uur, en de zon brandt. Het moet zeker vijftig graden Celsius zijn. "Dit is onmenselijk", zucht ik, "ik kan niet meer, ik kan werkelijk niet meer". Een zachte hete wind waait in ons gezicht. Mijn ogen vallen toe. Arie geeft me een stomp en lacht.<br />
<br />
Een paar uur later heffen we de laatste lading in de Zodiac die in de lagune tussen de <a href="http://farm1.static.flickr.com/135/381006163_da86566a42_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 260px; CURSOR: hand; HEIGHT: 162px" height="162" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/381006163_da86566a42_o.jpg" border="0" /></a>landingsplaats en ons kamp heen en weer pendelt. Arie en ik springen mee in de boot en varen tot aan het kamp. De lagune is ondiep. Er hangen lange algenslierten in het water. Af en toe geraakt het schroef verstrengeld in het wier, en moeten we stoppen. Ook de gaten voor de waterpomp geraken verstopt. Maar de koelte op de lagune werkt verfrissend. Er is een stevig windje opgestoken. Heerlijk.<br />
We naderen het kamp, en zien dat er al een paar tenten recht staan. Hier en daar zijn de anderen de masten aan het opstellen. Een paar expeditieleden staan over antennes gebogen. Iedereen werkt stil. De vogels krijsen.<br />
Op de oever van de lagune liggen hopen materiaal. Dat moet nog allemaal tot in het kamp <a href="http://farm1.static.flickr.com/127/381005869_12ad4b7e88_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 176px; CURSOR: hand; HEIGHT: 258px" height="381" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/127/381005869_12ad4b7e88_o.jpg" border="0" /></a>worden gedragen. Pete, die ik al uren niet meer gezien heb, komt naar de boot gestrompeld. Hij heeft, net zoals Arie, een zakdoek onder zijn petje gestoken, om zo zijn nek te beschermen. Hij doet me denken aan een soldaat uit het vreemdelingenlegioen.<br />
"Hey, baby, baby", roept hij ons aan. Ook hij is verbrand."Man, er komt gewoon geen einde aan", zucht hij, "er komt geen einde aan".<br />
En zonder het antwoord af te wachten, grijpt hij een paar zakken en strompelt terug in de richting van het kamp.<br />
<br />
Mijn benen willen niet meer mee. Gelukkig is er drank aan land gebracht, en Capt'n Mike trakteert me met een biertje in een tent. Ik rook een sigaret. Mijn eerste sigaret die dag. Iedereen is in de weer. De ene met masten, de andere met antennes, Mike rolt de grote bobijnen coax uit, Jay zet de krabbenomheining op...<br />
Ik heb mijn zak met kleren tussen het andere materiaal gevonden, trek een droge short en Tshirt aan en smeer mijn armen in met zonnebrandolie.<br />
<br />
Uren lang werken we aan masten en antennes, onze eerste prioriteit. We willen zo vlug mogelijk 'in de lucht zijn'. Pete en Jay trekken een generator in gang, en leggen de elektriciteitsdraden tot <a href="http://farm1.static.flickr.com/125/381006039_dc74a8f25e_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 231px; CURSOR: hand; HEIGHT: 302px" height="332" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/125/381006039_dc74a8f25e_o.jpg" border="0" /></a>bij de tenten. Intussen staan alle tenten recht. Pete neemt een zender uit de doos, en stelt hem op een tafel. Een microfoon en meetapparatuur wordt aangesloten. Met een logboek op zijn schoot geeft Pete onze eerste oproep:<br />
"CQ dit is FO0CI, FO0CI vanop Clipperton, QRZ?", klinkt het.<br />
Meteen horen we een tiental radioamateurs antwoorden. "Een koptelefoon, een koptelefoon", roept Pete. Jay gaat naast hem zitten, en meteen beginnen ze de pile-up te verwerken.<br />
Een massa dozen en zakken staat nog steeds bij de lagune. We versleuren ze tot in het kamp. De zon begint te zakken, de temperatuur wordt weer dragelijk. Het kamp is één grote warboel. Ons materiaal ligt over een ruimte van een tweehonderd meter verspreid. Niemand vindt nog zijn spullen terug. Er gaat veel tijd verloren. Nu is er een schroevendraaier zoek, dan is er iemand weer op zoek naar de voorhamer of sleutel nummer 10...Arie komt uit de bosjes tevoorschijn. In de schaduw van de bomen heeft hij alle onderdelen van de VHF en satellietantennes opengespreid. Maar de krabben zijn rapper dan hem. Ze lopen weg met moertjes en vijzen. Een hoopje krabben peuzelt aan zijn handleidingen. We moeten lachen als Arie zichzelf imiteert, zoals hij achter de krabben aan loopt, die weer eens met één of ander onderdeel aan de haal gaan. <a href="http://farm1.static.flickr.com/135/381005374_faeb6b65fa_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 243px; CURSOR: hand" height="174" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/135/381005374_faeb6b65fa_o.jpg" border="0" /></a><br />
We ploffen ons met zijn allen op de grond van een tent. Mike komt net aan met ons avondmaal (of is het ons middagmaal?). Tijd om te eten en wat te rusten. De bemanning van de Spirit gaat terug naar de landingsplaats. De zon gaat onder, en ze willen terug naar de boot.<br />
"Morgenochtend komen we terug met extra benzine, drank, ontbijt en koelijs", beloven ze. Het team van Capt'n Mike heeft goed werk verricht. Voor het eerst in de geschiedenis van Clipperton heeft een expeditie een voortreffelijke landing, zonder ongevallen uitgevoerd. "Christian, Lee en Bill hebben zelfs geholpen bij het in mekaar steken van de masten", beaamt Charly.<br />
"Mmm, toffe gasten", knikt Jay, met een volle mond.<br />
"Ze zijn duidelijk geïnteresseerd in onze expeditie, en in het radio-amateurgebeuren", zeg ik, "dat hebben we al gemerkt op de boot."<br />
Zuchtend en kreunend staan we op. Er is nog werk aan de winkel. In het licht van zware lampen werken we verder tot diep in de nacht.<br />
<br />
Het moet ergens twee of drie uur in de morgen zijn, als we onze veldbedden opzoeken. Charly en Jay zijn al met twee zenders in de lucht. De radio kan mij op dit moment gestolen worden. Ik ga slapen. Alles doet pijn. Net zoals bij iedereen zijn mijn handen, neus en nek zwaar verbrand. Het zout prikt nog steeds in de wonden op mijn benen... Toch voel ik me gelukkig. Vanaf morgen kunnen we ons concentreren op de radio. Deze dag, de eerste dag van de landing zullen we ons nog lang herinneren. Dit was de langste dag.<br />
"Slaapzacht, Arie"<br />
"Maft ze, Peter"<br />
"Bonne nuit, tous"<br />
"Sweat dreams"<br />
"Veertigduizend verbindingen ga ik maken"<br />
"Morgen, Pete, morgen heb je nog alle tijd"<br />
"Morgen, ok"<br />
De maan staat hoog aan de hemel en een fris windje waait door de voorflappen van de tent. De vogels krijsen en de krabben scharrelen rond de omheining...<br />
<span style="font-size:78%;"></span></p><p align="justify"><span style="font-size:78%;">Bron: Foto's Arie Nugtereh (PA3DUU)</span> </p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/7-radio-vanop-clipperton.html">Hoofdstuk 7: Radio vanop Clipperton</a><br/>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-18162759342885692132007-02-03T19:30:00.001+01:002010-04-25T21:58:57.278+01:005. Land in zicht<p align="justify"></p><p align="justify"><br />
</p><a href="http://farm1.static.flickr.com/149/380904113_c4d6982ad4_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/149/380904113_c4d6982ad4_o.jpg" border="0" /> <p align="justify"></a><strong></strong><br />
<strong>Vrijdag 6 maart 13h lokale tijd.<br />
</strong>"Clipperton op de radar, Clipperton op de radar", roept iemand vanop de brug. Iedereen laat vallen wat valt, en sprint naar de brug."Waar, waar?"<br />
"Hier zie je dat niet, die stipjes"<br />
"Die dingetjes hier? Bah, dat zijn golven, man"<br />
"Nee, nee niet waar, we zijn amper op een tiental mijl van Clipperton, en volgens Mike is dat het moment dat we Clipperton op het scherm moeten zien".<br />
"Maar die stippen komen en verdwijnen""Jamaar kun je niet zien dat die langzaam een cirkel beginnen te vormen? Dat is de landstrook. En die donkere vlek in het midden is de lagune!"<br />
<br />
In een paar minuten heeft de vervelende apathie plaats gemaakt voor een zenuwachtig heen en weer geloop. De verrekijkers gaan van hand tot hand, tot Mike -Lemonhead wordt hij genoemd, vanwege zijn lichtblonde haren- roept:<br />
"I can see it, I can see it"<br />
"Waar?"<br />
"Daar, op twee uur"<br />
<br />
In enkele minuten hebben zich een gans pak donkere stippen afgetekend. Het zijn de toppen van de palmbomen. De landstrook die amper een paar meter boven de zeespiegel uit rijst, is nog niet te zien. Het is alsof de bomen recht uit de zee rijzen. In het midden tekent zich de rots af. We zijn zo dicht bij het eiland gekomen dat we de indruk krijgen dat de palmbomen over de ganse horizon voor ons verspreid staan. Hier en daar zien we nu ook stukjes zand te voorschijn komen.<br />
"En kijk, ons welkomstkomitee, dolfijnen!"<br />
Zwarte en grijze dolfijnen komen langszij zwemmen en spelen hun 'ik wil in het boegwater zwemmen'-spelletje. Van ver zien we ze uit het water springen en in onze richting zwemmen.<br />
"Flipper, Flipper, faster than lightning", zingt Pete luidkeels, "Iiiie iiiie".<br />
Het zijn niet enkel de dolfijnen die ons komen begroeten. Af en doe zien we inderdaad een haaievin uit het water opduiken. Een enkele keer komt ook de typische kop van een hamerhaai tevoorschijn. In de Cousteau-reportage over Clipperton, herinner ik me de onderwaterbeelden van formaties van honderden hamerhaaien.<br />
"Kijk daar, een wittip-haaien", zegt Mike, "de gevaarlijkste".<br />
"Kijk eens naar het strand, hoe de wind het zand opblaast!"<br />
Naarmate we dichter bij het eiland komen verandert het diep donkerblauwe water in een fel groengeel. Het water is zo klaar dat we de donkere schimmen van de dolfijnen - of zijn het de haaien? - diep in het water zien. Het lichte kleur van het water is rustgevend en bemoedigend.<br />
Massa's zeevogels, sternen en boobies, komen rond ons vliegen. Ze zijn blijkbaar niet schuw van mensen, en gaan soms vlak naast je zweven. Als je je omdraait sta je dan ook in oog met een booby... Ontelbare vogels zijn aan het vissen. Ze duiken met ingetrokken vleugels het water in en komen pas minuten later een tiental meter verder boven water. Plons, de golven in, dan niks meer. en ploep, daar zijn ze weer, kopke boven. In bijna één vloeiende beweging komen ze boven water, en vliegen ze weg. Met of zonder spartelende vis in de bek.<br />
<br />
De dolfijnen, de duizenden zeevogels, ons eiland, alles lijkt zo vertrouwd en toch zo vreemd. Vertrouwd omdat we al zoveel foto's en filmmateriaal gezien hebben over Clipperton, maar toch is het in het 'echt' nog helemaal anders. Je hebt het geluid van krassende vogels, water dat klotst tegen de boot, het geraas van de golven die op het koraalrif breken, de vochtige hitte. En de zachte geur van land, midden in de oceaan.<br />
<br />
Alhoewel we nog op een paar honderd meter van het koraalrif verwijderd zijn, zien we duidelijk de golven op het rif stuk slaan. We hebben de indruk dat het allemaal niet zo erg is, maar Mike maakt er ons attent op dat we de golven van de rugzijde bekijken.<br />
"Trouwens, kijk daar eens, meer naar het zuiden, daar krijg je een goed gedacht hoe die golven eruitzien".<br />
Dicht bij de Clipperton rots, kijken we schuin op de golven, en kunnen we ook de branding aan de overkant van de landstrook zien. Golven slaan bulderend en kolkend in op het koraal. Het koraal zelf krijgen we niet te zien.<br />
Captain Mike steekt de sonarinstallatie aan. Met allerlei gekke kleurkombinaties kan hij de diepte onder en voor de boot pijlen. Een regelmatig geklik geeft de afstand tot de bodem weer. Hoe vinniger het geklik, hoe ondieper.<br />
Lemmonhead steekt zijn hoofd door het deurgat en kijkt om de hoek naar de beeldschermpjes.<br />
"Jezus, wat een massa vissen zitten er hier", roept hij uit, en wijst op de talrijke gele vlekjes die zich over het scherm bewegen. Maar Captain Mike let niet op vissen, hij zoekt een mogelijk gat in het koraalrif. Na een poosje roept hij naar buiten:<br />
"Dit is een goede plaats. Laat het anker los."<br />
Terwijl wij met zijn allen in de ban van de omgeving zijn geraakt, heeft de bemanning zijn taak niet vergeten. Als een gedrild leger doet elk zijn taak. Drie mannen laten het anker met een hard geratel in het water zakken. Biff en Big Bill zijn op het bovenste dek de sloepen aan het klaar maken.<br />
Als het anker grond raakt, trekt Captain Mike het vast in de grond en legt de motor af. Het is alsof plots, voor het eerst in zes dagen een vertrouwd geluid weg valt. Zonder motorlawaai horen we het geluid van het eiland. Het geluid van Clipperton. De wind fluit zachtjes in de touwen van de mast. Het water klotst tegen de boeg. De vogels krijsen. We horen de branding van de golven die op het rif slaan.<br />
<br />
"Oke, dit is het plan", zegt de kapitein, terwijl hij met een bijna belachelijke grote zonnehoed uit de stuurhut stapt, en zijn lippen met pommade insmeert, "Het is nu half drie in de namiddag, we zullen proberen te landen voor zonsondergang. Jullie...", en hij wijst ons aan, "brengen zoveel <a href="http://farm1.static.flickr.com/179/380903866_6abb38ca0d_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 209px; CURSOR: hand; HEIGHT: 301px" height="326" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/179/380903866_6abb38ca0d_o.jpg" border="0" /></a>mogelijk materiaal uit de kajuiten en sorteren het een beetje op het achterdek. In de keuken vind je grote plastiek zakken. Steek al je persoonlijk materiaal in die zakken en kleef het dicht. Maak je klaar om te landen. Doe een lange broek aan, en een sweatshirt met lange mouwen. Dat zal je een beetje beschermen tegen de koraal, moest je uit de sloepen vallen bij de landing."<br />
Met een drukte van jewelste duikt iedereen de trap naar de kajuiten af. Er wordt druk gebabbeld. Hier en daar wordt er geroepen:<br />
"Kan me iemand helpen met die doos hier?"<br />
"Waar zei Mike dat de tape lag?"<br />
"Ik weet het niet, maar de plastiek zakken lagen in de keuken"<br />
De schelle stem van Kelly jaagt iedereen de keuken uit, en ze legt een paar pakken plastiek zakken in de galley.<br />
Met luid gestommel strompelt iedereen de trap op en af. Dozen wordt hand aan hand doorgegeven, zonder enige vorm van prioriteit of volgorde. In een mum van tijd is het ganse dek bezaaid met ons materiaal. Tafels, stoelen, masten, antennes, zenders, grote vuilnisemmers met <a href="http://farm1.static.flickr.com/183/380904180_b52a4cce9f_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 211px; CURSOR: hand" height="299" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/183/380904180_b52a4cce9f_o.jpg" border="0" /></a>kleinere onderdelen, zakken, valiezen, kamera's, tenten, kabels enzovoort, enzovoort. Arie en ik kijken mekaar aan. Hij schudt zijn hoofd. Arie is iemand die altijd heel methodisch en ordelijk te werk gaat. Deze wanorde hier moet als een hel zijn voor hem, maar hij zegt niks, en gaat zich klaar maken.<br />
In mijn kajuit trek ik een oude broek aan, en een grijze sweatshirt met lange mouwen. Uit een ouwe rommeldoos had ik thuis nog een paar stoffen basketschoenen gevonden. Wie had ooit gedacht dat die nog een voet op een verlaten eiland zouden zetten... Ik trek natuurlijk de veters door. Hopelijk brengt dit ons geen ongeluk. Mijn basebal-petje met de voorop de grote letters: 'FO0CI', onze amateur roepnaam eens we op Clipperton zijn, vervolledigt mijn 'landingstenue'. Ik smeer mijn gezicht in met zonnecreme, stift mijn lippen en breng al mijn materiaal bovendeks.<br />
De bemanning laat net één van de grote aluminium sloepen te water. Captain Mike springt erin en neemt een buitenboordmotor aan. In een paar minuten is alles klaar, trekt hij de motor in gang en vaart weg.<br />
Mike zit niet ín de boot, maar staat rechtop, terwijl hij op de motor leunt. Zo heeft hij blijkbaar een beter zicht. Hij vaart een paar keer rond de boot en komt opnieuw langszij de Spirit.<br />
"Ik ga de koraal van dichterbij bekijken. Biff, jij laat een tweede sloep te water, en maak ook de Zodiac klaar."<br />
En weg is hij. We volgen hem met de verrekijkers. Hij vaart naar het zuidpunt van het eiland, waar de branding het hoogst is, en volgt dan de kust voor ons tot aan het noorden. Af en toe mindert hij gas en gaat wat dichter bij de branding dobberen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/168/380904251_e06f523512_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 264px; CURSOR: hand" height="162" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/168/380904251_e06f523512_o.jpg" border="0" /></a>Het lijkt of dit alles uren duurt. Alle expeditieleden staan zowat te springen om aan land te gaan. Maar de kapitein neemt zijn tijd. Hij weet dat de verantwoordelijkheid voor een veilige landing bij hem ligt en wil de beste weg door de branding vinden. Plotseling keert hij de sloep en vraagt dat de tweede skiff en de zodiac mee zouden komen.<br />
Eindeloos lang varen de boten heen en weer, heen en weer. Hier weer stoppen, en met elkaar babbelen, en gebaren maken, dan daar weer eens stoppen. Er komt geen eind aan. Plots trekt Mike een zwemvest aan, draait de boeg van de skiff richting eiland en vaart tussen de golven door het koraalrif en laat de sloep op het zand vastlopen. Het heeft amper een minuut geduurd... De eerste landing is geslaagd. Mike draait de sloep weer richting zee. Tussen twee golven in springt hij in de sloep en stuurt ze opnieuw door de branding heen. Hij heeft zich misrekend en een grote golf tilt de top van de sloep uit het water. De sloep gaat bijna vertikaal slaan. Onze harten kloppen in de keel. We horen de motor over haar toeren gaan, het schroef is uit het water getild. Maar de sloep is blijkbaar zo zwaar dat ze niet over kop gaat, en met luid gejuich komt Mike uit de golven te voorschijn.<br />
De drie boten komen langszij. Mike is kletsnat.<br />
"Het gaat er ruw aan toe, maar ik heb een gat in de koraal gevonden. Gelukkig is het hoogtij", zucht hij en neemt een blikje Cola aan van Kelly, "Goed wie gaat er eerst?"<br />
Pete en Vincent moeten maar eerst, vindt Jay. Pete heeft de landingsvergunning voor mekaar gekregen, en Vincent is de enige fransman aan boord. Clipperton is tenslotte een Frans eiland. Vincent trekt zich van die drukte niks aan.<br />
"ja, nee, euh, wat", mompelt hij. Die Vincent toch, altijd tegen zichzelf bezig.<br />
Lee, wiens haar al goed begint te groeien, en Christian stappen in de tweede aluminium sloep. Met de drie boten varen ze langzaam op de boeien af. De rubberboot blijft net buiten de koraal liggen. Eerst gaat de boot met Lee en Christian succesvol door de golven. Ze trekken de skiff op het strand, en gaan op de koraal staan. Christian doet Mike teken dat hij mag komen. Behoedzaam vaart Mike door de golven heen. Christian en Lee nemen de boot aan. Mike trekt de motor op, en springt uit de skiff. In het kalme water achter het rif stappen ook Pete en Vincent uit de boot. Met overdreven groteske gebaren loopt Pete op het eiland en springt met beide voeten tegelijk uit het water, keert zich om en zwaait breed naar de Spirit. Ook Vincent steekt vlugjes zijn hand op. De twee uitersten. Extraverte Pete, en ingetogen Vincent.<br />
<br />
Ook de volgende landingen verlopen vlekkeloos. Gestatig varen sloepen met expeditieleden en materiaal heen en weer.<br />
Nu is het de beurt aan Ron en ik. "Ik wil mijn voeten niet nat maken, denk eraan", veinst Ron, en trekt een gemaakt pruilmondje.<br />
De zee is kalm, alhoewel de wind behoorlijk sterk staat. Captain Mike stuurt de sloep in de richting van de boeien die onze vaargeul in de koraal markeren. We dobberen rustig naast de rubberboot, net buiten de branding. De golven die langzaam deinend onder ons door passeren, breken met een razend geweld op het rif.<br />
Plots roept Mike: "Nu" en hij zet zich schrap.<br />
Vol gas vliegen we tussen twee grote golven in, door de koraal, en voor we er erg in hebben, <a href="http://farm1.static.flickr.com/159/380904399_4ce186cad3_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 199px; CURSOR: hand; HEIGHT: 261px" height="261" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/159/380904399_4ce186cad3_o.jpg" border="0" /></a>duiken Lee en Christian naast ons op. Ze grijpen de boot vast en trekken ons naar het land. Ze lopen op de koraal. Af en toe schieten ze in een put en gaan kopje onder. Enkel hun hoed blijft dan nog drijven. Een grappig gezicht. Ron vindt het ietsje minder leuk en slaakt een zucht van verlichting als hij in het kniediep water kan springen. Ik volg hem. Het water is warm. De bodem voelt steenachtig aan. Er is geen zand, enkel gladde koraal. We nemen het materiaal uit de boot en gaan aan land.<br />
Pete komt ons met groteske gebaren tegemoet.<br />
"Welkom op mijn eiland, ik ben de koning hier", zegt hij met zijn zeerobbenlachje.<br />
Jay, die met de vorige sloep aan land is gekomen staat met de handen in de heup rond te kijken.<br />
"Tien jaren, tien jaren heb ik van dit moment gedroomd, man. Dit is heavy stuff, man, heavy stuff". En ik zie de tranen in zijn ogen komen. We geven elkaar de hand.<br />
"We hebben het gedaan, Jay, we zijn erin geslaagd"<a href="http://farm1.static.flickr.com/181/380904588_52970e2985_o.jpg"></a><br />
Het 'strand' is maar enkele meters breed. Het is mul zand, waar je schoenen diep in weg zakken. <a href="http://farm1.static.flickr.com/181/380904588_52970e2985_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 277px; CURSOR: hand" height="165" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/181/380904588_52970e2985_o.jpg" border="0" /></a>Het maakt het lopen moeilijk. We klimmen op een kleine helling van een paar meters hoog, de landstrook op. Een vijftig meter verder zien we de donkergroene lagune liggen. Net als op de video. Dat is alles wat er is. Een smal strand, een helling met stuifzand, een strip land van vijftig meter breed en dan de lagune. De grond bestaat uit aaneengekoekt zand en koraalbrokken. De dichtste eenzame palmboom staat op een paar honderd meter, en er is niks dat ons uitzicht belemmert. We kunnen van hieruit de lagune en de volledige ringvormige landstrook, rond die lagune zien. Duizenden en duizenden vogels vliegen door de lucht. Er hangt een indringende ammoniakgeur van vogelpoep. Mijn maag keert eventjes. Clipperton. Eindelijk.<br />
<br />
"Aaaaaaarr, aaaaaaarr ,aaaa aaaarr"<br />
Vlak voor mijn voeten zit een booby op een kuiken. Ik had haar niet opgemerkt. Een grote witte vogel, met vervaarlijke gele bek. Ze maakt geen aanstalten om weg te vliegen. Onder de buikveren beweegt haar enig kuiken. Nu pas zie ik welke drukte er op de grond heerst. Tussen de honderden klapwiekende vogels lopen ontelbare oranje krabben. De befaamde Clipperton landkrabben. Eentje vindt mijn veter eetbaar en met korte rukjes trekt hij eraan met zijn grote scharen. Belgische schoenveters, een delicatesse blijkbaar.<br />
"Hey Peter, komaan, werk te doen", roept Jay.<br />
Ik loop de helling af. Ze ligt bezaaid met troep. Drijfhout, schoenen, boeien, blikjes, flessen. Dit zijn de tekenen van de menselijke beschaving, die op het eiland aangespoeld zijn. Wie weet van hoe ver die komen?<br />
Ik help Pete een generatorkist naar boven sleuren. Pas nu valt me het op hoe veel warmer het op het land als op de boot is, niettegenstaande de zon nu al laag boven de horizon staat. We vormen een ketting en geven elkaar het kleiner materiaal aan.<br />
"Laat ons niet op de sloepen wachten, en al een gedeelte van het materiaal naar de kampeerplaats bij de Bougainville dragen", stelt Jay voor.<br />
"Daar kom ik net vandaan", oppert Pete, "het is te doen, maar het is een fikse wandeling, waarschijnlijk twee of drie kilometer"<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/151/380904662_f51501eea4_o.jpg"><img style="FLOAT: left; MARGIN: 5px 10px 0px 0px; WIDTH: 268px; CURSOR: hand" height="164" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/151/380904662_f51501eea4_o.jpg" border="0" /></a>"Ja maar we zullen proberen zoveel mogelijk materiaal ginder te krijgen, voor het donker wordt, anders moeten we de ganse nacht door werken", zucht Jay.<br />
"Weet je wat, daar komt net Capt'n Mike aan, laten we wachten wat die zegt", stelt Pete voor.<br />
Mike springt vlot uit de sloep. Nog meer materiaal. Uit een plastiek tasje haalt hij een kleine walkie talkie.<br />
"Het wordt te laat om nog meer materiaal te landen", zegt hij, "Mike en Charly zijn nog aan boord en komen vanavond niet meer aan land. Hier is een zender waarmee jullie met de Spirit in verbinding kunnen blijven. In de sloep zit wat drank en eten. De rest zal morgen vroeg moeten volgen", zegt hij op een toon die geen tegenstand dult.<br />
Hij geeft Christian en Lee, die nog in de branding staan, teken om de sloep te keren.<br />
"Tot morgen vroeg, bij het ochtengloren", roept Mike nog, terwijl hij de motor in gang trekt.<br />
<br />
Daar staan we dan. Met zijn zevenen op het smalle strand, temidden van zakken, pakken, koffers... Maar wat is nu aan land en wat niet? Arie en ik kijken elkaar aan.<br />
"Dit was te voorspellen", zucht Arie in het Nederlands, opdat de anderen het niet zouden verstaan, "we staan aan land en hebben geen idee wat waar is".<br />
Jay kijkt verbrouwereerd naar de walkietalkie die hij van Mike kreeg.<br />
Toch kan de teleurstelling van de abrupt afgebroken landing de stemming niet dempen.<a href="http://farm1.static.flickr.com/155/380903961_988d20ce25_o.jpg"><img style="FLOAT: right; MARGIN: 5px 0px 0px 10px; WIDTH: 238px; CURSOR: hand; HEIGHT: 142px" height="142" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/155/380903961_988d20ce25_o.jpg" border="0" /></a> De indrukken zijn overwelmend. We zitten op ons eiland. Ons eiland. Inclusief wriemelende krabben en krijsende vogels.<br />
We zien de Spirit het anker lichten en zacht wiegend wegvaren.<br />
"See you tomorrow morning, boys", klinkt het uit de walkie-talkie, "we gaan ons verankeren op een paar kilometer uit het eiland. Dit was de Spirit, over en sluiten."<br />
"Tot morgen, Mike, bedankt voor alle hulp vandaag", zegt Jay in de zender.<br />
Terwijl de zon de horizon raakt klinkt de muziek van Enya door mijn hoofd.<br />
<br />
"Oke jongens, genoeg getalmd, laat ons beginnen te verhuizen", met een zucht staat Pete recht, "Elk neemt wat materiaal mee. Een tent en wat veldbedden."<br />
"En de koelbox met drank", smak ik, "ik zou wel een biertje lusten"<br />
"Eerst werken,", bekijft Jay, "ik neem wel wat stukken krabbenomheining en zaklampen mee".<br />
<br />
Elk neemt materiaal mee. Om het even wat. Zoveel mogelijk. De een wil niet onder doen voor de ander. We proberen op de landstrook te lopen, maar schieten tot de enkels door het verharde zand. Het is ondermijnd door de krabben. Weer iets wat Alain had gezegd. Stevig schoenen. Mijn basketbal schoenen hebben geen dikke zolen en elke oneffenheid doet pijn. Mijn sokken zijn nog nat en het zand erin schuurt mijn enkels open.<br />
We zakken af naar het strand en sleuren onze last mee. Elke honderd meter moeten we stoppen. Het valt tegen in dat mulle zand. De zon is bijna onder en in het schemerdonker struikelen we over het aangespoelde drijfhout.<br />
Langzamerhand naderen we Bougainville, het enige bosje palmbomen op het eiland. Op een open plek bij de bomen smijten we uitgeput alle materiaal neer en ploffen ons op de grond. In de palmbosjes kunnen we nog wat overblijfselen van de oude Franse nederzetting zien. Stukken hout, golfplaten en ijzeren pijpen liggen her en der verspreid rond onze kampplaats. Een donzen boobykuiken, zo'n vijftien centimeter groot staat dichtbij te slapen. De bek in de veren gedraaid. Af en toe heft het de kop op. Een kop met een te grote en lelijke grijze bek. De ammoniakgeur van de vogelpoep is indringend.<br />
<br />
"Eerst een pilsje", zeurt Ron nu ook.<br />
"Nee, eerst de tent, terwijl we nog wat licht hebben", beveelt Jay.<br />
Gelukkig staat de tent in een mum van tijd op. Jay heeft een stuk van zijn inmiddels befaamde krabbenomheining opgezet.<br />
We zetten ons op de veldbedden voor de tent, en trekken een paar pilsjes open.<br />
"Op een goede expeditie", zegt Jay.<br />
"En veertigduizend radioverbindingen", voeg ik er aan toe<br />
"Vergeet niet dat ik er zeker 39.000 van zal maken", grapt Pete.<br />
"Mmmm, 39.000", mompelt Vincent.<br />
Arie glimlacht.<br />
<br />
Met de zaklampen volgen we de krabben. De zon is onder en de hitte vermindert. Met zijn honderden tegelijk kruipen ze uit hun holen in het koraal, of krabbelen ze te voorschijn van achter kokosnoten en stukken wrakhout. Het is alsof ze onze aanwezigheid ruiken, en ze kruipen zijdelings onze richting uit.<br />
Tot aller jolijt slaagt er niet één in om over Jay's omheining te kruipen. Jay staat te springen van enthoesiasme.<br />
"Heb ik het niet gezegd? Het werkt, verdomme het werkt. Jullie kunnen allemaal de pot op, je kunt er toch niet over. De pot op! Kom maar hier als je kunt, hahaha!", daagt hij de krabben uit. In het licht van de zaklampen zien we dat bijna de ganse vlakte een oranje kleur heeft gekregen.<br />
"Shit, met zijn duizenden zijn ze", zegt Arie verbaasd.<br />
"De revanche van de krabben", roept Pete, en hij neuriet het thema van 'Jaws'.<br />
<br />
Na een uurtje is het plezier eraf.<br />
"Tijd om te gaan slapen, morgen wordt het een lange dag", mijmert Jay, en gaat op zijn veldbed zitten.<br />
"We hebben een bed tekort, maar ik slaap wel op de grond", zegt Pete stoer.<br />
Er is niet genoeg plaats in de tent. Ron en Vincent slapen buiten. Het is toch warm genoeg.<br />
Ik ga bij de ingang van de tent liggen. Het canvas van de legerveldbedden voelt hard aan. Mijn broek en schoenen zijn nog nat.<br />
"Hey Peter, remember: 39000 kontakten maak ik", fluistert Pete.<br />
"Dan maak ik er 50000, ventje", kaats ik terug en ga voor de ingang een sigaret roken.<br />
Arie, methodisch en plannend zoals altijd, is de enige die zijn slaapzak en kussen van op de landingsplaats heeft meegebracht. Ik bedenk me dat het eigenlijk de bedoeling was om alle materiaal van ginder naar het kamp te dragen. Maar ik durf dat niet meer voorstellen.<br />
<br />
Het is pikdonker buiten. De wind ruist in de palmbomen. De krabben maken een licht schurend lawaai terwijl ze met hun scharen de omheining aftasten. "Toch een goed gedacht, die krabbenomheining. Anders zaten we hier in de tent temidden van honderden krabben", bedenk ik me terwijl ik probeer een goeie houding te zoeken.<br />
Ik val in mijn eerste slaap, maar schrik een uurtje later weer wakker. Regen. Stortregen. Vincent en Ron stormen naar binnen. We herschikken de tent zo goed en zo kwaad als het gaat. De regen is zo vlug over als ze begonnen is.<br />
<br />
Rond middernacht geef ik het op. Ik kan niet meer slapen. De adrenaline pompt door mijn aderen. Clipperton. Hier zit de wereld van de radioamateurs op te wachten. Waarschijnlijk sturen Mike en Charly vanop de boot nu al het nieuws de ether in, dat een gedeelte van de expeditie aan land is, en dat we morgen van op het eiland in de lucht zullen zijn...<br />
Jay komt ook de tent uit.<br />
"Shit, ik kan niet slapen", zegt hij.<br />
"Jay, weet je wat we doen? We gaan naar de landingsplaats en halen daar onze slaapzakken en kussens op. Dan zijn we weer ietsje meer moe en kunnen we misschien dan slapen."<br />
"Ok, hier is een zaklamp, let's go"<br />
Ik trek mijn natte schoenen weer aan. Mijn vochtige broek spant rond mijn dijen.<br />
We lopen behoedzaam tussen de krabben en de boobies door. Sommige vogels heffen zelfs de kop niet op.<br />
We naderen de palmbomen die in een rijtje op de rand van het strand staan.<br />
"Ik hoor precies geplets, het begint weer te regenen denk ik", zeg Jay.<br />
"Dat moest er nog aan ontbreken", zucht ik.<br />
Terwijl we tussen de bomen door wandelen, voelen we de nattigheid op ons neerkomen. Het is gaan stortregenen. Het ruikt er sterk naar ammoniak. De regen voelt warm aan.<br />
Ik bekijk mijn armen in het licht van de zaklamp, en richt dan het licht op Jay's gezicht.<br />
"Het is helemaal geen regen. Het is vogelpoep, Jay", roep ik uit. Jay's gezicht zit onder de stront. Wit, geel, groen, alle kleuren.<br />
We zetten het gierend op een lopen, tot op het strand.<br />
"Kijk, die bomen zitten vol van de vogels", giert Jay, "'t was vogelpoep, vogelpoep, oh shit".<br />
"Ja oh shit, zeg dat wel", lach ik.<br />
De lange takken van de palmbomen buigen door onder het gewicht van de vogels. Met zijn honderden zitten ze er. En schijten maar. De boomstammen zijn er wit van.<br />
"Kom laat ons onze handen en het gezicht wassen in de zee", zegt Jay, terwijl hij proestend probeert te verhinderen dat de poep in zijn mond loopt.<br />
Een booby die op het strand rondkuierde schrikt op, en vliegt tegen Jay's wang. Jay heeft het niet zien aankomen, en schrikt zich halfdood.<br />
"What the fuck is happening, help"<br />
De vogel slaat zich los en vliegt verder.<br />
We wassen de meeste vogelpoep af, en strompelen richting landingsplaats.<br />
Het eiland ziet er spookachtig uit in het licht van de zaklampen. Ik ben blij dat Jay met me mee gaat. Het is toch maar een griezelig gevoel. Ik denk aan de vrouwen die hier door die vuurtorenwachter zijn verkracht, en al die moordpartijen... Ik ben niet bijgelovig, maar toch is het alsof ik tussen de geesten van de doden door wandel..<br />
We zoeken onze slaapspullen van tussen alle rommel die nog netjes op de landstrook staat, en gaan terug in de richting van het kamp.<br />
Het kabbelend water, de zachte wind die de warmte van de zee in onze richting blaast, kalmeert ons. Mijn benen worden zwaar. Eens in de tent heb ik amper de tijd om mijn slaapzak open te spreiden of ik val pardoes in slaap. </p><p><span style="font-size:78%;"></span></p><p><span style="font-size:78%;">Bron:</span></p><p><span style="font-size:78%;">Foto's: Arie Nugteren (PA3DUU)</span></p><br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/6-de-langste-dag.html">Hoofdstuk 6: De Langste Dag</a><br>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-66109260065620325522007-02-03T19:29:00.001+01:002013-03-24T19:04:23.531+01:004. Clipperton, here we come!<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/158/380548292_4f6968bf04_o.jpg"><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/158/380548292_4f6968bf04_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /> </a><br />
<div align="justify">
</div>
<strong>22 februari, ergens boven de Atlantische oceaan.<br />
</strong>De laatste dagen voor mijn vertrek waren, op zijn zachtst uitgedrukt, 'hectisch'. Op het werk werden allerlei lopende zaken gedelegeerd, de planning werd herzien, en daarbij kwamen nog een hoop vergaderingen,.. Journalisten belden me konstant op. Eentje wou zelfs een live interview in de radio-studio, twee uur voor mijn vliegtuig zou vertrekken. Ik had vriendelijk bedankt. Ik heb een "ik mis mijn vliegtuig"-fobie. Als ik geen twee uren voor mijn vertrek op de luchthaven ben, schiet ik in paniek. En toch, hoe goed ik me ook voorbereid, toch slaag ik er altijd in om mijn vliegtuig maar op het laatste nippertje te halen: of ik overslaap me, of het vliegtuig is overboekt, of er is file op de weg naar de luchthaven, of ik sta in de verkeerde rij aan te schuiven om te boarden...<br />
<br />
Eens in de lucht vloeit alle spanning uit me weg. Terwijl het vliegtuig hoger en hoger klimt, speelt het 'Concerto d'Aranjuez' in mijn koptelefoon. Het helblauwe van de oceaan gaat over in het wit van verre wolken, en hogerop verdwijnt het weer in blauwe van de lucht. Er is geen onderscheid tussen de kleuren van de lucht en de zee. We zouden net zo goed ondersteboven kunnen vliegen.<br />
De meeste expeditieleden wonen in Californië en Arizona. Mike komt uit de Midwest, Vincent, Arie en ik zijn de enige Europeanen. We hebben afgesproken tesamen te komen op 27 februari bij Jay thuis, in de omgeving van Los Angeles. Ik zal een week vroeger toekomen, omdat ik in Pasadena nog wat zaken heb te doen. Het geeft me tevens de tijd om wat tot rust te komen, en de omgeving te verkennen. Het is mijn eerste bezoek aan de amerikaanse westkust.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/188/380548452_146f3e20e1_o.jpg"><img alt="" border="0" height="142" src="http://farm1.static.flickr.com/188/380548452_146f3e20e1_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 261px;" /></a>Ik kom 's avonds laat in het hotel in Pasadena aan, neem nog een korte snack en duik in bed. Door het tijdsverschil ben ik de volgende morgen al vroeg op. Blijkbaar logeer ik in één van de weinige hoge gebouwen in het centrum van Pasadena. Terwijl de zon langzaam op komt, krijg ik een mooi zicht op de bergen die 'Smokey Valley' omringden. De indianen hadden het die naam gegeven omdat, door de hoge bergen, de wolken en de mist vaak in de vallei bleven hangen. Tegenwoordig is het niet veel beter. Smokey Valley is nu bijna volledig ingenomen door Los Angeles en zijn voorsteden. Een vuile gele fog blijft meestal in de vallei hangen, en is soms zo geconcentreerd dat je nog geen tien meter voor je voeten uit ziet. Smokey Valley is eigenlijk meer 'Smoggy Valley' geworden. De fog, het urenlang aanschuiven in files, de hoge bevolkingsdichtheid, de gejaagdheid van de Amerikaanse samenleving, de economisch achteruitgang in Californië,.. Ik zou er voor geen geld van de wereld willen leven.<br />
<br />
Maar die eerste morgen in het hotel, zeven verdiepingen hoog, is de hemel kristalhelder. De “Santa Anna”, een stevige wind die uit de woestijn richting zee waait, heeft 's nachts de fog weggeblazen. Omgeven door een oranje gloed komt de zon net boven de bergen uit piepen. Op de radio speelt zachte country muziek, die me nog meer in de 'Yeah, ik ben uit de dagelijkse sleur, ik ben vrij'-sfeer brengt. Het weerbericht geeft dertig graden. D-e-r-t-i-g graden. En dat terwijl ik een dag geleden in Brussel met een winterjas en een dikke trui vertrokken ben...<br />
<br />
Een uurtje later rij ik op Interstate 10 richting Rancho Cucamonga, één van de residentiële buitenwijken van Los Angeles, waar Jay, de expeditieleider, woont. Via de zender die ik in de huurwagen heb geïnstalleerd, loodst Jay me tot bij zijn huis.<br />
Jay woont in een typische Californische villa-wijk. De huizen zijn laag gebouwd, met zachte roze, gele en beige tinten, licht aflopende daken, en bepleisterde muren. Het lijkt wat op de Zuid-Franse bouwstijl. Allen hebben ze ruimte zat: verschillende slaapkamers, twee of drie badkamers, grote keuken, grote garage... En toch is Jay's 'buro' maar een hoekje van de garage, met een schraag en een paar planken, vol met paperassen.<br />
En zo maken we kennis: Jay, in shorts, op blote voeten en met bloot bovenlijf, aan het werken in de garage. Met de poort wijd open, is het alsof hij bijna op het trottoir zat. Met een driftige pas komt hij naar me toe, en keurt me...<br />
"Wat een jonkie zijt ge nog", lacht hij.<br />
Hij heeft donkere randen rond de ogen net als iemand die veel uren per dag werkt. Hij geeft een stevige hand.<br />
"Bah, je moet toch wat jong volk tussen al die ouwe rakkers in je groep hebben he?!", grap ik terug, "wie anders gaat er ginder de boel draaiende houden?"<br />
Jay grinnikt.<br />
"Yeah, rrrrright"<br />
We hebben voorheen regelmatig kontakt gehad, via radio of telefoon. Zoals altijd ga je je dan een beeld vormen van de persoon aan de andere kant, een beeld dat niet altijd strookt met de werkelijkheid. Jay gelijkt, qua uiterlijk althans, een beetje op een oudere uitgave van Chevy Chase, de Amerikaanse komiek. Zijn karakter is 'sharp', zoals de Amerikanen dat zo mooi heten: 'scherp', intelligent, aktief en opmerkzaam. Anderzijds is het een geboren cynische komiek.<br />
<br />
Alhoewel we vijf dagen later naar Clipperton vertrekken, kun je dat ten huize Jay niet merken. Midge, zijn vrouw, is op weekend naar Las Vegas. Zijn dochter en zijn zoon zijn op kamp. Jay houdt zich bezig met het onderhoud van zijn wagen, hangt uren aan de telefoon, neemt me mee op zoektocht naar één of ander blijkbaar onvindbaar auto-onderdeel, etc... Het is alsof hij Clipperton ziet als een alledaags zakenreisje van een paar dagen, niets om je van vooraf druk over te maken.<br />
Wel vertelt Jay, van onder de motorkap, over zijn vorige expeditie, in de jaren '70. Toen charterde hij een vliegtuigje naar Palmyra, om van daar uit naar Kingman Reef te varen. Bij de landing op Palmyra raakte een vleugel de grond, draaide het vliegtuig zich 90° om en kwam in de palmbomen terecht. Twee expeditieleden werden met gekneusde ribben en gekwetste nekwervels per helicopter naar Hawaii geëvacueerd. De overige expeditieleden gingen verder naar Kingman Reef, een miniscuul schelpenrif in de Stille Zuidzee. Daar sneed iemand tijdens een val zijn pols door. Opnieuw een oproep naar de kustwacht.. Tijdens het wachten op de helicopter van de reddingsdienst kregen twee andere expeditieleden slaande ruzie, zo dat Jay genoodzaakt was om alles in te pakken en met dezelfde helicopter terug te keren.<br />
Eens terug thuis bleek de piloot van hun gecrashte vliegtuig, zonder verzekering te vliegen en had hij het vliegtuig onder de neus van zijn werkgever door 'eventjes voor een weekend geleend', om voor eigen rekening te vliegen. Eén van de expeditieleden bleef voor een langere tijd werkonbekwaam. Er kon geen vergoeding van de verzekeringsmaatschappij gevraagd worden - er was geen verzekering -. Volgens aloude Amerikaanse traditie zocht de advocaat van het gekwetst expeditielid dan maar naar een ander slachtoffer. En het werd de expeditieleider, Jay. Een jarenlange rechtszaak had Jay alle lust voor andere avonturen ontnomen, maar met de Clipperton expeditie nam hij de draad weer op.<br />
"Het verschil is", kreunt Jay nog steeds van onder de motorkap, terwijl hij duidelijk problemen heeft om een of ander onderdeel los te krijgen, "Het verschil is dat ik deze keer geen elke verantwoordelijkheid neem. Ik heb de expeditie met twee andere mensen in elkaar gestoken, maar eens we op de boot stappen, is er geen expeditieleider meer. Jullie vechten het maar uit. Aaaaah ik heb hem!". En hij toont me trots de bout die hij eindelijk los kreeg.<br />
<br />
Tegen de avond komen drie ander expeditieleden langs: Pete, Charlie en John. Pete, de jongste van het team, is een hoofd groter als ik, en gemakkelijk tweemaal zo zwaar. Hij is een doctor in de biologie en heeft pas een carriere als F15-piloot achter de rug. Het lachen gaat hem gemakkelijk af. Hij neemt vaak een uitdagende en lompe houding aan. Maar als je het spelletje mee speelt, vind je onder de harde schil een sympathieke vriend die altijd klaar staat om je te helpen.<br />
Charlie is een stille gast. In het eerste half uur zegt hij niks, en in het half uur erna komt er twee maal 'Hum', en één maal 'Yeah' uit. Hierbij vertrekt hij geen spier van zijn gezicht.<br />
John is een verlegen type. Hij is, zoals hij zei "Net van het juk van zijn vrouw verlost" en heeft de vrijheid teruggevonden. De vrijheid, waar hij blijkbaar met volle teugen van geniet. Hij is een vriendelijk man.<br />
Geen van allen geven ze de indruk op het punt te staan op expeditie te vertrekken. Er wordt bijna niet over Clipperton gesproken.<br />
"Ofwel doet het hen ook niks", denk ik 's avonds in de wagen, op de weg naar het hotel, "ofwel kunnen ze hun gevoelens goed wegsteken". Terwijl ik zit te dagdromen, rij ik hopeloos verloren en kom pas twee uur later in het hotel aan...<br />
<br />
<strong>26 februari 1992<br />
</strong>Jay vraagt me om Arie, de nederlander in ons team, af te halen op LAX, de internationale luchthaven. Zoals het met mij en vliegtuigen altijd gaat, kom ik net ietsje te laat toe in de aankomsthal. Met een groot bord "FO0CI", onze radio-amateur roepnaam voor Clipperton, loop ik rond. Elke internationale aankomsthal heeft iets exotisch, vind ik. Mensen komen toe vanuit alle hoeken van de wereld. De ene al ietsje frisser als de andere. Sommige duidelijk met tegenzin, anderen vliegen wenend van ontroering rond de hals van hun vrouw of spoeden zich in de richting van de taxis. Maar Arie bespeur ik nergens. Jay had me een foto getoond. Ik kijk uit naar iemand met een ernstig gezicht, ietsje kalend, met een metalen bril. Na twee uur sta ik er nog altijd met mijn bordje. Uiteindelijk zie ik hem door de deuren komen. Hij gaat pal voor me staan, en kijkt met nieuwsgierigheid alle andere bordjes af, maar mij ziet hij niet.<br />
"Arie?!", zeg ik, maar hij hoort me niet.<br />
"ARIE!?"<br />
"Oh hello", zegt Arie, "I did not see you". Hij denkt duidelijk dat ik een van de Amerikanen ben, en komt me een hand geven, met een blik van 'nu moet je me maar eens zeggen wie jij bent".<br />
"Oh Arie, doe eens gewoon en spreek maar Nederlands net zoals alle anderen", lach ik, "Goeiedag, ik ben Peter, ON6TT".<br />
Arie lacht. Hij heeft helemaal geen ernstig gezicht, zoals op de foto.<br />
<br />
Arie en ik brengen tesamen een dag door in de bergen rond LA, en rijden 's avonds naar Jay. <a href="http://farm1.static.flickr.com/168/380548563_222faa96f5_o.jpg"><img alt="" border="0" height="169" src="http://farm1.static.flickr.com/168/380548563_222faa96f5_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 269px;" /></a>Daar zijn intussen ook de andere expeditieleden toegekomen. Ron, de oudste van de groep, met grijs krulhaar en dito baard, geeft een ietwat gedwongen vrolijke indruk. Hij is de laatste operator die de groep vervoegd heeft. Mike komt uit Indianapolis, en is een watervloed van woorden. Eens hij begint te praten kun je er nog moeilijk een speld tussen steken. En daar is Vincent, onze fransman die in Engeland woont. Zonder bagage. Vincent is een stille man, een wat in zichzelf gekeerde dromer. Als hobby loopt hij marathons. Dan moet je wel wat een dromer zijn, denk ik. Wat moet je anders die lange uren doen terwijl je marathons loopt?<br />
Het wordt een drukte van jewelste. Iedereen is zijn bagage aan het inpakken of aan het verpakken. Jay loopt rond met zijn mond in een "teutje" getrokken. Een teken dat hij geconcentreerd is. Hij loopt iets te zoeken.<br />
"Waar is mijn zak met shorts en T-shirts nou gebleven?", zucht hij.<br />
Pete en John komen ook toe, en daardoor verviervoudigd het lawaainiveau.<br />
Vincent zit stilletjes, met een glimlach op de lippen, op een stoel met zijn draagbare zender te spelen. Zijn bagage is nog steeds niet toegekomen. Anderen zouden al zenuwachtig aan de telefoon hangen, maar Vincent zegt:<br />
"Ah, British Airways heeft gezegd dat mijn koffers met het volgende vliegtuig zullen toekomen, ze brengen ze later op de avond wel..."<br />
En inderdaad, om drie uur in de nacht komen ze aan.<br />
<br />
<strong>28 februari 1992 - de dag van de waarheid.<br />
</strong>'s Morgens vroeg komen een paar bestelwagens en pickups voor rijden. Het meeste expeditiemateriaal is de vorige week al in de boot geladen, dus rest ons enkel nog ons <a href="http://farm1.static.flickr.com/148/380548428_36180cb099_o.jpg"><img alt="" border="0" height="159" src="http://farm1.static.flickr.com/148/380548428_36180cb099_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 246px;" /></a>persoonlijk materiaal te vervoeren. De Amerikanen die een paar dagen voorheen nog duidelijk ver af stonden van Clipperton, kakelen nu als kippen en lopen zenuwachtig heen en weer. Charlie deelt de expeditie T-shirts en petjes uit. Pete heeft de waarschuwing van Alain ernstig genomen.<br />
"Neem wapens mee, voor als je kapers tegen het lijf loopt", had Alain gezegd<br />
En Pete laadt 3 shotguns in. En een paar dozen kleiduiven.<br />
"Dan kunnen we ons op de boot nog wat amuzeren", lacht Pete. Met de afhangende randen van zijn snorretje lijkt hij een beetje op een walrus, of op een oude Noorman, vind ik.<br />
De rit naar San Diego, waar onze boot ligt, duurt een paar uur, en ik zit naast Mike, die de hele rit rustig door babbelt zonder dat iemand er een woord tussen krijgt.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/46/380548721_e2cbb7baf1_o.jpg"><img alt="" border="0" height="143" src="http://farm1.static.flickr.com/46/380548721_e2cbb7baf1_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 143px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 240px;" /></a>In San Diego slalomt het konvooi, straatje in, straatje uit, naar de marina-haven. Jay stapt uit. Met een teutmondje. Ik hoop voor hem dat hij zijn doos met shorts heeft gevonden.<br />
"Parking door, hoekje om en trap af", zegt Charly, in die richting wijzend. En daar ligt ze: onze boot. 'The Spirit of Adventure", staat er trots op het achtersteven geschilderd, 'de geest van het avontuur'. Het is een sportsvissersboot van 8m bij 30m, met een kapaciteit van 30 passagiers. Ze lijkt heel wat groter als op de foto's. De bemanning is bezig nog wat voedsel in de grote diepvriezers, normaal bedoeld om vis in te bewaren, op te slaan.<br />
We laden onze bagage uit de wagens en sleuren alles tot bij de Spirit. Iedereen stapt aan boord en duikt benedendeks. Er is ruimte zat. Met onze tien expeditieleden kunnen we elk onze eigen kajuit nemen, en dan zijn er nog enkele over. Normaal krijgt de Spirit drie keer zoveel passagiers aan boord. In de vrije kajuiten is het meeste expeditiemateriaal reeds opgeslagen.<br />
"All aboard!" Tijd om te vertrekken. De vrouwen die ons tot San Diego hebben gevoerd, stappen van het schip, en werpen enkele handen vol rijst en confetti. Pete zingt luidkeels het thema van 'Loveboat'.<br />
De trossen worden gelost en zachtjes vaart de 'Spirit' weg uit de aanlegsteiger. Eens in de hoofdvaargeul slaan de hoofdmotoren met hun 1000 pk bulderend aan.<br />
"Wwwoeps", schreeuwt Jay, en slaat de handen aan de oren.<br />
"Take me awayyyy!", roept Pete, "Take me awayyy, full speed ahead, skipper, dingding, dingding!"<br />
De vrouwen staan ons op de steiger na te zwaaien.<br />
"Wat hebben we gedaan, wat hebben we gedaan, te laat om nu nog terug te keren", roept Jay me in de oren.<br />
"Zijn we d'r al?", grapt Charly terwijl hij zijn hoofd door het deurgat steekt.<br />
"Oh wacht eens een ogenblik, ik ben thuis vergeten de gaskraan toe te draaien", zegt Ron. <a href="http://farm1.static.flickr.com/137/380548282_882d11d672_o.jpg"><img alt="" border="0" height="157" src="http://farm1.static.flickr.com/137/380548282_882d11d672_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; height: 157px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 238px;" /></a><br />
Een zeehond zwemt de boot achterna.<br />
"Euuk, euuuk", imiteert Pete, terwijl hij spastisch in zijn handen klapt. De kapitein, Mike, komt bij ons staan.<br />
"Een goed voorteken", zegt hij, en wijst naar de zeehond, "als een zeehond je begeleidt terwijl de boot uit de haven vaart, dan wordt het een veilige reis. Komen jullie mee naar binnen, dan kan ik je wat wegwijs maken."<br />
Capt'n Mike is de eigenaar van de 'Spirit'. Normaal vaart hij met sportsvissers tot bij Baha, het Mexicaans schiereiland. Zover als Clipperton is hij nooit geweest.<br />
"Maar de boot is zo zeewaardig als wat", voegt hij er aan toe.<br />
In een uur vertelt hij ons alles wat we moeten weten over de boot. Van zijn moderne automatische piloot, gekoppeld aan de satellietnavigatie, tot hoe er moet gedoucht worden.<br />
"Met de benen wijd open! Anders verongeluk je", zegt hij triomfantelijk.<br />
Kelly, de kokin, en enige vrouw aan boord, krijgt ook haar beurt om iets te vertellen. Ze komt met een pollepel in de hand uit de keuken, en met een schelle stem zegt ze:<br />
"Dat daar, dat zijn twee koffiepotten. De linkse is de oudste koffie, dus daar drink je eerst van. Is die leeg, dan maak je nieuwe en intussen drinkt iedereen van de rechtse pot. In de koelkast daaronder vind je altijd frisdrank. Lege blikjes in de linkse vuilbak, al de rest in de rechtse. Ontbijt is om 8:30, 's middags eten we om 12:30 en 's avonds om 17:30. Ben je er niet, dan krijg je niks."<br />
Ze zet de handen in de zij, en bekijkt onze groep landrotten.<br />
"Vragen?!"<br />
We kijken mekaar aan, onder de indruk van de dwingende toon waarmee ze haar betoog hield.<br />
Pete steekt overdreven aarzelend een vinger in de lucht.<br />
"Zijt ge vrij vanavond?", vraagt hij met een piepstemmetje.<br />
Kelly slaat in een lach, en gebaart Pete een dreun met haar pollepel te verkopen. "Gij, gij krijgt vanavond geen eten, gij, als je niet oppast", roept ze al lachend, en draait zich om, richting keuken.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/172/380547891_cdf497aa00_o.jpg"><img alt="" border="0" height="267" src="http://farm1.static.flickr.com/172/380547891_cdf497aa00_o.jpg" style="cursor: hand; float: left; height: 215px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 203px;" /></a>"Pas maar op, geen katje om zonder handschoenen aan te pakken", fluistert Capt'n Mike gemaakt.<br />
"Oh Baby, baby, take me in your arms", zingt Pete, die dat alles als een uitdaging neemt...<br />
Ook de andere bemanningsleden worden aan ons voorgesteld: Biff, Big Bill, Brian, Christian en Lee. Allemaal plaatjes van zeelui die regelmatig als crew op de ‘Spirit’ werken.<br />
We installeren met zijn allen een paar antennes op het achtersteven, en zetten de zenders op één van de tafels in een zithoek. Het valt me op hoe groot de 'galley', de eetruimte eigenlijk wel is, er kunnen wel dertig mensen in.<br />
Jay sluit de zender aan, en geeft een oproep:"CQ CQ this is November Seven Quebec Quebec maritime mobile Region 2, aboard the Spirit of Adventure, on the way to Clipperton, QRZ?"<br />
Meteen komen een massa radioamateurs op de oproep af. Eén voor één krijgen die een signaalsterkte rapport en worden ze in ons logboek geschreven. Het nieuws dat we vanop de boot in de ether zijn, verspreidt zich blijkbaar vliegensvlug en al gauw roepen tientallen amateurs ons terzelvertijd op. Een 'pile-up' heet dit in amateur-termen. <a href="http://farm1.static.flickr.com/177/380548206_2ec56852ec_o.jpg"><img alt="" border="0" height="163" src="http://farm1.static.flickr.com/177/380548206_2ec56852ec_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 231px;" /></a><br />
In een radio-amateur tijdschrift verscheen een paar dagen geleden een artikel over onze expeditie, met als titel 'Clipperton, het eiland van de tegenslag'. Het gaf een uitvoerige beschrijving van de problemen waarmee die de vorige expedities te kampen hadden. We schertsen onder mekaar dat elke radio-amateur die we vanop de boot kontakteren, er dank zij dit artikel van overtuigd is dat we een wisse dood of tenminste een erg onzekere toekomst tegemoet gaan. En inderdaad wensen ze ons allemaal een 'Erg Erg Erg veilige reis toe'. Ha! Toch voelen we allemaal de spanning en de hoge verwachtingen van de amateur-wereld over onze expeditie.<br />
<br />
<strong>29 februari 1992. 8h30</strong><br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/151/380548114_a10229c4f7_o.jpg"><img alt="" border="0" height="299" src="http://farm1.static.flickr.com/151/380548114_a10229c4f7_o.jpg" style="cursor: hand; float: right; height: 299px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 195px;" /></a>"Breakfast readddyyy!" klinkt het. Het is alsof er iemand naast mij staat met een megafoon. Acht uur dertig in de morgen. Ik strompel uit bed.<br />
"Kelly, kun je me niet wat zachter wakker maken?", smeek ik haar.<br />
"Wat wil je, dat ik je zachtjes over de wangetje streel, en je kom smeken te ontbijten?!, lacht Kelly, "Ge zijt hier niet thuis hoor!"<br />
Mijn zeeziektetabletten hebben blijkbaar mijn maag op de juiste plaats gehouden, maar arme Pete heeft een groene kleur, en zit als een verzopen ratje op het achtersteven. Af en toe houdt hij het hoofd over de reling.<br />
"Man, man, hier zit ik dan, terwijl ik 's werelds vlugste jachtvliegtuigen gevlogen heb, word ik ziek op een miezerig bootje".<br />
En hij strompelt terug naar de reling. Ik heb medelijden met hem. Alhoewel de zee betrekkelijk kalm is, halen sommige anderen ook hun neus op voor een mogelijk ontbijt. Met de hand op de maag zitten ze wat voor zich uit te staren. John komt eventjes naar boven, slaat de pannekoeken die Kelly als ontbijt heeft klaar gemaakt naar binnen, en vlucht dan weer benedendeks. In de kajuiten beneden is de deining ietsje minder.<br />
Mike heeft duidelijk van niks last, en bemant de zender. De pile-up houdt blijkbaar aan, en tijdens de morgen hebben we propagatie-openingen naar Europa. Ook de Europese radioamateurs zijn blijkbaar geïnteresseerd in onze vorderingen.<br />
Ik ga een douche nemen. Dat blijkt op het rollend schip inderdaad geen sinecure te zijn. Terwijl ik mijn haar met de ene hand inzeep, zoek ik steun met de andere hand. Mijn shampoo vliegt uit het zeepbakje. Als ik me vooroverbuig om met half gesloten ogen het flesje te zoeken, voel ik mijn maag protesteren.<br />
<br />
Als voorgerecht bij het avondeten krijgen we sla met 'blue cheese' saus en gebakken korstjes. Dat doet me de das om en ik verdwijn in het toilet. Het zal nog maanden duren tot ik weer sla kan eten zonder een raar knijpend gevoel in de maag te krijgen. Ik duik in bed, neem een zeeziektepilletje en probeer te slapen.<br />
<br />
De kajuiten benedendeks hebben geen ramen. Je verliest er elke notie van dag en nacht. Als ik op een bepaald moment geradbraakt wakker word, en aan dek klauter, verbaast het me dat het al ochtend is. Vanop het achterdek hoor ik het geluid van korte harde slagen, alsof iemand met een staaf op een ijzeren plaat klopt. Ik heb dat geluid in mijn slaap ook gehoord. Ik kijk uit het raam, en zie hoe Pete met een riot-gun aan het kleiduifschieten is. John staat op het bovenste dek en met een soort handkatapult lanceert hij de kleischijfjes in de lucht, die Pete vakkundig neerhaalt. Blijkbaar is Pete zijn zeeziekte eventjes vergeten. Mijn maag voelt leeg aan, maar ik voel me niet meer misselijk. Toch durf ik nog niet naar het eten te kijken. Ik zet me voor de zender en spreek met wat Europeanen. Af en toe komt er ook een bekende goeiendag zeggen.<br />
<br />
De manier waarop de radiogolven zich in de atmosfeer voortplanten is sterk afhankelijk van de zonneactiviteit. Als de signalen van verre stations sterk zijn, dan heten we dat 'goede propagatie' of 'goede condities'. En deze morgen zijn de condities goed! De Europeanen rollen zowat binnen, sommigen hebben zo'n sterk signaal dat de kwaliteit van de radioverbinding even goed of zelfs beter is als een doorsnee telefoonverbinding. Charly komt naast me zitten. De laatste dagen is hij wat 'los' gekomen en blijkt deze stille man over een voortreffelijke dosis droge humor te beschikken. Hij vraagt of hij eventjes de zender mag overnemen. Hij heeft een afspraak met een vriend-radioamateur in Californië voor een 'telefoonpatch' met zijn vrouw. Charly roept zijn vriend op, die blijkbaar op de afgesproken frequentie zat te wachten, en deze verbindt zijn zender door met zijn telefoontoestel en belt Charly's vrouw op. Op die manier kan Charly rechtstreeks met zijn vrouw praten. Telefoonpatches zijn in Europa niet toegestaan.<br />
Vanop het blaadje op de muur waar we de vorderingen van het schip bijhouden, leest Charly onze huidige positie af:<br />
"Nog 800 zeemijl te gaan, met onze kruissnelheid van 10 knopen zullen we dus nog een 80 uren te varen hebben", zucht hij. <br />
<br />
<img alt="" border="0" height="175" src="http://farm1.static.flickr.com/154/380548056_a87a0d32d3_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; height: 175px; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 243px;" /> <br />
<div align="justify">
Op het schip valt niet veel te beleven, en de verveling wordt groot. Iedereen hangt wat doelloos rond op het achterdek. We kijken naar de vliegende vissen die, opgeschrikt door de boot, uit de golven opspringen en een paar meter verder weer in het water duiken. De bemanning van de boot legt een vislijn uit, een nylon koordje met een paar haken aan het einde, waar een paar fluorescente plastiek inktvisjes aan bengelen. Tot ons aller jolijt vangen ze echter bot. De bemanning speelt mee met onze grapjes.<br />
"Misschien moeten we er Pete aan hangen", lacht Big Bill, "hij zal na de zeereis toch niks meer waard zijn".<br />
Pete, die intussen een veldbed op het achtersteven heeft gesleurd, en met gesloten ogen zijn zeeziekte ondergaat, kijkt eventjes op, en zucht:<br />
"Oh man"<br />
Door de intercom luidspreker roept de kapitein:<br />
"Dolfijnen aan stuurboord, en walvissen in de verte".<br />
Van de walvissen zien we enkel wat fonteintjes en rimpels op het water, maar de dolfijnen daarentegen zorgen voor een waarachtig spektakel. Met honderden zwemmen en spelen ze in de verte. Het wateroppervlak ziet er zwart van. Naarmate we er dichterbij varen, komen meer en meer dolfijnen voor de boot zwemmen. We hangen met zijn allen over de boeg en sporen ze aan met luide kreten. Het is alsof de dolfijnen het spelletje meespelen en ze komen langszij, springen dartelend uit het water en wentelen zich rond hun as. Sommigen komen vlak voor de boeg uit zwemmen. Brian, de boordingenieur, legt uit dat de dolfijnen zo door de waterverplaatsing van de boot vooruitgeduwd worden. En daar maken ze een spelletje van.<br />
's Nachts zien we lichtende vlekjes in het donkere water, veroorzaakt door een chemische reactie in het plankton. Als er dan dolfijnen voor de Spirit uit komen zwemmen, wordt hun silhouet door het plankton fluorescerend afgetekend tegen een donkere achtergrond. Het lijkt op een scene die zo uit de film Cocoon is gegrepen: buitenaardse wezens die oplichtend rond onze boot zwemmen.<br />
<br />
De dagen gaan langzaam voorbij. Het enige lichtpuntje is dat, eens we de Kreeftskeerkring over varen, volgens aloude traditie de zwarten aan boord worden kaalgeschoren. Lee, de enige zwarte aan boord, heeft er blijkbaar zin in. Biff, speelt voor gelegenheidskapper en met een tondeuze tovert hij Lee's kroezelkop om in een Mister T-kapsel. Onder onze luide aanmoedigingen scheert hij alles af. Lee laat zich alles wel gevallen. De goede verstandhouding en de vriendelijke hulpvaardigheid van de bemanning is ons al eerder opgevallen. Stuk voor stuk zien ze er uit als echte zware zeebonken, maar hebben blijkbaar een hart van goud. Kelly brengt Lee als troost een stukje chocoladetaart dat net uit de oven komt.<br />
"Dat heb je nu wel verdiend", lacht ze, "en er is genoeg voor iedereen. Er is verse ijsthee ook!"<br />
"Ieeehaaa", roept Pete. Die voelt zich duidelijk een stuk beter. Zeebenen gekregen waarschijnlijk..<br />
<br />
In de galley dringen Vincent, Arie en ik er bij Jay op aan om eens met het team tesamen te zitten en de landing te bespreken. We moeten ook nog eens duidelijke afspraken maken wie wat gaat doen, en op welke manier we zullen 'opereren', de pile-up verwerken, eens op het eiland. Jay haalt zijn schouders op. Met een flits herinner ik me weer wat hij enkele dagen voorheen, toen nog veilig thuis, zei:<br />
"Eens op het schip neem ik geen verantwoordelijkheid meer."<br />
Vincent, Arie en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. Dit voorspelt niet veel goeds... Maar Jay trekt zich van onze vragen niet veel aan. Ook Charly gebaart van krommenaas. Ron, onze ouderdomsdeken, komt bovendeks, en mengt zich in de discussie. Hij geeft ons gelijk, maar ook hij kan Jay niet van gedacht doen veranderen... "We zullen dan maar zien", zucht Arie.<br />
<br />
</div>
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/168/380548787_5675f31bf3_o.jpg" style="cursor: hand; display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /><br />
<span style="font-size: 78%;">Bronnen:</span><br />
<ul>
<li><span style="font-size: 78%;">Foto contrail: Patrick Taylor</span></li>
<li><span style="font-size: 78%;">Andere foto's: Arie Nugteren (PA3DUU)</span></li>
</ul>
<br />
Ga door naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/5-land-in-zicht.html">Hoofdstuk 5: Land in Zicht</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-37098610477841680622007-02-03T19:28:00.002+01:002010-04-25T21:51:56.511+01:003. Sponsoring, radio amateurs en verlaten eilanden<p align="justify"></p><p align="justify"><br />
</p><a href="http://farm1.static.flickr.com/176/380488084_ad97437417_o.jpg"><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/176/380488084_ad97437417_o.jpg" border="0" /> <p align="justify"></a>Terwijl Jay en zijn groep de laatste voorbereidingen treffen, probeer ik op de valreep nog wat publiciteit en sponsoring voor onze expeditie te krijgen.<br />
Sponsoring voor expedities is sowieso moeilijk los te peuteren. Expedities worden al vlug bekeken als ondernemingen met grote risico's, waar men niet onmiddellijk het nut van inziet. Vaak hebben de bedrijven twijfels over de 'return value' die de sponsoring van een expeditie hen geeft. 'Zullen we extra winst maken, of meer van onze produkten verkopen als we een expeditie sponsoren?'. Er is geen echt sluitend antwoord voor.<br />
Ons grootste probleem om voor radio-expedities sponsoring aan te trekken is echter de onbekendheid van het fenomeen 'radio-amateurisme'. Vaak worden radio-amateurs verward met 'vrije radios' of met 'CB'. Die enkelingen die ons echter wel kennen, verstaan dan weer het verband niet tussen radio-amateurisme en expedities...<br />
In de brieven naar potentiele sponsors probeer ik het fenomeen 'Radioamateurisme' uit te leggen:<br />
<br />
Radioamateurs zijn hobby-techniekers, gespecialiseerd in radio-kommunikatie. Om deze hobby te kunnen uitoefenen moeten we speciale examens afleggen die wereldwijd door de RTT-instanties worden uitgeschreven. In België zijn er een vijfduizendtal radioamateurs, maar in de ganse wereld zijn er meer als twee miljoen! Elke radioamateur wordt geïdentificeerd door een unieke roepnaam.<br />
Eens gelicencieerd beschikken we over een hele reeks radiofrequenties, waar we twee-wegs radioverbindingen met andere radioamateurs kunnen maken.<br />
Het doel van het radioamateurisme is het bevorderen van radio-experimenteel onderzoek. Dit onderzoek moet belangeloos gebeuren.<br />
<br />
Omdat radioamateurs specialisten zijn die 'radio' als belangrijk communicatie-middel hebben, en ze tot in 's werelds verste uithoeken verspreid zitten, is er naast het technische element, ook een sociale service gegroeid. Vaak springen radio-amateurs in om de communicatie te verzorgen bij rampen.<br />
Ook in oorlogsgebieden zijn we vaak de enige mogelijkheid tot kommunikatie die voorhanden is. Een typisch voorbeeld is dat tijdens de Golfoorlog, de enige kommunikatie met Koeweit, via de radioamateurs verliep.<br />
<br />
Een tweede nevenaktiviteit van veel amateurs, is de onderlinge kompetitie. Om de technische kwaliteit van hun installaties te testen worden internationale wedstrijden georganiseerd. Een andere manier om de technische kwaliteit van een radio-amateurinstallatie uit te testen is om alle landen in de wereld te kontakteren. De radio-amateur definitie van 'een land' is niet enkel bepaald door de politieke grenzen, maar ook door de geografische ligging. Zo behoren bijvoorbeeld de Falklands, politiek gezien, wel bij Groot-Brittanië, maar omdat ze geografisch zo ver van het moederland liggen, worden ze door de radio-amateurs als apart 'land' gezien. Ook Clipperton, als een afgelegen eiland, wordt als een apart land gerekend. Omdat Clipperton onbewoond is, hebben radioamateurs uiteraard enkel een mogelijkheid om een kontakt te maken met dit eiland, als er een radio-expeditie naar toe trekt. Er bestaat een soort 'wereldrangschikking' van de meest gegeerde landen. Voor Europa staat Clipperton op de achtste plaats van die wereldranglijst, en kijken veel radioamateurs uit naar een expeditie die het eiland zou 'aktiveren'.<br />
<br />
Op die manier proberen we het fenomeen radioamateurs bij de pers bekend te maken, en wat sponsoring los te weken. In de publiciteit wordt ook dankbaar gebruik gemaakt van het feit dat twee expeditieleden, Pete en Mike naast hun "werk" als radio-amateur tevens natuurwetenschappelijk onderzoek zullen uitvoeren. Pete is een doctor in de biologie en zal het wildleven op het eiland inventariseren, en waterstalen nemen. Mike is een amateur-geoloog, die al de helft van de wereld heeft afgezworven. Hij wil bodemstalen nemen en die vergelijken met de stalen uit Hawaii.<br />
Op een namiddag, vlak voor het vertrek, belt Jay me op mijn werk. De chartermaatschappij heeft een andere boot voor ons gekozen: 'The Spirit of Adventure', en we zullen vanuit San Diego in Californië, en niet vanuit Cabo San Luca in Mexico vertrekken. Tevens heeft een Nederlander, Arie Nugteren zich bij ons team vervoegd. Allemaal goed nieuws. Clipperton, we komen eraan!<br />
<br />
<br />
</p><div align="center">Nog enkele krantenartikels:</div><br />
<div align="center"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/161/380488278_428b9fd7c1_o.jpg" border="0" /><br />
<div align="center"></div><img style="DISPLAY: block; MARGIN: 0px auto 10px; WIDTH: 400px; CURSOR: hand; TEXT-ALIGN: center" alt="" src="http://farm1.static.flickr.com/174/380488183_fa9a49e531_o.jpg" border="0" /><br />
<br />
Ga verder naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/4-clipperton-here-we-come.html">Hoofdstuk 4: Clipperton, here we come</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-83534991837842730622007-02-03T19:27:00.002+01:002013-03-24T19:03:32.310+01:002. Clipperton - het "vergeten" eiland<div align="justify">
</div>
<div align="justify">
<br /></div>
<a href="http://farm1.static.flickr.com/93/380441016_528abc5644_o.jpg"><img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/93/380441016_528abc5644_o.jpg" style="display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /> </a><br />
<div align="justify">
Ik bel Alain op en vertel hem over mijn plannen. Joviaal als hij is, nodigt hij me tesamen met Tine en Ghis uit voor een weekendbezoek.<br />
Twee weken later, amper veertien dagen voor we naar het eiland vertrekken, rijden we met zijn drieën naar het hartje van Normandië.<br />
De openheid waarmee Alain en Daniëlle, zijn vrouw, ons ontvangen is hartverwarmend. Overal in hun gezellig ingericht huisje vind je souvenirs van Alain's expedities. Overal voel je de aanwezigheid van Clipperton. Alain troont me mee naar zijn werkkamer en begint meteen allerlei annekdotes te vertellen, en kleine souvenirs te tonen..<br />
"Dit hier is een veer van een fregatvogel, die ik van het eiland meebracht. Je gaat heel veel vogels zien, boobies, fregatvogels, sternen..., maar vooral krabben. Dit hier is een karkas van zo'n krab. Je ziet, groot zijn ze niet, maar ze zijn wel een pest. En dit hier..."<br />
"Alain, die mensen hebben net vier uur gereden, het is al laat, zouden we niet wat eten en hen laten slapen? We hebben morgen nog een ganse dag om te praten", onderbreekt Daniëlle, zijn vrouw, diplomatisch.<br />
<br />
's Avonds worden we naar onze kamers geleid, maar niet zonder:<br />
"En dit hier is de slaapzak die ik mee had op Clipperton, je ziet de gaten nog die de krabben erin gebeten hebben. En hier in de hoek hangt mijn strooien hoed die ik droeg...", ratelt Alain door.<br />
In bed overwelmt me de sfeer dat het koppel, en hun huis uitstralen. Het is duidelijk dat Clipperton een onuitwisbare indruk op hen heeft achtergelaten.<br />
<br />
De volgende dag verloopt wat gestructureerder. Alain is een onuitputtelijke bron van informatie. Dit is een ideale gelegenheid om wat praktische tips te verzamelen.<br />
<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/98/380385876_8edd2d55c7_o.gif"><img alt="" border="0" height="154" src="http://farm1.static.flickr.com/98/380385876_8edd2d55c7_o.gif" style="float: left; height: 171px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 254px;" /></a>Clipperton is een typisch Pacific atol, omgeven door een koraalrif. Het ligt op 109º Westerlengte en 10º Noorderbreedte, ongeveer 700 mijl ten zuidwesten van Acapulco, Mexico. Het atol heeft een peer-vorm, met een doorsnede van 3 km langs de langste zijde. Enkel de omtrek van de peer steekt boven water uit, de binnenkant is een grote lagune. Je kunt het vergelijken met een ring. De ring zelf is een landstrook met een breedte van 45 tot 400 meter, die nauwelijks een paar meter boven de zee uitsteekt. Het binnenste van de ring is de ondiepe lagune, gevuld met brak fosforrijk water. Het hoogste punt van het eiland is de 'Clipperton Rock', een 30 meter hoge <a href="http://farm1.static.flickr.com/146/380441212_59dce99454_o.jpg"><img alt="" border="0" height="128" src="http://farm1.static.flickr.com/146/380441212_59dce99454_o.jpg" style="float: left; height: 182px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 250px;" /></a>vulkanische rots, die boven de koraal uitsteekt.<br />
Clipperton geeft een heel desolate en spookachtige indruk. Nergens is er enige begroeiing, zoals struiken of gras te zien. Er staan twee kleine bosjes palmbomen, die wat schaduw bieden. De rest van het eiland is ruwe, naakte vergruisde koraal, gebleekt in de tropenzon, ondermijnd door gangen, gegraven door miljoenen oranje vraatzuchte landkrabben en bepoept door honderduizenden vogels.<br />
Het klimaat maakt het eiland nog onherbergzamer. De temperatuur klimt tot 40°C in de - weinige - schaduw, met een hoge vochtigheid. Clipperton wordt vaak geteisterd door orkanen die de smalle landstrook overspoelen.<br />
In contrast tot het schrale leven op het land, staat de overvloedig fauna en flora in de zee rond het eiland. Honderden vissoorten voeden zich met de micro-organismen op en rond het koraalrif. Die vissen vormen op hun beurt voedsel voor de duizenden haaien die rond het koraal hun thuis hebben.<br />
<br />
Clipperton werd in 1704 ontdekt door Magellaan, die het 'Passie-eiland' doopte, maar zijn uiteindelijke naam dankt het eiland aan de piraat John Clipperton die, in de 18e eeuw, Clipperton als uitvalsbasis gebruikte. In 1858 claimde Frankrijk het eiland, om er fosfaat te ontginnen, maar Mexico bezette het in 1898, en stationeerde er een legergarnizoen in 1906. Het garnizoen, een veertigtal militairen en hun vrouwen, onder leiding van Ramon Arnaud y Vignon, <a href="http://farm1.static.flickr.com/176/380441310_47d2e69459_o.jpg"><img alt="" border="0" height="194" src="http://farm1.static.flickr.com/176/380441310_47d2e69459_o.jpg" style="float: left; height: 194px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 235px;" /></a>een officier van Franse afkomst, werd regelmatig vanuit Acapulco bevoorraad. Om het nut van Clipperton voor de zeevaart aan te tonen, werd bovenop de rots een kleine vuurtoren gebouwd.<br />
Tijdens de woelige tijden van de Mexicaans revolutie, werd het garnizoen vanaf 1910 'vergeten', en bleven de bevoorradingsschepen weg. De meeste eilandbewoners stierven van honger of scheurbuik. Tijdens een poging om naar een voorbijvarend schip te roeien, kapseisde de sloep met alle militairen aan boord. Ze werden allemaal door de haaien opgepeuzeld. De enige overblijvende man, de vuurtorenwachter, bleef achter bij de vrouwen en kinderen. Hij maakte van de situatie misbruik om de <a href="http://farm1.static.flickr.com/183/380441384_d7c6480fb2_o.jpg"><img alt="" border="0" height="199" src="http://farm1.static.flickr.com/183/380441384_d7c6480fb2_o.jpg" style="float: left; height: 199px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 254px;" /></a>vrouwen te brutaliseren en te verkrachten. Wie niet naar zijn pijpen danste werd ter plekke afgemaakt. Uiteindelijk werd hij zelf door de moegetergde vrouwen vermoord.<br />
De nachtmerrie eindigde in 1914, toen de overlevenden, vier vrouwen en zeven kinderen, werden gered door de USS Yorktown, een Amerikaanse cruiser die de omgeving afzocht naar vijandige aktiviteit...<br />
Niettegenstaande het feit dat Mexico zijn 'Clipperton garnizoen' aan hun lot had overgelaten, bleven ze met Frankrijk het eigendomsrecht betwisten, tot Clipperton in 1931 door het internationaal gerechtshof in Den Haag aan Frankrijk werd toegewezen.<br />
<br />
De eerste wetenschappelijke expeditie van Prof. Lacroix, en onder begeleiding van het Frans oorlogsschip 'Jeanne d'Arc', kwam er in 1934. Daarna bleef het een lange tijd stil rond Clipperton, tot de Verenigde Staten het eiland in de Tweede Wereldoorlog als munitiedepot en uitvalsbasis wilde gebruiken. De onherberzaamheid van het eiland, het vervaarlijk koraalrif, de <a href="http://farm1.static.flickr.com/151/380441081_e6c3007dc9_o.jpg"><img alt="" border="0" height="241" src="http://farm1.static.flickr.com/151/380441081_e6c3007dc9_o.jpg" style="float: right; height: 210px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 256px;" /></a>orkanen, de hoge temperatuur en vochtigheid, dwong de Amerikanen de aftocht te blazen. Ze lieten wel tonnen munitie en zwaar materieel achter. De militairen schreven in hun dagboeken hoezeer ze onder de indruk waren van het mystieke en eigenwijze eiland. Ze voelden zich er, naar eigen zeggen, nooit op hun gemak. Het is eigenaardig als je bedenkt dat de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog er wel in slaagden om alle andere eilanden (Wake, Johnston, Kure, etc..) in de Stille Zuidzee waar ze het militair nut van inzagen, te 'koloniseren', maar Clipperton konden ze niet temmen.<br />
<a href="http://farm1.static.flickr.com/146/380440974_61b83e060b_o.jpg"><img alt="" border="0" height="197" src="http://farm1.static.flickr.com/146/380440974_61b83e060b_o.jpg" style="float: left; height: 155px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 235px;" /></a>Sedert die tijd hebben slechts enkele expedities het eiland aangedaan. Eén ervan was die van Jacques Cousteau, die er een televisiereportage over maakte. De eerste grote radioamateur expeditie, onder leiding van Alain, vond plaats in 1978, gevolgd door twee Amerikaans/Duitse expedities in de jaren tachtig. Alle expedities hadden te kampen met tegenslagen, de 'vloek van Clipperton' werd berucht. Waar de ene groep problemen had om door het koraalrif aan land te geraken - er is immers geen haven, wat beeld je je in... - had de andere expeditie dan weer problemen om van het eiland te vertrekken. Anderen hadden, door de hoge vochtigheidsgraad, en de zilte lucht, voortdurend problemen met de radioapparatuur...<br />
En nu is het onze beurt om 'de vloek van Clipperton' uit te dagen.<br />
<br />
"Het grootste probleem is het landen en vertrekken", legt Alain uit terwijl hij met de vinger op de kaart het koraalrif aanduidt.<br />
"Daar er geen natuurlijke haven is, moet je door de koraal. Hou vóór het landen goed de wind en branding in de gaten. Neem daar je tijd voor, en pik die plaats uit, die bij voorkeur uit de wind ligt, en waar de branding zo laag mogelijk is."<br />
Ik probeer alles te noteren.<br />
"Het ideale moment is bij hoog tij, kalme zee, en weinig wind. Je hebt toch goede rubberboten voorzien, hoop ik?"<br />
"Jay sprak erover om een zestal zware aluminium sloepen te gebruiken bij de landen", herinner ik me, "en geen rubberboten. Als de aluminium sloepen het koraal raken, is het geen drama, maar als een rubberboot scheurt, kun je de boot, én de lading vaarwel zeggen."<br />
"Inderdaad, dat klopt. Hoe dan ook, neem je tijd voor de landing, een veilige landing is een goed <a href="http://farm1.static.flickr.com/147/380441053_80ece93f42_o.jpg"><img alt="" border="0" height="236" src="http://farm1.static.flickr.com/147/380441053_80ece93f42_o.jpg" style="float: right; height: 193px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 235px;" /></a>begin. Eens je alle materiaal aan land hebt, zul je de eerste uitdaging achter de rug hebben. Hou zeker, tijdens de maneuvers, een sloep net buiten de koraal klaar. Als er een boot over kop gaat, moet de 'reddingssloep' jullie zo vlug mogelijk komen oppikken. Het stikt daar van de haaien, en hoe vlugger je uit het water bent, hoe beter".<br />
Tine fronst haar wenkbrauwen, Alain merkt het en glimlacht.<br />
"Eens geland, begint het zware werk. Dan moet je alle materiaal versleuren naar de kampeerplaats", vervolgt hij.<br />
"Kunnen we dan de tenten en antennes niet opslaan waar we landen?".<br />
"Je moet zeker kamperen bij de 'Bougainville'", hij wijst naar het palmbomenbosje op de westrand van het eiland, "Daar is er schaduw en er staan wat oude barakken, die je misschien nog kunt gebruiken. Het koraal is daar ook iets donker gekleurd zodat de zon er niet goed op weerkaatst wordt. Dat maakt de hitte nog een beetje dragelijk. Maar... bij de Bougainville kun je niet landen. De branding is er te hoog, en net achter het rif ligger er grote stukken afgebroken koraal, die je boot zullen beschadigen".<br />
"Jay sprak me van een landing ten zuidwesten van de 'Rock'", herinner ik me.<br />
"Ja links of rechts van de rots, je kijkt maar hoe de branding staat", beaamt Alain,<br />
"Maar dan zit je wel een twee of drie kilometer van de kampeerplaats, hoe verhuis je dan zes ton materiaal over die afstand?"<br />
"Wij hadden een paar rubbersloepen in de lagune gelegd. We landden alle materiaal op het strand, sleepten het over de landstrook, en laadden het in de rubberboten, in de lagune. Die vervoerden alles naar de kampeerplaats. Als je alles over het land tot aan de kampeerplaats moet versleuren, zul je na drie ladingen uitgeput zijn. Vergeet niet dat je niet gewoon bent aan zulke extreme temperaturen!", lacht Alain, en hij steekt onderwijzend de wijsvinger in de lucht. </div>
<div align="justify">
<br />
"De grootste pest echter, zijn de landkrabben. Miljoenen zijn het er. Op het koraalgruis, die het overgrote gedeelte van het eiland uitmaakt, zul je steevast tot je enkels in de grond schieten. De krabben hebben alles ondermijnd. Dat verklaart ook de mislukte poging van de Amerikanen om <a href="http://farm1.static.flickr.com/134/380442866_94e8f5be50_o.jpg"><img alt="" border="0" height="227" src="http://farm1.static.flickr.com/134/380442866_94e8f5be50_o.jpg" style="float: right; height: 172px; margin: 5px 0px 0px 10px; width: 231px;" /></a>tijdens de Tweede Wereldoorlog een landingsbaan aan te leggen aan de westkant van het eiland. Al bij de eerste landing schoot het landingsstel van het vliegtuig in het koraalgruis."<br />
"De landkrabben zijn een dagelijkse, wat zeg ik, een k-o-n-s-t-a-n-t-e pest. Bijvoorbeeld:", en hij verschuift wat in zijn zetel, en telt op zijn vingers:<br />
"Ten eerste eten ze alles wat ze vinden, dus hadden ze al tijdens de éérste nacht onze luchtmatrassen al kapotgebeten".<br />
Tine proest het uit, en Alain heeft er schik in dat zijn verhalen aanslaan.<br />
"Ten tweede kwamen ze langs alle kanten de tenten in, en liepen weg met papieren, beten in onze elektrische leidingen, vielen onze mondvoorraad aan, en kropen op de tafels waarop de radios stonden."<br />
Ik kan het me goed voorstellen: daar zit je radiokontakten te maken terwijl je aangevallen wordt door de krabben...<br />
"Jay vertelde me dat hij een krabbenomheining zou meenemen, en die rond het kamp zou opzetten", weet ik.<br />
"Vergeet het om op die manier de krabben buiten te houden", zegt Alain, "wat te hoog is om over te klimmen, zullen ze ondergraven, maar in het kamp zullen ze kost wat kost geraken."<br />
Alain, blijft maar door praten, en ik schrijf alles op. Uren lang. Hij toont ons de film die Cousteau indertijd over Clipperton had gemaakt, gevolgd door de film van zijn expeditie. Het is indrukwekkend om te zien hoe de branding hun rubberen sloepen als pluimen optilde en meters <a href="http://farm1.static.flickr.com/141/380440899_82cf767e90_o.jpg"></a>verder ondersteboven op de koraal smeet.<br />
"Zo moet je het dus niet doen", glimlacht Alain.<br />
<br />
Na de films, vervolgt hij zijn waslijst van tips. Als hij uitgepraat lijkt, vraagt hij of we wapens mee zullen nemen.<br />
"Voor de vogels?", antwoord ik.<br />
"Nee voor de piraten"<br />
"Piraten ?!?!"<br />
"Ja, zelfs in deze moderne tijden zijn er nog piraten. Wij waren destijds nog maar pas bij het eiland aangekomen, en we werden al lastig gevallen door een boot met Zuid-Amerikanen, die het duidelijk op ons schip, en ons materiaal gemunt hadden"<br />
Tine legt haar hand op mijn arm en fluistert:<br />
"Ventje, zijt ge zeker dat je nog mee wilt naar dat eiland?"<br />
Het is eigenlijk een retorische vraag. Ze weet maar al te goed dat ik er mijn gedachten op heb gezet, en ik nu niks liever wil dan de 'vloek van Clipperton' te overwinnen...<br />
<br />
Op de terugweg, praten we nog door over wat we hebben geleerd, en hoe we ons het best kunnen voorbereiden... Het eiland heeft me in zijn ban... Thuis tik ik alle nota’s over en fax ze naar Jay. We spreken af om via de radio alles nog eens door te nemen.<br />
<br />
De groep rond Jay heeft blijkbaar al heel wat tijd in de voorbereiding gestoken. Jay zelf kan terugblikken op zijn ervaring bij het organizeren van een dubbel-expeditie naar Zuidzee-eilanden Palmyra en Kingman Reef, in de jaren '70. Die expeditie had met grote problemen te kampen: hun gecharterd vliegtuig crashte op de landingsbaan van Palmyra en gewonden moesten per helicopter geëvacueerd worden. Toch had de expeditie-koorts hem goed te <a href="http://farm1.static.flickr.com/135/380441288_ce53fa5e49.jpg"><img alt="" border="0" height="259" src="http://farm1.static.flickr.com/135/380441288_ce53fa5e49.jpg" style="float: left; height: 148px; margin: 5px 10px 0px 0px; width: 116px;" /></a>pakken. Het plan om in 1991 naar Clipperton te vertrekken, werd uitgesteld door de Golfoorlog. De extra tijd werd gebruikt om de expeditie dubbel zo goed voor te bereiden. Dat maakte Jay wat eigenwijs en hij heeft problemen om de tips van Alain zomaar aan te nemen. We overlopen de lijst, en als het dingen zijn die Jay voorzien heeft, dan is het "natuurlijk wisten we dat" of "ligt voor de hand", maar voor die punten die duidelijk niet gepland waren, klinkt het meer in de trend van "Kom nou, dat bestaat niet". Niettemin moet ik toegeven dat de belangrijkste dingen voorzien zijn. En Jay houdt wel voet bij stuk: zijn krabben-omheining zal onder alle omstandigheden de krabben buiten houden.<br />
"We zullen zien, Jay, we zullen zien", zeg ik. </div>
<div align="justify">
<br /></div>
<img alt="" border="0" src="http://farm1.static.flickr.com/128/380441150_31ba9474f8_o.jpg" style="display: block; margin: 0px auto 10px; text-align: center; width: 400px;" /> <br />
<div align="justify">
<br />
<span style="font-size: 78%;">Bronnen:</span> </div>
<ul>
<li><span style="font-size: 78%;">Kaarten: Pr C. Jost 26/11/06 </span><a href="http://www.clipperton.fr/"><span style="font-size: 78%;">www.clipperton.fr</span></a><span style="font-size: 78%;"> en Wikipedia (Copyright </span><a class="extiw" href="http://en.wikipedia.org/wiki/Creative_Commons" title="w:Creative_Commons"><span style="font-size: 78%;">Creative Commons</span></a><span style="font-size: 78%;"> )</span><br />
</li>
<li><span style="font-size: 78%;">Foto's Clipperton en expeditie: Expedition Clipperton, Special du Bulletin Radio-Club Normandie, Clipperton DX Club, March 1978 (met dank aan Ghis Penny-ON5NT en Alain Duchauchoy-F6BFH) </span><br />
</li>
<li><span style="font-size: 78%;">Foto's 'Survivors:' Skaggs, Jimmy; Clipperton. A History of the Island the World Forgot. Walker and Company. New York, 1989</span><br />
</li>
</ul>
<br />
Ga door naar <a href="http://verslaafdaandehorizon.blogspot.com/2007/02/3-sponsoring-radio-amateurs-en-verlaten.html">Hoofdstuk 3: Sponsoring, radio amateurs en verlaten eilanden</a>Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-1800713077469341354.post-4167550475164849582007-01-01T18:49:00.000+01:002013-03-23T11:13:25.188+01:00Annex 2: Referentielijst<strong>Referentie bronnen Clipperton Island:</strong><br />
<br />
<ul>
<li><a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Clipperton_Island">http://en.wikipedia.org/wiki/Clipperton_Island</a></li>
<li>JOST C. et ANDREFOUËT S., 2006, Review of long term natural and human perturbations and current status of Clipperton Atoll, a remote island of the Eastern Pacific, Pacific Conservation Biology, Surrey Beatty & Sons Pty Ltd, Chipping Norton, NSW, Australia, 12 : 3 </li>
<li>JOST C., 2005g, Risques environnementaux et enjeux à Clipperton (Pacifique français). Revue européenne Cybergeo, 314, 01 juillet 2005, cartes et fig., 15 p. <a class="external free" href="http://193.55.107.45/eurogeo2.htm" rel="nofollow" title="http://193.55.107.45/eurogeo2.htm">http://193.55.107.45/eurogeo2.htm</a> </li>
<li>JOST C., 2005f, Bibliographie de l’île de Clipperton, île de La Passion (1711-2005). Paris, Journal de la Société des Océanistes, 120-121, juin-déc. 2005, texte et 411 réf., p.181-197.<br />Edwin D. Dickinson, The Clipperton Island Case. American Journal of International Law, Vol. 27, No. 1., pp. 130-133. </li>
<li>Allen, G. R. and D. R. Robertson. 1996. An annotated checklist of the fishes of Clipperton Atoll, tropical eastern Pacific. Retrieved (2001) from: <<a class="external free" href="http://www.ots.ac.cr/rbt/revistas/45-2/allen.htm" rel="nofollow" title="http://www.ots.ac.cr/rbt/revistas/45-2/allen.htm">http://www.ots.ac.cr/rbt/revistas/45-2/allen.htm</a>>.</li>
<li>IFRECOR. 1998. Clipperton. Retrieved (2001) from: <<a class="external free" href="http://www.reefbase.org/Summaries/pdf/Clipperton1998.pdf" rel="nofollow" title="http://www.reefbase.org/Summaries/pdf/Clipperton1998.pdf">http://www.reefbase.org/Summaries/pdf/Clipperton1998.pdf</a>>. </li>
<li>Pitman, R. L. and Jehl, J. R. 1998. Geographic variation and reassessment of species limits in the "masked" boobies of the eastern Pacific Ocean. Wilson Bulletin 110:155-170. </li>
<li>Sachet, M. H. 1962. Flora and vegetation of Clipperton Island. Proceedings of the California Academy of Sciences. 4th ser., v.31, no.10. The Academy, San Francisco. </li>
<li>Skaggs, Jimmy. 1989. Clipperton. A History of the Island the World Forgot. Walker and Company. New York. </li>
<li>Snodgrass, R. E. and E. Heller. 1902. The birds of Clipperton and Cocos Islands; Papers from the Hopkins Stanford Galapagos expedition 1898-1899. The Academy, Washington, DC. </li>
<li>UNEP/IUCN. 1988. Coral Reefs of the World. Volume 3: Central and Western Pacific. UNEP Regional Seas Directories and Bibliographies. IUCN/UNEP, Gland, Switzerland, Cambridge, UK, and Nairobi, Kenya. </li>
<li><a href="http://www.clipperton.fr/">http://www.clipperton.fr/</a></li>
<li>Expedition Clipperton, Special du Bulletin Radio-Club Normandie, Clipperton DX Club, March 1978</li>
<li><a href="http://www.qsl.net/clipperton2000/previous/n9ns-1992.html">http://www.qsl.net/clipperton2000/previous/n9ns-1992.html</a></li>
<li><a href="http://www.qsl.net/clipperton2000/previous/dxmag-1993.html">http://www.qsl.net/clipperton2000/previous/dxmag-1993.html</a></li>
<li><a href="http://www.qsl.net/clipperton2000/history.html">http://www.qsl.net/clipperton2000/history.html</a></li>
</ul>
<strong>Referentiebronnen Howland Island:</strong><br />
<ul>
<li>Tarawa Remembered, Maj Jack M.Walrad Jr. USAR-Ret., The Retired Officer Magazine, November 1993</li>
<li><a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Howland_Island">http://en.wikipedia.org/wiki/Howland_Island</a></li>
<li><a class="external text" href="http://www.janeresture.com/howland/" rel="nofollow" title="http://www.janeresture.com/howland/">Geography, history and nature on Howland Island</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://www.uscg.mil/hq/g-cp/history/WEBLIGHTHOUSES/LHPACIFIC.html" rel="nofollow" title="http://www.uscg.mil/hq/g-cp/history/WEBLIGHTHOUSES/LHPACIFIC.html">Howland Island day beacon</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://kapalama.ksbe.edu/archives/historical/huipanalaau/end.php" rel="nofollow" title="http://kapalama.ksbe.edu/archives/historical/huipanalaau/end.php">Eyewitness account of the Japanese raids on Howland Island (includes a grainy photo of Itascatown)</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://pacificislands.fws.gov/wnwr/pbakernwr.html" rel="nofollow" title="http://pacificislands.fws.gov/wnwr/pbakernwr.html">Howland Island National Wildlife Refuge</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://www.pbs.org/odyssey/odyssey/20001204_log_transcript.html" rel="nofollow" title="http://www.pbs.org/odyssey/odyssey/20001204_log_transcript.html">'Voyage of the Odyssey'</a> - pictures and travelogue </li>
<li><a class="external text" href="http://www.infoplease.com/spot/desertisland9.html" rel="nofollow" title="http://www.infoplease.com/spot/desertisland9.html">Howland Island at Infoplease</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://world-history-blog.blogspot.com/2006/12/howland-island-small-island-big-history.html" rel="nofollow" title="http://world-history-blog.blogspot.com/2006/12/howland-island-small-island-big-history.html">Howland Island - Small Island, Big History</a> </li>
<li>Kamehameha Schools' archives</li>
<li><a href="http://www.ameliaearhart.com/">http://www.ameliaearhart.com/</a></li>
</ul>
<strong>Referentiebronnen Peter I:</strong><br />
<ul>
<li><a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Peter_I_Island">http://en.wikipedia.org/wiki/Peter_I_Island</a></li>
<li>Siebert, L. and T. Simkin (2002-). Volcanoes of the World: an Illustrated Catalog of Holocene Volcanoes and their Eruptions. Smithsonian Institution, Global Volcanism Program Digital Information Series, GVP-3. <a class="external free" href="http://www.volcano.si.edu/world/" rel="nofollow" title="http://www.volcano.si.edu/world/">http://www.volcano.si.edu/world/</a> </li>
<li><a class="external text" href="http://www.peterone.com/" rel="nofollow" title="http://www.peterone.com/">2006 Peter I Island amateur radio expedition (3YØX)</a></li>
<li><a class="external text" href="http://www.peterone.com/3y0pi.html" rel="nofollow" title="http://www.peterone.com/3y0pi.html">1994 Peter I Island amateur radio expedition (3YØPI)</a></li>
<li><a class="external text" href="http://www.peterone.com/1987.htm" rel="nofollow" title="http://www.peterone.com/1987.htm">1987 Peter I Island amateur radio expedition (3Y1EE, 3Y2GV)</a></li>
<li><a href="http://npiweb.npolar.no/geografi/peteroy">http://npiweb.npolar.no/geografi/peteroy</a></li>
<li>The expediton book: 3Y0PI, Peter I Island Antarctica, Robert Schmieder, Cordell Expeditions, 1994 (still available via Amazon.com: <a href="http://www.amazon.com/3Y0PI-Peter-Island-1994-DXpedition/dp/0962601357">http://www.amazon.com/3Y0PI-Peter-Island-1994-DXpedition/dp/0962601357</a> )</li>
<li>Russian Antarctic Research Institute (AARI): <a href="http://www.aari.nw.ru/default_en.asp">http://www.aari.nw.ru/default_en.asp</a></li>
<li>Er zijn heel veel sites over Antarctica, maar hier zijn twee goeie Belgische sites: <a href="http://www.hetlaatstecontinent.be/">http://www.hetlaatstecontinent.be/</a> en <a href="http://poolgebieden.blogspot.com/">http://poolgebieden.blogspot.com/</a></li>
</ul>
Peterhttp://www.blogger.com/profile/05877671849645884790noreply@blogger.com1